Cultuur en Stad Cultuurbeleid gemeente Zwolle 2011-2014 Inhoud • Aanleiding en doel p. 3 • Leeswijzer p. 4 • Vertrekpunt: cultuurvisie 2020 p. 4 • Cultuurbeleid in Zwolse context p. 5 Zwolle Collegeakkoord 2010-2014 Aanpalend beleid o Creatieve economie o Cultuurhistorie o Binnenstad o Evenementen o Jeugdbeleid en brede school o Wijkgericht werken • Analyse en conclusies p. 9 • Scenario’s p.12 • Financiële effecten per jaar p.20 • Bijlagen: 1. Cultuur in Zwolle 2. Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur p.21 p.31 2 Aanleiding en doel De oude cultuurnota liep tot 2009. Vervolgens is als stip aan de horizon in samenspraak met partners in de stad een cultuurvisie 2020 opgesteld, in aansluiting bij het Structuurplan 2020. Zowel de intrinsieke waarde van cultuur als haar waarde in relatie tot de sociale, ruimtelijke en economische ontwikkeling van Zwolle krijgen hierin een plaats. De cultuurvisie 2020 is begin 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. De raad merkte daarbij op dat de cultuurvisie erg breed is. In de nieuwe cultuurnota zouden scherpere keuzes moeten worden gemaakt. Het was echter nog niet duidelijk wat deze keuzes dan zouden moeten zijn. Inmiddels is er een nieuw college en een nieuwe gemeenteraad, en ook een nieuwe regering. De gevolgen van de economische crisis doen zich de komende jaren voelen. De rijksoverheid heeft onlangs maatregelen aangekondigd die een grote impact op het culturele leven zullen hebben. De aangekondigde btw-verhoging op de kaartjes van de podiumkunsten met ingang van juli 2011 springt het meest in het oog, maar ook de onzekerheid over een aantal fondsen speelt ons parten. Bovendien is er nog geen dekking voor een aantal onderdelen van het huidige cultuurbeleid in de begroting na 2012. Wij houden er rekening mee dat in de komende jaren in elk geval de volgende budgettaire problemen (kunnen) gaan ontstaan: Stimuleringsreserve podiumkunsten Het saldo van de reserve bedraagt eind 2010 nog circa € 770.000. De jaarlijkse onttrekking ten behoeve van activiteiten op het gebied van de podiumkunsten is op begrotingsbasis € 250.000. Deze reserve zal in 2014 op nul komen. Vanaf dat moment is er geen dekking meer voor het subsidiëren van professionele producties podiumkunsten. Rijk en gemeente subsidiëren gezamenlijk Op een aantal beleidsterreinen binnen de cultuursector worden activiteiten van Zwolse instellingen gefinancierd met een bijdrage van het rijk, waarbij de gemeente deze bijdrage matcht. In een aantal gevallen doet zich daarbij in de komende jaren een tweeledig probleem voor: 1. Het gemeentelijk aandeel in de subsidieverlening is meerjarig incidenteel begroot t/m 2012. Vanaf 2013 is geen dekking geregeld. 2. Voortzetting van de subsidieverlening door het rijk vanaf 2013 is onzeker, nu het rijk bezuinigingsmaatregelen voor de cultuursector heeft aangekondigd. In dat geval zal door de gemeente een afweging moeten worden gemaakt om het rijksaandeel te compenseren, willen we de betreffende voorzieningen op hetzelfde niveau in stand houden Deze problematiek doet zich voor in de volgende situaties: - De subsidiëring van gezelschappen/productiehuis (Gnaffel,Kameroperahuis en -festival), waarbij de genoemde instellingen een rijkssubsidie ontvangen uit het Fonds Podiumkunsten. - Het Steunpunt Amateurkunst: het gemeentelijk subsidie wordt voor de helft gedekt uit een rijksbijdrage die de gemeente ontvangt uit het Fonds Cultuurparticipatie - De subsidiëring van de coördinatie en projecten cultuureducatie voortgezet onderwijs; ook hier wordt het gemeentelijk subsidie voor de helft gedekt uit een rijksbijdrage van het Fonds Cultuurparticipatie. Regeling zaalhuur OdeondeSpiegel Bij gebruik van zaalruimte in OdeondeSpiegel door amateurkunst instellingen kan een deel van de zaalhuur worden gecompenseerd. Hiervoor is op jaarbasis een budget beschikbaar van € 25.000. Dit budget is in 2010 voor drie jaar meerjarig incidenteel in de gemeentebegroting opgenomen. De regeling zal worden geëvalueerd. Vanaf 2013 is hiervoor nog geen dekking. Huisvesting R10 In de komende jaren moet hierin worden geïnvesteerd. Op dit moment is het nog niet duidelijk of het om herhuisvesting of om renovatie zou moeten gaan. Dit zal het komende jaar duidelijk moeten worden. 3 Uitbreidingsplannen Hedon en Fundatie De financiële afweging is voorzien bij de besluitvorming over het Investeringsprogramma. Wij hebben met de culturele organisaties die subsidie ontvangen, de mogelijkheden om te bezuinigen 1 verkend. De grotere culturele instellingen hebben vervolgens gezamenlijk een visiedocument 2 opgesteld. De gemeente moet bezuinigen én vooruit kijken. De cultuurnota zet zich hiermee uiteen, om tot richtinggevende keuzes te komen voor het cultuurbeleid 2011-2014. Dit betekent concreet het volgende. We leggen aan de raad een aantal scenario’s op hoofdlijnen voor. Het visiedocument van de instellingen is het vertrekpunt voor het eerste scenario. De raad kiest, al dan niet amenderend, een scenario, en bepaalt daarmee de kaders van het cultuurbeleid. De consequenties hiervan werken we vervolgens uit met onze partners in de stad. Leeswijzer Het vertrekpunt voor deze cultuurnota is de cultuurvisie 2020. De analyse die hieraan ten grondslag ligt, doen we hier niet over. We starten met een kernachtige samenvatting van de cultuurvisie. Dan kijken we naar de context van het cultuurbeleid in Zwolle. Die bestaat uit drie onderdelen: de staat van de stad, het nieuwe collegeakkoord en aanpalend beleid. Hieruit trekken we conclusies voor de gewenste richting van het cultuurbeleid voor de komende vier jaar. We sluiten af met een aantal scenario’s die kaderstellend zijn voor het cultuurbeleid. Zodra de raad de kaders heeft bepaald, worden deze verwerkt in een beslisnota die voor definitieve besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd. De bijlagen zorgen voor verdieping en achtergrondinformatie. Cultuur in Zwolle (bijlage 1) geeft een goed beeld van het terrein waarmee het cultuurbeleid zich uiteen zet. Het visiedocument van het Directeuren Overleg Kunst en Cultuur (bijlage 2) is de onderlegger voor het eerste scenario. De cultuurvisie en het bijbehorende analysedocument liggen ter inzage bij de griffie. Vertrekpunt: cultuurvisie 2020 De cultuurvisie 2020 is in 2009 ontwikkeld in samenspraak met het culturele veld en andere partners. De visie is niet opgehangen aan een dominant thema of een overheersende kwaliteit. In overeenstemming met de identiteit van Zwolle mikt de cultuurvisie op groei over de volle breedte. Er worden drie ontwikkelingslijnen voorgesteld, en een vierde als ondersteuning. De ontwikkelingslijn creatief vermogen richt zich op de creatieve economie, op versterking van de creatieve professionals. Enerzijds door het (al dan niet tijdelijk) herbestemmen van gebouwen en locaties voor creatieve bedrijvigheid. Anderzijds door versterking van het makersklimaat door het trekken van jong talent naar Artez en het binden van afgestudeerden. Programmering van jonge makers op de stedelijke podia en subsidiëring van producties worden in dit verband genoemd. De ontwikkelingslijn cultuur van iedereen richt zich op cultureel burgerschap van de eigen Zwolse bevolking. Kennis van kunst en cultuur en de deelname daaraan is geen vrijblijvende vorm van vrijetijdsbesteding maar een maatschappelijke noodzaak voor het goed functioneren van de samenleving. Talentontwikkeling, (leren) genieten van kunstuitingen en culturele vaardigheden zijn nodig om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving, onder andere door middel van 1 2 Zie de gespreksverslagen over bezuinigen. Zie bijlage 2. 4 taalontwikkeling, mediawijsheid en cultuureducatie. Deze ontwikkelingslijn beoogt cultuur in de wijk te brengen en extra aandacht aan jongeren te schenken. De ontwikkelingslijn cultuurtoerisme richt zich op het aantrekken van meer bezoekers naar Zwolle; naar de culturele instellingen en naar de stad. De kwaliteiten van de binnenstad moeten worden gestapeld; de binnenstad moet één grote uitnodiging vormen voor cultuur, winkelen en uitgaan in een historische setting. Grote manifestaties en gerichte marketing moeten Zwolle profileren als cultuurstad. De ontwikkelingslijn cultureel netwerk richt zich op versterking van de culturele sector, en ondersteunt als zodanig de andere drie ontwikkelingslijnen. Cultuurbeleid in context Zwolle Cultuur is belangrijk voor de integrale ontwikkeling van onze gemeente. Zwolle staat er over het algemeen goed voor. Vergeleken met andere 100.000+ gemeenten scoort Zwolle goed. Dat geldt voor de economische vitaliteit, voor de ruimtelijke kwaliteit en ook in sociaal opzicht. Zwolle is een centrum van onderwijs, gezondheidszorg en bestuur met een rijke geschiedenis, een prachtige binnenstad en natuurgebieden binnen handbereik. Het aantal voorstellingen podiumkunsten is hier het hoogst van de 3 hele provincie. In de stad zijn veel creatieve opleidingen. Zwolle heeft een stevige sociale structuur met over het algemeen tevreden burgers. De bevolking is relatief jong en groeit nog steeds tot 134.000 inwoners in 2025. Het aantal jongeren van 0 tot 25 jaar neemt toe van 37.000 naar 42.000 in 2025. Zwolle groeit dus, en de komst van de Hanzelijn op 12 december 2012 kan deze groei versterken. De Hanzelijn sluit Zwolle nog beter aan op de rest van het land. Mensen uit de Randstad komen hiermee sneller en vaker naar Zwolle. Goed voor de stedelijke economie, goed voor de binnenstad, goed voor Zwolle, althans: als er genoeg te beleven valt in Zwolle. Al gaat het relatief goed in Zwolle, de economische crisis zal zich ook hier de komende jaren doen voelen. Ook de gemeentelijke organisatie moet bezuinigen. Hier komt de veranderende rol van de lokale overheid nog bij. De toenemende complexiteit van maatschappelijke vraagstukken vraagt steeds meer om samenwerking van diverse actoren. Verbinding is niet voor niets het uitgangspunt voor het nieuwe college. Collegeakkoord 2010-2014 Het nieuwe collegeakkoord 2010-2014 zet in op een stad waarin iedere Zwollenaar meetelt en meedoet. De verbinding tussen mensen en het versterken van verbindingen tussen mensen, organisaties en gemeente is daarbij het uitgangspunt. Iedereen moet de kans krijgen zijn of haar kwaliteiten te ontwikkelen en te gebruiken. De gemeente wil ruimte geven aan initiatieven. Dat vraagt om vertrouwen, om minder regels en om een geïntegreerde aanpak; om maatwerk bij de inzet in wijken. Bovendien wil ze duurzame ontwikkeling bevorderen. In het collegeakkoord is participatie een centraal begrip. Het gaat hierbij niet alleen om participatie van mensen die een uitkering ontvangen, of om participatie zoals bedoeld in de WMO. Het gaat ook om maatschappelijke participatie in wijken en buurten en om voortzetting van de beweging die is ingezet onder de paraplu van Samen maken we de Stad. Door het college is inmiddels de volgende visie op 4 participatie geformuleerd: 3 Ook de waarde van podiumkunsten is het hoogst: voor de stad € 430.000.000 en voor de regio € 100.000.000. Vergelijk Deventer: € 140.000.000 resp. € 54.000.000; Enschede: € 491.000.000 resp. € 61.000.000. Gerard Marlet en Clemens van Woerkens, ‘Atlas voor gemeenten 2010’. 4 Deze visie is op 17 januari 2011 besproken met de gemeenteraad. 5 “Aan het eind van deze bestuursperiode is zichtbaar dat er een andere relatie tussen gemeente en samenleving is gegroeid met een stijl van besturen waarbij de nadruk ligt op het aanspreken van de kracht van mensen en partijen in de stad om maatschappelijk gewenste effecten te bereiken. Het accent is verschoven naar meer eigen verantwoordelijkheid van mensen, een grotere betekenis van eigen initiatief en het bereiken van meerwaarde door op synergie gerichte samenwerking. Daarbij nemen we onze verantwoordelijkheid voor mensen die door omstandigheden hulp of ondersteuning van de overheid nodig hebben. Verder nemen we onze verantwoordelijkheid voor de locale regiefunctie, het leggen van verbindingen tussen mensen en partijen die zich mede verantwoordelijk tonen voor de publieke zaak en het motiveren en activeren van mensen die daar een bijdrage aan 5 kunnen leveren.” Verbinding is niet zomaar een uitgangspunt van het collegeakkoord. Het gaat niet alleen over sociale cohesie, maar ook over een andere relatie tussen gemeente en samenleving. Een andere relatie die 6 vraagt om een andere houding en rolneming van alle betrokkenen. De nadruk op eigen verantwoordelijkheid van mensen betekent dat we meer uitgaan van de eigen kracht van mensen en organisaties. Een grotere betekenis van eigen initiatief vraagt om ruimte voor medeverantwoordelijkheid van partijen in de stad. Dat betekent dus ook iets voor onze eigen rolinvulling. We gaan niet op de stoel van de uitvoerders zitten, maar maken gebruik maken van de civil society en stimuleren samenwerking op uitvoerend niveau. Aanpalend beleid Creatieve economie Zwolle is in de veertiende eeuw als handelsstad mede groot geworden door haar geografische ligging. Mensen kwamen naar Zwolle omdat daar werk was. De locatiebeslissing ligt tegenwoordig echter steeds meer bij huishoudens, werken volgt wonen. Bovendien blijkt de bevolkingssamenstelling er voor het economisch succes van steden meer toe te doen dan de bevolkingsomvang. In steden waar hoogopgeleide creatieve mensen wonen, neemt de werkgelegenheid toe. Sinds Richard Florida 7 hierover heeft gepubliceerd, nemen veel steden maatregelen om de stad aantrekkelijker te maken voor creatieve professionals. In Zwolle is in dit verband de stichting Kreatieve Industrie Zwolle (KIZ) opgericht. Hierin participeren momenteel de gemeente Zwolle, onderwijsinstellingen (ArtEZ, Windesheim, Deltioncollege, Cibap en Landstede), MKB-Midden Nederland, VNO-NCW en de Kamer van Koophandel. KIZ heeft vier doelstellingen: versterken van de creatieve branche, versterken van de band tussen creatieve professionals en het overige bedrijfsleven, verbinden van partijen en bijdragen aan een positief creatief imago voor Zwolle. Van de beroepsbevolking in Zwolle hoort 38 procent tot de creatieve klasse. Het aandeel van de 8 creatieve industrie in Zwolle in de totale werkgelegenheid is 2 procent, i.c. 1614 personen; het aandeel van de creatieve bedrijven in het totaal aantal bedrijven is 11% procent, i.c. 652 bedrijven. De werkgelegenheid in de creatieve industrie is tussen 1996 en 2008 gegroeid met 138 procent, tegen 9 een groei van de totale werkgelegenheid van 40 procent. Net als veel andere steden stimuleert Zwolle de creatieve economie onder andere door haar ruimtelijk te faciliteren. Bijvoorbeeld door oude panden goedkoop te verhuren aan kunstenaars, maar ook 5 Gemeente Zwolle, Plan van aanpak participatie (januari 2011). Gerbrich Kuperus, Marian Dobbe-Kluijtmans, Sebastiaan van den Bogaard en Jaring Hiemstra, ‘Nieuwe rol en werkwijze diensten maatschappelijke ontwikkeling’, Sociaal bestek 6/2010. 