Laparoscopische ingrepen tijdens de zwangerschap

advertisement
Laparoscopische ingrepen tijdens de zwangerschap
Sharon P. Rodrigues, Marcel H.A. van Hooff, G.P. (Peter) van Aggelen en L.H.M. (Marloes) de Vleeschouwer
Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B1
Als tijdens de zwangerschap abdominale chirurgie noodzakelijk is, kiest men tegenwoordig steeds vaker voor een
laparoscopische benadering. Aan de hand van een literatuurstudie bespreken wij de mogelijkheden van laparoscopie tijdens de zwangerschap en geven wij aanbevelingen voor laparoscopische ingrepen in de zwangerschap.
De meest voorkomende indicaties voor laparoscopie tijdens de zwangerschap zijn cholecystectomie, adnexoperaties en appendectomie.
De potentiële risico’s van laparoscopie bij zwangeren zijn: trauma van de uterus, foetale acidose door kooldioxideabsorptie, verlaagd maternaal hartminuutvolume en verminderde utero-placentaire perfusie als gevolg van verhoogde intraperitoneale druk. Laparoscopie in de zwangerschap vraagt extra aandacht voor de positionering van
de patiënt, specifieke maatregelen door de anesthesioloog, voorzichtige instrumentatie en aanpassing van de
intra-abdominale druk.
Op basis van de beschikbare gegevens kan men concluderen dat laparoscopische ingrepen veilig zijn tijdens de
zwangerschap, mits genoemde maatregelen getroffen zijn en een ervaren laparoscopisch operateur de ingreep
uitvoert.
Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam.
Afd. Gynaecologie: drs. S.P. Rodrigues,
arts in opleiding tot gynaecoloog;
dr. M.H.A. van Hooff en
Iedere operatie in de zwangerschap geeft een verhoogd
risico op spontane abortus, premature partus, intra-uteriene groeivertraging en een laag geboortegewicht.1 Operaties moet men daarom, indien mogelijk, uitstellen tot
na de zwangerschap. Aanvankelijk zag men zwangerschap als contra-indicatie voor laparoscopie, omdat men
zeker wilde zijn dat er geen risico’s voor het kind bestonden. Tegenwoordig kiest men, indien operatieve ingrepen
in de zwangerschap nodig zijn, steeds vaker wél voor een
laparoscopische benadering. Ook in onze kliniek bestaat
deze trend.
Wij verrichtten een literatuuronderzoek om de veiligheid
van laparoscopische ingrepen in de zwangerschap te evalueren. In PubMed zochten wij naar Nederlands- en
Engelstalige artikelen met de zoektermen ‘laparoscopy’
en ‘pregnancy’ met exclusie van de termen ‘ectopic pregnancy’ en ‘infertility’. Dit leverde  resultaten op,
waarvan  overzichtsartikelen. Na evaluatie van de
abstracts van deze artikelen resteerden  artikelen die
relevant waren voor laparoscopie in de zwangerschap,
waaronder  reviews,  retrospectief vergelijkende studies,  grote en  kleinere series patiëntenbeschrijvingen en casuïstische mededelingen en  experimentele
proefdierstudies. Wij vonden geen gerandomiseerde studies. Als bron voor dit overzichtsartikel gebruikten wij
vooral de grotere observationele studies.
drs. L.H.M. de Vleeschouwer, gynaecologen.
Afd. Anesthesiologie: drs. G.P. van Aggelen,
OPERATIE-INDICATIE
anesthesioloog.
Contactpersoon: drs. L.H.M. de Vleeschouwer
([email protected]).
