Tekenbeet

Tekenbeet
Een tekenbeet is een kleine huidwonde die veroorzaakt wordt door een teek.
Teken zijn kleine spinachtige parasieten van ongeveer een speldenkop groot die
leven in bossen, graslanden, struiken en duinen. Om zich voort te planten heeft
een teek bloed nodig.
Een teek kan niet springen of vliegen, maar zit op planten of gras tot er een dier of
mens voorbijkomt. Op dat moment laat de teek zich vallen en hecht zich met de
monddelen vast aan de huid van zijn slachtoffer. Deze beet is pijnloos. Daarna
zuigt hij zich vol met bloed. Na enkele dagen zuigen, zwelt de teek en begint de
beet te jeuken.
Een tekenbeet is doorgaans niet gevaarlijk, maar de teek kan wel een rol spelen bij
het overbrengen van verschillende ziektes. Binnen Europa is dat vooral de ziekte
van Lyme.
1. Wat stel je vast?
-
Een tekenbeet is niet pijnlijk en wordt dan ook vaak niet opgemerkt. Na
enkele uren kan de beet beginnen jeuken.
Volgezogen met bloed is een teek ongeveer even groot als een erwt, en kan
je hem gemakkelijk zien.
Bij mensen zit een teek bij voorkeur in de nek, onder de oksels, in de
knieholten, in de liesstreek, op het hoofd of op de enkels. Een teek kan in
principe op iedere plaats van het lichaam voorkomen.
2. Wat doe je?
-
-
-
-
Verwijder de teek zo snel mogelijk. Neem de teek met een tekentang of
met een fijn pincet vast bij de monddelen, zo kort mogelijk bij de huid van
het slachtoffer. Knijp niet op het lichaam van de teek.
Trek de teek er in een rechte beweging uit, of kijk op de
gebruiksaanwijzing van de tekentang. Probeer de teek in zijn geheel te
verwijderen en laat geen delen in de huid achter. Dat kan immers
aanhoudende jeuk en infectie veroorzaken.
Spoel de wonde uitgebreid met water en ontsmet nadien.
Gebruik geen alcohol, ontsmettingsmiddelen of andere producten om de
teek te verdoven. Bewerk de teek niet met een brandende sigaret of
lucifer. Dat verhoogt immers de kans op infectie.
Noteer de datum waarop de teek gebeten heeft, en de plaats op het
lichaam. Laat dat ook aan de ouders van het kind weten, zodat zij de beet
in het oog kunnen houden.
-
Raad het slachtoffer aan om naar een arts te gaan als er in de eerste weken
na de tekenbeet een abnormale huidverandering optreedt.
Ga met het slachtoffer naar een arts als:
o hij andere ziektetekens krijgt (zoals koorts of gewrichtspijn);
o het slachtoffer een zwangere vrouw is.
3. Een tekenbeet kan je het best voorkomen:
-
Blijf op de wandelpaden in een bos en vermijd hoog gras en laag
struikgewas.
Draag donkergekleurde kledij die het lichaam zo veel mogelijk bedekt:
gesloten schoenen, lange broek, T-shirt met lange mouwen, een pet…
Let erop dat je schoenen je enkels bedekken.
Gebruik insectenwerende middelen die werkzaam zijn tegen teken. Vraag
raad aan je apotheker bij de keuze van het middel.
Controleer je deelnemers en jezelf regelmatig op teken na spelen in de
natuur (vooral je hoofd, nek, oksels, knieholten, lies en enkels). Doe dat
elke dag op een vast moment.
Bron: Eerste hulp voor jeugdleiders, Jeugd Rode Kruis vzw, 2012
Tekst: © Jeugd Rode Kruis/Matthieu Clarysse
Foto tekentang: © Rode Kruis-Vlaanderen/Frank Toussaint
Foto teek: © Stock.xchng