Een uitgebreid antwoord over Ibn Sina (Avicenna)

advertisement
www.selefienederland.nl
Een uitgebreid antwoord over Ibn Sina (Avicenna)
~ ash-Shaykh ‘Abd al-‘Aziz ar-Raadjihie ~
Ash-Shaykh ‘Abd al-‘Aziz ar-Raadjihi – hafidhahoellaah – kreeg de volgende vraag :
“Is Ibn Sina kaafir, of was het zo dat hij terug was gekomen (op zijn dwalingen) tegen het einde van zijn leven?”
De Shaykh – hafidhahoellaah – antwoordde :
“Ibn Sina behoort tot de falaasifah al-moeta`akhirien (de laatkomers van de filosofen), en zij noemen hem
de derde moe’allim (onderwijzer). En de eerste moe’allim is Artistoteles, en de tweede moe’allim is alFaaraabie, en de derde moe’allim is Ibn Sina. En Aristoteles is de eerste die de uitspraak innoveerde dat de
wereld altijd al bestond, en dat al-‘aalam qadiem1 is. En hij verschilde hierin met de filosofen die voor hem
waren, want de filosofen die voor hem waren eerbiedigden de wetgevingen en de religies, en zij bevestigden
het bestaan van Allaah, en dat Allaah boven al-‘Arsh (de Troon) is, en dat al-‘aalam haadith2 is door Allaah
geschapen. En tot hen behoord Plato de Shaykh van Aristoteles, en toen Aristoteles kwam innoveerde hij de
uitspraak dat al-‘aalam qadiem is, hij bedoelt hiermee te zeggen qadiem zoals Allaah die altijd bestaan heeft,
en dat Allaah het niet geschapen heeft met Zijn mashie’ah (wil), en Zijn Qoedrah (macht). En hij bevestigde
niet het bestaan van Allaah behalve vanuit het perspectief dat Hij slechts de intellectuele bron is van de
diversiteit, en de doeloorzaak3 (‘illatoe ghaa`iyyah) van het in beweging brengen van de kosmische
elementen. Hij zegt: de bron van diversiteit (i.e. alle dingen die bestaan) is Allaah, en Hij is Degene die de
kosmische elementen in beweging heeft gebracht4. En hij – i.e. Aristoteles – is de eerste die ‘ilm oel-mantiq
1
Voetnoot SN: dat wil zeggen dat men beweert dat de materie waaruit het Universum bestaat al eeuwig aanwezig was, en dus altijd al
bestaan heeft en niet in bestaan is gebracht door Allaah.
2
Voetnoot SN: dat wil zeggen dat de wereld tot ontstaan is gebracht, en dus niet al eeuwig bestond.
3
Voetnoot SN: De doeloorzaak wordt door Aristoteles als één van de vier oorzaken genoemd van de werkelijkheid. Door logisch redeneren
kon men volgens Aristoteles de wereld beter leren begrijpen. Daarbij werd gelet op de vier 'oorzaken', die volgens Aristoteles in staat
stelden om een raamwerk te creëren waarmee de werkelijkheid te begrijpen was. Deze verschillende oorzaken zijn :
De materiële oorzaak (‘illatoe maadiyyah): de grondstof waarvan een object gemaakt is en uit welke substantie het bestaat, bijvoorbeeld:
het brons van een bronzen beeld.
De formele oorzaak (‘illatoe soeriyyah): de structuur die de materie aanneemt, en waarin het iets representeert en iets bepaalds voorstelt,
bijvoorbeeld de 'vorm' van een president, waardoor het bronzen beeld de beeltenis van een president wordt genoemd.
De efficiënte (bewegings) oorzaak (‘illatoe moe`atharah): de persoon verantwoordelijk voor de vorming van de materie in zijn formele
oorzaak, bijvoorbeeld de bronsgieter die het brons in de vorm van een president, zijn huidige formele oorzaak, goot.
De finale (doel) oorzaak (‘illatoe ghaa`iyyah): het doel van de uiting van de vorm en de materie, bijvoorbeeld, het bronzen beeld was
gemaakt om de president te vereren.
De verschillende filosofische leringen van Aristoteles vormen de oorzaak voor veel van de dwalende geloofsleren en valse ta’wielaat
(interpretaties) van verschillende sektes, zoals de Ashaa’irah, de Kullaabiyyah, de Moe’tazilah en anderen.