De incidentie van operaties tijdens de zwangerschap
bedraagt ,-,.2,3 Een overzichtsartikel beschrijft dat
van de  geïncludeerde laparoscopieën in de zwanger-
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B6
1
K L I NI SCH E PR AK TI JK
STAND VAN ZAKEN
K L I NI SCH E PR AK TI JK
schap  voor een cholecystectomie verricht werd, 
voor een adnexoperatie en  voor een appendectomie.2
De indicatie voor cholecystectomie in de zwangerschap
is cholelithiasis met klachten of cholecystitis. Een appendectomie wordt in de zwangerschap verricht bij vermoeden van een appendicitis. Ovariële tumoren worden in de
zwangerschap verwijderd bij een acute buik of bij vermoeden van een maligniteit. De incidentie van ovariële
tumoren in de zwangerschap bedraagt ,-; van deze
tumoren is ,- maligne.4 De incidentie van benigne
ovariumtumoren die chirurgie vereisen in de zwangerschap is ,-,.5 Electieve verwijdering van ovariele tumoren wordt geadviseerd bij persisterende cysten
na een amenorroeduur van  weken met een doorsnede
van meer dan  cm.6
Verder werd in  de eerste laparoscopische nefrectomie in de zwangerschap beschreven.7 Ook zijn er casuïstische mededelingen van tijdens de zwangerschap
laparoscopisch geplaatste intra-abdominale cervicale
cerclages,8 laparoscopische resectie van feochromocytomen7 en splenectomieën.7
dan manipulatie van de uterus met de hand, zoals bij een
laparotomie gebeurt.12 Het plaatsen van een instrument
op of in de cervix uteri om de uterus te manipuleren
wordt absoluut ontraden. De grootte van de uterus neemt
vanaf een amenorroeduur van  weken snel toe met de
termijn (figuur). De zwangere uterus kan groot en week
zijn zodat bij het aanleggen van een pneumoperitoneum
en het inbrengen van trocarts een risico op het aanprikken van de uterus bestaat. In  is een casus gepubliceerd waarbij de veress-naald in de uterus was gebracht
bij een amenorroeduur van  weken.13 Dit veroorzaakte
een pneumoamnion en de foetus overleed intra-uterien.
De plaats van insertie van de trocarts hangt af van de
aard van de ingreep en de grootte van de uterus, en is dus
afhankelijk van de zwangerschapsduur. Ook de insteekrichting is van belang. Het advies is om vanaf het tweede
trimester in ieder geval de eerste trocart in te brengen
volgens de hasson-methode, waarbij men het peritoneum
vrijprepareert en à vue opent. Bij een jonge zwangerschap
kan men, afhankelijk van de ingreep, overwegen de eerste
trocart ter plaatse van de navel ‘blind’ in te brengen.
TERMIJN VAN DE ZWANGERSCHAP
ANESTHESIOLOGISCHE ASPECTEN
Van alle laparoscopieën in de zwangerschap wordt 
verricht in het eerste,  in het tweede en  in het
derde trimester.2 In het eerste trimester vindt de organogenese plaats en is het risico van teratogene effecten het
grootst. Bij iedere zwangerschap bedraagt de kans op een
spontane abortus in het eerste trimester ongeveer .9
Bij een miskraam na een operatie in de zwangerschap is
het moeilijk vast te stellen of er een verband is met de
ingreep. Uit een Israëlisch retrospectief onderzoek blijkt
dat het aantal spontane abortussen na laparoscopische
ingrepen (n = ) en laparotomieën (n = ) niet significant verschilt, respectievelijk , versus , (p = ,)
tijdens het eerste en , versus , (p = ,) tijdens het
tweede trimester.10 In het tweede trimester van de zwangerschap worden de meeste laparoscopieën gedaan. Het
is de veiligste periode om laparoscopische ingrepen te
doen, hoewel de ingreep zelf door de groeiende uterus
technisch moeilijker kan zijn dan in het eerste trimester.9
In het derde trimester is het aantal laparoscopische
ingrepen weer lager. Er zijn casuïstische mededelingen
van cholecystectomieën, appendectomieën, adnexoperaties en een laparoscopische resectie van een feochromocytoom in het derde trimester gepubliceerd.7,11
De anesthesiologische medicatie bij een ingreep tijdens
de zwangerschap dient men weloverwogen te kiezen, om
eventuele teratogene of mutagene effecten te vermijden.
Onze kennis over mogelijke teratogene effecten van
anesthesiologische medicatie is gebaseerd op gegevens
van dierexperimentele en observationele studies. Vrijwel
alle intraveneuze anesthetica en inhalatieanesthetica
hebben potentieel teratogene effecten bij één of meer
diersoorten bij blootstelling van het embryo of de foetus
aan een bepaalde dosering in een specifieke periode in de
ontwikkeling. Tot op heden is van geen enkel anestheticum bij de mens een teratogeen effect bewezen.14,15 Wel
zijn er aanwijzingen dat lachgas (NO) het intracellulaire
metabolisme, waaronder de DNA-productie, beïnvloedt,
maar dit effect is bij mensen tot nu toe niet in verband
gebracht met teratogene effecten.14,15 Vooralsnog verdienen oudere, en derhalve uitgebreider geteste, middelen
de voorkeur.
