Cultuur en Stad - Gemeente Zwolle

advertisement
Cultuur en Stad
Cultuurbeleid gemeente Zwolle 2011-2014
Inhoud
•
Aanleiding en doel
p. 3
•
Leeswijzer
p. 4
•
Vertrekpunt: cultuurvisie 2020
p. 4
•
Cultuurbeleid in Zwolse context
p. 5
Zwolle
Collegeakkoord 2010-2014
Aanpalend beleid
o Creatieve economie
o Cultuurhistorie
o Binnenstad
o Evenementen
o Jeugdbeleid en brede school
o Wijkgericht werken
•
Analyse en conclusies
p. 9
•
Scenario’s
p.12
•
Financiële effecten per jaar
p.20
• Bijlagen:
1. Cultuur in Zwolle
2. Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur
p.21
p.31
2
Aanleiding en doel
De oude cultuurnota liep tot 2009. Vervolgens is als stip aan de horizon in samenspraak met partners
in de stad een cultuurvisie 2020 opgesteld, in aansluiting bij het Structuurplan 2020. Zowel de
intrinsieke waarde van cultuur als haar waarde in relatie tot de sociale, ruimtelijke en economische
ontwikkeling van Zwolle krijgen hierin een plaats.
De cultuurvisie 2020 is begin 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. De raad merkte daarbij op dat
de cultuurvisie erg breed is. In de nieuwe cultuurnota zouden scherpere keuzes moeten worden
gemaakt. Het was echter nog niet duidelijk wat deze keuzes dan zouden moeten zijn.
Inmiddels is er een nieuw college en een nieuwe gemeenteraad, en ook een nieuwe regering.
De gevolgen van de economische crisis doen zich de komende jaren voelen.
De rijksoverheid heeft onlangs maatregelen aangekondigd die een grote impact op het culturele leven
zullen hebben. De aangekondigde btw-verhoging op de kaartjes van de podiumkunsten met ingang
van juli 2011 springt het meest in het oog, maar ook de onzekerheid over een aantal fondsen speelt
ons parten. Bovendien is er nog geen dekking voor een aantal onderdelen van het huidige
cultuurbeleid in de begroting na 2012. Wij houden er rekening mee dat in de komende jaren in elk
geval de volgende budgettaire problemen (kunnen) gaan ontstaan:
Stimuleringsreserve podiumkunsten
Het saldo van de reserve bedraagt eind 2010 nog circa € 770.000. De jaarlijkse onttrekking ten
behoeve van activiteiten op het gebied van de podiumkunsten is op begrotingsbasis € 250.000. Deze
reserve zal in 2014 op nul komen. Vanaf dat moment is er geen dekking meer voor het subsidiëren
van professionele producties podiumkunsten.
Rijk en gemeente subsidiëren gezamenlijk
Op een aantal beleidsterreinen binnen de cultuursector worden activiteiten van Zwolse instellingen
gefinancierd met een bijdrage van het rijk, waarbij de gemeente deze bijdrage matcht.
In een aantal gevallen doet zich daarbij in de komende jaren een tweeledig probleem voor:
1. Het gemeentelijk aandeel in de subsidieverlening is meerjarig incidenteel begroot t/m 2012.
Vanaf 2013 is geen dekking geregeld.
2. Voortzetting van de subsidieverlening door het rijk vanaf 2013 is onzeker, nu het rijk
bezuinigingsmaatregelen voor de cultuursector heeft aangekondigd. In dat geval zal door de
gemeente een afweging moeten worden gemaakt om het rijksaandeel te compenseren, willen
we de betreffende voorzieningen op hetzelfde niveau in stand houden
Deze problematiek doet zich voor in de volgende situaties:
- De subsidiëring van gezelschappen/productiehuis (Gnaffel,Kameroperahuis en -festival),
waarbij de genoemde instellingen een rijkssubsidie ontvangen uit het Fonds Podiumkunsten.
- Het Steunpunt Amateurkunst: het gemeentelijk subsidie wordt voor de helft gedekt uit een
rijksbijdrage die de gemeente ontvangt uit het Fonds Cultuurparticipatie
- De subsidiëring van de coördinatie en projecten cultuureducatie voortgezet onderwijs; ook hier
wordt het gemeentelijk subsidie voor de helft gedekt uit een rijksbijdrage van het Fonds
Cultuurparticipatie.
Regeling zaalhuur OdeondeSpiegel
Bij gebruik van zaalruimte in OdeondeSpiegel door amateurkunst instellingen kan een deel van de
zaalhuur worden gecompenseerd. Hiervoor is op jaarbasis een budget beschikbaar van € 25.000. Dit
budget is in 2010 voor drie jaar meerjarig incidenteel in de gemeentebegroting opgenomen. De
regeling zal worden geëvalueerd. Vanaf 2013 is hiervoor nog geen dekking.
Huisvesting R10
In de komende jaren moet hierin worden geïnvesteerd. Op dit moment is het nog niet duidelijk of het
om herhuisvesting of om renovatie zou moeten gaan. Dit zal het komende jaar duidelijk moeten
worden.
3
Uitbreidingsplannen Hedon en Fundatie
De financiële afweging is voorzien bij de besluitvorming over het Investeringsprogramma.
Wij hebben met de culturele organisaties die subsidie ontvangen, de mogelijkheden om te bezuinigen
1
verkend. De grotere culturele instellingen hebben vervolgens gezamenlijk een visiedocument
2
opgesteld.
De gemeente moet bezuinigen én vooruit kijken. De cultuurnota zet zich hiermee uiteen, om tot
richtinggevende keuzes te komen voor het cultuurbeleid 2011-2014. Dit betekent concreet het
volgende. We leggen aan de raad een aantal scenario’s op hoofdlijnen voor. Het visiedocument van
de instellingen is het vertrekpunt voor het eerste scenario.
De raad kiest, al dan niet amenderend, een scenario, en bepaalt daarmee de kaders van het
cultuurbeleid. De consequenties hiervan werken we vervolgens uit met onze partners in de stad.
Leeswijzer
Het vertrekpunt voor deze cultuurnota is de cultuurvisie 2020. De analyse die hieraan ten grondslag
ligt, doen we hier niet over. We starten met een kernachtige samenvatting van de cultuurvisie.
Dan kijken we naar de context van het cultuurbeleid in Zwolle. Die bestaat uit drie onderdelen: de
staat van de stad, het nieuwe collegeakkoord en aanpalend beleid. Hieruit trekken we conclusies voor
de gewenste richting van het cultuurbeleid voor de komende vier jaar.
We sluiten af met een aantal scenario’s die kaderstellend zijn voor het cultuurbeleid. Zodra de raad de
kaders heeft bepaald, worden deze verwerkt in een beslisnota die voor definitieve besluitvorming aan
de raad wordt voorgelegd.
De bijlagen zorgen voor verdieping en achtergrondinformatie. Cultuur in Zwolle (bijlage 1) geeft een
goed beeld van het terrein waarmee het cultuurbeleid zich uiteen zet. Het visiedocument van het
Directeuren Overleg Kunst en Cultuur (bijlage 2) is de onderlegger voor het eerste scenario.
De cultuurvisie en het bijbehorende analysedocument liggen ter inzage bij de griffie.
Vertrekpunt: cultuurvisie 2020
De cultuurvisie 2020 is in 2009 ontwikkeld in samenspraak met het culturele veld en andere partners.
De visie is niet opgehangen aan een dominant thema of een overheersende kwaliteit. In
overeenstemming met de identiteit van Zwolle mikt de cultuurvisie op groei over de volle breedte. Er
worden drie ontwikkelingslijnen voorgesteld, en een vierde als ondersteuning.
De ontwikkelingslijn creatief vermogen richt zich op de creatieve economie, op versterking van de
creatieve professionals. Enerzijds door het (al dan niet tijdelijk) herbestemmen van gebouwen en
locaties voor creatieve bedrijvigheid. Anderzijds door versterking van het makersklimaat door het
trekken van jong talent naar Artez en het binden van afgestudeerden. Programmering van jonge
makers op de stedelijke podia en subsidiëring van producties worden in dit verband genoemd.
De ontwikkelingslijn cultuur van iedereen richt zich op cultureel burgerschap van de eigen Zwolse
bevolking. Kennis van kunst en cultuur en de deelname daaraan is geen vrijblijvende vorm van
vrijetijdsbesteding maar een maatschappelijke noodzaak voor het goed functioneren van de
samenleving. Talentontwikkeling, (leren) genieten van kunstuitingen en culturele vaardigheden zijn
nodig om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving, onder andere door middel van
1
2
Zie de gespreksverslagen over bezuinigen.
Zie bijlage 2.
4
taalontwikkeling, mediawijsheid en cultuureducatie. Deze ontwikkelingslijn beoogt cultuur in de wijk te
brengen en extra aandacht aan jongeren te schenken.
De ontwikkelingslijn cultuurtoerisme richt zich op het aantrekken van meer bezoekers naar Zwolle;
naar de culturele instellingen en naar de stad. De kwaliteiten van de binnenstad moeten worden
gestapeld; de binnenstad moet één grote uitnodiging vormen voor cultuur, winkelen en uitgaan in een
historische setting. Grote manifestaties en gerichte marketing moeten Zwolle profileren als cultuurstad.
De ontwikkelingslijn cultureel netwerk richt zich op versterking van de culturele sector, en ondersteunt
als zodanig de andere drie ontwikkelingslijnen.
Cultuurbeleid in context
Zwolle
Cultuur is belangrijk voor de integrale ontwikkeling van onze gemeente. Zwolle staat er over het
algemeen goed voor. Vergeleken met andere 100.000+ gemeenten scoort Zwolle goed. Dat geldt voor
de economische vitaliteit, voor de ruimtelijke kwaliteit en ook in sociaal opzicht. Zwolle is een centrum
van onderwijs, gezondheidszorg en bestuur met een rijke geschiedenis, een prachtige binnenstad en
natuurgebieden binnen handbereik. Het aantal voorstellingen podiumkunsten is hier het hoogst van de
3
hele provincie. In de stad zijn veel creatieve opleidingen. Zwolle heeft een stevige sociale structuur
met over het algemeen tevreden burgers. De bevolking is relatief jong en groeit nog steeds tot
134.000 inwoners in 2025. Het aantal jongeren van 0 tot 25 jaar neemt toe van 37.000 naar 42.000 in
2025.
Zwolle groeit dus, en de komst van de Hanzelijn op 12 december 2012 kan deze groei versterken. De
Hanzelijn sluit Zwolle nog beter aan op de rest van het land. Mensen uit de Randstad komen hiermee
sneller en vaker naar Zwolle. Goed voor de stedelijke economie, goed voor de binnenstad, goed voor
Zwolle, althans: als er genoeg te beleven valt in Zwolle.
Al gaat het relatief goed in Zwolle, de economische crisis zal zich ook hier de komende jaren doen
voelen. Ook de gemeentelijke organisatie moet bezuinigen. Hier komt de veranderende rol van de
lokale overheid nog bij. De toenemende complexiteit van maatschappelijke vraagstukken vraagt
steeds meer om samenwerking van diverse actoren. Verbinding is niet voor niets het uitgangspunt
voor het nieuwe college.
Collegeakkoord 2010-2014
Het nieuwe collegeakkoord 2010-2014 zet in op een stad waarin iedere Zwollenaar meetelt en
meedoet. De verbinding tussen mensen en het versterken van verbindingen tussen mensen,
organisaties en gemeente is daarbij het uitgangspunt. Iedereen moet de kans krijgen zijn of haar
kwaliteiten te ontwikkelen en te gebruiken. De gemeente wil ruimte geven aan initiatieven. Dat vraagt
om vertrouwen, om minder regels en om een geïntegreerde aanpak; om maatwerk bij de inzet in
wijken. Bovendien wil ze duurzame ontwikkeling bevorderen.
