X Het Metis telt 800 were 44 In 2008 begon directeur Hüseyin Asma er met 66, voornamelijk Turkse kinderen. Maar al snel vonden ook heel veel autochtone kinderen en hun ouders de weg naar deze bijzondere school. ‘Het Metis’ staat inmiddels ook bij de inspectie goed aangeschreven. Inge Spaander, zelf docente op het Kastanjecollege in Maassluis, liep er begin maart binnen, sprak met leerlingen en andere betrokkenen en beschrijft haar indrukken. Aan de rand van het Amsterdamse Oosterpark, aan de Mauritskade, staat het Metis Montessori Lyceum, in 2008 begonnen als het Cosmicus Montessori Lyceum. Het prachtige gebouw wordt al meer dan een eeuw gebruikt als school. Het monument ‘43 kinderen’ herinnert aan de Tweede Wereldoorlog, toen joodse leerlingen werden weggestuurd en Duitse soldaten er hun intrek namen. Hun voetstappen hebben gezorgd voor het onuitwisbare spoor van slijtageplekken op de marmeren trappen. Maar wie door de grote voordeur binnentreedt, stapt een modern toegeruste school in. Mooie kleuren, goed verzorgde lokalen en werkruimtes waarvan docenten en leerlingen samen gebruikmaken. In de gangen zijn kluisjes waar leerlingen hun laptops opladen. De lokalen – elk met een eigen kleur – zijn vernoemd naar belangrijke wetenschappers. Op de gangen hangen schilderijen van belangrijke wereldburgers. Dit is een school waar je als leerling en docent graag bent. Montessori, Cosmicus en UNESCO samen De naam Metis is bedacht door een leerling van de school. Ze verwijst naar een Griekse godin die met Zeus trouwde. Deze Metis stond bekend om haar wijsheid. Uit angst voor die wijsheid slikte Zeus zijn vrouw in, vanaf dat moment zat zij in hem en kon hem laten weten wat goed en slecht was. Tegelijkertijd is Metis de naam van een 1848 ontdekte planetoïde en heet ook een van de manen rond Jupiter Metis. Wijsheid en wetenschappelijke kennis, precies wat de school haar leerlingen wil meegeven. De school is ontstaan door een samenwerking tussen Montessori Scholengemeenschap Amsterdam en stichting Cosmicus, dat zich bezighoudt met wereldburgerschap in het onderwijs. Cosmicus staat voor integratie, maatschappelijke participatie en emancipatie. Bij Montessori onderwijs is het belangrijk dat leerlingen zich, in een goed toegeruste omgeving, in vrijheid leren ontwikkelen. Dit heeft geleid tot een school waar leerlingen niet alleen een diploma halen en kennismaken met robotica en programmeren, maar ook worden voorbereid op het leven in de huidige wereld en mogen excelleren. De betere leerlingen werken aan échte opdrachten, van échte bedrijven. De school is ook deelnemer aan het wereldwijde netwerk van UNESCO. Op hun eigen manier besteedt elke school aandacht aan minimaal drie van de vier UNESCOwaarden: vrede en mensenrechten, intercultureel leren, wereldburgerschap en duurzaamheid. UNESCO onderscheidt vier vormen van leren (uit een rapport van Jacques Delors, Learning-the treasure within): learning to be, learning to do, learning to know, learning to live together. Het Metis heeft meer dan 800 leerlingen en wil groeien naar zo’n 950 leerlingen. Qua diversiteit vormt het Metis nu een goede afspiegeling van de totale Amsterdamse bevolking, dat wil zeggen dat bijna alle leerlingen de Nederlandse nationaliteit dragen (ze zijn dus hier geboren), maar dat voor een deel geldt dat hun ouders elders op de wereld zijn opgegroeid (Frankrijk, Portugal, Marokko, Turkije, Korea, Afrika, Polen, noem maar op). De school wil leerlingen opleiden tot wereldburgers, waarbij deze verschillende wortels juist van betekenis kunnen zijn. Dit gebeurt onder meer via het vak wereldburgerschap, door vakoverstijgende projecten aan te bieden en – naar de wensen van Maria Montessori – de wereld binnen te halen en ldburgers 45 tegelijkertijd te leren buiten de school. Het vak wereldburgerschap Het vak wereldburgerschap helpt de kinderen zichzelf en de wereld te leren kennen. De regelmatig terugkerende