Algehele anesthesie is tijdens de zwangerschap risicovoller door moeizamere intubatie en door de, met de zwangerschapsduur toenemende, kans op aspiratie tijdens de
in- en uitleiding. Dit is het gevolg van de combinatie van
een lagere tonus van de oesofagussfincter en een verhoogde intra-abdominale druk door de zwangere uterus
en het pneumoperitoneum.16
Intraperitoneale insufflatie met kooldioxide veroorzaakt
bij iedere patiënt zowel cardiovasculaire als respiratoire
veranderingen. Een pneumoperitoneum veroorzaakt een
verlaagd hartminuutvolume en verhoogt gelijktijdig de
systemische en pulmonale vasculaire weerstand en
CHIRURGISCHE ASPECTEN
De instrumentatie bij een ingreep bij een zwangere vrouw
moet extra zorgvuldig gebeuren. Het is beter de zwangere uterus zo min mogelijk te manipuleren om uteruscontracties te voorkomen. Manipulatie van de zwangere
uterus tijdens een laparoscopische ingreep lijkt veiliger
2
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B6
zwangerschapsduur
36 cm
xifoïd
à terme
32 cm
3
/ 4 navel-xifoïd
36 weken
28 cm
1
/ 2 navel-xifoïd
32 weken
24 cm
1
/ 4 navel-xifoïd
28 weken
20 cm
bovenrand navel
24 weken
16 cm
2
/ 3 navel-symfyse
20 weken
12 cm
1
/ 3 navel-symfyse
16 weken
symfyse
12 weken
K L I NI SCH E PR AK TI JK
hoogte fundus uteri
FIGUUR Het verband tussen de hoogte van de fundus uteri en de zwangerschapsduur.
bloeddruk. Tijdens een laparoscopische ingreep is alleen
de zwangere adequaat te monitoren, maar de foetus niet.
Bij een maternale bloeddrukdaling, zoals kort na het
inbrengen van spinale anesthesie of bij massaal bloedverlies in geval van trauma, vertonen cardiotocogrammen
patronen passend bij foetale nood. Ook bij hypotensie
tijdens laparoscopieën zijn deze effecten te verwachten,
maar deze zijn in praktische zin onmeetbaar.
Peroperatieve veranderingen op pulmonaal gebied zijn
verlaagde longcompliantie, verlaagde functionele residucapaciteit door een verhoogde stand van het diafragma,
verhoogde piekbeademingsdruk en verhoogde partiële
arteriële CO-druk als gevolg van CO-absorptie door
het peritoneum. Bij de zwangere vrouw worden deze
veranderingen versterkt door de fysiologische veranderingen op cardiovasculair en respiratoir gebied ten
gevolge van de graviditeit.17,18 Deze veranderingen kunnen maternale en foetale hypoxie veroorzaken, met als
gevolg acidose. De acidose wordt respiratoir gecorrigeerd
door hyperventilatie. Met behulp van het capnogram en
CO-meting aan het einde van de ademteug (‘end-tidal’
CO-meting) bewaakt de anesthesioloog tijdens de laparoscopie de zwangere direct en hiermee de foetus indirect. Een prospectief onderzoek bij  zwangeren liet zien
dat door te ventileren tot de end-tidal CO-meting rond
de , kPa ( mmHg) was, het verschil tussen de pulmo-
nale en arteriële CO-druk gelijk bleef en acidose niet
optrad.19 Dierexperimentele studies toonden aan dat bij
intra-abdominale drukken ≥  mmHg toch respiratoire
acidose optrad, ondanks goed ventileren op basis van de
end-tidal CO-meting.20,21 Deze acidose had echter geen
effect op de foetus. In het bijzonder bij vrouwen met een
pre-existent slechte cardiopulmonale functie kunnen
problemen optreden en zijn aanvullende maatregelen
nodig.