In het collegeakkoord is participatie een centraal begrip. Het gaat hierbij niet alleen om participatie van
mensen die een uitkering ontvangen, of om participatie zoals bedoeld in de WMO. Het gaat ook om
maatschappelijke participatie in wijken en buurten en om voortzetting van de beweging die is ingezet
onder de paraplu van Samen maken we de Stad. Door het college is inmiddels de volgende visie op
4
participatie geformuleerd:
3
Ook de waarde van podiumkunsten is het hoogst: voor de stad € 430.000.000 en voor de regio €
100.000.000. Vergelijk Deventer: € 140.000.000 resp. € 54.000.000; Enschede: € 491.000.000 resp. €
61.000.000. Gerard Marlet en Clemens van Woerkens, ‘Atlas voor gemeenten 2010’.
4
Deze visie is op 17 januari 2011 besproken met de gemeenteraad.
5
“Aan het eind van deze bestuursperiode is zichtbaar dat er een andere relatie tussen gemeente en
samenleving is gegroeid met een stijl van besturen waarbij de nadruk ligt op het aanspreken van de
kracht van mensen en partijen in de stad om maatschappelijk gewenste effecten te bereiken. Het
accent is verschoven naar meer eigen verantwoordelijkheid van mensen, een grotere betekenis van
eigen initiatief en het bereiken van meerwaarde door op synergie gerichte samenwerking. Daarbij
nemen we onze verantwoordelijkheid voor mensen die door omstandigheden hulp of ondersteuning
van de overheid nodig hebben. Verder nemen we onze verantwoordelijkheid voor de locale
regiefunctie, het leggen van verbindingen tussen mensen en partijen die zich mede verantwoordelijk
tonen voor de publieke zaak en het motiveren en activeren van mensen die daar een bijdrage aan
5
kunnen leveren.”
Verbinding is niet zomaar een uitgangspunt van het collegeakkoord. Het gaat niet alleen over sociale
cohesie, maar ook over een andere relatie tussen gemeente en samenleving. Een andere relatie die
6
vraagt om een andere houding en rolneming van alle betrokkenen.
De nadruk op eigen verantwoordelijkheid van mensen betekent dat we meer uitgaan van de eigen
kracht van mensen en organisaties. Een grotere betekenis van eigen initiatief vraagt om ruimte voor
medeverantwoordelijkheid van partijen in de stad. Dat betekent dus ook iets voor onze eigen
rolinvulling. We gaan niet op de stoel van de uitvoerders zitten, maar maken gebruik maken van de
civil society en stimuleren samenwerking op uitvoerend niveau.
Aanpalend beleid
Creatieve economie
Zwolle is in de veertiende eeuw als handelsstad mede groot geworden door haar geografische ligging.
Mensen kwamen naar Zwolle omdat daar werk was. De locatiebeslissing ligt tegenwoordig echter
steeds meer bij huishoudens, werken volgt wonen. Bovendien blijkt de bevolkingssamenstelling er
voor het economisch succes van steden meer toe te doen dan de bevolkingsomvang. In steden waar
hoogopgeleide creatieve mensen wonen, neemt de werkgelegenheid toe. Sinds Richard Florida
7
hierover heeft gepubliceerd, nemen veel steden maatregelen om de stad aantrekkelijker te maken
voor creatieve professionals. In Zwolle is in dit verband de stichting Kreatieve Industrie Zwolle (KIZ)
opgericht. Hierin participeren momenteel de gemeente Zwolle, onderwijsinstellingen (ArtEZ,
Windesheim, Deltioncollege, Cibap en Landstede), MKB-Midden Nederland, VNO-NCW en de Kamer
van Koophandel. KIZ heeft vier doelstellingen: versterken van de creatieve branche, versterken van
de band tussen creatieve professionals en het overige bedrijfsleven, verbinden van partijen en
bijdragen aan een positief creatief imago voor Zwolle.
Van de beroepsbevolking in Zwolle hoort 38 procent tot de creatieve klasse. Het aandeel van de
8
creatieve industrie in Zwolle in de totale werkgelegenheid is 2 procent, i.c. 1614 personen; het
aandeel van de creatieve bedrijven in het totaal aantal bedrijven is 11% procent, i.c. 652 bedrijven. De
werkgelegenheid in de creatieve industrie is tussen 1996 en 2008 gegroeid met 138 procent, tegen
9
een groei van de totale werkgelegenheid van 40 procent.
Net als veel andere steden stimuleert Zwolle de creatieve economie onder andere door haar ruimtelijk
te faciliteren. Bijvoorbeeld door oude panden goedkoop te verhuren aan kunstenaars, maar ook
5
Gemeente Zwolle, Plan van aanpak participatie (januari 2011).
Gerbrich Kuperus, Marian Dobbe-Kluijtmans, Sebastiaan van den Bogaard en Jaring Hiemstra,
‘Nieuwe rol en werkwijze diensten maatschappelijke ontwikkeling’, Sociaal bestek 6/2010.
7
Richard Florida, The rise of the creative class (2002).
8
De door de gemeente (en ook meest gebruikte) definitie van creatieve industrie is: kunsten, media
en entertainment, en de creatieve zakelijke dienstverlening.
9
‘Ruimte voor creatieve industrie, waarom en hoe. Aanbevelingen voor college van B&W, Gemeente
Zwolle en bestuur KIZ’ (z.j.), Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem; gegevens van
de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Zwolle.
6
6
10
andere creatieve milieus wil ze faciliteren. Overigens bestaat er geen significant verband tussen de
aanwezigheid van kunstenaars en de groei van de werkgelegenheid. “Daar staan de robuuste
resultaten met het culturele aanbod in een stad tegenover. Dat aanbod biedt wel een belangrijke
11
verklaring voor de aantrekkingskracht van steden op kansrijke bevolkingsgroepen.”
Cultuurhistorie
De kracht van Zwolle is mede gebaseerd op de prachtige historische binnenstad en de rijkdom van
historische gebouwen en structuren in de omliggende wijken en in het buitengebied. Historische
waardevolle objecten leveren een belangrijke bijdrage aan (de kwaliteit van) de leefomgeving en aan
het historisch besef. Het archeologisch erfgoed draagt bij aan het inzicht over het ontstaan van onze
stad en omgeving en over de bewoners en hun gebruiken. Het is in vele gevallen de enige bron van
onze geschiedschrijving.
Het Zwolse erfgoedbeleid is daarom gericht op de duurzame instandhouding van historisch
waardevolle objecten, stedenbouwkundige en landschappelijke structuren en op het beschermen,
behouden en onderzoeken van archeologische waarden.
Modernisering Monumentenzorg (MoMo) is het nieuwe (rijks)monumentenbeleid dat ook belangrijke
gevolgen heeft voor de gemeente Zwolle. Het nieuwe stelsel betekent een verbreding van
objectgerichte monumentenzorg naar een geïntegreerde cultuurhistorische benadering bij ruimtelijke
ontwikkelingen. De drie rijkspijlers bestaan uit: verankering van cultuurhistorische belangen in de
ruimtelijke ordening (bestemmingsplan), eenvoudiger regelgeving en het bevorderen van
herbestemming (waarde en duurzaamheid). Momenteel wordt gewerkt aan een geactualiseerd Zwols
erfgoedbeleid.
Binnenstad
De bestedingen in de binnenstad lopen terug, er zijn minder bezoekers en panden staan langer leeg.
De kadernota binnenstad stelt een aantal scenario’s voor om in te spelen op de toekomst. Het
scenario ‘Zwolle bij de top van de Nederlandse binnensteden’ is onlangs breed omarmd door alle
betrokkenen en wordt nu verder uitgewerkt. Dit scenario mikt op een transformatie van de binnenstad
naar een ‘place to be’ als historische binnenstad met een onderscheidende mix van winkels, horeca
en cultuur. Een stad waar regelmatig evenementen worden georganiseerd met een landelijke
uitstraling, erop gericht om mensen naar Zwolle te halen, hen daar langer te laten verblijven en er
meer geld uit te laten geven. Hiermee wordt optimaal ingespeeld op de goede bereikbaarheid van
12
Zwolle en de aansluiting met de Randstad door de ligging aan de A28 en (binnenkort) de Hanzelijn.
Een manier om de historie van de binnenstad meer te beleven, is aandacht besteden aan de
geschiedenis van de stad en de verhalen achter de monumenten. Verhalen kunnen op vele manieren
worden verteld. Kunstenaars en evenementen kunnen een rol spelen bij het vertellen van deze
verhalen. Neem de beeldende kunstroute ‘Reaction & Reflection’. Kunstenaars reageren en
reflecteren met hun werk op de stad met zijn rijke geschiedenis, goed voor een spannende kunstroute
13
waardoor je de stad met andere ogen beziet.
Evenementen
De kadernota binnenstad benadrukt het belang van evenementen voor het trekken van bezoekers
naar Zwolle. Overigens heeft niet elk evenement als voornaamste prioriteit het trekken van veel
bezoekers. Zwolle wil zich ook met kwaliteit profileren.
10
Ruimte voor creatieve industrie, waarom en hoe. Aanbevelingen voor college van B&W, Gemeente
Zwolle en bestuur KIZ’ (z.j.), Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem.
11
Gerard Marlet, De aantrekkelijke stad, 335-336.
12
‘Rapport kadernota economisch beleid binnenstad Zwolle. Dynamiek in de binnenstad’ (2010),
Ecorys Nederland BV.
13
Een project van het BKV-fonds, van 15 januari t/m 27 maart 2011.
7
Tot nu toe worden culturele evenementen vooral beoordeeld op hun bijdrage aan het Zwolse
productieklimaat en hun artistieke meerwaarde ten opzichte van het reguliere aanbod dat door
instellingen wordt getoond. Vanuit de cultuurbegroting wordt jaarlijks een bedrag van ongeveer €
175.000 in het overkoepelende evenementenbudget gestort.
Momenteel wordt het evenementenbeleid herijkt. De afdeling Economische Zaken heeft hierbij het
voortouw. Vanuit cultuurbeleid zijn er twee aandachtspunten. Enerzijds het versterken van de culturele
evenementen door meer onderlinge samenwerking, zowel inhoudelijk als ook op het gebied van
marketing. Naar verwachting wordt de herkenbaarheid hierdoor vergroot, waardoor er op termijn meer
bezoekers op af zullen komen. Anderzijds zal een beoordeling op inhoud, op culturele meerwaarde
moeten blijven bestaan. Evenementen zonder of met beperkte culturele meerwaarde kunnen van
groot belang zijn voor het trekken van toeristen, maar behoren niet op de cultuurbegroting te drukken.
Zwolle Marketing, gestart eind 2008, biedt expertise voor het organiseren van evenementen en kan
ook een rol spelen bij het herkennen en bundelen van kansrijke ideeën. Het Zwols UITburo, gestart
eind 2009, is een initiatief van alle belangrijke evenementenorganisaties en culturele instellingen. Het
richt zich in hoofdzaak op de communicatie van het culturele en vrijetijdsaanbod via diverse
mediakanalen. De eerste interactieve schermen in de stad staan er. De opening van het culturele
seizoen wordt dit jaar gezamenlijk en grootser aangepakt bij het Thorbeckegracht festival.