7 Richard Florida, The rise of the creative class (2002). 8 De door de gemeente (en ook meest gebruikte) definitie van creatieve industrie is: kunsten, media en entertainment, en de creatieve zakelijke dienstverlening. 9 ‘Ruimte voor creatieve industrie, waarom en hoe. Aanbevelingen voor college van B&W, Gemeente Zwolle en bestuur KIZ’ (z.j.), Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem; gegevens van de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Zwolle. 6 6 10 andere creatieve milieus wil ze faciliteren. Overigens bestaat er geen significant verband tussen de aanwezigheid van kunstenaars en de groei van de werkgelegenheid. “Daar staan de robuuste resultaten met het culturele aanbod in een stad tegenover. Dat aanbod biedt wel een belangrijke 11 verklaring voor de aantrekkingskracht van steden op kansrijke bevolkingsgroepen.” Cultuurhistorie De kracht van Zwolle is mede gebaseerd op de prachtige historische binnenstad en de rijkdom van historische gebouwen en structuren in de omliggende wijken en in het buitengebied. Historische waardevolle objecten leveren een belangrijke bijdrage aan (de kwaliteit van) de leefomgeving en aan het historisch besef. Het archeologisch erfgoed draagt bij aan het inzicht over het ontstaan van onze stad en omgeving en over de bewoners en hun gebruiken. Het is in vele gevallen de enige bron van onze geschiedschrijving. Het Zwolse erfgoedbeleid is daarom gericht op de duurzame instandhouding van historisch waardevolle objecten, stedenbouwkundige en landschappelijke structuren en op het beschermen, behouden en onderzoeken van archeologische waarden. Modernisering Monumentenzorg (MoMo) is het nieuwe (rijks)monumentenbeleid dat ook belangrijke gevolgen heeft voor de gemeente Zwolle. Het nieuwe stelsel betekent een verbreding van objectgerichte monumentenzorg naar een geïntegreerde cultuurhistorische benadering bij ruimtelijke ontwikkelingen. De drie rijkspijlers bestaan uit: verankering van cultuurhistorische belangen in de ruimtelijke ordening (bestemmingsplan), eenvoudiger regelgeving en het bevorderen van herbestemming (waarde en duurzaamheid). Momenteel wordt gewerkt aan een geactualiseerd Zwols erfgoedbeleid. Binnenstad De bestedingen in de binnenstad lopen terug, er zijn minder bezoekers en panden staan langer leeg. De kadernota binnenstad stelt een aantal scenario’s voor om in te spelen op de toekomst. Het scenario ‘Zwolle bij de top van de Nederlandse binnensteden’ is onlangs breed omarmd door alle betrokkenen en wordt nu verder uitgewerkt. Dit scenario mikt op een transformatie van de binnenstad naar een ‘place to be’ als historische binnenstad met een onderscheidende mix van winkels, horeca en cultuur. Een stad waar regelmatig evenementen worden georganiseerd met een landelijke uitstraling, erop gericht om mensen naar Zwolle te halen, hen daar langer te laten verblijven en er meer geld uit te laten geven. Hiermee wordt optimaal ingespeeld op de goede bereikbaarheid van 12 Zwolle en de aansluiting met de Randstad door de ligging aan de A28 en (binnenkort) de Hanzelijn. Een manier om de historie van de binnenstad meer te beleven, is aandacht besteden aan de geschiedenis van de stad en de verhalen achter de monumenten. Verhalen kunnen op vele manieren worden verteld. Kunstenaars en evenementen kunnen een rol spelen bij het vertellen van deze verhalen. Neem de beeldende kunstroute ‘Reaction & Reflection’. Kunstenaars reageren en reflecteren met hun werk op de stad met zijn rijke geschiedenis, goed voor een spannende kunstroute 13 waardoor je de stad met andere ogen beziet. Evenementen De kadernota binnenstad benadrukt het belang van evenementen voor het trekken van bezoekers naar Zwolle. Overigens heeft niet elk evenement als voornaamste prioriteit het trekken van veel bezoekers. Zwolle wil zich ook met kwaliteit profileren. 10 Ruimte voor creatieve industrie, waarom en hoe. Aanbevelingen voor college van B&W, Gemeente Zwolle en bestuur KIZ’ (z.j.), Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem. 11 Gerard Marlet, De aantrekkelijke stad, 335-336. 12 ‘Rapport kadernota economisch beleid binnenstad Zwolle. Dynamiek in de binnenstad’ (2010), Ecorys Nederland BV. 13 Een project van het BKV-fonds, van 15 januari t/m 27 maart 2011. 7 Tot nu toe worden culturele evenementen vooral beoordeeld op hun bijdrage aan het Zwolse productieklimaat en hun artistieke meerwaarde ten opzichte van het reguliere aanbod dat door instellingen wordt getoond. Vanuit de cultuurbegroting wordt jaarlijks een bedrag van ongeveer € 175.000 in het overkoepelende evenementenbudget gestort. Momenteel wordt het evenementenbeleid herijkt. De afdeling Economische Zaken heeft hierbij het voortouw. Vanuit cultuurbeleid zijn er twee aandachtspunten. Enerzijds het versterken van de culturele evenementen door meer onderlinge samenwerking, zowel inhoudelijk als ook op het gebied van marketing. Naar verwachting wordt de herkenbaarheid hierdoor vergroot, waardoor er op termijn meer bezoekers op af zullen komen. Anderzijds zal een beoordeling op inhoud, op culturele meerwaarde moeten blijven bestaan. Evenementen zonder of met beperkte culturele meerwaarde kunnen van groot belang zijn voor het trekken van toeristen, maar behoren niet op de cultuurbegroting te drukken. Zwolle Marketing, gestart eind 2008, biedt expertise voor het organiseren van evenementen en kan ook een rol spelen bij het herkennen en bundelen van kansrijke ideeën. Het Zwols UITburo, gestart eind 2009, is een initiatief van alle belangrijke evenementenorganisaties en culturele instellingen. Het richt zich in hoofdzaak op de communicatie van het culturele en vrijetijdsaanbod via diverse mediakanalen. De eerste interactieve schermen in de stad staan er. De opening van het culturele seizoen wordt dit jaar gezamenlijk en grootser aangepakt bij het Thorbeckegracht festival. Jeugdbeleid en brede school De ontwikkeling van het integrale jeugdbeleid is in volle gang. Er is een kanskaart gemaakt waarop de belangrijkste doelen zijn benoemd. Het kind, de jongere staat centraal en moet zich optimaal kunnen ontwikkelen, sociaal-emotioneel, cognitief en fysiek. Talentontwikkeling is van groot belang. Op deze manier leert het kind zich veelzijdig te uiten. Culturele voorstellingen en andere culturele uitingen prikkelen het kind en stimuleren verdere ontwikkeling. Via expertmeetings en vervolgbijeenkomsten worden de beleidsinstrumenten voor het jeugdbeleid de komende maanden verder doordacht. Brede scholen zijn volgens de gemeente een belangrijk middel om bij te dragen aan condities voor een optimale ontwikkeling van de Zwolse jeugd en de wijk. Op brede scholen wordt onderwijs gecombineerd met bijvoorbeeld opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur. Kinderen krijgen hierdoor kansen die ze niet allemaal vanuit huis meekrijgen. De gemeente is in 2008 gestart met de impuls brede scholen, sport en cultuur, een door het rijk geïnitieerde regeling. Sportservice, Muzerie en Bibliotheek Zwolle vullen dit met een wijkgerichte aanpak in. De brede school is het vertrekpunt, maar door gebruik te maken van voorzieningen en initiatieven in de wijk kan het aanbod van Sportservice, Muzerie en Bibliotheek vanuit de brede school een uitstraling hebben naar de wijk waarin de school zich bevindt. De brede school impuls wordt in Zwolle nu vooral ingezet op scholen in sociaal economisch zwakkere wijken. Wijkgericht werken De ambities van het collegeakkoord zijn richtinggevend voor de wijze waarop wijkgericht werken de komende jaren invulling krijgt. De inhoudelijke koers is nog steeds om samen met bewoners en partners te blijven werken aan leefbare, duurzame en veilige wijken en aan het beheer en onderhoud van de stad. De manier waarop we dat gaan doen is alleen anders dan voorheen. De opgave die er in de wijken ligt, stellen we centraal. Dat vraagt om inzicht in de opgave, om goede informatie over leefbaarheid, kwaliteit van onderhoud en veiligheid in wijken. Een goed monitoringsysteem (buurt voor buurt en early warning) is hierbij behulpzaam. Het levert feitelijke informatie op en informatie over de beleving van bewoners over de leefbaarheid, veiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte in hun wijk. Sociaal-artistieke projecten zoals in de wijken Diezepoort en Kamperpoort worden uitgevoerd door Muzerie, Travers en de bewoners van de wijken, worden als instrument ingezet om op wijkniveau met cultuur sociale doelstellingen te realiseren. Het Buurtmuseum Kamperpoort is ook een mooi voorbeeld. 8 Analyse en conclusies Het collegeakkoord vraagt om een focus op participatie. Bezien vanuit maatschappelijk effect gaat het om persoonlijke groei, om sociale cohesie, om burgerschap en een goed leefklimaat. Bezien vanuit de opgaven voor de culturele organisaties gaat het om educatie, vergroting van het publieksbereik onder Zwollenaren en inspelen op wijken. Uit de staat van de stad blijkt dat het aantal Zwollenaren de komende jaren toeneemt, evenals het aantal jongeren. Dat betekent dat de doelgroepen groter worden. Door culturele educatie via het onderwijs aan te bieden, wordt alle jeugd in Zwolle bereikt. In lijn met de ambities uit de cultuurvisie is het goed om de inzet van Muzerie, in nauwe afstemming met het onderwijs, op scholen te verhogen. Dit zal ten koste gaan van het gesubsidieerde vrijetijdsaanbod. Hoe meer eigen keuze, hoe minder subsidie. Muzerie zal daardoor minder eigen accommodaties 14 nodig hebben. Hier kan een besparing worden gerealiseerd. De insteek via de brede scholen waarbij naschools aanbod wijkgericht wordt aangeboden, komt de leefbaarheid van de wijk ten goede. Ook community-art is een goede manier om de leefbaarheid van de wijk te versterken. In lijn met het opgavengericht werken wordt een wijkgerichte aanpak selectief ingezet. De hertaling van wijkgericht werken in opgavengericht werken betekent dat we gericht willen inzetten op wijken die slecht scoren op een aantal relevante indicatoren als leefklimaat, participatie en 15 sociale cohesie. Ook culturele instellingen als OdeondeSpiegel, Hedon, Fundatie, Stedelijk Museum en het Historisch Centrum Overijssel, instellingen met een regionale betekenis, hebben de opdracht hun publieksbereik onder inwoners van Zwolle te verbreden. Dit vraagt om een specifieke gerichtheid op mensen die nu nog niet vanzelf bij deze instellingen over de drempel komen. De brede omarming van de kadernota binnenstad vraagt om een focus op de binnenstad. Zwolle als ambitieuze stad, die de cultuurhistorie en de culturele infrastructuur benut voor een levendig cultureel klimaat met een bruisende binnenstad. De binnenstad is het podium voor evenementen met regionale of landelijke uistraling. Toeristen komen hier graag op af, en het komt ook ten goede aan het woon-en vestigingsklimaat van Zwolle. Bezien vanuit economisch effect gaat het om het toenemen van bestedingen in de binnenstad, vergroten van de werkgelegenheid en meer toeristische overnachtingen. Bezien vanuit de opgaven voor de culturele organisaties gaat het om vergroten van het publieksbereik in de regio, inspelen op de binnenstad, gezamenlijke programmering, realiseren van bijzondere manifestaties en meer inzet op pr en marketing. Dit vraagt nadrukkelijk om cultureel ondernemerschap. De meeste Zwolse culturele instellingen zijn van regionale betekenis. Alleen Bibliotheek Zwolle en Muzerie richten zich specifiek op de eigen inwoners van de gemeente. (Het werkgebied van Muzerie is overigens wel groter: dat bestrijkt naast Zwolle de gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Hattem en Ommen.) Vergroting van de regionale betekenis betekent dus nog meer mensen uit de regio trekken. Bijzondere manifestaties betekent in dit verband vooral grote publiekstrekkers. Thematische samenwerking van de culturele instellingen onderling, maar ook met horeca en middenstand, kan hierbij voor synergie zorgen. Denk aan het vlot trekken van de flaneeravonden ten behoeve van een bruisende binnenstad. Met de komst van het Zwols UITburo eind vorig jaar is de samenwerking op het gebied van pr en marketing goed opgestart. 14 De locatie in het Cultuurhuis in Stadshagen zal als eerste worden verlaten. De bezettingsgraad is te gering om deze locatie te blijven huren. 15 Dat sluit aan op de bevinding dat geaccumuleerde non-participatie aan cultuur, sport en recreatie vooral wordt aangetroffen onder mensen met een laag inkomen, laagopgeleiden, allochtonen, ouderen en mensen met een beperking. Sociaal Cultureel Planbureau, ‘De sociale staat van Nederland 2009’. 9 Profiel cultuurbeleid: Cultuur en Stad Het cultuurbeleid richt zich de komende vier jaar op twee uitdagingen die hand in hand gaan. Door hierin succesvol te zijn, versterkt Zwolle haar woon- en leefklimaat en de stedelijke economie. Het levendige culturele leven trekt inwoners en bezoekers naar de historische binnenstad. De culturele dynamiek draagt bij aan de sociale samenhang in de stad en de stedelijke economie. Inwoners participeren volop en profiteren van het uitgebreide culturele aanbod dat mede dankzij bezoekers van elders in stand kan worden gehouden. Dit doet een groot beroep op het cultureel ondernemerschap van de culturele organisaties. Een professionele bedrijfsvoering en investeren in maatschappelijk draagvlak zal resulteren in verbreding en vergroting van het publieksbereik en verhoging van de inkomsten. Deze beweging is al eerder ingezet. 