Bij een operatie vraagt de positionering van een zwangere
vrouw extra aandacht. Bij een zwangerschapsduur boven
de - weken wordt de vrouw met de rechter heup iets
hoger gelegd (‘left lateral tilt’) zodat een hoek van -°
ontstaat. Hiermee wordt compressie van de grote vaten
en dus hypotensie voorkomen waardoor voldoende
bloedtoevoer naar de uterus wordt gewaarborgd. Vooral
bij de jonge zwangerschap en chirurgische ingrepen in
het kleine bekken kan trendelenburg-ligging noodzakelijk zijn, waardoor de intrathoracale druk verhoogd en
het beademen bemoeilijkt wordt. De positionering van
de zwangere vrouw gebeurt in overleg tussen de anesthesist en de operateur. Door de hoge intra-abdominale druk
gedurende de laparoscopie bestaat theoretisch het risico
op een verminderde bloedtoevoer naar de uterus en de
foetus en op prematuur bevallen.12 Dit lijkt echter
onwaarschijnlijk aangezien deze situatie bij zwangeren
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B6
3
K L I NI SCH E PR AK TI JK
vaak voorkomt zonder problemen op te leveren, denk aan
chronisch hoesten. Tocolyse is alleen nodig als er uterusactiviteit gevonden wordt.7 In de praktijk wordt frequent
preventief - mg indometacine rectaal als tocolyse
toegepast.
VOORDELEN VAN LAPAROSCOPIE
De voordelen van minimaal invasieve ingrepen gelden
ook voor zwangere vrouwen: kortere opnameduur, minder postoperatieve morbiditeit, postoperatief minder pijn
waardoor minder analgetica nodig zijn, beter cosmetisch
resultaat, minder de-novoadhesies en minder complicaties zoals wondinfecties of trombo-embolische problemen.12,22,23
VEILIGHEID EN COMPLICATIES
Recent heeft de Inspectie voor de Gezondheidzorg in het
rapport ‘Risico’s minimaal invasieve chirurgie onderschat, kwaliteitssysteem voor laparoscopische operaties
ontbreekt’ gewezen op het belang van patiëntveiligheid
bij laparoscopische ingrepen (www.igz.nl). In enkele
onderzoeken heeft men getracht de veiligheid van minimaal invasief opereren bij zwangeren in kaart te brengen.
Hieruit bleek dat laparoscopische ingrepen in de zwangerschap veilig uitgevoerd kunnen worden door een
ervaren operateur.2,7,24 Rapportage vindt relatief veel
plaats vanuit centra met speciale interesse en expertise.
Er zijn geen prospectieve gerandomiseerde onderzoeken
gedaan naar de veiligheid van laparoscopische ingrepen
in de zwangerschap en vertekening als gevolg van onderrapportage van niet-geslaagde ingrepen (publicatiebias)
kan aanwezig zijn.
Complicaties bij laparoscopieën in de zwangerschap zijn
alle intra- en postoperatieve complicaties zoals die ook
bij niet-zwangeren voorkomen,6 en daarnaast complicaties betreffende de zwangerschap. Canadese en Duitse
onderzoeken laten zien dat complicaties na laparoscopische ingrepen bij zwangeren vooral samenhangen met de
onderliggende aandoening, en niet zozeer met de keuze
voor een laparoscopie of een laparotomie.9,25 Foetale
mortaliteit treedt op bij ,- van de ongecompliceerde
appendectomieën, maar bij perforatie van de appendix
loopt deze op tot -. Bij een ongecompliceerde cholecystectomie ligt de foetale sterfte rond , maar als een
peritonitis op basis van een geperforeerde galblaas bij
een cholecystitis optreedt, is deze . Men moet zich
dus realiseren dat de foetale mortaliteit het grootst is
wanneer men te laat ingrijpt. Over de incidentie van
intra- en postoperatieve complicaties bij zwangeren ontbreken betrouwbare gegevens; het beschikbare onderzoek suggereert geen verhoogde incidentie in vergelijking
met niet-zwangeren.6,26 In een Zweeds retrospectief
4
TABEL Aanbevelingen bij laparoscopische ingrepen tijdens de
zwangerschap
• preoperatieve consultatie obstetricus
• bij voorkeur operatie tijdens het tweede trimester
• cardiotocogram (afhankelijk van zwangerschapsduur) voor en na de ingreep,
en afhankelijk van de conditie van de foetus
• bewaking maternaal ‘end-tidal’ CO2 (capnogram)
• peritoneum vrij prepareren en à vue openen (hasson-methode)
• de patiënt met de rechter heup iets hoger positioneren (‘left lateral tilt’;
15-30°)
• insufflatiedruk < 15 mmHg
onderzoek keek men bij meer dan  miljoen vrouwen die
zwanger waren van een eenling en bevallen waren tussen
 en  of zij geopereerd waren tussen de e en e
zwangerschapsweek.1 In totaal beschreef men bij 
vrouwen een laparoscopie en bij  een laparotomie.