4
Voetnoot SN: Zo noemde Aristoteles God ook wel de “Eerste Oorzaak”, en “De Onbewogen Beweger”.
www.selefienederland.nl
(de wetenschap van de logica) heeft aangelegd – de grondbeginselen van de logica – vervolgens kwam alFaaraabie en hij wijde verder uit in ‘ilm oel-mantiq en zo begonnen ze hem (i.e. Aristoteles) de eerste
onderwijzer te noemen. En hij bevestigde niet het bestaan van Allaah, en ook niet van de Engelen, en niet
van de Boeken, en niet van de Boodschappers, en niet van de Laatste Dag, en niet van al-Qadr ( de
voorbeschikking). Atheisten.
Vervolgens kwam Aboe ‘Ali ibn Sinaa, die zij de derde onderwijzer noemde, en hij probeerde te combineren
tussen de filosofie en al-Islaam, en om al-Islaam dichterbij de filosofie te brengen. Maar zijn pogingen
eindigden niet tot waar het eindigde bij de extreme Djahmiyyah in at-tadjahoem, de Djahmiyyah zijn beter
dan hun, en hun madhhab is correcter dan de madhhab van Ibn Sinaa met het feit dat de extreme
Djahmiyyah in at-tadjahoem niets bevestigen (van Allaah) geen Sifaat (eigenschappen) en geen Asmaa`
(namen).
En toen kwam Ibn Sinaa en van zijn pogingen is dat hij twee soorten van bestaan (woedjoedayn) bevestigde,
zo zei hij : “Er zijn twee bestaansvormen (woedjoedayn); woedjoed waadjib (noodzakelijke bestaan) en
woedjoed moemkin (mogelijke bestaan). En de woedjoed waadjib dat is Allaah, en de woedjoed moemkin dat
is het bestaan van al-makhloeq (de schepping), maar het noodzakelijke bestaan (i.e. Allaah) heeft geen ism
(naam), en geen sifah (eigenschap), en geen ‘ilm (kennis), en geen qoedrah (macht), en geen sam’ (gehoor).
En Hij schiep niet de schepping met Zijn qoedrah, integendeel Hij is een absoluut bestaan (woedjoed
moetlaq) in de gedachte, dit zijn zijn pogingen om (filosofie) dichter bij de Islaam te brengen.
Wat betreft al-Faaraabie en Aristoteles, zij bevestigden nooit iets, zij bevestigden niet woedjoedayn (twee
bestaansvormen), maar dat (i.e. het bevestigen van twee bestaansvormen) was (enkel) zijn (i.e. Ibn Sinaa)
poging van het nader bijeenbrengen (van de filosofie en de Islaam). En vervolgens de Malaa`ikah (engelen),
hij bevestigde niet dat zij Malaa`ikah waren, integendeel hij bevestigde dat zij schimmen waren en
verschijningen van licht (ashkaal noeraaniyyah), en geen dhawaat5, ze stijgen niet op en dalen niet neder, nee
integendeel zij zijn enkel verschijningen van licht. En wanneer zij (de filosofen) geneigdheid hadden tot de
Islaam dan zeiden zij (over de engelen) : ze zijn een manifestatie van metaforische zaken, de mentale inclinatie
(van de mens) welke aanspoort tot het goede.
5
Voetnoot SN: Dhawaat is meervoud van dhaat, en dit slaat op het zijn van iets, op de essentie van het wezen, van het bestaan. Ibn alQayyim geeft aan in zijn bekende werk “Ighaathat oel-Lahfaan…” 2/279-282 dat volgens Ibn Sina de Malaa`ikah geen wezens waren met
een bestaan die bewegen, en opstijgen en neerdalen, of iets kunnen controleren, of iets kunnen zeggen. Zij leggen niet de daden van de
mensen vast, noch hebben zij enige vorm van bewustzijn. Zij bewegen niet voort van plaats naar plaats, noch stellen zij zich op in rijen voor
Allaah, noch bidden zij. Zij hebben totaal geen interactie met de zaken van deze wereld. Zij hebben geen enkele realiteit volgens hem, het
zijn enkel mentale wezens die geen werkelijk bestaan hebben in of buiten deze wereld.
www.selefienederland.nl
En de (geopenbaarde) Boeken daarover zeggen zij : het is een stroom (van energie), m.a.w. een betekenis
die stroomt van het Actieve Intellect in een vrome persoon, en een Boodschapper is een vrome persoon, hij
bezit de eigenschappen die wanneer ze aanwezig zijn in een persoon dan is hij (volgens deze filosofen) een
Profeet :
Krachtig bevattingsvermogen (qoewwat oel-Idraak)
Krachtig voorstellingsvermogen en sterk vermogen om denkbeeldige ideeen te vormen (qoewwat oettakhayyul wa at-takhyiel)
Krachtig beinvloedingsvermogen (qoewwat oel-ta`thier)
En het is mogelijk voor de mens om deze eigenschappen te verkrijgen d.m.v. ondervinding en ervaring, het
is geen gift van Allaah. Integendeel, er is een filosofie die hoger is dan profeetschap. Veel van de filosofen
zijn niet tevreden met het niveau van Profeetschap, zij zeggen ; an-Noeboewwah (het profeetschap) is niet
de hoogste gradatie, integendeel het is een inferieure gradatie, er is iets wat hoger is en dat is de filosofie.
