Esther Wender De NBB heeft een technisch directeur DE PASSIE VAN ESTHER WENDER Tekst: Ronald van Dam Foto’s: Peter van der Velde De Nederlandse Basketball Bond heeft Esther Wender (47) aangesteld als technisch directeur. Reden voor Rebound om haar nader aan u voor te stellen. Basketball zit in Wenders DNA. ‘Uiteindelijk hebben we allemaal dezelfde passie’. Soms vraagt Esther Wender zich nog wel eens af hoever ze had kunnen komen als profbasketbalster als ze niet pas op haar zeventiende was begonnen. En als ze net als de talenten van nu twee keer per dag had kunnen trainen. “Als je een beetje geluk had kwam je toen aan vier keer per week. En op je zeventiende beginnen is natuurlijk erg laat. Die meiden van CTO Amsterdam stromen op hun zeventiende al uit met twintig uur training per week op zak.” Het was haar gymleraar, ‘mijnheer’ Van Uden, die korfbalster Wender (“Je had bij ons in het dorp niets anders.”) na schooltijd kennis liet maken met basketball. Daarna ging het snel: ze ging via het naburige Tonego naar de eredivisieclub Jolly Jumpers, werd jeugdinternational en ging spelen voor een kleine universiteit in de Verenigde Staten. Door op college twee keer per dag te kunnen trainen ‘groeide’ de 1.90 meter lange center enorm als basketbalster. 50 51 Esther Wender Terug in Nederland ging Wender aan de slag bij Sportlife Canadians in Amsterdam, waar ze het basketball combineerde met een opleiding tot tennislerares (“Ik kom uit een tennisfamilie, maar ik vind het teamaspect van basketball veel leuker.”). Ze herinnert zich uit die tijd een Europacupzege met Sportlife op Aegon Düsseldorf, twee landstitels met haar volgende club Den Helder en natuurlijk de mooie zesde plaats op het EK in 1986 met het Nederlands team in Bulgarije. Daar werd ze gescout door Zaragoza. Bij die Spaanse eredivisieclub, waar ze van 1989 tot en met 1993 speelde, kwam Wender voor haar gevoel in een basketballwalhalla terecht. “Daar zaten elke wedstrijd zesduizend toeschouwers op de tribune, elk duel was op TV. We speelden altijd Europa Cup en zijn een keer tweede geworden in de Spaanse beker.” Esther Wender met de twee bondscoaches Meindert van Veen (rechts) en Gertjan van der Linden 52 Daar in Zaragoza werd ook de basis gelegd voor ‘deel twee’ van haar carrière in het basketball. Wender hielp mee met het organiseren van een 3-tegen-3 try-out van de NBA in de Spaanse stad en dat leidde uiteindelijk tot een fulltime baan bij NBA Europe in Genève en Parijs en later de WNBA, waarvoor ze scoutingswerkzaamheden deed en over de hele wereld reisde. In 2000 kwam ze door de ziekte van haar moeder terug naar Nederland en ging aan de slag bij de NBB. Ze begon met public relations, zette daarna Basketball Unites op, de afdeling basketballontwikkeling van de NBB, en stapte vorig jaar over naar Topsport, om zich als plaatsvervangend manager Topsport vooral op de nationale vrouwenselecties te storten. “Basketball zit in mijn DNA”, zegt Wender. “Het dynamische, de intensiteit van de sport, dat spreekt me enorm aan. Ik was afgelopen zomer bij het EK voor VU18-teams. Geweldig om te zien hoe basketball al zo jong zo intens wordt beleefd. Onze meiden werden vierde, ze waren zeven seconden verwijderd van brons. Ik weet zelf hoe dat voelt, hoe pijnlijk dat is. Maar het is een geweldige prestatie, die rechtsreeks een gevolg is van het CTO. Daar ben ik van overtuigd. Toen ik vijftien was, had je niet zulke kansen. Daar proberen we de meiden ook van te doordringen, dat ze zich wel realiseren dat ze bevoorrecht zijn dat ze dit kunnen en mogen doen.” Als gevolg van de enorme bezuinigingsoperatie bij de bond vormt Wender, die haar adviseursfunctie vrouwenbasketball bij FIBA Europe noodgedwongen moest opgeven, nu alleen de afdeling Topsport, samen met de technische staven in Amsterdam en op Papendal. Ze krijgt het druk. “Voor mijn benoeming was ik alleen met het vrouwenbasketball bezig, nu komen daar onder andere rolstoel, mannen en talentontwikkeling bij. Ik ben nu nog vooral aan het inventariseren. De volgende stap is: wat willen en kunnen we als NBB? Het liefst wil je alles aanpakken, maar je moet er voor waken dat je eindigt, zoals die jongen die in die Gammareclame het hele filiaal alleen runt als zijn collega’s een dagje uit zijn. Zo van: best druk, in je eentje! Daarom wil ik er ook zo veel mogelijk mensen bij betrekken. In december ga ik bijvoorbeeld gesprekken voeren met Toon van Helfteren en Hein Gerd Triemstra, de bondscoaches bij de mannen en onder 20. Ik wil hun visie en ideeën horen en samen met hen proberen een rode lijn aan te brengen in het mannenprogramma.” Wender beseft als geen ander dat er keuzes gemaakt moeten worden. “De NBB krijgt financiële ondersteuning voor het talentenprogramma in Amsterdam – het CTO – en voor de rolstoellbasketballprogramma’s van de mannen en vrouwen in Papendal. Dat zijn belangrijke programma’s voor de NBB. Deze subsidies stellen ons in staat om met fulltime bondscoaches Meindert van Veen en Gertjan van der Linden het Nederlandse basketball naar een hoger niveau te tillen. In de zomer van 2014 is Nederland met zestien teams actief in Europa en de wereld dus dat vergt de nodige aandacht. Net als een ander belangrijk onderwerp: talentontwikkeling.” Ze wil vooral ‘verbinden’. Wender: “We hebben allemaal dezelfde prachtige passie: basketball. De sport is in Nederland te klein om elkaar tegen te werken. Laten we de krachten bundelen om er samen iets moois van te maken. Ik heb daar in elk geval heel veel zin in.” 53