Beide groepen kwamen overeen in leeftijd en pariteit.
Tussen beide groepen was er geen verschil in  verschillende foetale uitkomstvariabelen: premature partus,
groeivertraging, malformaties, intra-uteriene vruchtdood en foetaal overlijden. Kleinere retrospectieve
onderzoeken bevestigen deze uitkomsten.10,22,23
AANBEVELINGEN
De enige beroepsvereniging die aanbevelingen betreffende laparoscopisch opereren in de zwangerschap heeft
gepubliceerd, is de vereniging van Amerikaanse gastroenterologische chirurgen.27 Wij denken dat het verstandig
zou zijn als ook de betrokken Nederlandse wetenschappelijke verenigingen (de Nederlandse verenigingen voor
obstetrie en gynaecologie, endoscopische chirurgie en
anesthesiologie) hierover een richtlijn ontwikkelen. In de
▼ LEERPUNTEN ▼
• Laparoscopie in de zwangerschap is veilig; het tweede trimester is
de veiligste periode.
• Kennis en interdisciplinair overleg over positionering van de
zwangere, specifieke anesthesiologische maatregelen tijdens de
operatie en foetale bewaking zijn nodig om de zorg te
optimaliseren.
• Het complicatierisico voor de zwangerschap wordt bepaald door
de aard van de ziekte, niet door de keuze voor laparoscopie of
laparotomie.
• Iedere chirurgische ingreep in de zwangerschap vraagt optimale
communicatie en kennisoverdracht tussen operateur, obstetricus
en anesthesioloog.
• Een richtlijn over laparoscopisch opereren in de zwangerschap van
de betrokken wetenschappelijke verenigingen zou nuttig zijn.
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B6
CONCLUSIE
Na het bestuderen van de literatuur concluderen wij dat
laparoscopische ingrepen in de zwangerschap veilig zijn,
mits men specifieke operatieve en anesthesiologische
maatregelen treft en een ervaren laparoscopisch operateur de ingreep uitvoert. Goede communicatie tussen
obstetricus, operateur en anesthesist is essentieel. Het
beschikbare bewijs voor de veiligheid bestaat voornamelijk uit retrospectieve onderzoeken en cumulatieve data
van casuïstische mededelingen en moet, gezien de gevoeligheid van deze onderzoeken voor bias en vertekening,
met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Grotere
gerandomiseerde trials ontbreken, maar zijn noodzakelijk om meer betrouwbare gegevens te verkrijgen over de
voordelen en risico’s van laparoscopische ingrepen in de
zwangerschap. Zoals de inspectie aangeeft in haar rapport is in Nederland op korte termijn een degelijke complicatieregistratie nodig voor laparoscopieën, uiteraard
geldt dit ook voor laparoscopieën in de zwangerschap.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 25 november 2008
Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B6
> Meer op www.ntvg.nl/klinischepraktijk
●
LITERATUUR
1
Reedy MB, Källén B, Kuehl TJ. Laparoscopy during pregnancy: a study of
14
15
Am J Obstet Gynecol. 1997;177:673-9.
2
16
Tazuke SI, Nezhat FR, Nezhat CH, Seidman DS, Phillips DR, Nezhat CR.
17
Gynecol Obstet. 2007;276:201-9.
Assoc Gynecol Laparosc. 1997;4:605-8.
Leiserowitz GS, Xing G, Cress R, Brahmbhatt B, Dalrymple JL, Smith LH.
18
19
Oncol. 2006;101:315-21.
pregnancy. Anesthesiology. 2000;93:370-3.
20 Reedy MB, Galan HL, Bean-Lijewski JD, Carnes A, Knight AB, Kuehl TJ.
2006;(4):CD005459.
Maternal and fetal effects of laparoscopic insufflation in the gravid
Jansen FW, Trimbos-Kemper T. Gynaecologische laparoscopie. De basis.
baboon. J Am Assoc Gynecol Laparosc. 1995;2:399-406.
Noordwijk: Laurier; 2006.
7
Jackson H, Granger S, Price R, Rollins M, Earle D, Richardson W, et al.
21
Endosc. 1995;9:272-7.
pregnancy: an evidence-based review. Surg Endosc. 2008;22:1917-27.