Jeugdbeleid en brede school
De ontwikkeling van het integrale jeugdbeleid is in volle gang. Er is een kanskaart gemaakt waarop de
belangrijkste doelen zijn benoemd. Het kind, de jongere staat centraal en moet zich optimaal kunnen
ontwikkelen, sociaal-emotioneel, cognitief en fysiek. Talentontwikkeling is van groot belang. Op deze
manier leert het kind zich veelzijdig te uiten. Culturele voorstellingen en andere culturele uitingen
prikkelen het kind en stimuleren verdere ontwikkeling.
Via expertmeetings en vervolgbijeenkomsten worden de beleidsinstrumenten voor het jeugdbeleid de
komende maanden verder doordacht.
Brede scholen zijn volgens de gemeente een belangrijk middel om bij te dragen aan condities voor
een optimale ontwikkeling van de Zwolse jeugd en de wijk. Op brede scholen wordt onderwijs
gecombineerd met bijvoorbeeld opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur. Kinderen krijgen hierdoor
kansen die ze niet allemaal vanuit huis meekrijgen. De gemeente is in 2008 gestart met de impuls
brede scholen, sport en cultuur, een door het rijk geïnitieerde regeling. Sportservice, Muzerie en
Bibliotheek Zwolle vullen dit met een wijkgerichte aanpak in. De brede school is het vertrekpunt, maar
door gebruik te maken van voorzieningen en initiatieven in de wijk kan het aanbod van Sportservice,
Muzerie en Bibliotheek vanuit de brede school een uitstraling hebben naar de wijk waarin de school
zich bevindt. De brede school impuls wordt in Zwolle nu vooral ingezet op scholen in sociaal
economisch zwakkere wijken.
Wijkgericht werken
De ambities van het collegeakkoord zijn richtinggevend voor de wijze waarop wijkgericht werken de
komende jaren invulling krijgt. De inhoudelijke koers is nog steeds om samen met bewoners en
partners te blijven werken aan leefbare, duurzame en veilige wijken en aan het beheer en onderhoud
van de stad.
De manier waarop we dat gaan doen is alleen anders dan voorheen. De opgave die er in de wijken
ligt, stellen we centraal. Dat vraagt om inzicht in de opgave, om goede informatie over leefbaarheid,
kwaliteit van onderhoud en veiligheid in wijken. Een goed monitoringsysteem (buurt voor buurt en
early warning) is hierbij behulpzaam. Het levert feitelijke informatie op en informatie over de beleving
van bewoners over de leefbaarheid, veiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte in hun wijk.
Sociaal-artistieke projecten zoals in de wijken Diezepoort en Kamperpoort worden uitgevoerd door
Muzerie, Travers en de bewoners van de wijken, worden als instrument ingezet om op wijkniveau met
cultuur sociale doelstellingen te realiseren. Het Buurtmuseum Kamperpoort is ook een mooi
voorbeeld.
8
Analyse en conclusies
Het collegeakkoord vraagt om een focus op participatie. Bezien vanuit maatschappelijk effect gaat het
om persoonlijke groei, om sociale cohesie, om burgerschap en een goed leefklimaat. Bezien vanuit de
opgaven voor de culturele organisaties gaat het om educatie, vergroting van het publieksbereik onder
Zwollenaren en inspelen op wijken.
Uit de staat van de stad blijkt dat het aantal Zwollenaren de komende jaren toeneemt, evenals het
aantal jongeren. Dat betekent dat de doelgroepen groter worden.
Door culturele educatie via het onderwijs aan te bieden, wordt alle jeugd in Zwolle bereikt. In lijn met
de ambities uit de cultuurvisie is het goed om de inzet van Muzerie, in nauwe afstemming met het
onderwijs, op scholen te verhogen. Dit zal ten koste gaan van het gesubsidieerde vrijetijdsaanbod.
Hoe meer eigen keuze, hoe minder subsidie. Muzerie zal daardoor minder eigen accommodaties
14
nodig hebben. Hier kan een besparing worden gerealiseerd.
De insteek via de brede scholen waarbij naschools aanbod wijkgericht wordt aangeboden, komt de
leefbaarheid van de wijk ten goede. Ook community-art is een goede manier om de leefbaarheid van
de wijk te versterken. In lijn met het opgavengericht werken wordt een wijkgerichte aanpak selectief
ingezet. De hertaling van wijkgericht werken in opgavengericht werken betekent dat we gericht willen
inzetten op wijken die slecht scoren op een aantal relevante indicatoren als leefklimaat, participatie en
15
sociale cohesie.
Ook culturele instellingen als OdeondeSpiegel, Hedon, Fundatie, Stedelijk Museum en het Historisch
Centrum Overijssel, instellingen met een regionale betekenis, hebben de opdracht hun publieksbereik
onder inwoners van Zwolle te verbreden. Dit vraagt om een specifieke gerichtheid op mensen die nu
nog niet vanzelf bij deze instellingen over de drempel komen.
De brede omarming van de kadernota binnenstad vraagt om een focus op de binnenstad. Zwolle als
ambitieuze stad, die de cultuurhistorie en de culturele infrastructuur benut voor een levendig cultureel
klimaat met een bruisende binnenstad. De binnenstad is het podium voor evenementen met regionale
of landelijke uistraling. Toeristen komen hier graag op af, en het komt ook ten goede aan het woon-en
vestigingsklimaat van Zwolle.
Bezien vanuit economisch effect gaat het om het toenemen van bestedingen in de binnenstad,
vergroten van de werkgelegenheid en meer toeristische overnachtingen. Bezien vanuit de opgaven
voor de culturele organisaties gaat het om vergroten van het publieksbereik in de regio, inspelen op
de binnenstad, gezamenlijke programmering, realiseren van bijzondere manifestaties en meer inzet
op pr en marketing. Dit vraagt nadrukkelijk om cultureel ondernemerschap.
De meeste Zwolse culturele instellingen zijn van regionale betekenis. Alleen Bibliotheek Zwolle en
Muzerie richten zich specifiek op de eigen inwoners van de gemeente. (Het werkgebied van Muzerie
is overigens wel groter: dat bestrijkt naast Zwolle de gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Hattem en
Ommen.) Vergroting van de regionale betekenis betekent dus nog meer mensen uit de regio trekken.
Bijzondere manifestaties betekent in dit verband vooral grote publiekstrekkers. Thematische
samenwerking van de culturele instellingen onderling, maar ook met horeca en middenstand, kan
hierbij voor synergie zorgen. Denk aan het vlot trekken van de flaneeravonden ten behoeve van een
bruisende binnenstad.
Met de komst van het Zwols UITburo eind vorig jaar is de samenwerking op het gebied van pr en
marketing goed opgestart.
14
De locatie in het Cultuurhuis in Stadshagen zal als eerste worden verlaten. De bezettingsgraad is te
gering om deze locatie te blijven huren.
15
Dat sluit aan op de bevinding dat geaccumuleerde non-participatie aan cultuur, sport en recreatie
vooral wordt aangetroffen onder mensen met een laag inkomen, laagopgeleiden, allochtonen,
ouderen en mensen met een beperking. Sociaal Cultureel Planbureau, ‘De sociale staat van
Nederland 2009’.
9
Profiel cultuurbeleid: Cultuur en Stad
Het cultuurbeleid richt zich de komende vier jaar op twee uitdagingen die hand in hand gaan. Door
hierin succesvol te zijn, versterkt Zwolle haar woon- en leefklimaat en de stedelijke economie. Het
levendige culturele leven trekt inwoners en bezoekers naar de historische binnenstad. De culturele
dynamiek draagt bij aan de sociale samenhang in de stad en de stedelijke economie. Inwoners
participeren volop en profiteren van het uitgebreide culturele aanbod dat mede dankzij bezoekers van
elders in stand kan worden gehouden.
Dit doet een groot beroep op het cultureel ondernemerschap van de culturele organisaties. Een
professionele bedrijfsvoering en investeren in maatschappelijk draagvlak zal resulteren in verbreding
en vergroting van het publieksbereik en verhoging van de inkomsten. Deze beweging is al eerder
ingezet.
1. Participatie
De eerste uitdaging is participatie. De nadruk ligt hier op verbreding van het publieksbereik onder de
inwoners van Zwolle. Dit geldt niet alleen voor de organisaties die zich in hoofdzaak op de eigen
inwoners richten, Bibliotheek Zwolle, Muzerie en het Filmtheater. Ook instellingen als de musea en de
theaters hebben de opdracht om ervoor te zorgen dat hun publiek verbreedt, zodat zij meer inwoners
over de drempel krijgen. Amateurkunst levert een belangrijke bijdrage aan de participatie doelstelling.
Een groot deel van de amateurkunstbeoefenaren behoort tot de frequente bezoekers van
professionele kunstuitingen en zij bereiken met hun eigen verrichtingen ook een groot publiek. Daarbij
vergroot amateurkunst de sociale cohesie van een wijk, een groep of een stad.
Beoogde maatschappelijke effecten zijn persoonlijke groei, sociale cohesie, burgerschap en een goed
leefklimaat.
Van de organisaties wordt cultureel ondernemerschap gevraagd, gerichte samenwerking met elkaar
en andere partners, en speciale aandacht voor bepaalde wijken.
De vergroting van het publieksbereik van Bibliotheek Zwolle, en vooral onder jongeren, is een
inspirerend resultaat van de samenwerking van onderwijs en bibliotheek.
Evenementen en projecten die in dit verband worden georganiseerd, in de stad of in wijken, zijn met
name gericht op verbreding van het publieksbereik onder inwoners van Zwolle. Dit vraagt van de
culturele organisaties een specifieke gerichtheid op mensen die nu nog niet vanzelf bij deze
instellingen binnen komen. Dit gaat verder dan sociaalartistieke projecten, waarbij cultuur wordt
ingezet om sociale doelstellingen te realiseren. Een parel als de Fundatie kan op dit gebied veel
betekenen. Denk bijvoorbeeld aan een avondprogramma voor inwoners van bepaalde wijken, met
gratis toegang en rondleidingen, combinaties met het Stedelijk Museum, R10, Hedon,
OdeondeSpiegel of het Historisch Centrum Overijssel.
Andere partners zijn bijvoorbeeld het welzijnswerk, maar ook de creatieve opleidingen in de stad zijn
belangrijke bondgenoten. Participatie van studenten in projecten en via stages versterkt niet alleen de
binding met de stad; meer levendigheid en creativiteit dragen ook direct bij aan de stad. Op dit terrein
valt naar verwachting nog veel winst te boeken.
De samenwerking van Hedon en Popfront is ook in dit licht te bezien. Popfront kan veel meer bieden
dan alleen faciliteiten. In de combinatie kan het een broedplaats worden voor de Zwolse popmuziek,
met een groter bereik en meer effect.
We houden de percentageregeling beeldende kunst in stand. Participatie van bewoners in
kunstprojecten en de verbinding tussen beeldende kunst en de stad blijven van groot belang. De
mogelijkheden van de percentageregeling worden verruimd ten behoeve van‘onderbedeelde’ plekken
in de stad en ook voor het onderhoud van kunstwerken. Dit raakt ook direct aan de tweede ambitie,
een sterke stad.
10
Sterke stad
De nadruk ligt hier op versterking van het culturele klimaat in de binnenstad. Afstemming van
programmering, gezamenlijke marketing en samenwerking met andere ondernemers versterken de
economie van de binnenstad en zorgen voor een stijging in de bezoekersaantallen van
cultuurtoeristen. Met de komst van de Hanzelijn wordt Zwolle het cultuurtoeristisch brandpunt van
Oost-Nederland en het anker van de Noordelijke Randstad. Programmatische samenwerking met
Kampen kan dit nog versterken.