1. Participatie De eerste uitdaging is participatie. De nadruk ligt hier op verbreding van het publieksbereik onder de inwoners van Zwolle. Dit geldt niet alleen voor de organisaties die zich in hoofdzaak op de eigen inwoners richten, Bibliotheek Zwolle, Muzerie en het Filmtheater. Ook instellingen als de musea en de theaters hebben de opdracht om ervoor te zorgen dat hun publiek verbreedt, zodat zij meer inwoners over de drempel krijgen. Amateurkunst levert een belangrijke bijdrage aan de participatie doelstelling. Een groot deel van de amateurkunstbeoefenaren behoort tot de frequente bezoekers van professionele kunstuitingen en zij bereiken met hun eigen verrichtingen ook een groot publiek. Daarbij vergroot amateurkunst de sociale cohesie van een wijk, een groep of een stad. Beoogde maatschappelijke effecten zijn persoonlijke groei, sociale cohesie, burgerschap en een goed leefklimaat. Van de organisaties wordt cultureel ondernemerschap gevraagd, gerichte samenwerking met elkaar en andere partners, en speciale aandacht voor bepaalde wijken. De vergroting van het publieksbereik van Bibliotheek Zwolle, en vooral onder jongeren, is een inspirerend resultaat van de samenwerking van onderwijs en bibliotheek. Evenementen en projecten die in dit verband worden georganiseerd, in de stad of in wijken, zijn met name gericht op verbreding van het publieksbereik onder inwoners van Zwolle. Dit vraagt van de culturele organisaties een specifieke gerichtheid op mensen die nu nog niet vanzelf bij deze instellingen binnen komen. Dit gaat verder dan sociaalartistieke projecten, waarbij cultuur wordt ingezet om sociale doelstellingen te realiseren. Een parel als de Fundatie kan op dit gebied veel betekenen. Denk bijvoorbeeld aan een avondprogramma voor inwoners van bepaalde wijken, met gratis toegang en rondleidingen, combinaties met het Stedelijk Museum, R10, Hedon, OdeondeSpiegel of het Historisch Centrum Overijssel. Andere partners zijn bijvoorbeeld het welzijnswerk, maar ook de creatieve opleidingen in de stad zijn belangrijke bondgenoten. Participatie van studenten in projecten en via stages versterkt niet alleen de binding met de stad; meer levendigheid en creativiteit dragen ook direct bij aan de stad. Op dit terrein valt naar verwachting nog veel winst te boeken. De samenwerking van Hedon en Popfront is ook in dit licht te bezien. Popfront kan veel meer bieden dan alleen faciliteiten. In de combinatie kan het een broedplaats worden voor de Zwolse popmuziek, met een groter bereik en meer effect. We houden de percentageregeling beeldende kunst in stand. Participatie van bewoners in kunstprojecten en de verbinding tussen beeldende kunst en de stad blijven van groot belang. De mogelijkheden van de percentageregeling worden verruimd ten behoeve van‘onderbedeelde’ plekken in de stad en ook voor het onderhoud van kunstwerken. Dit raakt ook direct aan de tweede ambitie, een sterke stad. 10 Sterke stad De nadruk ligt hier op versterking van het culturele klimaat in de binnenstad. Afstemming van programmering, gezamenlijke marketing en samenwerking met andere ondernemers versterken de economie van de binnenstad en zorgen voor een stijging in de bezoekersaantallen van cultuurtoeristen. Met de komst van de Hanzelijn wordt Zwolle het cultuurtoeristisch brandpunt van Oost-Nederland en het anker van de Noordelijke Randstad. Programmatische samenwerking met Kampen kan dit nog versterken. Beoogde maatschappelijk effecten zijn toename van bestedingen in de binnenstad, vergroten van de werkgelegenheid, meer toeristische overnachtingen en een goed woon- en vestigingsklimaat. Van de organisaties wordt cultureel ondernemerschap gevraagd, gerichte samenwerking met elkaar en andere partners in de stad en gezamenlijke marketing en profilering. Evenementen die in dit verband worden georganiseerd zijn vaak gericht op het trekken van een groot publiek uit de regio en de rest van het land. Maar een klein, bijzonder evenement kan ook bijdragen aan het imago van Zwolle, waarmee het indirect ook een publiekstrekker wordt. Dit moet dan wel publicitair worden benut. Kan het gitaarfestival, dat internationale bekendheid geniet maar onbekend is bij het grote publiek, hierin ook niet meer betekenen? Niet elk evenement hoeft uit te groeien tot de maat van het bevrijdingsfestival, maar kwaliteit wil worden gehoord en gezien, kansen zijn er om te worden benut. Het bedrijfsleven is een belangrijke partner. Niet alleen de ondernemers uit de binnenstad, maar ook andere bedrijven hebben belang bij een goed woonklimaat in Zwolle, omdat dit aantrekkelijk is voor werknemers. Een sterke stad betekent ook dat er voldoende en goed opgeleid arbeidspotentieel aanwezig is. Cultuur en stad zijn een economische twee-eenheid. Bezuinigingen 16 Bezuinigen op cultuur staat op gespannen voet met de constatering dat de doelgroepen voor het cultuurbeleid in omvang toenemen. Het inwoneraantal van Zwolle blijft groeien en ook de bezoekers en toeristen komen met de komst van de Hanzelijn eerder in Zwolle. Bezuinigen doet per definitie pijn. Zwolle kent weliswaar een redelijk brede culturele infrastructuur, maar er is geen overlap. Bij de besluitvorming over de perspectiefnota van 2008 is een taakstelling van € 100.000 opgelegd met ingang van 2011, die vooruitliep op de te boeken efficiëntiewinst die de fusie van het Stedelijk Museum en het Historisch Centrum Overijssel zou moeten opleveren. Deze fusie is zoals bekend niet doorgegaan, maar de taakstelling is overeind gebleven. Begrotingstechnisch is deze taakstelling verwerkt met ingang van 2011, maar feitelijk nog niet geëffectueerd. We stellen voor deze taakstelling onder te brengen in de brede bezuinigingsopgave voor cultuur. Waar kunnen we bezuinigingen realiseren? Het ligt voor de hand om in eerste instantie subsidies die weinig verbinding hebben met de ontwikkelingslijnen uit de cultuurvisie en de focus op Cultuur en Stad, kritisch te bekijken. De positie van het Ecodrome staat al langer ter discussie. Voor toerisme heeft het een zeker belang, maar vanuit cultuur is het een vreemde eend in de bijt. Ook het Machinemuseum past niet goed binnen de ontwikkelingslijnen van de cultuurvisie. Voor beide zullen aparte beslisnotities worden opgesteld, die samen met de cultuurnota aan de gemeenteraad worden aangeboden. Bij de opstelling van de scenario’s zijn bezuinigingen op beide instellingen als vaste ingrediënten opgevoerd. De vraag om scherpere keuzes voor het cultuurbeleid, de steun vanuit het collegeakkoord en aanpalende beleidsterreinen voor het profiel Cultuur en Stad in combinatie met de noodzaak bezuinigingen te realiseren, betekenen dat vooral het makersklimaat van Zwolle onder druk komt te staan. Dit is een accent van het huidige cultuurbeleid en onderdeel van de ontwikkelingslijn ‘creatief vermogen’ uit de cultuurvisie. In dit verband subsidieert de gemeente R10, het Langhuis, het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en –festival, Theater Gnaffel, de stadsdichter en ook Festival ZwArt. Ook de subsidie 16 De financiële afwegingen over de investeringsopgaven vanuit de Fundatie en Hedon zullen bij de behandeling van het investeringsprogramma worden gemaakt. 11 aan de Stichting Ateliers Zwolle is in dit licht te beschouwen, evenals het budget dat jaarlijks beschikbaar is uit de stimuleringsreserve podiumkunsten. De besteding van de rijksmiddelen voor beeldende kunst (BKV-fonds) hoort hier ook bij. R10 en ook het Langhuis zijn belangrijke schakels voor de verbinding met de creatieve opleidingen in de stad. Het Langhuis biedt een podium voor jonge kunstenaars. Bij R10 leren kunstenaars het ondernemerschap. Het is niet logisch om op deze instellingen te willen bezuinigen. 17 Als er moet worden bezuinigd, staan de andere hierboven genoemde subsidies in principe allemaal ter discussie en elke keuze doet pijn. Het aantal voorstellingen podiumkunsten is in Zwolle het hoogst van de hele provincie. Dat betekent enerzijds dat het wel wat minder kan. Anderzijds is de waarde ervan voor stad en regio groot. De subsidie voor de Stichting Ateliers zorgt ervoor dat de huren van ateliers, voor een groot deel gemeentelijk eigendom, betaalbaar blijven. Minder subsidie betekent stijging van de huren. De huidige inzet van de rijksmiddelen voor beeldende kunst is relatief luxe omdat R10 en het Stedelijk Museum Zwolle ook activiteiten ontplooien waarvoor deze rijksbijdrage is bedoeld. Vervolgens kijken we naar de incidentele budgetten binnen de andere ontwikkelingslijnen uit de cultuurvisie. Uiteindelijk vragen we van elke structureel gesubsidieerde instelling een bezuinigingsbijdrage, te realiseren via efficiëntiemaatregelen en/of scherpere keuzes binnen de programmering. De bedrijfsvoering van culturele instellingen is over het algemeen aan de magere kant, zodat hierop alleen winst lijkt te boeken indien zaken fundamenteel anders kunnen worden georganiseerd, 18 bijvoorbeeld samen met andere instellingen. Bij Muzerie is op korte termijn al efficiëntiewinst te boeken. De belangstelling voor vrijetijdsaanbod in Stadshagen is minder dan verwacht, waardoor Muzerie nu relatief dure ruimte huurt in het Cultuurhuis Stadshagen. Hier kan een flinke besparing worden gerealiseerd, die ook past bij het voornemen van 19 Muzerie om meer op en in de scholen te gaan werken. Scenario’s Op basis van het voorgaande zijn drie scenario’s opgesteld: Expansie, Focus en Krimp. Alle scenario’s hebben het profiel Cultuur en Stad, maar het ambitieniveau neemt af naarmate er meer wordt bezuinigd. Qua bezuinigingen overlappen de scenario’s elkaar, zodat elk scenario de bezuinigingen van het voorgaande scenario in zich heeft. Het scenario Expansie mikt op een jaarlijkse stijging van tien procent in de bezoekersaantallen tot een verdubbeling van het aantal cultuurtoeristen in Zwolle en een verbreding van het publieksbereik onder 20 Zwollenaren. Het productieklimaat blijft in dit scenario op peil. De makers vormen de humuslaag voor het levendige succesvolle culturele klimaat. Bij ruwweg gelijkblijvende budgetten tekenen de grote 21 culturele organisaties voor deze ambitie. • In dit scenario wordt bezuinigd op de vaste ingrediënten van alle scenario’s: 22 o stopzetting van subsidie aan het Ecodrome 23 o stoppen met het Machinemuseum 24 o schrappen van het festivalbudget 17 Het budget voor Festival ZwArt is al opgeheven per 2011 conform het raadsbesluit van 22 november 2010. 18 Hiermee wordt in een nadere uitwerking ook uitvoering gegeven aan de raadsmotie om te bezuinigen op de bedrijfsvoering van gesubsidieerde instellingen. 19 Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. 20 Dit willen we gaan meten. 21 Zie bijlage 2 Visiedocument. 22 Zie beslisnota Ecodrome. De bezuiniging wordt ingeboekt per 2013; het restant subsidie 2012 kan worden gebruikt voor frictiekosten. Met de afhandeling/stopzetting van Ecodrome zijn frictiekosten gemoeid, waaronder tijdelijke huurderving Vastgoed. 23 Zie beslisnota Machinemuseum. De bezuiniging wordt ingeboekt per 2013; het restant subsidie 2012 kan worden gebruikt voor frictiekosten. 12 25 • • • o stopzetting van subsidie aan Muzerie ten behoeve van huur accommodatie Stadshagen Naast de bezuinigingen worden in dit scenario alle meerjarige incidentele budgetten structureel 26 gemaakt, en wordt ook de Stimuleringsreserve podiumkunsten aangevuld. Vernieuwing wordt binnen de huidige budgetten gerealiseerd, door meer inkomsten, nauwe samenwerking en andere keuzes in programmering. In dit scenario wordt op begrotingsbasis 1,5% bezuinigd op structurele subsidies met uitzondering van amateurkunst. Scenario Focus mikt op verbreding van het publieksbereik onder Zwollenaren en een versterking van het culturele klimaat in de binnenstad. Het ambitieniveau is niet zo hoog als in het voorgaande scenario, maar hoger dan in het scenario Krimp. • • • • • • • Het steunpunt amateurkunst, de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs en de bijdrage in de zaalhuur van OdeondeSpiegel voor verenigingen ondersteunen de participatie doelstelling. De meerjarige incidentele budgetten hiervoor worden daarom in dit scenario 27 structureel gemaakt. De incidentele budgetten voor projecten cultuureducatie van HCO en Hedon worden niet structureel gemaakt. Deze HCO projecten zijn sowieso tijdelijk van aard, het Hedon project kan worden ingebed in het aanbod voor het voortgezet onderwijs. In dit scenario wordt vooral bezuinigd op het productieklimaat. Het behoeft geen betoog dat dit voor de makers in de stad ongunstig is; voor hen die rechtstreeks getroffen worden door beëindiging van de subsidie, maar ook in bredere zin. De stedelijke podia hebben minder te programmeren, en het is geen goed signaal als we de creatieve opleidingen en afgestudeerden aan de stad willen binden. De waarde voor stad en regio hiervan is groot en bezuinigingen doen hieraan afbreuk. Aan de andere kant: het aantal voorstellingen podiumkunsten is in Zwolle relatief groot, en als cultuur ook een offer moet brengen, ligt het voor de hand om dan hierin te snijden. We stoppen daarom na 2012 met de subsidies voor het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en –festival en we benoemen geen nieuwe stadsdichter. We halen per direct € 400.000 uit de stimuleringsreserve producties podiumkunsten. Het restant kan nog worden ingezet voor de regeling tot ongeveer medio 2012; afhankelijk van de toegekende aanvragen zal het restant budget naar verwachting tegen die tijd zijn opgedroogd. We blijven wel investeren in Theater Gnaffel. Wij beschouwen Gnaffel als een parel: hoge kwaliteit gericht op jeugd, uniek voor Nederland, landelijke uitstraling en goed voor de naam van Zwolle. De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) zijn in principe tot en met 2013 voor een belangrijk deel aan Kunst & Zo toegewezen. Bij voortzetting van deze rijksregeling stellen we voor om de ervaringen die hiermee worden opgedaan te incorporeren binnen het Stedelijk Museum Zwolle. Vanuit de cultuurbegroting wordt € 25.000 minder gestort in het overkoepelende budget evenementen. In plaats van € 175.000 hevelen we in dit scenario € 150.000 over van de cultuurbegroting naar het evenementenbudget. De begroting is niet dichtgespijkerd: er is een budget van € 150.000 voor nieuwe initiatieven. Hiermee kunnen ontwikkelingen gericht op participatie en de stad worden ondersteund, synergie worden gerealiseerd en koppeling met andere budgetten (binnenstad, evenementen, wijk, welzijn, jeugd). Het gaat om aanjaagbudget, dat niet structureel wordt gemaakt. 