Ghomi A, Rodgers B. Laparoscopic abdominal cerclage during
22
23
techniques. J Minim Invasive Gynecol. 2006;13:337-41.
24
Fatum M, Rojansky N. Laparoscopic surgery during pregnancy. Obstet
25
Holthausen UH, Mettler L, Troidl H. Pregnancy: A contraindication?
Gynecol Surv. 2001;56:50-9.
Oelsner G, Stockheim D, Soriano D, Goldenberg M, Seidman DS, Cohen
SB, et al. Pregnancy outcome after laparoscopy or laparotomy in
World J Surg. 1999;23:856-62.
pregnancy. J Am Assoc Gynecol Laparosc. 2003;10:200-4.
11
Dugas G, Fuller J, Singh S, Watson J. Pheochromocytoma and pregnancy:
26
Reprod Med. 1997;42:33-8.
2004;51:134-8.
13
Reedy MB, Galan HL, Richards WE, Preece CK, Wetter PA, Kuehl TJ.
Laparoscopy during pregnancy. A survey of laparoendoscopic surgeons. J
a case report and review of anesthetic management. Can J Anaesth.
12
Conron RW Jr, Abbruzzi K, Cochrane SO, Sarno AJ, Cochrane PJ.
Laparoscopic procedures in pregnancy. Am Surg. 1999;65:259-63.
Al-Fozan H, Tulandi T. Safety and risks of laparoscopy in pregnancy. Curr
Opin Obstet Gynecol. 2002;14:375-9.
10
Curet MJ, Allen D, Josloff RK, Pitcher DE, Curet LB, Miscall BG, et al.
Laparoscopy during pregnancy. Arch Surg. 1996;131:546-50.
pregnancy: A case report and a review of the described operative
9
Hunter JG, Swanstrom L, Thornburg K. Carbon dioxide
pneumoperitoneum induces fetal acidosis in a pregnant ewe model. Surg
Diagnosis and laparoscopic treatment of surgical diseases during
8
Bhavani-Shankar K, Steinbrook RA, Brooks DC, Datta S. Arterial to endtidal carbon dioxide pressure difference during laparoscopic surgery in
Bunyavejchevin S, Phupong V. Laparoscopic surgery for presumed benign
ovarian tumor during pregnancy. Cochrane Database Syst Rev.
6
Steinbrook RA. Anaesthesia, minimally invasive surgery and pregnancy.
Best Pract Res Clin Anaesthesiol. 2002;16:131-43.
Adnexal masses in pregnancy: how often are they malignant? Gynecol
5
Kuczkowski KM. Laparoscopic procedures during pregnancy and the
risks of anesthesia: what does an obstetrician need to know? Arch
Laparoscopic management of pelvic pathology during pregnancy. J Am
4
Shay DC, Bhavani-Shankar K, Datta S. Laparoscopic surgery during
pregnancy. Anesthesiol Clin North America. 2001;19:57-67.
1999;6:347-51.
3
Rosen MA. Management of anesthesia for the pregnant surgical patient.
Anesthesiology. 1999;91:1159-63.
Lachman E, Schienfeld A, Voss E, Gino G, Boldes R, Levine S, et al.
Pregnancy and laparoscopic surgery. J Am Assoc Gynecol Laparosc.
Kuczkowski KM. Nonobstetric surgery during pregnancy: what are the
risks of anesthesia? Obstet Gynecol Surv. 2004;59:52-6.
five fetal outcome parameters with use of the Swedish Health Registry.
Curet MJ. Special problems in laparoscopic surgery. Previous abdominal
27
Guidelines for laparoscopic surgery during pregnancy. Society of
surgery, obesity, and pregnancy. Surg Clin North Am. 2000;80:1093-110.
American Gastrointestinal Endoscopic Surgeons (SAGES). Surg Endosc.
Friedman JD, Ramsey PS, Ramin KD, Berry C. Pneumoamnion and
1998;12:189-90.
pregnancy loss after second-trimester laparoscopic surgery. Obstet
Gynecol. 2002;99:512-3.
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B6
5
K L I NI SCH E PR AK TI JK
tabel vermelden wij een aantal aanbevelingen aan de
hand van literatuuronderzoek; deze komen grotendeels
overeen met de aanbevelingen van de vereniging van
Amerikaanse gastro-enterologische chirurgen.
Download