Beoogde maatschappelijk effecten zijn toename van bestedingen in de binnenstad, vergroten van de
werkgelegenheid, meer toeristische overnachtingen en een goed woon- en vestigingsklimaat.
Van de organisaties wordt cultureel ondernemerschap gevraagd, gerichte samenwerking met elkaar
en andere partners in de stad en gezamenlijke marketing en profilering.
Evenementen die in dit verband worden georganiseerd zijn vaak gericht op het trekken van een groot
publiek uit de regio en de rest van het land. Maar een klein, bijzonder evenement kan ook bijdragen
aan het imago van Zwolle, waarmee het indirect ook een publiekstrekker wordt. Dit moet dan wel
publicitair worden benut.
Kan het gitaarfestival, dat internationale bekendheid geniet maar onbekend is bij het grote publiek,
hierin ook niet meer betekenen? Niet elk evenement hoeft uit te groeien tot de maat van het
bevrijdingsfestival, maar kwaliteit wil worden gehoord en gezien, kansen zijn er om te worden benut.
Het bedrijfsleven is een belangrijke partner. Niet alleen de ondernemers uit de binnenstad, maar ook
andere bedrijven hebben belang bij een goed woonklimaat in Zwolle, omdat dit aantrekkelijk is voor
werknemers. Een sterke stad betekent ook dat er voldoende en goed opgeleid arbeidspotentieel
aanwezig is. Cultuur en stad zijn een economische twee-eenheid.
Bezuinigingen
16
Bezuinigen op cultuur staat op gespannen voet met de constatering dat de doelgroepen voor het
cultuurbeleid in omvang toenemen. Het inwoneraantal van Zwolle blijft groeien en ook de bezoekers
en toeristen komen met de komst van de Hanzelijn eerder in Zwolle. Bezuinigen doet per definitie pijn.
Zwolle kent weliswaar een redelijk brede culturele infrastructuur, maar er is geen overlap.
Bij de besluitvorming over de perspectiefnota van 2008 is een taakstelling van € 100.000 opgelegd
met ingang van 2011, die vooruitliep op de te boeken efficiëntiewinst die de fusie van het Stedelijk
Museum en het Historisch Centrum Overijssel zou moeten opleveren. Deze fusie is zoals bekend niet
doorgegaan, maar de taakstelling is overeind gebleven. Begrotingstechnisch is deze taakstelling
verwerkt met ingang van 2011, maar feitelijk nog niet geëffectueerd. We stellen voor deze taakstelling
onder te brengen in de brede bezuinigingsopgave voor cultuur.
Waar kunnen we bezuinigingen realiseren? Het ligt voor de hand om in eerste instantie subsidies die
weinig verbinding hebben met de ontwikkelingslijnen uit de cultuurvisie en de focus op Cultuur en
Stad, kritisch te bekijken. De positie van het Ecodrome staat al langer ter discussie. Voor toerisme
heeft het een zeker belang, maar vanuit cultuur is het een vreemde eend in de bijt. Ook het
Machinemuseum past niet goed binnen de ontwikkelingslijnen van de cultuurvisie. Voor beide zullen
aparte beslisnotities worden opgesteld, die samen met de cultuurnota aan de gemeenteraad worden
aangeboden. Bij de opstelling van de scenario’s zijn bezuinigingen op beide instellingen als vaste
ingrediënten opgevoerd.
De vraag om scherpere keuzes voor het cultuurbeleid, de steun vanuit het collegeakkoord en
aanpalende beleidsterreinen voor het profiel Cultuur en Stad in combinatie met de noodzaak
bezuinigingen te realiseren, betekenen dat vooral het makersklimaat van Zwolle onder druk komt te
staan. Dit is een accent van het huidige cultuurbeleid en onderdeel van de ontwikkelingslijn ‘creatief
vermogen’ uit de cultuurvisie.
In dit verband subsidieert de gemeente R10, het Langhuis, het Nederlands Fluitorkest, het
Kameroperahuis en –festival, Theater Gnaffel, de stadsdichter en ook Festival ZwArt. Ook de subsidie
16
De financiële afwegingen over de investeringsopgaven vanuit de Fundatie en Hedon zullen bij de
behandeling van het investeringsprogramma worden gemaakt.
11
aan de Stichting Ateliers Zwolle is in dit licht te beschouwen, evenals het budget dat jaarlijks
beschikbaar is uit de stimuleringsreserve podiumkunsten. De besteding van de rijksmiddelen voor
beeldende kunst (BKV-fonds) hoort hier ook bij.
R10 en ook het Langhuis zijn belangrijke schakels voor de verbinding met de creatieve opleidingen in
de stad. Het Langhuis biedt een podium voor jonge kunstenaars. Bij R10 leren kunstenaars het
ondernemerschap. Het is niet logisch om op deze instellingen te willen bezuinigen.
17
Als er moet worden bezuinigd, staan de andere hierboven genoemde subsidies in principe allemaal
ter discussie en elke keuze doet pijn. Het aantal voorstellingen podiumkunsten is in Zwolle het hoogst
van de hele provincie. Dat betekent enerzijds dat het wel wat minder kan. Anderzijds is de waarde
ervan voor stad en regio groot. De subsidie voor de Stichting Ateliers zorgt ervoor dat de huren van
ateliers, voor een groot deel gemeentelijk eigendom, betaalbaar blijven. Minder subsidie betekent
stijging van de huren. De huidige inzet van de rijksmiddelen voor beeldende kunst is relatief luxe
omdat R10 en het Stedelijk Museum Zwolle ook activiteiten ontplooien waarvoor deze rijksbijdrage is
bedoeld.
Vervolgens kijken we naar de incidentele budgetten binnen de andere ontwikkelingslijnen uit de
cultuurvisie.
Uiteindelijk vragen we van elke structureel gesubsidieerde instelling een bezuinigingsbijdrage, te
realiseren via efficiëntiemaatregelen en/of scherpere keuzes binnen de programmering. De
bedrijfsvoering van culturele instellingen is over het algemeen aan de magere kant, zodat hierop
alleen winst lijkt te boeken indien zaken fundamenteel anders kunnen worden georganiseerd,
18
bijvoorbeeld samen met andere instellingen.
Bij Muzerie is op korte termijn al efficiëntiewinst te boeken. De belangstelling voor vrijetijdsaanbod in
Stadshagen is minder dan verwacht, waardoor Muzerie nu relatief dure ruimte huurt in het Cultuurhuis
Stadshagen. Hier kan een flinke besparing worden gerealiseerd, die ook past bij het voornemen van
19
Muzerie om meer op en in de scholen te gaan werken.
Scenario’s
Op basis van het voorgaande zijn drie scenario’s opgesteld: Expansie, Focus en Krimp. Alle
scenario’s hebben het profiel Cultuur en Stad, maar het ambitieniveau neemt af naarmate er meer
wordt bezuinigd. Qua bezuinigingen overlappen de scenario’s elkaar, zodat elk scenario de
bezuinigingen van het voorgaande scenario in zich heeft.
Het scenario Expansie mikt op een jaarlijkse stijging van tien procent in de bezoekersaantallen tot een
verdubbeling van het aantal cultuurtoeristen in Zwolle en een verbreding van het publieksbereik onder
20
Zwollenaren. Het productieklimaat blijft in dit scenario op peil. De makers vormen de humuslaag voor
het levendige succesvolle culturele klimaat. Bij ruwweg gelijkblijvende budgetten tekenen de grote
21
culturele organisaties voor deze ambitie.
•
In dit scenario wordt bezuinigd op de vaste ingrediënten van alle scenario’s:
22
o stopzetting van subsidie aan het Ecodrome
23
o stoppen met het Machinemuseum
24
o schrappen van het festivalbudget
17
Het budget voor Festival ZwArt is al opgeheven per 2011 conform het raadsbesluit van 22
november 2010.
18
Hiermee wordt in een nadere uitwerking ook uitvoering gegeven aan de raadsmotie om te
bezuinigen op de bedrijfsvoering van gesubsidieerde instellingen.
19
Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed.
20
Dit willen we gaan meten.
21
Zie bijlage 2 Visiedocument.
22
Zie beslisnota Ecodrome. De bezuiniging wordt ingeboekt per 2013; het restant subsidie 2012 kan
worden gebruikt voor frictiekosten. Met de afhandeling/stopzetting van Ecodrome zijn frictiekosten
gemoeid, waaronder tijdelijke huurderving Vastgoed.
23
Zie beslisnota Machinemuseum. De bezuiniging wordt ingeboekt per 2013; het restant subsidie
2012 kan worden gebruikt voor frictiekosten.
12
25
•
•
•
o stopzetting van subsidie aan Muzerie ten behoeve van huur accommodatie Stadshagen
Naast de bezuinigingen worden in dit scenario alle meerjarige incidentele budgetten structureel
26
gemaakt, en wordt ook de Stimuleringsreserve podiumkunsten aangevuld.
Vernieuwing wordt binnen de huidige budgetten gerealiseerd, door meer inkomsten, nauwe
samenwerking en andere keuzes in programmering.
In dit scenario wordt op begrotingsbasis 1,5% bezuinigd op structurele subsidies met uitzondering
van amateurkunst.
Scenario Focus mikt op verbreding van het publieksbereik onder Zwollenaren en een versterking van
het culturele klimaat in de binnenstad. Het ambitieniveau is niet zo hoog als in het voorgaande
scenario, maar hoger dan in het scenario Krimp.
•
•
•
•
•
•
•
Het steunpunt amateurkunst, de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs en de
bijdrage in de zaalhuur van OdeondeSpiegel voor verenigingen ondersteunen de participatie
doelstelling. De meerjarige incidentele budgetten hiervoor worden daarom in dit scenario
27
structureel gemaakt.
De incidentele budgetten voor projecten cultuureducatie van HCO en Hedon worden niet
structureel gemaakt. Deze HCO projecten zijn sowieso tijdelijk van aard, het Hedon project kan
worden ingebed in het aanbod voor het voortgezet onderwijs.
In dit scenario wordt vooral bezuinigd op het productieklimaat. Het behoeft geen betoog dat dit
voor de makers in de stad ongunstig is; voor hen die rechtstreeks getroffen worden door
beëindiging van de subsidie, maar ook in bredere zin. De stedelijke podia hebben minder te
programmeren, en het is geen goed signaal als we de creatieve opleidingen en afgestudeerden
aan de stad willen binden. De waarde voor stad en regio hiervan is groot en bezuinigingen doen
hieraan afbreuk. Aan de andere kant: het aantal voorstellingen podiumkunsten is in Zwolle relatief
groot, en als cultuur ook een offer moet brengen, ligt het voor de hand om dan hierin te snijden.
We stoppen daarom na 2012 met de subsidies voor het Nederlands Fluitorkest, het
Kameroperahuis en –festival en we benoemen geen nieuwe stadsdichter. We halen per direct €
400.000 uit de stimuleringsreserve producties podiumkunsten. Het restant kan nog worden
ingezet voor de regeling tot ongeveer medio 2012; afhankelijk van de toegekende aanvragen zal
het restant budget naar verwachting tegen die tijd zijn opgedroogd.
We blijven wel investeren in Theater Gnaffel. Wij beschouwen Gnaffel als een parel: hoge kwaliteit
gericht op jeugd, uniek voor Nederland, landelijke uitstraling en goed voor de naam van Zwolle.
De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) zijn in principe tot en met 2013 voor een belangrijk
deel aan Kunst & Zo toegewezen. Bij voortzetting van deze rijksregeling stellen we voor om de
ervaringen die hiermee worden opgedaan te incorporeren binnen het Stedelijk Museum Zwolle.