projectweken bieden leerlingen ruimte om samen te werken met leerlingen uit andere leerjaren, kennis te maken met andere vakken en meer algemene kennis op te doen. Zo was er dit jaar het project Overtref jezelf!, wat ook het motto van de school is. In haar projectweken worden de waarden van de school tastbaar gemaakt voor leerlingen. Leerlingen kiezen zelf een project, ze schrijven daar een motivatiebrief voor. In een groep werken ze vervolgens aan een opdracht, gaan ze naar een museum of bekijken ze een onderwerp vanuit meerdere vakken. Aan het eind van de week presenteren ze in de klas wat ze geleerd en gemaakt hebben. De school brengt de wereld regelmatig binnen. Voor derdejaars leerlingen kwamen er verschillende sprekers vertellen over hun beroep. Daarna gingen leerlingen op een zelfgekozen stage van een paar dagen. De wereld de school in, de leerlingen naar buiten: het is op deze school dé manier om leerlingen tot echte, betrokken wereldburgers te vormen. Hoewel leerlingen op het MML beleefd zijn en het gros van de docenten bij de achternaam wordt aangesproken, heerst er een sfeer van gezamenlijkheid. Zoals de school veel aandacht besteedt aan het contact tus- sen leerlingen onderling, zo geloven ze ook in het belang van een goede band tussen de docenten en leerlingen. Dit zie je terug in de indeling van de school: veel open ruimtes waar leerlingen en docenten samen of naast elkaar aan het werk zijn. Maar het is ook te zien aan de totstandkoming van de schoolkrant, die gemaakt wordt door leerlingen én docenten. Leerlingen worden serieus genomen en nemen de school ook serieus: je ziet geen rommel, mensen laten hun spullen rustig liggen als ze naar de wc gaan en de docenten wc’s liggen niet verscholen, achterin een personeelskamer, maar vind je gewoon in de gang. Op de gangen groeten leerlingen, docenten en ander personeel elkaar opvallend vaak. Op deze school vind je veel docenten die naast hun werk ook nog op andere manieren in de samenleving staan. Ze zijn bijvoorbeeld fotograaf, toneelmaker of geven ook op andere scholen les. Docenten brengen nieuwe ervaringen en kennis de school in en vormen een mooi rolmodel voor leerlingen. ‘Als ik zie hoe onze leerlingen met elkaar omgaan, dan voel ik me trots’ Hüseyin Asma, directeur ‘We zijn op dit moment de snelst groeiende school in Amsterdam. Toen we de school startten kregen we voornamelijk kinderen binnen van hoogopgeleide Turkse ouders, we waren mono-etnisch. Dat was niet ons doel. We wilden een goede school met innovatief onderwijs neerzetten, voor alle leerlingen in Oost die tot dan toe iedere dag het stadsdeel uit fietsten om een school buiten de wijk te bezoeken. We willen een microsamenleving zijn, die lijkt op de wereld om ons heen. Dat lukt steeds beter. Ons huidige leerjaar één bestaat uit een heel diverse groep leerlingen, een mooie verdeling van leerlingen met verschillende culturele achtergronden. We willen alle leerlingen bagage meegeven die ze verder helpt in het leven. We proberen leerlingen de kunst van het samen-leven bij te brengen, zodat ze zichzelf kunnen overtreffen. Door de samenwerking met Stichting Cosmicus besteden we veel aandacht aan wereldburgerschap, Montessori-scholen geloven in binnen en buiten de school leren en UNESCO-scholen vind je overal ter wereld. Op die manier maken we de wereld van onze leerlingen groter dan Amsterdam en Nederland. Ik geloof dat je leerlingen vrijheid moet bieden binnen een duidelijke structuur. En X Foto’s Inge Spaander 46 leerlingen moeten zich belangrijk en serieus genomen voelen. Ik ben trots op het rustige, ontspannen en tegelijkertijd actieve leerklimaat dat in de school heerst. We zijn de afgelopen jaren twee keer met een andere school gefuseerd. Je merkt dat leerlingen op die scholen een ander klimaat gewend waren. Ze zijn verbaasd over hoe wij les geven en met elkaar om willen gaan. Voor een startende school behalen we goede eindexamenresultaten. Dit