24 Conform het raadsbesluit van 22 november 2010 over Festival ZwArt. Muzerie gaat meer inzet op het primair en voortgezet onderwijs plegen; dit gaat ten koste van het gesubsidieerde vrijetijdsaanbod. Muzerie heeft daarom minder behoefte aan eigen accommodaties. De accommodatie in Stadshagen zal als eerste worden verlaten gezien de huidige bezettingsgraad en de verhouding kosten-baten. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. 26 In dit scenario is geen apart budget opgenomen voor nieuwe initiatieven. Een deel van de jaarlijkse vrijval van deze reserve zou hiervoor kunnen worden gebruikt. De regeling moet dan wel worden aangepast. 27 Het steunpunt amateurkunst en de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel moeten nog worden geëvalueerd in 2012. In dit scenario wordt uitgegaan van de wenselijkheid van voortzetting van beide, omdat hiermee rekening moet worden gehouden bij de begroting. Het spreekt voor zich dat uit de evaluaties eerst zal moeten blijken dat het steunpunt amateurkunst, en ook de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel, voldoen aan de beoogde doelstellingen. Anders zullen deze initiatieven niet worden voortgezet. 25 13 • Bovendien wordt in dit scenario op begrotingsbasis 3% bezuinigd op structurele subsidies met uitzondering van amateurkunst. Dit zal waarschijnlijk niet alleen te realiseren zijn door verhoging van de efficiëntie en vragen om scherpere keuzes in programmering. Scenario Krimp mikt op een zo groot mogelijke bezuiniging. • • • • • • Bovenop de reeds genoemde bezuinigingen wordt na 2012 gestopt met het steunpunt amateurkunst, de inzet op cultuureducatie in het voortgezet onderwijs, en de bijdrage in de zaalhuur van OdeondeSpiegel. De subsidie aan de Stichting Ateliers Zwolle wordt afgebouwd. Veel kunstenaars zullen hun atelierruimte dan niet meer kunnen betalen. Mogelijk bieden leegstaande kantoren een alternatief voor de kunstenaars, of worden andere creatieve oplossingen gevonden. Aan de andere kant zullen nieuwe huurders moeten worden gezocht voor de ateliers, die veelal gemeentelijk eigendom zijn. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. We stoppen met subsidie voor Theater Gnaffel. Vanuit de cultuurbegroting wordt € 50.000 minder gestort in het overkoepelende budget evenementen. Daarnaast wordt op begrotingsbasis 5% bezuinigd op alle structurele subsidies met uitzondering van amateurkunst. Er is geen budget voor nieuwe initiatieven. Het aanbod podiumkunsten verschraalt en van een productieklimaat kan nauwelijks meer worden gesproken. De ambities ten aanzien van participatie en versterking van de binnenstad staan in dit 28 scenario flink onder druk. De culturele instellingen zullen pijnlijke keuzes moeten maken. Voor een heldere koersbepaling zijn deze scenario’s duidelijk van elkaar onderscheiden, maar natuurlijk zijn variaties mogelijk: kiezen voor het scenario Krimp maar wel doorgaan met het subsidiëren van Theater Gnaffel, of kiezen voor het scenario Expansie maar wel minder investeren in gezelschappen. Vaste ingrediënten scenario’s Stopzetting subsidie Ecodrome Stoppen met Machinemuseum Schrappen Festivalbudget Vertrek Muzerie uit Cultuurhuis Stadshagen € 1.022.000 29.000 130.000 29 100.000 _______________ + Structurele minderuitgaven: € 1.281.000 ============== 30 Scenario 1. Expansie De culturele instellingen tekenen voor de ambities van dit scenario. In het vertrouwen dat de investeringen in cultuur van de afgelopen jaren de komende tijd gaan renderen, staan zij voor een stevig ambitieniveau. Dit scenario sluit aan op Zwolle als vitale, succesvolle stad. Een stad waarvan het inwonersaantal de komende jaren toeneemt, met de ambitie om het cultuurtoeristisch brandpunt 28 Zie de gespreksverslagen over bezuinigingen. Deze inschatting is aan de voorzichtige kant, waarbij rekening is gehouden met de huur van vervangende ruimte. 30 Zoals gezegd: de netto besparing zal lager uitvallen, o.a. door tijdelijke huurderving Vastgoed (Ecodrome en Cultuurhuis Stadshagen). 29 14 van Oost-Nederland te worden en anker van de Noordelijke Randstad. De komst van de Hanzelijn op 12-12-2012 is een uitgelezen kans om meer cultuurtoeristen naar Zwolle te trekken. De stad heeft ook een goed makersklimaat. Dit is goed voor de stedelijke podia en het cultuurtoerisme en voor de verbinding van de creatieve opleidingen en afgestudeerden met de stad. In Zwolle doet iedereen mee. De ambities zijn om binnen de huidige budgetten een jaarlijkse stijging van 10% in de bezoekersaantallen te realiseren tot een verdubbeling. Bovendien wordt ingezet op verbreding van het publieksbereik. Dit gebeurt door een hoge mate van samenwerking van de culturele instellingen op het gebied van programmering, marketing en het realiseren van samenwerkingsverbanden met andere ondernemers in de stad. In dit scenario is geen apart budget voor nieuwe initiatieven. ‘Nieuw voor oud’ zullen de organisaties binnen de huidige budgetten realiseren. De structurele subsidies zullen op begrotingsbasis worden gekort met 1,5% met uitzondering van amateurkunst. We bezuinigen niet op amateurkunst omdat wij dit van wezenlijk belang vinden voor de participatiedoelstelling. Samenvattend: - bezuinigingen door de vaste ingrediënten van de scenario’s - budgetten van de culturele instellingen blijven ruwweg gelijk; korting van 1,5%. - makersklimaat blijft op peil. De reserve voor de stimulering producties podiumkunsten wordt 31 aangevuld in 2014, en hieruit valt jaarlijks € 150.000 vrij. - in stand houden steunpunt amateurkunst (indien positieve evaluatie) en coördinatie cultuureducatie - in stand houden gemeentelijke bijdrage projecten cultuureducatie - in stand houden regeling zaalhuur OdeondeSpiegel (indien positieve evaluatie) Financiële gevolgen: • Vaste ingrediënten scenario’s Structureel minder • Korting subsidies met 1,5% m.u.v. amateurkunst Structureel minder € 1.281.000 € 1.281.000 ============== € 210.000 € 210.000 ============== • • • • • • Aanvulling reserve stimulering producties podiumkunsten Voortzetting subsidie gezelschappen/productiehuis Gemeentelijke bijdrage steunpunt amateurkunst Gemeentelijke bijdrage coördinatie cultuureducatie VO Gemeentelijke bijdrage projecten cultuureducatie Voorzetting regeling zaalhuur OdeondeSpiegel Structureel meer € 150.000 245.000 31.000 41.000 23.000 25.000 ________________+ € 515.000 =============== Indien alle subsidies van het rijk na 2012 zouden komen te vervallen, compenseren we niet de 32 rijksmiddelen voor gezelschappen/productiehuis, evenmin als de subsidie voor de projecten cultuureducatie. We compenseren wel de rijksbijdrage aan het steunpunt amateurkunst en aan de coördinatie cultuureducatie op het voortgezet onderwijs. Dit betekent structurele extra uitgaven: 31 Een deel van de jaarlijkse vrijval komt ook beschikbaar voor nieuwe initiatieven anders dan producties podiumkunsten. 32 Mogelijk is voortzetting van de gemeentelijke subsidie dan ook niet meer zinvol; dat zal dan moeten worden bezien. 15 Compensatie rijksmiddelen steunpunt Amateurkunst m.i.v. 2013 Compensatie rijksmiddelen cultuureducatie VO Structureel meer 31.000 41.000 ________________+ € 72.000 ============== Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Expansie voor de gemeentebegroting op cultuur: Structurele besparing: maximaal € 1.281.000 + 210.000 - 515.000 = € 976.000 minimaal € 1.281.000 + 210.000 - 515.000 - 72.000 = € 904.000 Scenario 2. Focus Dit scenario sluit aan op Zwolle als succesvolle, vitale stad. Enerzijds sluit het nadrukkelijk aan op het collegeakkoord, anderzijds op de ambitie om als Zwolle het cultuurtoeristisch brandpunt van OostNederland te worden, het anker van de Noordelijke Randstad. In dit scenario blijft de cultuurvisie staan als stip op de horizon. Dat betekent dat we onze ambities op langere termijn niet opgeven. Door in te zetten op versterking van het cultuurtoerisme worden meer inkomsten voor de stad gegenereerd. Dit vergroot het draagvlak voor investeringen in cultuur. Als het economisch tij weer gunstiger is, kan er vanaf 2015 weer meer in het makersklimaat worden geïnvesteerd. We blijven investeren in het steunpunt amateurkunst en de coördinatie van cultuureducatie op het voortgezet onderwijs. Deze dragen bij aan het realiseren van de participatiedoelstelling en worden nu met incidentele meerjarige budgetten uitgevoerd. We maken geen nieuw geld vrij voor de lopende projecten cultuureducatie van HCO en Hedon. De HCO projecten zijn sowieso tijdelijk van aard, Hedon project kan worden ingebed in het aanbod voor het voortgezet onderwijs. Het grootste verschil met het eerste scenario is dat we hier bezuinigen op het makersklimaat. We halen € 400.000 uit de reserve voor de stimulering producties podiumkunsten, en we stoppen met de subsidies voor het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en –festival en de stadsdichter. We maken een uitzondering voor Theater Gnaffel, dat we wel blijven subsidiëren. In dit scenario is een budget van € 150.000 voor nieuwe initiatieven opgenomen. Zo kunnen we inspelen op ontwikkelingen gericht op participatie en een sterke stad. Er kan een koppeling met andere budgetten worden gemaakt (bijvoorbeeld vanuit welzijn, wijk en jeugd, maar ook vanuit binnenstad en evenementen). Het gaat om aanjaagbudget dat niet structureel wordt gemaakt. Structurele subsidies worden op begrotingsbasis met drie procent gekort, met uitzondering van amateurkunst. 33 We storten € 25.000 minder vanuit de cultuurbegroting in het overkoepelende evenementenbudget. De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting van de regeling vanaf 2014 ten minste voor een deel anders ingezet, waardoor een besparing wordt gerealiseerd. Samenvattend: - vaste ingrediënten scenario’s - in stand houden steunpunt amateurkunst en coördinatie cultuureducatie - geen nieuw geld voor lopende projecten cultuureducatie HCO en Hedon - structurele subsidies worden op begrotingsbasis met 3% gekort, m.u.v. amateurkunst: in 2012, 2013 en 2014 worden de subsidies met 1% minder geïndexeerd. - incidentele besparing van € 400.000 op de reserve stimulering producties podiumkunsten en geen aanvulling reserve - geen nieuw geld voor de subsidiëring van gezelschappen/productiehuis en stadsdichter; Gnaffel is de uitzondering die de regel bevestigt - structureel budget voor nieuwe initiatieven, gericht op participatie en sterke stad, van € 150.000 - € 25.000 minder in evenementenbudget 33 In dit scenario wordt wel degelijk ook flink geïnvesteerd in cultuurtoerisme; de korting van het evenementenbudget wordt ruimschoots gecompenseerd door het budget voor nieuwe initiatieven. 16 - andere inzet deel rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) vanaf 2014 bij voortzetting regeling. Financiële gevolgen: • Vaste ingrediënten scenario’s Structureel minder • • • • Korting subsidies met 3% m.u.v. amateurkunst Korting bijdrage cultuur aan evenementen Stoppen met subsidiëren van stadsdichter Andere inzet van een deel van de rijksmiddelen van het BKV fonds Structureel minder • • • • • Gemeentelijke bijdrage steunpunt amateurkunst Gemeentelijke bijdrage coördinatie cultuureducatie VO Gemeentelijke bijdrage Theater Gnaffel Voortzetting regeling zaalhuur OdeondeSpiegel Budget voor nieuwe initiatieven Structureel meer € 1.281.000 € 1.281.000 ============== € 420.000 25.000 5.000 € 80.000 ________________+ € 530.000 ============== 31.000 41.000 100.000 25.000 150.000 ________________+ € 347.000 =============== Incidentele besparing reserve producties podiumkunsten € 400.000 Incidenteel minder € 400.000 =============== Indien de subsidies van het rijk na 2012 zouden komen te vervallen, houden we het steunpunt amateurkunst en de coördinatie cultuureducatie op het voortgezet onderwijs op peil. Dit betekent structureel: • • Compensatie vervallen rijksbijdrage steunpunt amateurkunst Compensatie vervallen rijksbijdrage cultuureducatie VO Structureel meer: € 31.000 41.000 ________________+ € 72.000 =============== . Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Focus voor de gemeentebegroting op cultuur: Structurele besparing: maximaal € 1.281.000 + € 530.000 – € 347.000 = € 1.464.000 minimaal € 1.281.000 + € 530.000 – € 347.000 – € 72.000 = € 1.392.000 Incidentele besparing: € 400.000 17 Scenario 3. Krimp Dit scenario gaat uit van krimp over de volle breedte. Het is gemotiveerd door de wens om een zeer forse besparing op de cultuurbegroting te realiseren. Om de structurele bezuiniging zoveel mogelijk te beperken, wordt in elk geval geen nieuw geld vrijgemaakt voor activiteiten die nu met tijdelijk geld worden uitgevoerd. Dat raakt het steunpunt amateurkunst, coördinatie en projecten cultuureducatie op het voortgezet onderwijs, de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel, Theater Gnaffel, het Kameroperahuis en - festival en het Nederlands Fluitorkest. We benoemen geen nieuwe stadsdichter en er is geen budget voor nieuwe initiatieven. We storten vanuit de cultuurbegroting € 50.000 minder in het overkoepelende budget voor evenementen. De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting van de regeling vanaf 2014 voor een deel anders ingezet waardoor een besparing wordt gerealiseerd. De subsidie aan de Stichting Ateliers Zwolle wordt afgebouwd. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. Structurele subsidies worden op begrotingsbasis met vijf procent gekort, met uitzondering van amateurkunst. Keuze voor dit scenario betekent dat de ambities uit het cultuurbeleid op alle fronten onder druk staan. Er wordt bezuinigd op het makersklimaat, op participatie en er is geen budget voor (nieuwe) initiatieven op het gebied van cultuurtoerisme. De generieke bezuiniging van 5% op structurele subsidies (met uitzondering van amateurkunst) doet bij alle instellingen pijn. Samenvattend: - vaste ingrediënten scenario’s - structurele subsidies op begrotingsbasis korten met 5% m.u.v. amateurkunst - geen nieuw geld voor het fonds stimulering producties podiumkunsten, voor de subsidiëring van gezelschappen/productiehuis, voor het steunpunt amateurkunst, voor de voorzetting van de coördinatie cultuureducatie VO en voor de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel - geen nieuwe stadsdichter - € 50.000 minder in evenementenbudget - incidentele besparing reserve stimulering producties podiumkunsten en geen aanvulling reserve - rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting regeling vanaf 2014 deels anders ingezet - afbouw subsidie Stichting Ateliers Zwolle Financiële gevolgen: • • • • • • Vaste ingrediënten scenario’s Alle subsidies korten met 5% m.u.v. amateurkunst Andere inzet deel rijksmiddelen BKV-fonds Afbouw subsidie Stichting Ateliers Zwolle Stoppen met stadsdichter Korting bijdrage cultuur aan evenementen Structureel minder • Incidentele besparing reserve producties podiumkunsten Incidenteel minder € 1.282.000 700.000 80.000 119.000 5.000 50.000 _______________+ € 2.235.000 ============== € 400.000 € 400.000 ============== 18 Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Krimp voor de gemeentebegroting op cultuur: Structurele besparing: € 2.235.000 Incidentele besparing: € 400.000 19 Financiële effecten cultuurnota per jaar Scenario Expansie 2011 Basispakket bezuinigingen: Beëindiging subsidie Ecodrome idem Machinemuseum idem festival ZwArt idem Muzerie, huursubsidie Cultuurhuis Andere bezuinigingen: Stadsdichter omlabelen BKV Beëindiging subsidies Ateliers Zwolle korting bijdrage cultuur aan evenementen algemene korting resp. 1½, 3 en 5% op subsidies * Totaal bezuinigingen 2012 Totaal 2011 2012 2013 Scenario Krimp 2014 Totaal 2011 2012 1.022 29 130 100 2013 2014 Totaal 1.022 29 130 100 130 100 5 5 80 80 119 70 70 70 300 1121 70 1491 5 25 140 140 140 395 1191 220 1811 50 233 233 233 5 513 1403 313 2234 220 1464 5 513 1403 313 2234 220 1392 5 513 1403 313 2234 -150 -245 -31 -41 -23 -25 -100 -31 -41 -25 -150 300 Variant bij beeindiging rijkssubsidies: Compensatie rijksaandeel Steunpunt AK Compensatie rijksaandeel cultuureducatie Resultaat bezuiniging minus bestedingen met variant 2014 1.022 29 Nieuwe bestedingen: Jaarlijkse toevoeging aan Reserve Podiumkunsten Voortzetting subsidie gezelschappen/productiehuis gemeentelijk aandeel Steunpunt Amateurkunst gemeentelijk aandeel coórdinatie cultuureducatie gemeentelijk aandeel projecten cultuureducatie Voortzetting regeling zaalhuur OdS Budget voor nieuwe initiatieven Resultaat bezuiniging minus bestedingen 2013 Scenario Focus 756 -80 976 5 245 -31 -41 300 684 994 -31 -41 -80 904 Incidenteel: vrijval Reserve Podiumkunsten * Betreft een korting op subsidiebudgetten cultuur, zoals opgenomen in de gemeentebegroting 5 400 245 922 400 Bijlage 1. Cultuur in Zwolle Zwolle is rijk aan cultuur. De historische binnenstad die de hogeschool voor de kunsten Artez herbergt is een mooi symbool van de vitaliteit van cultureel Zwolle. Tegelijkertijd mag de aanwezigheid van Artez in de stad wel zichtbaarder worden. Er valt nog genoeg te ontwikkelen in onze stad. Het Zwolse culturele spectrum is breed; van musea tot galeries; van theaters tot vrijetijdskunstenaars; van kerken tot 34 filmhuis. De tentoonstelling ‘State of the Arts Zwolle 2011’ geeft weer een andere doorkijk met werk van architecten, vormgevers, modeontwerpers, beeldend kunstenaars, componisten, filmers, uitvoerend kunstenaars als dansers, muzikanten en culinaire kunst. Of kijk naar de organisaties die samen met het Stedelijk Museum deze tentoonstelling hebben gemaakt: KIZ, KCO, ZAP, BZK, DOAS, Kunstuitleen Zwolle, R10, Palet en andere netwerken. Het culturele spectrum is niet alleen breed maar ook organisch. Er zijn vele dwarsverbanden. Tussen Artez, R10 en het atelierbeleid, om iets te noemen. Tussen kunsteducatie voor de jeugd en de cultuurconsument van de toekomst. Tussen onderwijs en Fundatie, en tussen gezamenlijke programmering en pr en het trekken van toeristen. Cultuur raakt aan veel, maar het gemeentelijke cultuurbeleid is behoorlijk afgebakend. Deze bijlage gaat vooral in op de culturele organisaties die gesubsidieerd worden om een belangrijke rol te spelen in het gemeentelijke cultuurbeleid. Achtereenvolgens worden de volgende sectoren beschreven: 3. 4. 5. 6. 7. Musea, archieven en streekgeschiedenis Beeldende kunsten en vormgeving Podiumkunsten Letteren en media Cultuureducatie en amateurkunst Hoewel de gevolgen van de bezuinigingen van de rijksoverheid op cultuur voor Zwolle nog niet precies te duiden zijn, mag een kort overzicht van deze maatregelen hier niet ontbreken. En tenslotte in deze bijlage een overzicht van de subsidies zoals die nu op de cultuurbegroting staan. 1. Musea/ archieven / streekgeschiedenis Waren musea vroeger vooral gericht op het beheren van collecties, nu is de focus verlegd naar de onderscheiden doelgroepen en de beleving van collecties. Er zijn nieuwe publieksgroepen in uiteenlopende leeftijden en met verschillende culturele achtergronden. Ook veranderen de verwachtingen van bezoekers. Bezoekers hebben behoefte aan persoonlijke interactie zoals rondleidingen, demonstraties en doeactiviteiten. Dit betekent dat het voor musea steeds belangrijker wordt om bezoekers aan te spreken via doelgroepgerichte presentaties en interactieve of educatieve begeleiding. Waar musea vroeger dus vooral gericht waren op het bewaren van collecties, is de focus verlegd naar de publieke toegankelijkheid ervan. Zwolle heeft een aantal museale voorzieningen. Het Stedelijk Museum Zwolle beheert een collectie over Zwolle en West Overijssel. In het museum vinden uiteenlopende activiteiten plaats. In 2010 is een nieuw beleidsplan opgesteld; het museum richt zich nadrukkelijker op de hedendaagse kunst en de creatieve klasse in Zwolle. De tentoonstelling ‘State of the Arts Zwolle’ is daar een prachtig voorbeeld van. De nieuwe aanpak vertaalt zich nu al in een stijging van het aantal bezoekers en meer publiciteit. Sinds 2006 is de Fundatie in Zwolle operatief, met name gericht op de kunsthistorie. De basis van dit museum is de collectie van D. Hannema en de collectie van de provincie. Samen geven die een breed overzicht van de ontwikkelingen in de beeldende kunst door de eeuwen heen. Het tentoonstellingsbeleid is een balans tussen grote publiekstrekkers en kleinschaliger specifieke exposities. De Fundatie floreert. De grote bezoekersaantallen zijn een stimulans voor Zwolle en Overijssel. Niet voor niets wil de Provincie investeren in ‘Het Oog op het Paleis’, een architectonisch aansprekende verbouwing waarmee de Fundatie haar expositieruimte en publieksactiviteiten kan uitbreiden. Het Nijenhuis, het andere onderdeel van de organisatie dat is gevestigd in Heino, toont ook de monumentale kunst. Beide grote musea hebben een actief educatief beleid. In de herstructureringswijk Kamperpoort is het buurtmuseum Kamperpoort opgericht, waar de historie van de wijk is vastgelegd, vooral op foto’s. 34 Stedelijk Museum Zwolle, van 6 februari tot en met 10 april 2011. 21 Natuurmuseum West-Overijssel maakt deel uit van het Ecodrome. Het toont de natuurhistorie in een biologische en een geologische collectie. Het Machinemuseum beheert een grote verzameling machines, waaronder meer dan 70 scheepsmotoren. Archieven zijn tot nu toe een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk en gemeenten. Zwolle heeft een gemeenschappelijke regeling met het Rijk voor het Historisch Centrum Overijssel. Enkele jaren geleden is het voornemen van het rijk bekend geworden dat het rijk zijn verantwoordelijkheid wil decentraliseren naar de provincies. Dit proces loopt al enkele jaren; in de laatste berichten van het Rijk komt naar voren dat deze decentralisatie gepaard zal gaan met een korting van 25%. Het Rijk verwacht dat de provincies deze korting voor een groot deel zullen compenseren. Zwolle is medesubsidiënt van de Stichting IJsselacademie die wetenschappelijk onderzoek verricht naar streekgeschiedenis en streektaal van Salland/West-Overijssel. Samen met Kampen en de Provincie zullen de mogelijkheden van samenwerking met het Historisch Centrum Overijssel worden verkend. 2. Beeldende kunst en vormgeving Al sinds 1992 worden gemeenten niet meer geacht een beeldend kunstenaarsbeleid te voeren. Het rijk is hiervoor verantwoordelijk. Gemeenten kunnen uiteraard wel zelf beleid ontwikkelen en bijvoorbeeld subsidies verlenen ter uitvoering van een project of activiteiten. Gemeenten hebben hiervoor beleidsinstrumenten, die zij daarvoor vrij kunnen inzetten. Wel is er vele jaren op verschillende wijzen geld van het rijk voor een aantal gemeenten en provincie beschikbaar gekomen ten behoeve van beeldende kunstbeleid. Zo is per 2009 door het rijk voor een 40-tal gemeenten een decentralisatiefonds beeldende kunst ingesteld (BKV-fonds); sindsdien gaat er geen rijksgeld voor de beeldende kunst meer naar de provincies. De gemeenteraad van Zwolle heeft de verdeling van die gelden voor drie jaar als volgt bepaald: € 50.000 versterking Langhuis en R10 en bijhouden website, € 20.000 P’Art of your Life en € 80.000 tentoonstellingsfunctie Kunst & Zo. Aan de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst werd sinds een aantal jaren niet meer planmatig aandacht besteed. Daarom werd voor de presentatiefunctie gekozen. Inmiddels is het beleid van het Stedelijk Museum Zwolle met de komst van de nieuwe directeur in 2010 op dat gebied veranderd: het museum zal de bestaande collectie met enige regelmaat een confrontatie laten aangaan met het werk van hedendaagse beeldende kunstenaars. De Commissie Beeldende Kunst is ontstaan uit een nota beeldende kunst in 1973, waarbij de commissie werd opgericht, net als de percentageregeling en het atelierbeleid. De commissie bestaat uit externe deskundigen en is een adviesorgaan dat het College gevraagd en ongevraagd kan voorzien van adviezen met betrekking tot beeldende kunst(beleid). De commissie is belast met de uitvoering van de percentageregeling. Deze regeling houdt in dat bij grote gemeentelijke projecten 1% van de bouwsom wordt besteed aan een opdracht voor beeldende kunst . De percentageregeling is in 1996 verbreed van uitsluitend bij gemeentelijke gebouwen naar gemeentelijke investeringen in de infrastructuur. Momenteel lopen er in dit kader ruim tien projecten. Tot 2010 werd gemiddeld € 200.000 per jaar uitgegeven aan de 1%-regeling voor Beeldende Kunst. Gezien de dalende nieuwbouwmarkt is het echter niet meer reëel van dit gemiddelde uit te gaan. Een aanname van ca € 60.000 lijkt meer waarschijnlijk. Aanpassing van of stoppen met de 1%-regeling voor Beeldende Kunst levert geen directe bezuiniging op en gaat ten koste van het verblijfsklimaat in de stad. Participatie van bewoners in kunstprojecten en de verbinding tussen beeldende kunst en de stad blijven van groot belang. De mogelijkheden van de percentageregeling worden verruimd ten behoeve van‘onderbedeelde’ plekken in de stad en ook voor het onderhoud van kunstwerken. De Commissie houdt zich naast de percentageregeling ook bezig met de inhoudelijke beoordeling van de activiteiten die via het decentralisatiefonds Beeldende Kunst en Vormgeving worden gesubsidieerd. Het beeldende kunstbeleid in Zwolle concentreert zich verder in hoofdzaak op het faciliteren van de beeldende kunstenaars vanuit de gedachte dat de aanwezigheid van kunstenaars in de stad een positieve bijdrage levert aan het leefklimaat. Sinds 1973 is er al een atelierbeleid, waarvoor sinds de jaren ‘90 de Stichting Ateliers Zwolle is opgericht. Deze ontvangt gemeentelijk subsidie om de huren van ateliers betaalbaar te houden voor beeldend kunstenaars en om de gebouwen te beheren. De kunstenaars wordt huur op basis van hun inkomsten in rekening gebracht. Het merendeel van de ateliers is gemeentelijk bezit. De administratie etc. is ondergebracht via de SAZ bij DeltaWonen. In Zwolle zijn ongeveer 100 kunstenaars gevestigd, waarvan er bijna 70 in een atelier van SAZ werken. Er is weinig verloop; ruim 20 kunstenaars staan op de wachtlijst. Het is de moeite waard om te verkennen of leegstaande bedrijfspanden hier, al 22 dan niet tijdelijk, in een behoefte kunnen voorzien. Dit biedt misschien ook kansen voor grotere, gezamenlijke werkplaatsen. In Zwolle is ook al jaren de stichting De Oude Ambachtsschool (DOAS) actief; zij heeft het verbouwde pand onlangs betrokken. Verder heeft de gemeente in 2002 de Culturele Werkplaats R-10 opgericht om startende kunstenaars gedurende vier jaar de kans te geven zich voor te bereiden op de beroepspraktijk. Het gaat dan om meer dan alleen beeldend kunstenaars. Er zijn over het algemeen 28 deelnemers. De doelstelling om deze jonge kunstenaars aan Zwolle te binden is waargemaakt: ongeveer 80% vestigt zich na R-10 in Zwolle. 