Vanuit de cultuurbegroting wordt € 25.000 minder gestort in het overkoepelende budget
evenementen. In plaats van € 175.000 hevelen we in dit scenario € 150.000 over van de
cultuurbegroting naar het evenementenbudget.
De begroting is niet dichtgespijkerd: er is een budget van € 150.000 voor nieuwe initiatieven.
Hiermee kunnen ontwikkelingen gericht op participatie en de stad worden ondersteund, synergie
worden gerealiseerd en koppeling met andere budgetten (binnenstad, evenementen, wijk, welzijn,
jeugd). Het gaat om aanjaagbudget, dat niet structureel wordt gemaakt.
24
Conform het raadsbesluit van 22 november 2010 over Festival ZwArt.
Muzerie gaat meer inzet op het primair en voortgezet onderwijs plegen; dit gaat ten koste van het
gesubsidieerde vrijetijdsaanbod. Muzerie heeft daarom minder behoefte aan eigen accommodaties.
De accommodatie in Stadshagen zal als eerste worden verlaten gezien de huidige bezettingsgraad en
de verhouding kosten-baten. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit
Vastgoed.
26
In dit scenario is geen apart budget opgenomen voor nieuwe initiatieven. Een deel van de jaarlijkse
vrijval van deze reserve zou hiervoor kunnen worden gebruikt. De regeling moet dan wel worden
aangepast.
27
Het steunpunt amateurkunst en de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel moeten nog worden
geëvalueerd in 2012. In dit scenario wordt uitgegaan van de wenselijkheid van voortzetting van beide,
omdat hiermee rekening moet worden gehouden bij de begroting. Het spreekt voor zich dat uit de
evaluaties eerst zal moeten blijken dat het steunpunt amateurkunst, en ook de regeling zaalhuur
OdeondeSpiegel, voldoen aan de beoogde doelstellingen. Anders zullen deze initiatieven niet worden
voortgezet.
25
13
•
Bovendien wordt in dit scenario op begrotingsbasis 3% bezuinigd op structurele subsidies met
uitzondering van amateurkunst. Dit zal waarschijnlijk niet alleen te realiseren zijn door verhoging
van de efficiëntie en vragen om scherpere keuzes in programmering.
Scenario Krimp mikt op een zo groot mogelijke bezuiniging.
•
•
•
•
•
•
Bovenop de reeds genoemde bezuinigingen wordt na 2012 gestopt met het steunpunt
amateurkunst, de inzet op cultuureducatie in het voortgezet onderwijs, en de bijdrage in de
zaalhuur van OdeondeSpiegel.
De subsidie aan de Stichting Ateliers Zwolle wordt afgebouwd. Veel kunstenaars zullen hun
atelierruimte dan niet meer kunnen betalen. Mogelijk bieden leegstaande kantoren een alternatief
voor de kunstenaars, of worden andere creatieve oplossingen gevonden. Aan de andere kant
zullen nieuwe huurders moeten worden gezocht voor de ateliers, die veelal gemeentelijk
eigendom zijn. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed.
We stoppen met subsidie voor Theater Gnaffel.
Vanuit de cultuurbegroting wordt € 50.000 minder gestort in het overkoepelende budget
evenementen.
Daarnaast wordt op begrotingsbasis 5% bezuinigd op alle structurele subsidies met uitzondering
van amateurkunst.
Er is geen budget voor nieuwe initiatieven.
Het aanbod podiumkunsten verschraalt en van een productieklimaat kan nauwelijks meer worden
gesproken. De ambities ten aanzien van participatie en versterking van de binnenstad staan in dit
28
scenario flink onder druk. De culturele instellingen zullen pijnlijke keuzes moeten maken.
Voor een heldere koersbepaling zijn deze scenario’s duidelijk van elkaar onderscheiden, maar
natuurlijk zijn variaties mogelijk: kiezen voor het scenario Krimp maar wel doorgaan met het
subsidiëren van Theater Gnaffel, of kiezen voor het scenario Expansie maar wel minder investeren in
gezelschappen.
Vaste ingrediënten scenario’s
Stopzetting subsidie Ecodrome
Stoppen met Machinemuseum
Schrappen Festivalbudget
Vertrek Muzerie uit Cultuurhuis Stadshagen
€
1.022.000
29.000
130.000
29
100.000
_______________ +
Structurele minderuitgaven:
€
1.281.000
==============
30
Scenario 1. Expansie
De culturele instellingen tekenen voor de ambities van dit scenario. In het vertrouwen dat de
investeringen in cultuur van de afgelopen jaren de komende tijd gaan renderen, staan zij voor een
stevig ambitieniveau. Dit scenario sluit aan op Zwolle als vitale, succesvolle stad. Een stad waarvan
het inwonersaantal de komende jaren toeneemt, met de ambitie om het cultuurtoeristisch brandpunt
28
Zie de gespreksverslagen over bezuinigingen.
Deze inschatting is aan de voorzichtige kant, waarbij rekening is gehouden met de huur van
vervangende ruimte.
30
Zoals gezegd: de netto besparing zal lager uitvallen, o.a. door tijdelijke huurderving Vastgoed
(Ecodrome en Cultuurhuis Stadshagen).
29
14
van Oost-Nederland te worden en anker van de Noordelijke Randstad. De komst van de Hanzelijn op
12-12-2012 is een uitgelezen kans om meer cultuurtoeristen naar Zwolle te trekken. De stad heeft ook
een goed makersklimaat. Dit is goed voor de stedelijke podia en het cultuurtoerisme en voor de
verbinding van de creatieve opleidingen en afgestudeerden met de stad. In Zwolle doet iedereen mee.
De ambities zijn om binnen de huidige budgetten een jaarlijkse stijging van 10% in de
bezoekersaantallen te realiseren tot een verdubbeling. Bovendien wordt ingezet op verbreding van het
publieksbereik. Dit gebeurt door een hoge mate van samenwerking van de culturele instellingen op
het gebied van programmering, marketing en het realiseren van samenwerkingsverbanden met
andere ondernemers in de stad. In dit scenario is geen apart budget voor nieuwe initiatieven. ‘Nieuw
voor oud’ zullen de organisaties binnen de huidige budgetten realiseren.
De structurele subsidies zullen op begrotingsbasis worden gekort met 1,5% met uitzondering van
amateurkunst. We bezuinigen niet op amateurkunst omdat wij dit van wezenlijk belang vinden voor de
participatiedoelstelling.
Samenvattend:
- bezuinigingen door de vaste ingrediënten van de scenario’s
- budgetten van de culturele instellingen blijven ruwweg gelijk; korting van 1,5%.
- makersklimaat blijft op peil. De reserve voor de stimulering producties podiumkunsten wordt
31
aangevuld in 2014, en hieruit valt jaarlijks € 150.000 vrij.
- in stand houden steunpunt amateurkunst (indien positieve evaluatie) en coördinatie
cultuureducatie
- in stand houden gemeentelijke bijdrage projecten cultuureducatie
- in stand houden regeling zaalhuur OdeondeSpiegel (indien positieve evaluatie)
Financiële gevolgen:
•
Vaste ingrediënten scenario’s
Structureel minder
•
Korting subsidies met 1,5% m.u.v. amateurkunst
Structureel minder
€
1.281.000
€
1.281.000
==============
€
210.000
€
210.000
==============
•
•
•
•
•
•
Aanvulling reserve stimulering producties podiumkunsten
Voortzetting subsidie gezelschappen/productiehuis
Gemeentelijke bijdrage steunpunt amateurkunst
Gemeentelijke bijdrage coördinatie cultuureducatie VO
Gemeentelijke bijdrage projecten cultuureducatie
Voorzetting regeling zaalhuur OdeondeSpiegel
Structureel meer
€
150.000
245.000
31.000
41.000
23.000
25.000
________________+
€
515.000
===============
Indien alle subsidies van het rijk na 2012 zouden komen te vervallen, compenseren we niet de
32
rijksmiddelen voor gezelschappen/productiehuis, evenmin als de subsidie voor de projecten
cultuureducatie. We compenseren wel de rijksbijdrage aan het steunpunt amateurkunst en aan de
coördinatie cultuureducatie op het voortgezet onderwijs. Dit betekent structurele extra uitgaven:
31
Een deel van de jaarlijkse vrijval komt ook beschikbaar voor nieuwe initiatieven anders dan
producties podiumkunsten.
32
Mogelijk is voortzetting van de gemeentelijke subsidie dan ook niet meer zinvol; dat zal dan moeten
worden bezien.
15
Compensatie rijksmiddelen steunpunt
Amateurkunst m.i.v. 2013
Compensatie rijksmiddelen cultuureducatie VO
Structureel meer
31.000
41.000
________________+
€
72.000
==============
Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Expansie voor de gemeentebegroting op
cultuur:
Structurele besparing: maximaal € 1.281.000 + 210.000 - 515.000 = € 976.000
minimaal € 1.281.000 + 210.000 - 515.000 - 72.000 = € 904.000
Scenario 2. Focus
Dit scenario sluit aan op Zwolle als succesvolle, vitale stad. Enerzijds sluit het nadrukkelijk aan op het
collegeakkoord, anderzijds op de ambitie om als Zwolle het cultuurtoeristisch brandpunt van OostNederland te worden, het anker van de Noordelijke Randstad. In dit scenario blijft de cultuurvisie
staan als stip op de horizon. Dat betekent dat we onze ambities op langere termijn niet opgeven. Door
in te zetten op versterking van het cultuurtoerisme worden meer inkomsten voor de stad gegenereerd.
Dit vergroot het draagvlak voor investeringen in cultuur. Als het economisch tij weer gunstiger is, kan
er vanaf 2015 weer meer in het makersklimaat worden geïnvesteerd.
We blijven investeren in het steunpunt amateurkunst en de coördinatie van cultuureducatie op het
voortgezet onderwijs. Deze dragen bij aan het realiseren van de participatiedoelstelling en worden nu
met incidentele meerjarige budgetten uitgevoerd. We maken geen nieuw geld vrij voor de lopende
projecten cultuureducatie van HCO en Hedon. De HCO projecten zijn sowieso tijdelijk van aard,
Hedon project kan worden ingebed in het aanbod voor het voortgezet onderwijs.
Het grootste verschil met het eerste scenario is dat we hier bezuinigen op het makersklimaat. We
halen € 400.000 uit de reserve voor de stimulering producties podiumkunsten, en we stoppen met de
subsidies voor het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en –festival en de stadsdichter.
We maken een uitzondering voor Theater Gnaffel, dat we wel blijven subsidiëren.
In dit scenario is een budget van € 150.000 voor nieuwe initiatieven opgenomen. Zo kunnen we
inspelen op ontwikkelingen gericht op participatie en een sterke stad. Er kan een koppeling met
andere budgetten worden gemaakt (bijvoorbeeld vanuit welzijn, wijk en jeugd, maar ook vanuit
binnenstad en evenementen). Het gaat om aanjaagbudget dat niet structureel wordt gemaakt.
Structurele subsidies worden op begrotingsbasis met drie procent gekort, met uitzondering van
amateurkunst.
33
We storten € 25.000 minder vanuit de cultuurbegroting in het overkoepelende evenementenbudget.
De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting van de regeling vanaf 2014 ten
minste voor een deel anders ingezet, waardoor een besparing wordt gerealiseerd.
Samenvattend:
- vaste ingrediënten scenario’s
- in stand houden steunpunt amateurkunst en coördinatie cultuureducatie
- geen nieuw geld voor lopende projecten cultuureducatie HCO en Hedon
- structurele subsidies worden op begrotingsbasis met 3% gekort, m.u.v. amateurkunst: in 2012,
2013 en 2014 worden de subsidies met 1% minder geïndexeerd.
