D:\__COLLEGE\___NIEUWE CURSUS FYSICA2\__CURSUS

advertisement
Beheers ik volgende stukken van de leerstof?
1
Ik weet wat de sinus van een hoek is en ik kan de sinus van een hoek berekenen.
Ik kan met een gegeven sinus een hoek in graden, minuten en seconden berekenen.
3
Ik weet dat het het grootste gedeelte van het licht gebroken wordt bij de overgang tussen twee
doorzichtige homogene middenstoffen. (een klein deel van het licht wordt teruggekaatst...)
4
Ik ken de begrippen en de elementen van de lichtbreking en ik kan ze omschrijven:
de normaal, het grensvlak tussen de homogene doorzichtige middenstoffen, de invalshoek (α),
de brekingshoek (β ), het invalspunt (I), de invallende straal,de gebroken straal
5
Ik kan de invalshoek (α) en de brekingshoek (β) nauwkeurig aflezen op een optische schijf. (lab)
6
Ik weet dat een lichtstraal die op het grensvlak van twee middenstoffen invalt onder een
invalshoek α = 0° niet gebroken wordt.
7
Ik weet dat er een constante verhouding bestaat tussen sin α en sin β.
Ik kan aan de hand van deze verhouding de definitie van het begrip ‘brekingsindex’ geven.
8
Ik kan uit meetresultaten en berekeningen afleiden dat:
•
de brekingsindex n voor een bepaalde middenstof ten opzichte van lucht constant is.
•
de brekingsindex n’ voor lucht ten opzichte van een bepaalde middenstof ook constant is.
•
n’ = n-1 (ze zijn elkaars omgekeerde of inverse waarde)
•
n > 1 en n’ < 1
9
Ik kan de drie wetten van de lichtbreking opsommen.
Ik kan de tweede en de derde wet ook in formules uitdrukken.
10
Ik weet dat de optische dichtheid verschilt van middenstof tot middenstof en dat deze optische
dichtheid afhankelijk is van de brekingsindex n van de middenstof ten opzichte van lucht.
11
Ik weet hoe een lichtstraal gebroken wordt bij de overgang
•
van een optisch ijlere naar een optisch dichtere middenstof
•
van een optisch dichtere naar een optisch ijlere middenstof
12
Als ik de invalshoek en de brekingshoek ken kan ik bepalen of een lichtstraal overgaat van
een optisch ijlere naar een optisch dichtere middenstof OF van een optisch dichtere naar een
optisch ijlere middenstof.
13
Ik kan in een vraagstuk, als twee van de drie parameters (α, β, n) gegeven zijn, de derde
parameter berekenen aan de hand van de correcte formule. (n of n’)
14
Ik kan, als de brekingsindex n in breukvorm en één van de twee hoeken α of β gegeven is, de
gang van de lichtstralen construeren op een tekening. (passer en geodriehoek!)
15
Ik kan omschrijven wat de grenshoek ( max) van een middenstof is en ik kan deze grenshoek
berekenen aan de hand van de brekingsindex n van de middenstof t.o.v lucht.
16
Ik weet wat totale terugkaatsing is en onder welke voorwaarden dit verschijnsel zich voordoet.
17
Ik kan volgende brekingsverschijnselen uitleggen:
•
evenwijdige verschuiving in een planparallelle plaat (en de factoren die deze bepalen)
•
dispersie of kleurschifting in een gelijkzijdig prisma
•
totale terugkaatsing in een gelijkbenig rechthoekig prisma
•
totale terugkaatsing in vijververlichting, in een waterstraal en in glasvezel
•
schijnbare verhoging van een voorwerp in een vloeistof
•
atmosferische breking en fata morgana
naar de normaal toe ( > )
van de normaal weg ( < )
Download