3. Podiumkunsten Muziek, theater en dans vormen samen de podiumkunsten. De aanwezigheid van podia in het hele land in combinatie met het gevarieerde aanbod maakt het podiumkunstklimaat in Nederland uniek. De overheid waarborgt de hoge kwaliteit hiervan via het culturele subsidieplan. Maar een klein deel van wat er op het podium te zien is, ontvangt rechtstreeks subsidie van het rijk. De rest is ongesubsidieerd of ontvangt een bijdrage via de cultuurfondsen. Schouwburgen, theaters en podia ontvangen vaak subsidies van provincies en gemeenten. In 2009 is er voor cultuur een nieuw subsidiesysteem in het leven geroepen. Dit maakt het mogelijk om verschillende eisen te stellen aan verschillende functies. Er is een onderscheid gemaakt tussen functies onder directe verantwoordelijkheid van het rijk (basisinfrastructuur) en functies onder verantwoordelijkheid van de cultuurfondsen, provincies en gemeenten. De functies in de basisinfrastructuur zijn vooral bedoeld voor de instandhouding en ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig en goed gespreid cultuuraanbod. Veel (kleinschalige) producties ontvangen een financiële tegemoetkoming van het rijk via het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten. Verder zijn provincies en gemeenten verantwoordelijk voor de schouwburgen, theaters en podia. De verwachting is dat de door het rijk aangekondigde bezuinigingen gevolgen zullen hebben voor de podiumkunsten. In Zwolle vallen onder het podiumkunstbeleid OdeondeSpiegel-theaters, Popcultuurcentrum Hedon en het Filmhuis. De beide theaters OdS en Hedon hebben de taak breed te programmeren qua genres en gericht op een breed publiek. Zij slagen daar zeer goed in. Daarnaast heeft vooral OdS ook een functie ten opzichte van producerende gezelschappen en de amateursector. Het Filmhuis is qua programmering nadrukkelijk een aanvulling op het commerciële aanbod. Zoals alle culturele instellingen bereiken zij een bovenlokaal publiek. Naast deze theateraccommodaties subsidiëert Zwolle in elk geval tot en met 2012 enkele producerende instellingen, zoals het Nederlands Fluitorkest, Theater Gnaffel, het Kameroperafestival en het Kameropera Productiehuis. De laatste drie worden ook gesubsidieerd door het Rijk en de Provincies Overijssel en Gelderland. De gemeente heeft deze gezelschappen gestimuleerd omdat er geen grote landelijke gezelschappen in Zwolle zijn gevestigd, terwijl professionele producenten en gezelschappen wel een bijzondere toevoeging zijn aan de stad. Zij bieden stageplaatsen en werkgelegenheid aan (jonge) kunstenaars en leveren hun bijdrage aan andere activiteiten zoals festivals. De commissie Stimulering Producties Podiumkunsten adviseert het college over subsidieaanvragen voor professionele producties. De commissie wordt bemand door deskundigen op het terrein van de verschillende podiumkunstdisciplines. De regeling is indertijd opgericht omdat de raad naast de investering in steen – Theater de Spiegel – ook budget wilde uittrekken voor podiumkunstproducties. De raad heeft daarom besloten tot het instellen van een reserve (‘Stimuleringsreserve podiumkunsten’) waaruit jaarlijks € 250.000 beschikbaar is voor de subsidieregeling. Naar verwachting raakt de reserve in 2014 leeg . De intentie was om de reserve op termijn weer te vullen. De subsidieregeling past in het streven om producenten van kunst in de stad te houden ten behoeve van een interessant kunstklimaat. De regeling zorgt voor meer aanbod van Zwolse podiumkunstproducties in Zwolle en daarbuiten en vormt een stimulans voor jonge/nieuwe theatermakers (o.a. afgestudeerden van Artez); niet alleen op inhoudelijk, maar ook op zakelijk vlak. Veel van de in Zwolle gerealiseerde producties gaan op tournee door het land. De commissie verzorgde tot en met 2010 ook de inhoudelijke beoordeling en evaluatie van het festival ZwArt. De gemeenteraad van Zwolle heeft in 2010 besloten de subsidie aan festival ZwArt stop te zetten, en hiermee het festivalbudget ad. € 130.000,-- in zijn geheel weg te bezuinigen. In 2011 vindt de laatste aflevering plaats. Overigens heeft de raad wel een kleine opening geboden door festival ZwArt de kans te geven meer samenwerking te zoeken en eventueel per 2012 een beroep te doen op het evenementenbudget. Hieruit worden allerlei evenementen gesubsidieerd op het gebied van sport, cultuur en/of economie. Vanuit de cultuurbegroting wordt jaarlijks ca. € 175.000 in het evenementenbudget gestort. De verantwoordelijkheid voor het evenementenbeleid valt niet binnen de kaders van cultuur. Culturele evenementen kunnen een beroep doen 23 op een bijdrage in het kader van de evenementenverordening. Het belang van dat evenement wordt afgewogen tegen de vele andere evenementen, waaronder sport- en toeristische /economische evenementen. Subsidieaanvragen voor culturele evenementen worden wel op kwaliteit beoordeeld door de Commissie Culturele Activiteiten. Culturele evenementen in dit verband zijn evenementen die als kernactiviteit actueel of vernieuwend aanbod van een of meerdere kunstdisciplines tonen, dat aanvullend is ten opzichte van het reguliere aanbod dat door de instellingen wordt getoond. Het moet bijdragen aan het Zwolse productieklimaat en een duidelijk artistieke meerwaarde hebben. De culturele evenementen die tot nu toe al enige jaren aanspraak maken op een bijdrage zijn Straattheaterfestival, Klinkerfestival en het Vertelfestival, Bevrijdingsfestival en Van eigen Bodem. Het Bevrijdingsfestival is van oorsprong ontstaan vanuit het beleidsterrein cultuur, maar verschuift zich de laatste jaren meer naar een toeristisch/ economisch evenement. Festival Van eigen Bodem heeft te horen gekregen dat de subsidie wordt afgebouwd, gezien de beperkte inhoudelijke meerwaarde. Naast evenementen die gesubsidieerd worden binnen het evenementenbudget subsidiëren we nog het gitaarfestival en festival Voiz (voorheen kameroperafestival). Het gitaarfestival wordt al jaren structureel gesubsidieerd, maar wil graag groter groeien en vraagt meer subsidie aan. Festival Voiz ontvangt nog tot en met 2012 een gemeentelijke subsidie. Momenteel is een nieuwe evenementennota inclusief subsidieverordening in de maak. Vanuit cultuur willen we hierin onder andere een clustering van evenementen stimuleren. We verwachten hiervan verrijking qua inhoud en een grotere aantrekkingskracht op bezoekers. Enkele culturele evenementen hebben elkaar al gevonden en gaan vanaf 2011 actief samenwerken onder de naam CenZ. 4. Letteren en media De openbare bibliotheek is vandaag de dag nog steeds de meest gebruikte publieksvoorziening van Nederland en van wezenlijk belang voor de samenleving. Landelijk blijkt wel dat de gemiddelde uitleencijfers teruglopen doordat er nieuwe vormen van cultuurbeleving en informatieverwerving ontstaan. De algemene doelstelling uit 2004 van openbare bibliotheken staat nog steeds overeind: “Vrijheid, welvaart, ontplooiing van de samenleving en het individu zijn fundamentele menselijke waarden. Deze kunnen alleen worden gerealiseerd door goed geïnformeerde burgers die in staat zijn hun democratische rechten uit te oefenen en een actieve rol te spelen in de samenleving. Constructief deelnemen aan het maatschappelijk leven en meewerken aan het vormgeven van de democratie zijn afhankelijk van voldoende opleiding en van vrije en onbeperkte toegang tot kennis, wetenschap, cultuur en informatie. De openbare bibliotheek, de plaatselijke toegangspoort tot kennis, schept een essentiële voorwaarde voor levenslang leren, onafhankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van individuen en maatschappelijke groeperingen”. Deze primaire opdracht van de bibliotheek is niet veranderd; wél de samenleving waarin de bibliotheek deze opdracht moet vervullen; de manier waarop de bibliotheek haar functie vervult en de positie binnen die samenleving. In het kader van de bibliotheekvernieuwing zijn daarom in 2005 door het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing, de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vijf landelijke kernfuncties van openbare bibliotheken vastgesteld. De bibliotheek doet dienst als: warenhuis van kennis en informatie; als centrum van ontwikkeling en educatie; als encyclopedie van kunst en cultuur; als inspiratiebron van lezen en literatuur; en als podium voor ontmoeting en debat. Bij de vaststelling van de lokale toekomstvisie voor Bibliotheek Zwolle in 2008 zijn de eerste twee functies benoemd als kernfuncties. Beide functies zijn gericht op een brede doelgroep, waarbinnen extra aandacht voor de doelgroep jongeren (als consument en talentvolle producent) en de doelgroep allochtonen/ laaggeletterden. Sinds de start van het landelijke bibliotheekvernieuwingsproces is veel vooruitgang geboekt ten aanzien van collectie, digitale voorzieningen, service en functieverbreding. De bibliotheek is steeds meer een middel geworden om de burgers te laten participeren. De bibliotheek van nu is een brede basisvoorziening voor een stad; geen gebouw voor uitsluitend boeken en andere informatiedragers, maar een plek middenin de samenleving als het gaat om informatie. Landelijk is eind 2009 een ‘bibliotheekcharter’ ingevoerd voor de jaren 2010 tot en met 2012, met als belangrijkste doel bibliotheekinnovatie. Zaken als de ontwikkeling van de digitale bibliotheek, de verplichte certificering, netwerken en gezamenlijke collectievorming worden hierin geregeld. Voor Zwolle betekent het ook dat wijzigingen als het consumentengedrag, snelle technologische ontwikkelingen en toename in mobiliteit vragen om een uitgesproken en een kwalitatief goede bibliotheekvoorziening. De bibliotheek dient in te spelen op beleidsthema’s van vandaag en morgen. Op terreinen zoals taalachterstanden, inburgering, 24 jeugdbeleid, onderwijs, gezondheidsinformatie en cultuurdeelname, heeft de bibliotheek in nauwe samenwerking met andere instellingen een steeds actievere rol. Bibliotheek Zwolle loopt landelijk voorop. Het Zwolse bibliotheekbeleid was de afgelopen jaren met succes met name gericht op het vergroten van het bereik: meer leden, uitleningen en bezoekers. De resultaten in de vorm van vergroten van dit publieksbereik zijn zeer positief in vergelijking met de landelijke trend. Er is sprake van meer dan 1,5 miljoen uitleningen per jaar, 670.000 fysieke bezoekers, 272.000 digitale bezoekers en inmiddels 38.000 leden. De bibliotheek heeft al diverse landelijke prijzen in de wacht gesleept, en heeft in Zwolle Zuid de eerste bibliotheek in Nederland ingericht volgens het nieuwe winkel concept: de ideale bibliotheek. Bibliotheek Zwolle heeft de ambitie om landelijk voorop te willen blijven lopen. De bibliotheek biedt door haar grote bereik en goede spreiding over de stad een ideaal platform voor (culturele) initiatieven, en is in die zin de ideale verbinder op het grensvlak van informatie, cultuur en educatie. Stichting Literaire Activiteiten organiseert jaarlijks vijf of zes avonden in schouwburg Odeon, met op dat moment actuele schrijvers. Gestreefd wordt om in ieder geval jaarlijks de schrijver van het boekenweek geschenk te mogen ontvangen. De avonden zijn vrij succesvol te noemen. In de Cultuurnota 2004-2008 is het initiatief om een Zwolse Stadsdichter te benoemen geïntroduceerd. Dit om het literair klimaat van Zwolle - en het cultureel klimaat in algemene zin – te verlevendigen en om op die manier een bijdrage te leveren aan de uitstraling van de stad: ‘De stadsdichter brengt poëzie dichter bij de mensen en zorgt dat zij op een andere manier stil staan bij belangrijke gebeurtenissen in de stad Zwolle’. Voordat in 2005 de eerste stadsdichter werd gezocht, is een aantal uitgangspunten vastgesteld. De kerntaak van de Stadsdichter is het schrijven van gedichten over de stad, of over actuele zaken die de stad raken, in opdracht van de gemeente. Deze gedichten worden voorgedragen bij speciale gelegenheden. Verder heeft de Stadsdichter de mogelijkheid opdrachten van derden aan te nemen. De stadsdichter heeft een onafhankelijke positie. Daarmee kan hij enerzijds het gezicht van de gemeente zijn voor de bevolking, maar anderzijds de stem van de bevolking gericht naar de gemeente. De bedoeling was tweeledig: versterking van het literaire klimaat, en versterking van de gemeentelijke communicatie. Hoewel het stadsdichterschap de afgelopen jaren op zichzelf een bijdrage heeft geleverd aan het literaire klimaat in Zwolle, heeft het in communicatief opzicht minder opgeleverd dan gehoopt. Communicatieve meerwaarde vraagt om een fors hogere investering. Het budget ter hoogte van € 5.000,-- per jaar (uit het budget Culturele Activiteiten) is niet toereikend om alle kosten te dekken. Het gaat geheel op aan het honorarium voor de stadsdichter. De jaarlijkse niet-zichtbare kosten liggen echter duidelijk hoger vanwege de ambtelijke inzet, de ontwerp- en drukkosten van een gedichtenbundel, het ‘afscheidscadeau’ voor de stadsdichter (zijnde een blijvende markering in de stad), de procedures rondom de werving van een nieuwe stadsdichter en afscheid van de oude stadsdichter. De totale kosten zijn geraamd op ongeveer € 25.000,-- per jaar. Het stadsdichterschap valt niet eenduidig onder een ontwikkelingslijn uit de cultuurvisie. Op grond van de Mediawet is het Commissariaat van de Media bevoegd om aan een lokale omroep zendtijd toe te kennen en die daarmee aan te wijzen als lokale publieke media-instelling. Het CvdM kan pas een aanwijzingsbesluit nemen als de gemeenteraad van de desbetreffende gemeente het CvdM heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eisen die de Mediawet stelt. De kern van de gemeentelijke advisering moet zich richten op de vraag of het orgaan van de lokale publieke media-instelling dat het media-aanbod bepaalt een zodanige samenstelling heeft dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Conform de Mediawet heeft de gemeente geen inhoudelijke zeggenschap over de programmering van de lokale publieke media-instelling. De Mediawet verplicht de lokale media-instelling om het programma-aanbod voor ten minste vijftig procent van de duur te besteden aan aanbod van informatieve, culturele en educatieve aard (de ICE-norm). Het Commissariaat ziet er op toe dat de lokale media-instelling dat programmavoorschrift ook daadwerkelijk in zijn programmering realiseert. Met de subsidie mag de gemeente geen inhoudelijke voorwaarden stellen of verplichtingen opleggen die het onafhankelijk functioneren van de lokale media-instelling raken. Op dit punt onderscheidt een publieke media-instelling zich van andere gesubsidieerde culturele instellingen. Nadat in 2009 de Lokale Omroep Zwolle failliet is gegaan, is een procedure, conform de eisen uit de Mediawet, gestart om te komen tot een nieuwe omroep voor Zwolle. Nadat de gemeenteraad de representativiteit van het Programma Beleid Bepalend Orgaan van stichting ZOO heeft bevestigd heeft het Commissariaat voor de Media besloten om Stichting ZOO aan te wijzen als dé Publieke Media Instelling voor Zwolle voor de komende vijf jaar. De stichting begint langzaamaan. Voordat de programmering verder wordt uitgebreid, wordt de organisatie opgebouwd. Deze bestaat uit louter vrijwilligers. ZOO is per 2010 begonnen met een weekendprogrammering op de 25 radio. Naast de radio-uitzendingen is er sprake van kabelkrant en internet. Er wordt samenwerking gezocht met diverse instellingen en het onderwijs. TV uitzendingen zijn voorlopig nog niet aan de orde. 5. Cultuureducatie en amateurkunst Sinds 1996 is cultuureducatie een belangrijk onderdeel van het landelijk cultuurbeleid. Dat heeft zich geuit in diverse stimuleringsregelingen. Educatie, participatie en talentontwikkeling blijven kerntaken