- incidentele besparing van € 400.000 op de reserve stimulering producties podiumkunsten en
geen aanvulling reserve
- geen nieuw geld voor de subsidiëring van gezelschappen/productiehuis en stadsdichter;
Gnaffel is de uitzondering die de regel bevestigt
- structureel budget voor nieuwe initiatieven, gericht op participatie en sterke stad, van €
150.000
- € 25.000 minder in evenementenbudget
33
In dit scenario wordt wel degelijk ook flink geïnvesteerd in cultuurtoerisme; de korting van het
evenementenbudget wordt ruimschoots gecompenseerd door het budget voor nieuwe initiatieven.
16
-
andere inzet deel rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) vanaf 2014 bij voortzetting
regeling.
Financiële gevolgen:
•
Vaste ingrediënten scenario’s
Structureel minder
•
•
•
•
Korting subsidies met 3% m.u.v. amateurkunst
Korting bijdrage cultuur aan evenementen
Stoppen met subsidiëren van stadsdichter
Andere inzet van een deel van de rijksmiddelen van het
BKV fonds
Structureel minder
•
•
•
•
•
Gemeentelijke bijdrage steunpunt amateurkunst
Gemeentelijke bijdrage coördinatie cultuureducatie VO
Gemeentelijke bijdrage Theater Gnaffel
Voortzetting regeling zaalhuur OdeondeSpiegel
Budget voor nieuwe initiatieven
Structureel meer
€
1.281.000
€
1.281.000
==============
€
420.000
25.000
5.000
€
80.000
________________+
€
530.000
==============
31.000
41.000
100.000
25.000
150.000
________________+
€
347.000
===============
Incidentele besparing reserve producties podiumkunsten
€
400.000
Incidenteel minder
€
400.000
===============
Indien de subsidies van het rijk na 2012 zouden komen te vervallen, houden we het steunpunt
amateurkunst en de coördinatie cultuureducatie op het voortgezet onderwijs op peil. Dit betekent
structureel:
•
•
Compensatie vervallen rijksbijdrage steunpunt amateurkunst
Compensatie vervallen rijksbijdrage cultuureducatie VO
Structureel meer:
€
31.000
41.000
________________+
€
72.000
===============
.
Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Focus voor de gemeentebegroting op
cultuur:
Structurele besparing: maximaal € 1.281.000 + € 530.000 – € 347.000 = € 1.464.000
minimaal € 1.281.000 + € 530.000 – € 347.000 – € 72.000 = € 1.392.000
Incidentele besparing: € 400.000
17
Scenario 3. Krimp
Dit scenario gaat uit van krimp over de volle breedte. Het is gemotiveerd door de wens om een zeer
forse besparing op de cultuurbegroting te realiseren.
Om de structurele bezuiniging zoveel mogelijk te beperken, wordt in elk geval geen nieuw geld
vrijgemaakt voor activiteiten die nu met tijdelijk geld worden uitgevoerd. Dat raakt het steunpunt
amateurkunst, coördinatie en projecten cultuureducatie op het voortgezet onderwijs, de regeling
zaalhuur OdeondeSpiegel, Theater Gnaffel, het Kameroperahuis en - festival en het Nederlands
Fluitorkest. We benoemen geen nieuwe stadsdichter en er is geen budget voor nieuwe initiatieven.
We storten vanuit de cultuurbegroting € 50.000 minder in het overkoepelende budget voor
evenementen.
De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting van de regeling vanaf 2014
voor een deel anders ingezet waardoor een besparing wordt gerealiseerd.
De subsidie aan de Stichting Ateliers Zwolle wordt afgebouwd. Dit kan consequenties hebben voor de
gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed.
Structurele subsidies worden op begrotingsbasis met vijf procent gekort, met uitzondering van
amateurkunst.
Keuze voor dit scenario betekent dat de ambities uit het cultuurbeleid op alle fronten onder druk staan.
Er wordt bezuinigd op het makersklimaat, op participatie en er is geen budget voor (nieuwe)
initiatieven op het gebied van cultuurtoerisme. De generieke bezuiniging van 5% op structurele
subsidies (met uitzondering van amateurkunst) doet bij alle instellingen pijn.
Samenvattend:
- vaste ingrediënten scenario’s
- structurele subsidies op begrotingsbasis korten met 5% m.u.v. amateurkunst
- geen nieuw geld voor het fonds stimulering producties podiumkunsten, voor de subsidiëring
van gezelschappen/productiehuis, voor het steunpunt amateurkunst, voor de voorzetting van
de coördinatie cultuureducatie VO en voor de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel
- geen nieuwe stadsdichter
- € 50.000 minder in evenementenbudget
- incidentele besparing reserve stimulering producties podiumkunsten en geen aanvulling
reserve
- rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting regeling vanaf 2014 deels
anders ingezet
- afbouw subsidie Stichting Ateliers Zwolle
Financiële gevolgen:
•
•
•
•
•
•
Vaste ingrediënten scenario’s
Alle subsidies korten met 5% m.u.v. amateurkunst
Andere inzet deel rijksmiddelen BKV-fonds
Afbouw subsidie Stichting Ateliers Zwolle
Stoppen met stadsdichter
Korting bijdrage cultuur aan evenementen
Structureel minder
•
Incidentele besparing reserve producties podiumkunsten
Incidenteel minder
€
1.282.000
700.000
80.000
119.000
5.000
50.000
_______________+
€
2.235.000
==============
€
400.000
€
400.000
==============
18
Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Krimp voor de gemeentebegroting op
cultuur:
Structurele besparing: € 2.235.000
Incidentele besparing: € 400.000
19
Financiële effecten cultuurnota per jaar
Scenario Expansie
2011
Basispakket bezuinigingen:
Beëindiging subsidie
Ecodrome
idem Machinemuseum
idem festival ZwArt
idem Muzerie, huursubsidie Cultuurhuis
Andere bezuinigingen:
Stadsdichter
omlabelen BKV
Beëindiging subsidies Ateliers Zwolle
korting bijdrage cultuur aan evenementen
algemene korting resp. 1½, 3 en 5% op subsidies *
Totaal
bezuinigingen
2012
Totaal
2011
2012
2013
Scenario Krimp
2014
Totaal
2011
2012
1.022
29
130
100
2013
2014
Totaal
1.022
29
130
100
130
100
5
5
80
80
119
70
70
70
300
1121
70
1491
5
25
140
140
140
395
1191
220
1811
50
233
233
233
5
513
1403
313
2234
220
1464
5
513
1403
313
2234
220
1392
5
513
1403
313
2234
-150
-245
-31
-41
-23
-25
-100
-31
-41
-25
-150
300
Variant bij beeindiging rijkssubsidies:
Compensatie rijksaandeel Steunpunt AK
Compensatie rijksaandeel cultuureducatie
Resultaat bezuiniging minus bestedingen met variant
2014
1.022
29
Nieuwe
bestedingen:
Jaarlijkse toevoeging aan Reserve Podiumkunsten
Voortzetting subsidie gezelschappen/productiehuis
gemeentelijk aandeel Steunpunt Amateurkunst
gemeentelijk aandeel coórdinatie cultuureducatie
gemeentelijk aandeel projecten cultuureducatie
Voortzetting regeling zaalhuur OdS
Budget voor nieuwe
initiatieven
Resultaat bezuiniging minus bestedingen
2013
Scenario Focus
756
-80
976
5
245
-31
-41
300
684
994
-31
-41
-80
904
Incidenteel: vrijval Reserve Podiumkunsten
* Betreft een korting op subsidiebudgetten cultuur, zoals opgenomen in de gemeentebegroting
5
400
245
922
400
Bijlage 1. Cultuur in Zwolle
Zwolle is rijk aan cultuur. De historische binnenstad die de hogeschool voor de kunsten Artez herbergt is een mooi
symbool van de vitaliteit van cultureel Zwolle. Tegelijkertijd mag de aanwezigheid van Artez in de stad wel
zichtbaarder worden. Er valt nog genoeg te ontwikkelen in onze stad.
Het Zwolse culturele spectrum is breed; van musea tot galeries; van theaters tot vrijetijdskunstenaars; van kerken tot
34
filmhuis. De tentoonstelling ‘State of the Arts Zwolle 2011’ geeft weer een andere doorkijk met werk van architecten,
vormgevers, modeontwerpers, beeldend kunstenaars, componisten, filmers, uitvoerend kunstenaars als dansers,
muzikanten en culinaire kunst. Of kijk naar de organisaties die samen met het Stedelijk Museum deze tentoonstelling
hebben gemaakt: KIZ, KCO, ZAP, BZK, DOAS, Kunstuitleen Zwolle, R10, Palet en andere netwerken.
Het culturele spectrum is niet alleen breed maar ook organisch. Er zijn vele dwarsverbanden. Tussen Artez, R10 en
het atelierbeleid, om iets te noemen. Tussen kunsteducatie voor de jeugd en de cultuurconsument van de toekomst.
Tussen onderwijs en Fundatie, en tussen gezamenlijke programmering en pr en het trekken van toeristen.
Cultuur raakt aan veel, maar het gemeentelijke cultuurbeleid is behoorlijk afgebakend. Deze bijlage gaat vooral in op
de culturele organisaties die gesubsidieerd worden om een belangrijke rol te spelen in het gemeentelijke cultuurbeleid.
Achtereenvolgens worden de volgende sectoren beschreven:
3.
4.
5.
6.
7.
Musea, archieven en streekgeschiedenis
Beeldende kunsten en vormgeving
Podiumkunsten
Letteren en media
Cultuureducatie en amateurkunst
Hoewel de gevolgen van de bezuinigingen van de rijksoverheid op cultuur voor Zwolle nog niet precies te duiden zijn,
mag een kort overzicht van deze maatregelen hier niet ontbreken.
En tenslotte in deze bijlage een overzicht van de subsidies zoals die nu op de cultuurbegroting staan.
1. Musea/ archieven / streekgeschiedenis
Waren musea vroeger vooral gericht op het beheren van collecties, nu is de focus verlegd naar de onderscheiden
doelgroepen en de beleving van collecties. Er zijn nieuwe publieksgroepen in uiteenlopende leeftijden en met
verschillende culturele achtergronden. Ook veranderen de verwachtingen van bezoekers. Bezoekers hebben behoefte
aan persoonlijke interactie zoals rondleidingen, demonstraties en doeactiviteiten. Dit betekent dat het voor musea
steeds belangrijker wordt om bezoekers aan te spreken via doelgroepgerichte presentaties en interactieve of
educatieve begeleiding. Waar musea vroeger dus vooral gericht waren op het bewaren van collecties, is de focus
verlegd naar de publieke toegankelijkheid ervan.
Zwolle heeft een aantal museale voorzieningen.
Het Stedelijk Museum Zwolle beheert een collectie over Zwolle en West Overijssel. In het museum vinden
uiteenlopende activiteiten plaats. In 2010 is een nieuw beleidsplan opgesteld; het museum richt zich nadrukkelijker op
de hedendaagse kunst en de creatieve klasse in Zwolle. De tentoonstelling ‘State of the Arts Zwolle’ is daar een
prachtig voorbeeld van. De nieuwe aanpak vertaalt zich nu al in een stijging van het aantal bezoekers en meer
publiciteit.