zie je vaak misgaan in de eerste jaren van een nieuwe school. Natuurlijk zijn we ook tegen problemen aangelopen. We doen vanaf het begin af aan veel digitaal. Digitaal onderwijs heeft veel voordelen, past goed bij deze tijd, maar we hadden veel opstartproblemen. Ook hebben we vaker te maken met ouders die niet alles kunnen betalen. Daar zijn regelingen voor, maar het betekent wel dat je als school gedwongen wordt om minder activiteiten te plannen. Als je de toekomst van de wereld wilt verbeteren, moet je investeren in kinderen. Daar geloof ik in en dat proberen we hier te doen. Als ik zie hoe onze leerlingen met elkaar omgaan, dan voel ik trots. In sommige klassen vind je zowel kinderen die extreemrechtse uitspraken doen als kinderen die jihad-gangers kennen. Dat is spannend. Hoewel niet alle docenten het gemakkelijk vinden om over deze zaken te praten, vind ik wel dat je dat moet proberen binnen school. Iedereen heeft zijn eigen bagage, het gaat erom wat je ermee doet in de wereld. Het maakt niet uit of je moslim of christen bent, of je uit Turkije of China komt… Het gaat erom wat je doet: hier en op dit moment. Hoe maak ík de wereld een beetje mooier?’ ‘Leerlingen krijgen steeds meer besef van hun eigen identiteit en de rol die ze spelen in de samenleving’ Tynke Mulder, docent geschiedenis/ wereldburgerschap en Ömer Demirözcan, docent Nederlands/wereldburgerschap ‘Wereldburgerschap betekent voor ons dat je leerlingen leert om zichzelf te kunnen zijn en tegelijkertijd iets te betekenen in de samenleving. Het woord integratie is een raar woord: alsof je je zou moeten aanpassen. Het is juist mooi als je kunt blijven wie je bent en tegelijkertijd goed kunt samenleven. We geven het vak Wereldburgerschap in leerjaar 1. Binnen dat vak werken we aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, maar we zijn ook bezig met onderwerpen die je terugziet bij een vak als Maatschappijleer. Het is een speels ingericht vak, waarbij leerlingen door opdrachten bezig zijn met nieuwe kennis en zich als persoon ontwikkelen. We hebben het bijvoorbeeld met elkaar over vriendschap, over armoede en over mensenrechten. En we zijn soms bezig met goede doelenacties. De UNESCO-waarden komen aan bod. Leerlingen vinden het vak vaak leuk, omdat ze het idee hebben niet bezig zijn met lesstof. Ze krijgen ook geen toetsen, maar sluiten onderwerpen af met opdrachten. Aan het eind van leerjaar 1 sluiten ze het vak af met een assessment. Ze laten met voorbeelden zien waarom zij zichzelf als een wereldburger zien en presenteren zichzelf aan ouders en klasgenoten. Dat we het vak alleen in leerjaar 1 geven betekent niet dat we er daarna geen aandacht meer aan besteden. In alle vakken en in de regelmatig terugkerende projectweken zoeken we verbinding met de wereld. Zo schrijven leerlingen bij Nederlands bijvoorbeeld een essay over wereldburgers en laten we in de projectweken leerlingen zelf keuzes maken voor vakoverstijgende projecten. Ze werken dan samen met leerlingen uit andere leerjaren in opdrachten waar meerdere vakken samen komen. Als docenten van het vak zijn we continu bezig om het begrip wereldburgerschap ook bij andere vakken voor het voetlicht te brengen. We overleggen met docenten en geven ideeën. Dat is gemakkelijker dan je denkt. Wereldburgerschap is namelijk niet iets dat je moet creëren, het is er al. In alle vakken zijn er aanknopingspunten te vinden. Het is vooral de kunst om daar lijn in te brengen en om te zorgen dat leerlingen dat zien. Door de jaren heen zie je dat ook gebeuren. Leerlingen krijgen steeds meer besef van hun eigen identiteit en de rol die ze spelen in de samenleving.’ Wat zeggen leerlingen? ‘Als je rond een uur of vijf door de school loopt, zit het nog steeds vol’ Annelie Volgers, stafmedewerker kwaliteitszorg, docent Latijn/Grieks ‘Het Metis is een fijne, open school. Je merkt dat de inrichting van het gebouw helpt dat leerlingen en docenten vertrouwelijk met elkaar omgaan. De docentenruimte is een open hoek van het gebouw, die alleen door een streep op de vloer wordt afgescheiden van de hal. Leerlingen kunnen dus altijd zien wie er zijn en ons gemakkelijk aanspreken. Aan het begin van iedere les geven de docent en leerlingen elkaar een hand. We proberen in de lessen veel echte keuzes in te passen. Dus niet ‘je mag kiezen wat je eerst doet’, maar zelf leren bepalen hoe je je kennis en vaardigheden eigen kunt maken. In het gebouw hebben we ruimtes gecreeerd waarbij leerlingen in stilte kunnen werken, of juist kunnen samenwerken. Je ziet dat naarmate de leerlingen ouder worden ze die ruimtes steeds functioneler gaan inzetten. Het mooie van de ruimtes is dat ook de docenten er gebruik van maken. Leerlingen kunnen dus gemakkelijk hulp vragen. Als je rond een uur of vijf door de school loopt, zit het nog steeds vol met leerlingen. Ze blijven hangen om te kletsen en maken hun huiswerk. Dat is toch prachtig!? Dat ze zich zó thuis voelen. We besteden altijd veel aandacht aan actualiteiten. Je zou misschien verwachten dat het lastig is, op een school met zo’n diversiteit aan leerlingen. Maar ik merk dat er juist meer begrip ontstaat voor afwijkende standpunten en invalshoeken. Het is ook een meerwaarde van deze school: alle culturen bij elkaar zorgt voor uitwisseling van kennis en historie. Sinds dit jaar bieden we als school ook een gymnasium-route aan. Leerlingen merken vaak pas jaren later wat je er aan hebt. Het is niet alleen de taal, de regels, ook de mythologie en geschiedenis zijn onderdeel van deze vakken, die je als mens vormen. Deze vakken bieden een schat aan informatie om leerlingen tot wereldburger te maken. In de stilteruimte van de school praat ik met Chaimae, Yasin, Timo en Elma – vier leerlingen uit vwo 1. Deze vier leerlingen vertellen graag over hun school, ze tuimelen zelfs over hun woorden en regelmatig beginnen ze alle vier tegelijk te antwoorden… Wat maakt jullie school zo bijzonder? Chaimae: ‘Dat we projecten doen, en wereldburgerschap hebben.’ Timo vult aan: ‘En dat het heel gezellig is!’ Yasin: ‘Het is leuk dat docenten en leerlingen gewoon door elkaar zitten, je hebt dan een betere band en kan snel hulp vragen.’ Wat houdt dat wereldburgerschap precies in? Timo: ‘Nou, eigenlijk leer je veel over de wereld en jezelf.’ Yasin: ‘We doen allemaal opdrachten over jezelf en leren bijvoorbeeld ook over pesten. We houden acties voor goede doelen, we hebben bijvoorbeeld met een bioscoopavond geld ingezameld en we hebben een blog geschreven over de UNESCOwaarden. We hebben ook een keer een film gekeken en daar opdrachten over gemaakt.’ Jullie klinken heel enthousiast. Is het een leuk vak? Elma: ‘Ja, omdat je er veel leert. Nu weten we bijvoorbeeld hoe erg pesten is, bij ons in de klas wordt niet gepest.’ Timo: ‘Het is ook ontspannend, het zijn vaak leuke opdrachten. Zo moesten we bijvoorbeeld een wereldgerecht presenteren aan de klas. ‘ Chaimae: ‘Ja, ik maakte toen Vietnamese loempia’s en Timo pizza.’ Timo: ‘Maar dat liep niet helemaal goed af, ik werkte samen met een groepje maar uiteindelijk hadden we niet alles goed afgesproken. Toen hebben we maar pizza gekocht. ‘ Yasin: ‘Je moet dus ook veel samenwerken, dat is belangrijk voor wereldburgerschap.’ Timo: ‘En ook voor nu, want nu zijn Yasin en ik bijvoorbeeld vrienden geworden, terwijl we heel verschillend zijn.’ Vinden jullie het een belangrijk vak? Chaimae: Ja, omdat je er heel veel van leert. We hebben geleerd over alle wereldburgers die op een schilderij in de school hangen en ook een werkstuk gemaakt over een aantal van die wereldburgers.’ Elma: ‘Ik vind het belangrijk dat een school zo’n vak geeft, omdat je beter weet hoe dingen voor anderen zijn. Je kunt beter rekening houden met elkaar.’ Chaimae: ‘Maar ik vind niet dat alle scholen dit moeten doen, hoor, het is juist leuk dat het speciaal is aan onze school!‘ > www.hetmml.nl 47