van de overheid. Ook het nieuwe kabinet vindt het belangrijk om kinderen en jongeren actief in aanraking te brengen met cultuur, met name via het onderwijs. Het rijk stimuleert cultuureducatie met verschillende landelijke initiatieven, zoals het programma Cultuur en School, de impuls brede scholen, sport en cultuur en het Fonds voor de Cultuurparticipatie. Het doel van Cultuur en School is om leerlingen van jongs af aan vertrouwd te maken met cultuur. De kernmissie is het leggen en onderhouden van duurzame relaties tussen scholen en culturele instellingen en de versterking van de aandacht voor cultuur in het onderwijsprogramma. Een onderdeel van Cultuur en School is de Cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs, die het nieuwe kabinet wil afschaffen met ingang van het schooljaar 2012-2013. Het doel van de impuls brede scholen, sport en cultuur is om cultuur (en sport) een meer vaste plaats te geven in het aanbod van brede scholen. In Zwolle neemt Kunstencentrum Muzerie samen met Bibliotheek Zwolle het gedeelte cultuur voor haar rekening, volgens de daartoe opgestelde Stadsdeelplannen. De missie van het Fonds voor de Cultuurparticipatie is om actieve cultuurdeelname van alle burgers te vergroten. Het steunpunt amateurkunst Kunst & Zo en de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs (Cultuur op Maat) door Muzerie worden voor de helft via het Fonds gefinancierd. Overigens is de coördinatie van cultuureducatie voor het voortgezet onderwijs al een taak van Muzerie sinds 1998. Projecten worden per leerjaar aangeboden zodat er een leertraject kan worden samengesteld. Muzerie werkt hierbij nauw samen met de andere culturele instellingen en particuliere aanbieders. Muzerie heeft onlangs ook een bijdrage ontvangen om uitvoering te geven aan het programma ‘Muziek in ieder kind’ dat begin 2011 is gestart. De stapeling van incidentele subsidies maakt de Muzerie wel kwetsbaar. Naast het steunpunt amateurkunst en de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs wordt ook een aantal projecten voor de helft via het Fonds gefinancierd: Check it Out van Hedon en projecten gericht op multicultureel erfgoed. Check it Out voldoet goed, maar kan worden ingebed in het programma Cultuur op Maat. De projecten gericht op multicultureel erfgoed zijn sowieso tijdelijk bedoeld. Nu we kritisch moeten kijken naar onze uitgaven, ligt het voor de hand om na 2012 niet opnieuw hier geld voor vrij te maken. Naast landelijke afspraken ondersteunen ook provincies de regionale culturele infrastructuur, met cultuureducatie als één van de speerpunten van beleid. De inzet is gericht op versterking van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en culturele instellingen. Cultuureducatie moet zowel binnenschools als buitenschools een sterke en structurele positie verwerven. De provincie Overijssel heeft in dit verband aan de gemeente Zwolle subsidie verleend voor de versterking van cultuureducatie in het primair onderwijs voor een bedrag van € 49.953,- per jaar voor de schooljaren 2010-2013. Muzerie voert dit uit. Eén van de voorwaarden voor deze subsidie is dat de structurele gemeentelijke financiering voor cultuureducatie in deze periode op minimaal hetzelfde niveau blijft. Vroeger vond de muzische en culturele vorming met name in de vrije tijd plaats. Het vrijetijdsaanbod voor jongeren wordt gesubsidieerd aangeboden door Muzerie. De missie van Muzerie is meer mensen raken met kunst en cultuur, met het accent op jonge burgers: in het onderwijs, in de wijken, via broedplaatsen, samenwerking met verenigingen voor amateurkunst , samenwerken met welzijnsinstellingen en bewoners in het kader van sociaal-artistieke projecten. De laatste jaren is een omslag te zien waarbij steeds meer in de brede school en op school aan kunstzinnige vorming wordt gedaan. Via het onderwijs bereikt Muzerie alle basisschoolleerlingen en praktisch alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling om meer op en in de (brede) scholen te gaan werken; op die manier wordt het bereik vergroot en komen ook andere groepen meer in aanraking met kunstzinnige vorming dan zij van huis uit doen. Dit vraagt om een andere subsidiesystematiek. Hoe meer individuele keuze, hoe minder subsidie. Dit heeft tot gevolg dat het vrijetijdsaanbod duurder wordt, omdat het minder zal worden gesubsidieerd. Een consequentie is waarschijnlijk dat Muzerie minder vrijetijdsaanbod overeind kan houden. Het particulier circuit zal hier naar verwachting een grotere rol gaan pakken. Muzerie lijkt goed op weg om de financiën op orde te krijgen. Ondertussen dreigen bezuinigingen op cultuureducatie in andere gemeenten waar de Muzerie werkzaam is. Ook de komende tijd zal daarom niet gemakkelijk worden. Amateurkunst is het actief beoefenen van kunst, uit passie, liefhebberij of engagement, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te willen voorzien. Amateurkunst wordt momenteel ook wel aangeduid met het begrip actieve 26 kunstbeoefening’, aldus de in 2008 verschenen handreiking voor amateurkunstbeleid (Kunstfactor, VNG, OCW, Cultuurfonds). Binnen de amateurkunst kan onderscheid worden gemaakt tussen de podiumkunsten (theater, dans en muziek) en de individuele kunsten (beeldende, audiovisuele kunst en schrijven). Podiumkunstenaars werken in groepsverband, zijn georganiseerd en duidelijk aanwezig in het maatschappelijk culturele leven. Zij kennen structuren en reglementen, waarbinnen hun activiteit plaatsvindt. Individuele kunstenaars werken doorgaans op zichzelf, zijn nauwelijks georganiseerd, hebben geen duidelijk podium en zijn voor elkaar en voor de maatschappij minder zichtbaar. Van oudsher zijn vooral de podiumkunstenaars onder de amateurs georganiseerd in verenigingen, die aangesloten zijn bij een koepel. Zeker tweederde van alle amateurbeoefenaars is niet georganiseerd. De laatste jaren neemt de categorie amateurkunstenaars toe, die niet in club- of verenigingsverband actief zijn, maar bijvoorbeeld deel uit maken van ‘communities’ op internet of die zich organiseren in een tijdelijk project; zogeheten ‘ongeorganiseerden’. De meer georganiseerde vormen van amateurkunst, de podiumkunstenaars blijken meer behoefte te hebben aan directe (inhoudelijke) ondersteuning door de overheid in tegenstelling tot de ongeorganiseerde amateurkunst. (handreiking amateurkunstbeleid) Amateurkunst is belangrijk voor het culturele klimaat in de stad. In Nederland zijn ruim drie miljoen mensen tussen de 15 - 80 jaar actief in de amateurkunsten. Actieve deelname in een van de kunstdisciplines is in de eerste plaats voor de beoefenaren zelf van groot belang. Een groot deel van de amateurkunstbeoefenaren behoort tot de frequente bezoekers van professionele kunstuitingen en zij bereiken met hun eigen verrichtingen ook een groot publiek. Daarbij vergroot amateurkunst de sociale cohesie van een wijk, een groep of een stad. Binnen het culturele landschap van de georganiseerde amateurkunst kent Zwolle onder andere de volgende spelers: amateurkunstverenigingen, subsidieregeling amateurkunst, commissie Culturele Activiteiten, subsidieregeling zaalhuur Odeon De Spiegel, steunpunt voor amateurkunst Kunst&Zo, Zang en Muziekraad, Domusica en Popfront. Uit het onderzoek naar amateurkunst in Zwolle van 2008 bleek dat er ca. negentig amateurkunstverenigingen zijn, waarvan ruim 40 zangverenigingen en 30 muziekverenigingen. Ongeveer 50 hiervan ontvangen subsidie voor de kosten van instandhouding van de vereniging en de kosten van uitvoering van het reguliere programma. Voor bijzondere culturele activiteiten is jaarlijks ca. € 85.000 subsidie beschikbaar. De hiervoor in 2002 ingestelde Commissie Culturele Activiteiten behandelt vier maal per jaar subsidieaanvragen en beoordeelt deze aan de hand van vooraf vastgestelde subsidiecriteria. Per ronde worden zo’n tien tot vijftien zeer diverse subsidieaanvragen ingediend. Eén van de criteria voor subsidiëring is dat er sprake moet zijn van originaliteit en vernieuwing, waardoor van de regeling ook een stimulerende werking uitgaat. De Commissie constateert dat er een aantal aanvragers is, dat jaarlijks subsidie aanvraagt voor dezelfde activiteit. De commissie beoordeelt eveneens jaarlijks de grotere culturele evenementen op inhoud. Medio 2010 is door een raadsmotie uit 2009 de regeling ‘Zaalhuur Odeon de Spiegel’ in het leven geroepen. Deze regeling maakt het voor verenigingen mogelijk een subsidie aan te vragen als tegemoetkoming in de huur van podia in Odeon en De Spiegel. De middelen voor deze regeling, € 25.000,-- per jaar, zijn incidenteel beschikbaar tot medio 2013 (seizoen 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013). Tot nu toe is er veel animo voor de regeling. De podia van Odeon De Spiegel zijn beter bereikbaar geworden voor de amateurverenigingen. Kunst&Zo is het steunpunt voor de Zwolse amateurkunst en is in 2009 opgericht naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek naar de Zwolse amateurkunst. Kunst&Zo biedt amateurkunstenaars (zowel individueel als in georganiseerd verband) met succes ondersteuning en advies op allerlei gebieden, van subsidie, beleid en bestuur tot allerlei financiële en praktische zaken. Daarnaast heeft Kunst&Zo een stimulerende/ aanjagende en verwijzende/bemiddelende rol. Kunst&Zo wordt gefinancierd via middelen uit het Fonds voor Cultuurparticipatie, die in elk geval lopen tot en met 2012. De reacties vanuit de Zwolse amateurkunst op het steunpunt zijn overwegend positief. Ook de commissie culturele activiteiten constateert dat er van de geboden ondersteuning een stimulerende en aanjagende werking uitgaat, doordat zij het afgelopen jaar een aantal nieuwe en/of verbeterde subsidieaanvragen heeft ontvangen. De Zwolse Zangraad en de Muziekraad zijn de koepels voor Zwolse zang- en muziekverenigingen. De raden willen beide de belangen van de aangesloten verenigingen behartigen en wensen te fungeren als spreekbuis richting externe partijen, waaronder de gemeente, de lokale pers. Kunst&Zo en de Muzerie. Vrijwel alle Zwolse zangverenigingen zijn lid van de Zwolse Zangraad. Bij de Muziekraad zijn niet alle verenigingen aangesloten. De zang- en muziekraad worden niet gesubsidieerd. 27 Wij subsidiëren een aantal structurele culturele activiteiten. Tot de vorige cultuurnota werden deze initiatieven incidenteel gesubsidieerd. Naar aanleiding van de nota 2005-2008 is de subsidiëring structureel geworden. Het gebouw Domusica in Diezerpoort biedt onderdak aan diverse culturele verenigingen. Het is een voorbeeld van hoe verenigingen samen en met succes een gezamenlijk probleem, de huisvesting, hebben opgelost. Vier verenigingen hebben destijds besloten stichting Ecomuze op te richten en op zoek te gaan naar een geschikt pand. Gezamenlijk hebben ze dit pand gekocht en worden de verschillende zalen nu verhuurd. Domusica streeft ernaar om behalve een verzamelgebouw meer een cultuurhuis in de wijk te zijn. Domusica ontvangt subsidie. Naast Domusica is er nog een klein aantal muziekverenigingen die een repetitieruimte in eigendom hebben. De meeste verenigingen huren een ruimte per dagdeel bij scholen, wijkcentra en dergelijke. De Stichting Zwols Popfront biedt door middel van zes oefenruimten, een café, een opnamestudio en een podium aan niet-professionele muzikanten de gelegenheid hun muziek te oefenen, te laten opnemen en ten gehore te laten brengen. Vier tot zes keer per maand vinden er reguliere optredens plaats, hiervoor wordt geen entree geheven. Naast het reguliere aanbod participeert en organiseert Popfront (in) een aantal grotere activiteiten. Popfront krijgt tot op heden jaarlijks een verrekening in de huur. Popfront en Hedon hebben een intentieverklaring ondertekend, waarin wordt uitgesproken in 2011 te zullen gaan fuseren. We verwachten dat deze fusie een inhoudelijke meerwaarde zal opleveren voor de popcultuur in Zwolle. 28 Bezuinigingen Rijk De nieuwe regering is van plan om fors te bezuinigen op cultuur. Volgens staatssecretaris Zijlstra moet de cultuursector minder afhankelijk worden van de overheid. Meer ondernemerschap en voldoende publiek zijn twee voorwaarden die hij stelt voor het krijgen van cultuursubsidies. Om voor financiering van de overheid in aanmerking te komen worden instellingen voortaan niet alleen beoordeeld op hun artistieke kwaliteit, maar ook op de mate waarin een instelling voldoende bezoekers treft, ondernemend is, toegankelijk is voor kinderen en jongeren en het aanbod een rijkscollectie betreft of (inter-)nationale betekenis heeft. De staatssecretaris benadrukt dat kunst en cultuur bijdragen aan een vrije en vitale samenleving. De hervormingen van het systeem moeten er voor zorgen dat de cultuursector sterker wordt. Op basis van duidelijke en scherpe keuzes moet de overheid de randvoorwaarden scheppen voor een sterke cultuursector. Daarbij is de uitdaging van overheid en cultuursector om daarvoor steun in de samenleving te vinden. De komende tijd worden de hervormingen in overleg met de landelijke cultuursector uitgewerkt, nadat de Raad voor Cultuur er over heeft geadviseerd. De huidige subsidieperiode loopt tot 2012; het lijkt er nu op dat 2013 een overgangsjaar wordt, waarna het nieuwe stelsel in 2014 in gaat. Zwolle is betrokken bij het Landsdeel Oost, gesprekspartner voor het Rijk in de Cultuurnota-systematiek. Met de provincie Overijssel en Gelderland en acht steden wordt opgetrokken om de culturele infrastructuur in dit landsdeel zoveel mogelijk veilig te stellen De impact van de rijksbezuinigingen voor Zwolle is nu nog niet precies te duiden. Bezuinigingen die waarschijnlijk ook Zwolle zullen raken: - Er wordt, oplopend van 30 miljoen euro in 2011 tot 200 miljoen euro in 2015, gekort op cultuursubsidies. Dit treft vooral de podiumkunsten. In Zwolle ontvangen theatergezelschap Gnaffel (€ 100.000 per jaar), het Kameropera productiehuis (€ 50.000 per jaar) en het Kameroperafestival (€ 50.000 per jaar.) mede subsidie van Fonds voor de Podiumkunsten, voorlopig tot 2013. Het is nog niet duidelijk wat het Rijk met dit fonds gaat doen. Het treft ook OdeondeSpiegel. Als de podiumkunsten (orkesten, opera, dans, toneel) fors worden gekort of opgeheven, worden producties duurder of valt er minder te programmeren. - Verhoging van het btw-tarief van 6% naar 19% met ingang van seizoen 2011-2012 heeft een negatieve uitwerking op het publieksbereik van OdeondeSpiegel en Hedon. Ook de niet-gesubsidieerde producties (musicals en andere vrije producties) worden hierdoor getroffen. - De cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs wordt in 2012 afgeschaft. Dit heeft een nadelige invloed op het publieksbereik onder jongeren. - Het Rijk is van plan om de regionale historische centra te decentraliseren naar de provincie en tegelijk te korten met 25%. - Het regeerakkoord benadrukt het belang van actieve cultuurparticipatie, m.n. amateurkunst, volkscultuur en bibliotheekbezoek. Het voortbestaan van het Fonds Cultuurparticipatie is echter lang niet zeker. In Zwolle wordt het steunpunt amateurkunst Kunst & Zo hieruit gefinancierd, de coördinatie cultuureducatie voortgezet onderwijs door Muzerie alsook een aantal projecten. - De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars wordt in 2012 afgeschaft ondanks de recente positieve evaluatie. Dit leidt eerder tot kostenverhoging dan tot een bezuiniging. 