Sinds 2006 is de Fundatie in Zwolle operatief, met name gericht op de kunsthistorie. De basis van dit museum is de
collectie van D. Hannema en de collectie van de provincie. Samen geven die een breed overzicht van de
ontwikkelingen in de beeldende kunst door de eeuwen heen. Het tentoonstellingsbeleid is een balans tussen grote
publiekstrekkers en kleinschaliger specifieke exposities. De Fundatie floreert. De grote bezoekersaantallen zijn een
stimulans voor Zwolle en Overijssel. Niet voor niets wil de Provincie investeren in ‘Het Oog op het Paleis’, een
architectonisch aansprekende verbouwing waarmee de Fundatie haar expositieruimte en publieksactiviteiten kan
uitbreiden. Het Nijenhuis, het andere onderdeel van de organisatie dat is gevestigd in Heino, toont ook de
monumentale kunst.
Beide grote musea hebben een actief educatief beleid.
In de herstructureringswijk Kamperpoort is het buurtmuseum Kamperpoort opgericht, waar de historie van de wijk is
vastgelegd, vooral op foto’s.
34
Stedelijk Museum Zwolle, van 6 februari tot en met 10 april 2011.
21
Natuurmuseum West-Overijssel maakt deel uit van het Ecodrome. Het toont de natuurhistorie in een biologische en
een geologische collectie.
Het Machinemuseum beheert een grote verzameling machines, waaronder meer dan 70 scheepsmotoren.
Archieven zijn tot nu toe een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk en gemeenten. Zwolle heeft een
gemeenschappelijke regeling met het Rijk voor het Historisch Centrum Overijssel. Enkele jaren geleden is het
voornemen van het rijk bekend geworden dat het rijk zijn verantwoordelijkheid wil decentraliseren naar de provincies.
Dit proces loopt al enkele jaren; in de laatste berichten van het Rijk komt naar voren dat deze decentralisatie gepaard
zal gaan met een korting van 25%. Het Rijk verwacht dat de provincies deze korting voor een groot deel zullen
compenseren.
Zwolle is medesubsidiënt van de Stichting IJsselacademie die wetenschappelijk onderzoek verricht naar
streekgeschiedenis en streektaal van Salland/West-Overijssel. Samen met Kampen en de Provincie zullen de
mogelijkheden van samenwerking met het Historisch Centrum Overijssel worden verkend.
2. Beeldende kunst en vormgeving
Al sinds 1992 worden gemeenten niet meer geacht een beeldend kunstenaarsbeleid te voeren. Het rijk is hiervoor
verantwoordelijk. Gemeenten kunnen uiteraard wel zelf beleid ontwikkelen en bijvoorbeeld subsidies verlenen ter
uitvoering van een project of activiteiten. Gemeenten hebben hiervoor beleidsinstrumenten, die zij daarvoor vrij
kunnen inzetten.
Wel is er vele jaren op verschillende wijzen geld van het rijk voor een aantal gemeenten en provincie beschikbaar
gekomen ten behoeve van beeldende kunstbeleid. Zo is per 2009 door het rijk voor een 40-tal gemeenten een
decentralisatiefonds beeldende kunst ingesteld (BKV-fonds); sindsdien gaat er geen rijksgeld voor de beeldende kunst
meer naar de provincies. De gemeenteraad van Zwolle heeft de verdeling van die gelden voor drie jaar als volgt
bepaald: € 50.000 versterking Langhuis en R10 en bijhouden website, € 20.000 P’Art of your Life en € 80.000
tentoonstellingsfunctie Kunst & Zo. Aan de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst werd sinds een aantal jaren niet
meer planmatig aandacht besteed. Daarom werd voor de presentatiefunctie gekozen.
Inmiddels is het beleid van het Stedelijk Museum Zwolle met de komst van de nieuwe directeur in 2010 op dat gebied
veranderd: het museum zal de bestaande collectie met enige regelmaat een confrontatie laten aangaan met het werk
van hedendaagse beeldende kunstenaars.
De Commissie Beeldende Kunst is ontstaan uit een nota beeldende kunst in 1973, waarbij de commissie werd
opgericht, net als de percentageregeling en het atelierbeleid.
De commissie bestaat uit externe deskundigen en is een adviesorgaan dat het College gevraagd en ongevraagd kan
voorzien van adviezen met betrekking tot beeldende kunst(beleid). De commissie is belast met de uitvoering van de
percentageregeling. Deze regeling houdt in dat bij grote gemeentelijke projecten 1% van de bouwsom wordt besteed
aan een opdracht voor beeldende kunst . De percentageregeling is in 1996 verbreed van uitsluitend bij gemeentelijke
gebouwen naar gemeentelijke investeringen in de infrastructuur. Momenteel lopen er in dit kader ruim tien projecten.
Tot 2010 werd gemiddeld € 200.000 per jaar uitgegeven aan de 1%-regeling voor Beeldende Kunst. Gezien de
dalende nieuwbouwmarkt is het echter niet meer reëel van dit gemiddelde uit te gaan. Een aanname van ca € 60.000
lijkt meer waarschijnlijk. Aanpassing van of stoppen met de 1%-regeling voor Beeldende Kunst levert geen directe
bezuiniging op en gaat ten koste van het verblijfsklimaat in de stad.
Participatie van bewoners in kunstprojecten en de verbinding tussen beeldende kunst en de stad blijven van groot
belang. De mogelijkheden van de percentageregeling worden verruimd ten behoeve van‘onderbedeelde’ plekken in de
stad en ook voor het onderhoud van kunstwerken.
De Commissie houdt zich naast de percentageregeling ook bezig met de inhoudelijke beoordeling van de activiteiten
die via het decentralisatiefonds Beeldende Kunst en Vormgeving worden gesubsidieerd.
Het beeldende kunstbeleid in Zwolle concentreert zich verder in hoofdzaak op het faciliteren van de beeldende
kunstenaars vanuit de gedachte dat de aanwezigheid van kunstenaars in de stad een positieve bijdrage levert aan het
leefklimaat.
Sinds 1973 is er al een atelierbeleid, waarvoor sinds de jaren ‘90 de Stichting Ateliers Zwolle is opgericht. Deze
ontvangt gemeentelijk subsidie om de huren van ateliers betaalbaar te houden voor beeldend kunstenaars en om de
gebouwen te beheren. De kunstenaars wordt huur op basis van hun inkomsten in rekening gebracht. Het merendeel
van de ateliers is gemeentelijk bezit. De administratie etc. is ondergebracht via de SAZ bij DeltaWonen. In Zwolle zijn
ongeveer 100 kunstenaars gevestigd, waarvan er bijna 70 in een atelier van SAZ werken. Er is weinig verloop; ruim 20
kunstenaars staan op de wachtlijst. Het is de moeite waard om te verkennen of leegstaande bedrijfspanden hier, al
22
dan niet tijdelijk, in een behoefte kunnen voorzien. Dit biedt misschien ook kansen voor grotere, gezamenlijke
werkplaatsen.
In Zwolle is ook al jaren de stichting De Oude Ambachtsschool (DOAS) actief; zij heeft het verbouwde pand onlangs
betrokken.
Verder heeft de gemeente in 2002 de Culturele Werkplaats R-10 opgericht om startende kunstenaars gedurende vier
jaar de kans te geven zich voor te bereiden op de beroepspraktijk. Het gaat dan om meer dan alleen beeldend
kunstenaars. Er zijn over het algemeen 28 deelnemers. De doelstelling om deze jonge kunstenaars aan Zwolle te
binden is waargemaakt: ongeveer 80% vestigt zich na R-10 in Zwolle.
3. Podiumkunsten
Muziek, theater en dans vormen samen de podiumkunsten. De aanwezigheid van podia in het hele land in combinatie
met het gevarieerde aanbod maakt het podiumkunstklimaat in Nederland uniek. De overheid waarborgt de hoge
kwaliteit hiervan via het culturele subsidieplan. Maar een klein deel van wat er op het podium te zien is, ontvangt
rechtstreeks subsidie van het rijk. De rest is ongesubsidieerd of ontvangt een bijdrage via de cultuurfondsen.
Schouwburgen, theaters en podia ontvangen vaak subsidies van provincies en gemeenten.
In 2009 is er voor cultuur een nieuw subsidiesysteem in het leven geroepen. Dit maakt het mogelijk om verschillende
eisen te stellen aan verschillende functies. Er is een onderscheid gemaakt tussen functies onder directe
verantwoordelijkheid van het rijk (basisinfrastructuur) en functies onder verantwoordelijkheid van de cultuurfondsen,
provincies en gemeenten. De functies in de basisinfrastructuur zijn vooral bedoeld voor de instandhouding en
ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig en goed gespreid cultuuraanbod.
Veel (kleinschalige) producties ontvangen een financiële tegemoetkoming van het rijk via het Nederlands Fonds voor
de Podiumkunsten. Verder zijn provincies en gemeenten verantwoordelijk voor de schouwburgen, theaters en podia.
De verwachting is dat de door het rijk aangekondigde bezuinigingen gevolgen zullen hebben voor de podiumkunsten.
In Zwolle vallen onder het podiumkunstbeleid OdeondeSpiegel-theaters, Popcultuurcentrum Hedon en het Filmhuis.
De beide theaters OdS en Hedon hebben de taak breed te programmeren qua genres en gericht op een breed
publiek. Zij slagen daar zeer goed in. Daarnaast heeft vooral OdS ook een functie ten opzichte van producerende
gezelschappen en de amateursector.
Het Filmhuis is qua programmering nadrukkelijk een aanvulling op het commerciële aanbod.
Zoals alle culturele instellingen bereiken zij een bovenlokaal publiek.
Naast deze theateraccommodaties subsidiëert Zwolle in elk geval tot en met 2012 enkele producerende instellingen,
zoals het Nederlands Fluitorkest, Theater Gnaffel, het Kameroperafestival en het Kameropera Productiehuis. De
laatste drie worden ook gesubsidieerd door het Rijk en de Provincies Overijssel en Gelderland. De gemeente heeft
deze gezelschappen gestimuleerd omdat er geen grote landelijke gezelschappen in Zwolle zijn gevestigd, terwijl
professionele producenten en gezelschappen wel een bijzondere toevoeging zijn aan de stad. Zij bieden
stageplaatsen en werkgelegenheid aan (jonge) kunstenaars en leveren hun bijdrage aan andere activiteiten zoals
festivals.
De commissie Stimulering Producties Podiumkunsten adviseert het college over subsidieaanvragen voor
professionele producties. De commissie wordt bemand door deskundigen op het terrein van de verschillende
podiumkunstdisciplines.
De regeling is indertijd opgericht omdat de raad naast de investering in steen – Theater de Spiegel – ook budget wilde
uittrekken voor podiumkunstproducties. De raad heeft daarom besloten tot het instellen van een reserve
(‘Stimuleringsreserve podiumkunsten’) waaruit jaarlijks € 250.000 beschikbaar is voor de subsidieregeling. Naar
verwachting raakt de reserve in 2014 leeg . De intentie was om de reserve op termijn weer te vullen. De
subsidieregeling past in het streven om producenten van kunst in de stad te houden ten behoeve van een interessant
kunstklimaat. De regeling zorgt voor meer aanbod van Zwolse podiumkunstproducties in Zwolle en daarbuiten en
vormt een stimulans voor jonge/nieuwe theatermakers (o.a. afgestudeerden van Artez); niet alleen op inhoudelijk,
maar ook op zakelijk vlak. Veel van de in Zwolle gerealiseerde producties gaan op tournee door het land.
De commissie verzorgde tot en met 2010 ook de inhoudelijke beoordeling en evaluatie van het festival ZwArt. De
gemeenteraad van Zwolle heeft in 2010 besloten de subsidie aan festival ZwArt stop te zetten, en hiermee het
festivalbudget ad. € 130.000,-- in zijn geheel weg te bezuinigen. In 2011 vindt de laatste aflevering plaats. Overigens
heeft de raad wel een kleine opening geboden door festival ZwArt de kans te geven meer samenwerking te zoeken en
eventueel per 2012 een beroep te doen op het evenementenbudget. Hieruit worden allerlei evenementen
gesubsidieerd op het gebied van sport, cultuur en/of economie.