Want an-Noeboewwah is slechts algemene filosofie, en de Filosofie is specifieke Noeboewwah. En de
specifieke Noeboewwah (noeboewwat oel-khaassah) is hoger dan algemene noeboewwah.
En zij bevestigen ook niet de Laatste Dag, en niet de Wederopstanding, en niet de Afrekening, en niet het
Paradijs, en niet de Hel, en niet de Wetgevingen, en niet al-Halaal en niet al-Haraam.
Zij zeggen: “Deze Boodschappers zijn (enkel) gegeven voorbeelden om de algemene mensen te laten begrijpen,
een Boodschapper is een man die vroom is en de mensen laat begrijpen en die zegt (tegen hen) ; ‘Er is een
Paradijs, er is een Hel, en een Opstanding, en een Afrekening’, zodat de mensen in veiligheid leven, en zij niet
elkaar onrecht aandoen. Maar in werkelijkheid is er geen Paradijs, en geen Hel, en geen Opstanding, en geen
Afrekening.”
Dit is de madhhab van Ibn Sinaa die door Ibn al-Qayyim de Imaam van de Atheisten werd genoemd, zoals
terug te vinden is in “Ighaathat oel-Lahfaan” deel 2.
En hij (i.e. Ibn Sinaa) heeft een boek genaamd al-Ishaaraat, alles erin is Ilhaad (atheisme) en Zandaqah
(ketterij). En Nasier at-Toosi, die de komst van de Tataren veroorzaakte en (daarmee) de val van Baghdad,
nam het boek al-Ishaaraat van Ibn Sinaa en hij wilde de Qoer’aan verwijderen en het de plaats van de
www.selefienederland.nl
Qoer’aan laten innemen. En toen de mensen hiermee niet instemden zei hij; “Dát is een boek voor de elite –
i.e. het boek al-Ishaaraat van Ibn Sinaa – en dát is de Qoer’aan voor de algemene mensen.”
En hij probeerde de vijf gebeden in te perken tot twee gebeden. En Ibn Sinaa zei over zichzelf : “Ik en mijn
vader zijn van de da’wah van de ‘Oebaydi leider” En de da’wah van de ‘Oebaydi leider is een smerige
Raafidhie da’wah, hij gelooft niet in Allaah, en niet in de Engelen, en niet in de Boodschappers, en niet in de
Laatste Dag, en niet in al-Qadr.
Sommige mensen eren (hem) en zeggen: “Ibn Sinaa is de Filosoof van de Islaam”. Zij koesteren hem, en zij
vernoemen scholen en boeken naar hem. Inderdaad het klopt hij was een arts, geen probleem daarmee. Hij
heeft een boek al-Qaanoen, geen probleem als men het (een boek van) geneeskunde noemt of van farmacie,
maar het is niet wenselijk als men het vernoemt naar deze moelhid (atheist), want hij is een moelhid en heeft
niets met de Islaam te maken. Maar sommige mensen, en sommige schrijvers, en sommige presentators in
sommige programma’s kennen niet zijn situatie, en dus koesteren zij hem en zeggen zij: “De Filosofen van
de Islaam zijn al-Faaraabie, en Ibn Sinaa, en wij koesteren hen”. Maar zij zijn (gewoon) malaahidah
(atheïsten) en zanaadiqah (ketters), zij hebben niets met de Islaam te maken, maar wat betreft dat hij zou
zijn teruggekeerd (van zijn dwalingen) dan weten wij daar niets van, maar zijn boeken met daarin het
ontkennen van de Opstanding en dat hij zegt: “De Opstanding is (enkel) voor de zielen (en dus niet de
lichamen)” ze zijn aanwezig, zoals het boek an-Nadjaat.
Maar wat betreft het gegeven dat hij zou zijn teruggekeerd (van zijn dwalingen) dan vernoodzaakt dit een
bewijs. Dus als het er is, en het is authentiek vastgesteld dat hij terug was gekeerd en de tijd waarin hij
terugkeerd is bekend, dan ja. Maar deze waarschijnlijkheden vernoodzaken een bewijs, want hier heb je zijn
boeken nu, en zijn overtuigingen.
Wij vragen Allaah om bescherming en vergeving.
Bron : de site van de Shaykh [http://portal.shrajhi.com/Books/ID/9605]
Vertaling: Aboe Hudayfa Musa ibn Yusuf al-Indonesi
Download