29 Instellingen Subsidies 2011 Bibliotheken en media Lokale Omroep 76.506 Literaire Activiteiten Zwolle 5.000 Stichting Bibliotheek Zwolle 3.692.560 Podiumkunsten Odeon De Spiegel 4.170.138 Subsidies gezelschappen 226.000 Stimuleringssubsidies Pod.k. 278.613 St. Stad en Cultuur Hedon 492.105 Popfront 19.634 Evenementen Evenementen en festivals 320.686 Cultuureducatie Muzerie Overige cultuureducatie 2.095.263 180.500 Amateurkunst Zaalgebruik OdS Regeling Amateurkunst Overige subsidies ak 25.000 243.044 31.601 Musea Stedelijk museum Zwolle 1.163.454 Stichting IJsselacademie 32.158 Machinemuseum Zwolle St 28.618 Ecodrome Zwolle Buurtmuseum Kamperpoort Museum de Fundatie St Stelpost effieciencykorting 1.022.127 13.195 605.947 - 100.000 Lokale geschiedenis Historisch Centrum Overijssel 1.432.224 Beeldende kunst Decentralisatiefonds BK 151.500 Presentatiefunctie 101.253 Kunstenaars Belangenvereniging Langhuis het Galerie St 4.668 34.286 Ateliers Zwolle 118.803 R-10 131.782 30 Bijlage 2. Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur “Zwolle wil één van de vijf interessantste steden zijn” (Quote Stentor) Cultuur als kapitaal voor een succesvolle, vitale stad Cultuur en Stad zijn een enorm krachtige economische twee-eenheid. Onderzoeken die dit aantonen zijn er legio. In Zwolle zijn de afgelopen jaren grote investeringen gedaan in cultuur, met als absolute hoogtepunt de opening van theater De Spiegel. Door slimme programmering is het aantal bezoekers aan culturele instellingen in Zwolle de laatste jaren fors toegenomen. Door het verder afstemmen, intensiveren en stroomlijnen van de programmering, bedrijven van gezamenlijke marketing en het met nadruk zoeken van samenwerkingsverbanden met andere ondernemers in de stad zien de culturele instellingen mogelijkheden om binnen de huidige budgetten een jaarlijkse stijging van 10% in de bezoekersaantallen te realiseren tot een verdubbeling van het aantal cultuurtoeristen in Zwolle. Doel is om van Zwolle het Cultuurtoeristische brandpunt van Oost-Nederland en anker van de Noordelijke Randstad te maken. De culturele positie en de betekenis daarvan voor stad en regio zijn hiermee speerpunt van deze notitie. Grote publiekstrekkers, regionaal en nationaal, zijn De Fundatie, Stedelijk Museum, Ecodrome, Hedon, de theaters en festivals. Zij trekken veel bezoekers naar de stad waar de ondernemers en de vitaliteit van de binnenstad bij gediend zijn. De lijn van investeringen van de afgelopen jaren moet in de komende jaren gaan renderen en afgemaakt worden om klaar te zijn met de culturele infrastructuur van de stad voor 12-12-2012. Investeringen binnenstad Cultuur: 1997-2012: 2006: 2006: 2009-2010: 2011: 2011: 2012: 2012: Ecodrome (3,9 miljoen investeringsvolume vanuit gemeentelijke subsidies) De Spiegel (30 miljoen vanuit Gemeente/ Provincie/ sponsoren) Publiekshal HCO (4,8 miljoen/ Het Rijk) Bibliotheek Zwolle (invoering winkelconcept-model) Stedelijk Museum (nieuwbouw 1997: 2,7 miljoen euro/ verbouw 2011: 150.000 euro) Fraterhuis (infrastructuur 500.000 euro/ vanuit fondsen/ privaat/ Provincie) Hedon (mogelijke capaciteitsuitbreiding poppodium Hedon) De Fundatie (5 miljoen euro vanuit Provincie met investeringen in het gebied vanuit de Gemeente) Door de aankoppeling van de Hanzelijn 12-12-2012 ontstaat er een grote kans om deze doelstelling te bereiken. De uitbreiding van Museum de Fundatie kan daarin een mijlpaal zijn. Stedelijk Museum Zwolle wordt verbouwd in 2011. Nog steeds wordt er gesproken over de plannen voor uitbreiding van het poppodium Hedon. Voorgesteld wordt om het jaar 2013 als toetsingsjaar te nemen of de inspanningen leiden tot voldoende economische groei. Bezuinigen op cultuur is kapitaalvernietiging. Bij ruwweg gelijkblijvende exploitatiesubsidies, gaan de Zwolse culturele partners er vanuit dat zij jaarlijks 10% meer gaan verwezenlijken. Cultuur en Stad bieden samen alle kansen voor de ontwikkeling van de culturele dynamiek en de sociale samenhang en om de leefbaarheid van de stad duurzaam te verstevigen. Dit wordt gerealiseerd binnen de huidige budgetten. Zwolle staat voor de belangrijke taak om zoveel mogelijk Zwolse burgers te laten participeren zodat ze grootgebruikers worden van het culturele aanbod. In de benadering van de eigen bewoners van de stad spelen met name Muzerie, de Bibliotheek Zwolle en het Filmtheater een zeer belangrijke rol. Cultuur is economisch interessant, maar ook sociaal. Hoe betrek je de bewoners uit de wijken bij de stad? Cultuur is daar bij uitstek een goed middel voor. Bij de instellingen wordt gedacht aan een presentatie van samenwerkende instellingen in de wijken. Binnen het onderwijs liggen kansen om kinderen en jongeren te bereiken en hen de wereld van de cultuur en het erfgoed te laten ontdekken. Samenwerking met kunstonderwijs en onderwijs in de volle breedte (participatie en kunsteducatie), diverse culturele partners zowel makers als instellingen, maar ook de band met het ondernemersklimaat van Zwolle, creëert een expanderend en succesvol economisch en cultureel klimaat in de binnenstad. De komende jaren werken de 31 instellingen samen om ook de producerende creatieve krachten te tonen die de humuslaag vormen voor een levendige succesvolle cultuur. Als bijlage vindt u hieronder meer inhoudelijke informatie over de uitgangspunten van de gezamenlijke culturele instellingen. Bij bereidheid van wethouder, college en raad in te gaan op dit voorstel van de gezamenlijke culturele instellingen, krijgt het uiteraard handen en voeten in gezamenlijk beleid en een gespecificeerde onderbouwing. De meerwaarde van de gezamenlijke visie en insteek voor de komende beleidsperiode is samen te vatten als: coördinatie, belofte van stijging, hoge mate van samenwerking en gezamenlijke profilering in stad en regio. Directeuren Overleg Kunst en Cultuur Bijlage bij Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur Visie en ambities cultuur in Zwolle Zoals bekend bieden stad en ommeland Zwolle alle kansen. Na Groningen en Nijmegen is Zwolle de meest kansrijke en interessantste stad van Nederland. De stad scoort hoog op ‘Ontwikkeling aantrekkelijkheidsindex’ voor wat betreft de ontwikkelingskansen qua aantrekkelijkheid van de stad door de voorzieningen die het momenteel heeft (Gerard Marlet, december 2010). Wij gaan er van uit dat bij de bestuurders van de stad de argumenten hiervoor bekend zijn, toch een kleine opsomming: * Cultuur-historische binnenstad, historisch erfgoed * Groeigemeente * Behoort bij 35 grote steden met eigen cultuurbudget * Waarde van Aanbod Podiumkunsten in Atlas Ned Gemeenten in kwaliteit en breedte vastgesteld op 433 miljo euro voor de stad en nog eens 100 miljo voor de regio (Atlas NedGemeenten; vergelijking Deventer: 140 miljo voor stad, 54 miljo voor regio; Enschede 491miljo stad vs 61 miljo regio) * aantal voorstellingen podiumkunsten is het hoogste in heel de provincie Overijssel; de afhankelijkheid van dit podiumkunstenaanbod is zowel voor bewoners van de stad als bewoners van de ommelanden evenredig hoog. De situering van Zwolle is er een van een zogeheten witte vlek in het cultuuraanbod landschap en biedt daarmee nog steeds volop kansen. * Sterke stad in een economisch sterke regio * werken volgt wonen en wonen volgt amenities (kwaliteit van aantrekkelijkheid van de stad * bereidheid om te reizen voor amenities * the paradox of urban triomph (platteland komt weer in) smart people strong cities Eveneens in de Atlas Ned Gemeenten wordt geadviseerd te investeren in het tegengaan van vergrijzing door behoud van jonge startende werknemers en ondernemers, het behoud van studenten na hun studie in stad of regio en de werkgelegenheid te laten groeien in de creatieve sector. 32 sociale huur hoogbouw vooroorlogse w oningen omvang woningen winkels mode & luxe nabijheid podiumkunst en culinaire kw alit eit hist orie hist orisch wat er nabijheid nat uur nabijheid kust Ambities waarmaken Niet alleen voor de Bühne, windowdressing, maar ambities waarmaken door te investeren Reeds geïnvesteerd 1997-2012: 2006: 2006: 2009-2010: 2011: 2011: 2012: 2012: Ecodrome (3,9 miljoen investeringsvolume vanuit gemeentelijke subsidies) De Spiegel (30 miljoen vanuit Gemeente/ Provincie/ sponsoren) Publiekshal HCO (4,8 miljoen/ Het Rijk) Bibliotheek Zwolle (invoering winkelconcept-model) Stedelijk Museum (nieuwbouw 1997: 2,7 miljoen euro/ verbouw 2011: 150.000 euro) Fraterhuis (infrastructuur 500.000 euro/ vanuit fondsen/ privaat/ Provincie) Hedon (mogelijke capaciteitsuitbreiding poppodium Hedon) De Fundatie (5 miljoen euro vanuit Provincie met investeringen in het gebied vanuit de Gemeente) 33 Scenario’s De gemeente Zwolle spreekt over drie scenario’s in het kader van de te realiseren bezuinigingen en wat te doen met ambities en investeringen in het kader van die bezuinigingen Voor wat betreft de culturele instellingen focussen wij op 2 ontwikkelingslijnen: • cultuur is van iedereen • versterking cultuur toerisme, aantrekkelijkheid van de stad waarmee we tegelijkertijd pleiten voor het voorkomen van klappen binnen de ontwikkelingslijn van het creatieve klimaat. Krimp zal zeker op alle terreinen klappen opleveren en meest en vooral de stad zelf schaden in de (economische) ontwikkelkansen. Gedane investeringen juist inzetten en ten volle ontplooien. Ambities en beleid gemeente Zwolle alleen waar te maken door stimulering, facilitering, invulling, investering, exploitatie, meer dan infrastructuur alleen. Rol/betekenis 1. Grote publiekstrekkers 2. Festivals 3. Gerichte publiekstrekkers 4. jeugdtheatergezelschap 5. Creatieve ondernemers 6. Informatie en educatie 7. Underground 8. Ondersteunend Fundatie, Odeon de Spiegel,SMZ 5 mei, ZwART, Thorbeckegracht, Internationaal Gitaarfestival, Animatie, Vertelfestival, Straattheater KOH, filmtheater Fraterhuis, Hedon, Gnaffel, 662 creatieve ondernemers (2009) in Zwolle, waaronder R10 en DOAS, De Kerk, Afslag Noord Muzerie, Bibliotheek, Popfront, Eureka KCO, KIZ, ondernemersverenigingen Creatieve ondernemers De creatieve ondernemers zijn de vernieuwers onder de ondernemers. Veelal gezichtsbepalend door de sectoren waarin ze werken, vormgeving, mode, webdesign, games, communicatie, architectuur. Creatieve ondernemers vormen bovendien de jongste generatie docenten in het creatieve onderwijs. Creatieve ondernemers geven een economische impuls aan een stad (Florida, Jacobsen). De beroepsopleidingen in deze sector richten zich op vakmanschap en creativiteit. De loopbaan of onderneming is een ontdekkingstocht ná de opleiding. Deze generatie startende ondernemers op weg helpen bij de start draagt bij aan het realiseren van broodnodige innovatie. Ook de vergrijzing in het onderwijs en bedrijfsleven worden daarmee opgevangen. Innovatie en ondernemerschap zijn speerpunten in het regeerakkoord van de huidige regering. Investeren in startende creatieve ondernemers is een must voor een (lokale) samenleving! Het aantal werkzame personen in de creatieve industrie in Zwolle is 19144 (Bron: Biro/Onderzoek&Statistiek) Aantrekkingskracht stad Zwolle Belangrijke aantrekkelijke facetten van Zwolle zijn, en dat is een open deur, Museum de Fundatie, de podiumkunsten, het totale culturele aanbod, het culinaire klimaat, de historische binnenstad en watergebieden, de nabijheid van prachtige natuur, de voetbalindex niet te vergeten met daarnaast een goed aanbod van winkeld qua mode en luxe. In positieve zin dragen ook bij de aanwezigheid van voldoende woningaanbod, en weinig hoogbouw. Eigenlijk zijn er maar twee factoren waarop Zwolle wat minder scoort en dat zijn de weinig vooroorlogse woningen die beschikbaar zijn en de Nederlandse kust die ver af is\.. Kortom, een sterke stad, een sterke regio 34 Aantrekkingskracht stad en ommeland podiumkunsten De Zwolse bevolking is voor 76% afhankelijk van het podiumkunstenaanbod in de eigen stad (vergelijking: in Deventer 36,4%, Hengelo 36,6%, Enschede 66,8%). In de omliggende plaatsen Olst-Wijhe, Raalte, Dalfsen, Zwartewaterland, Staphorst, Kampen, Ommen, Steenwijkerland is men gemiddeld voor pakweg 60% afhankelijk van het podiumkunstenaanbod in Zwolle. In vergelijking met Deventer, Hengelo en Enschede kan dan ook gesproken worden over de bijzondere plek die Zwolle inneemt in het totale culturele landschap van de provincie, de stad bedient een grote regio! De stad Zwolle biedt haar bewoners en het ommeland een prachtige staalkaart van het totale nationale podiumkunstenaanbod. Met als resultaat een bezoekersschare van 120.000 zeer trouwe vaste theaterbezoekers en nog eens 60 tot 80 duizend incidentele bezoekers ofwel door verkoop aan bijzondere producties die kort of langer incidenteeel in Zwolle staan, amateurproducties of ander gebruik van de theaters De Spiegel en Odeon. Waarde van Aanbod Podiumkunsten is in Atlas Nederlandse Gemeenten in kwaliteit en breedte vastgesteld op 433 miljoen euro voor de stad en nog eens 100 miljoen voor de regio (Atlas Nederlandse Gemeenten; vergelijking Deventer: 140 miljoen voor stad, 54 miljoen voor regio; Enschede 491miljoen stad vs 61 miljoen regio). 35