Vanuit de cultuurbegroting wordt jaarlijks ca. € 175.000 in het evenementenbudget gestort. De verantwoordelijkheid
voor het evenementenbeleid valt niet binnen de kaders van cultuur. Culturele evenementen kunnen een beroep doen
23
op een bijdrage in het kader van de evenementenverordening. Het belang van dat evenement wordt afgewogen tegen
de vele andere evenementen, waaronder sport- en toeristische /economische evenementen. Subsidieaanvragen voor
culturele evenementen worden wel op kwaliteit beoordeeld door de Commissie Culturele Activiteiten.
Culturele evenementen in dit verband zijn evenementen die als kernactiviteit actueel of vernieuwend aanbod van een
of meerdere kunstdisciplines tonen, dat aanvullend is ten opzichte van het reguliere aanbod dat door de instellingen
wordt getoond. Het moet bijdragen aan het Zwolse productieklimaat en een duidelijk artistieke meerwaarde hebben.
De culturele evenementen die tot nu toe al enige jaren aanspraak maken op een bijdrage zijn Straattheaterfestival,
Klinkerfestival en het Vertelfestival, Bevrijdingsfestival en Van eigen Bodem.
Het Bevrijdingsfestival is van oorsprong ontstaan vanuit het beleidsterrein cultuur, maar verschuift zich de laatste jaren
meer naar een toeristisch/ economisch evenement. Festival Van eigen Bodem heeft te horen gekregen dat de
subsidie wordt afgebouwd, gezien de beperkte inhoudelijke meerwaarde.
Naast evenementen die gesubsidieerd worden binnen het evenementenbudget subsidiëren we nog het gitaarfestival
en festival Voiz (voorheen kameroperafestival).
Het gitaarfestival wordt al jaren structureel gesubsidieerd, maar wil graag groter groeien en vraagt meer subsidie aan.
Festival Voiz ontvangt nog tot en met 2012 een gemeentelijke subsidie.
Momenteel is een nieuwe evenementennota inclusief subsidieverordening in de maak. Vanuit cultuur willen we hierin
onder andere een clustering van evenementen stimuleren. We verwachten hiervan verrijking qua inhoud en een
grotere aantrekkingskracht op bezoekers. Enkele culturele evenementen hebben elkaar al gevonden en gaan vanaf
2011 actief samenwerken onder de naam CenZ.
4. Letteren en media
De openbare bibliotheek is vandaag de dag nog steeds de meest gebruikte publieksvoorziening van Nederland en van
wezenlijk belang voor de samenleving. Landelijk blijkt wel dat de gemiddelde uitleencijfers teruglopen doordat er
nieuwe vormen van cultuurbeleving en informatieverwerving ontstaan.
De algemene doelstelling uit 2004 van openbare bibliotheken staat nog steeds overeind: “Vrijheid, welvaart,
ontplooiing van de samenleving en het individu zijn fundamentele menselijke waarden. Deze kunnen alleen worden
gerealiseerd door goed geïnformeerde burgers die in staat zijn hun democratische rechten uit te oefenen en een
actieve rol te spelen in de samenleving. Constructief deelnemen aan het maatschappelijk leven en meewerken aan
het vormgeven van de democratie zijn afhankelijk van voldoende opleiding en van vrije en onbeperkte toegang tot
kennis, wetenschap, cultuur en informatie. De openbare bibliotheek, de plaatselijke toegangspoort tot kennis, schept
een essentiële voorwaarde voor levenslang leren, onafhankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van
individuen en maatschappelijke groeperingen”.
Deze primaire opdracht van de bibliotheek is niet veranderd; wél de samenleving waarin de bibliotheek deze opdracht
moet vervullen; de manier waarop de bibliotheek haar functie vervult en de positie binnen die samenleving.
In het kader van de bibliotheekvernieuwing zijn daarom in 2005 door het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing, de
Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vijf landelijke
kernfuncties van openbare bibliotheken vastgesteld.
De bibliotheek doet dienst als: warenhuis van kennis en informatie; als centrum van ontwikkeling en educatie; als
encyclopedie van kunst en cultuur; als inspiratiebron van lezen en literatuur; en als podium voor ontmoeting en debat.
Bij de vaststelling van de lokale toekomstvisie voor Bibliotheek Zwolle in 2008 zijn de eerste twee functies benoemd
als kernfuncties. Beide functies zijn gericht op een brede doelgroep, waarbinnen extra aandacht voor de doelgroep
jongeren (als consument en talentvolle producent) en de doelgroep allochtonen/ laaggeletterden.
Sinds de start van het landelijke bibliotheekvernieuwingsproces is veel vooruitgang geboekt ten aanzien van collectie,
digitale voorzieningen, service en functieverbreding. De bibliotheek is steeds meer een middel geworden om de
burgers te laten participeren. De bibliotheek van nu is een brede basisvoorziening voor een stad; geen gebouw voor
uitsluitend boeken en andere informatiedragers, maar een plek middenin de samenleving als het gaat om informatie.
Landelijk is eind 2009 een ‘bibliotheekcharter’ ingevoerd voor de jaren 2010 tot en met 2012, met als belangrijkste
doel bibliotheekinnovatie. Zaken als de ontwikkeling van de digitale bibliotheek, de verplichte certificering, netwerken
en gezamenlijke collectievorming worden hierin geregeld.
Voor Zwolle betekent het ook dat wijzigingen als het consumentengedrag, snelle technologische ontwikkelingen en
toename in mobiliteit vragen om een uitgesproken en een kwalitatief goede bibliotheekvoorziening. De bibliotheek
dient in te spelen op beleidsthema’s van vandaag en morgen. Op terreinen zoals taalachterstanden, inburgering,
24
jeugdbeleid, onderwijs, gezondheidsinformatie en cultuurdeelname, heeft de bibliotheek in nauwe samenwerking met
andere instellingen een steeds actievere rol.
Bibliotheek Zwolle loopt landelijk voorop. Het Zwolse bibliotheekbeleid was de afgelopen jaren met succes met name
gericht op het vergroten van het bereik: meer leden, uitleningen en bezoekers. De resultaten in de vorm van vergroten
van dit publieksbereik zijn zeer positief in vergelijking met de landelijke trend. Er is sprake van meer dan 1,5 miljoen
uitleningen per jaar, 670.000 fysieke bezoekers, 272.000 digitale bezoekers en inmiddels 38.000 leden.
De bibliotheek heeft al diverse landelijke prijzen in de wacht gesleept, en heeft in Zwolle Zuid de eerste bibliotheek in
Nederland ingericht volgens het nieuwe winkel concept: de ideale bibliotheek. Bibliotheek Zwolle heeft de ambitie om
landelijk voorop te willen blijven lopen. De bibliotheek biedt door haar grote bereik en goede spreiding over de stad
een ideaal platform voor (culturele) initiatieven, en is in die zin de ideale verbinder op het grensvlak van informatie,
cultuur en educatie.
Stichting Literaire Activiteiten organiseert jaarlijks vijf of zes avonden in schouwburg Odeon, met op dat moment
actuele schrijvers. Gestreefd wordt om in ieder geval jaarlijks de schrijver van het boekenweek geschenk te mogen
ontvangen. De avonden zijn vrij succesvol te noemen.
In de Cultuurnota 2004-2008 is het initiatief om een Zwolse Stadsdichter te benoemen geïntroduceerd. Dit om het
literair klimaat van Zwolle - en het cultureel klimaat in algemene zin – te verlevendigen en om op die manier een
bijdrage te leveren aan de uitstraling van de stad: ‘De stadsdichter brengt poëzie dichter bij de mensen en zorgt dat zij
op een andere manier stil staan bij belangrijke gebeurtenissen in de stad Zwolle’.
Voordat in 2005 de eerste stadsdichter werd gezocht, is een aantal uitgangspunten vastgesteld. De kerntaak van de
Stadsdichter is het schrijven van gedichten over de stad, of over actuele zaken die de stad raken, in opdracht van de
gemeente. Deze gedichten worden voorgedragen bij speciale gelegenheden. Verder heeft de Stadsdichter de
mogelijkheid opdrachten van derden aan te nemen. De stadsdichter heeft een onafhankelijke positie. Daarmee kan hij
enerzijds het gezicht van de gemeente zijn voor de bevolking, maar anderzijds de stem van de bevolking gericht naar
de gemeente.
De bedoeling was tweeledig: versterking van het literaire klimaat, en versterking van de gemeentelijke communicatie.
Hoewel het stadsdichterschap de afgelopen jaren op zichzelf een bijdrage heeft geleverd aan het literaire klimaat in
Zwolle, heeft het in communicatief opzicht minder opgeleverd dan gehoopt. Communicatieve meerwaarde vraagt om
een fors hogere investering.
Het budget ter hoogte van € 5.000,-- per jaar (uit het budget Culturele Activiteiten) is niet toereikend om alle kosten te
dekken. Het gaat geheel op aan het honorarium voor de stadsdichter. De jaarlijkse niet-zichtbare kosten liggen echter
duidelijk hoger vanwege de ambtelijke inzet, de ontwerp- en drukkosten van een gedichtenbundel, het
‘afscheidscadeau’ voor de stadsdichter (zijnde een blijvende markering in de stad), de procedures rondom de werving
van een nieuwe stadsdichter en afscheid van de oude stadsdichter. De totale kosten zijn geraamd op ongeveer €
25.000,-- per jaar.
Het stadsdichterschap valt niet eenduidig onder een ontwikkelingslijn uit de cultuurvisie.
Op grond van de Mediawet is het Commissariaat van de Media bevoegd om aan een lokale omroep zendtijd toe te
kennen en die daarmee aan te wijzen als lokale publieke media-instelling. Het CvdM kan pas een aanwijzingsbesluit
nemen als de gemeenteraad van de desbetreffende gemeente het CvdM heeft geadviseerd over de vraag of de
instelling voldoet aan de eisen die de Mediawet stelt. De kern van de gemeentelijke advisering moet zich richten op de
vraag of het orgaan van de lokale publieke media-instelling dat het media-aanbod bepaalt een zodanige samenstelling
heeft dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele,
godsdienstige en geestelijke stromingen.
Conform de Mediawet heeft de gemeente geen inhoudelijke zeggenschap over de programmering van de lokale
publieke media-instelling. De Mediawet verplicht de lokale media-instelling om het programma-aanbod voor ten minste
vijftig procent van de duur te besteden aan aanbod van informatieve, culturele en educatieve aard (de ICE-norm). Het
Commissariaat ziet er op toe dat de lokale media-instelling dat programmavoorschrift ook daadwerkelijk in zijn
programmering realiseert. Met de subsidie mag de gemeente geen inhoudelijke voorwaarden stellen of verplichtingen
opleggen die het onafhankelijk functioneren van de lokale media-instelling raken. Op dit punt onderscheidt een
publieke media-instelling zich van andere gesubsidieerde culturele instellingen.
Nadat in 2009 de Lokale Omroep Zwolle failliet is gegaan, is een procedure, conform de eisen uit de Mediawet,
gestart om te komen tot een nieuwe omroep voor Zwolle. Nadat de gemeenteraad de representativiteit van het
Programma Beleid Bepalend Orgaan van stichting ZOO heeft bevestigd heeft het Commissariaat voor de Media
besloten om Stichting ZOO aan te wijzen als dé Publieke Media Instelling voor Zwolle voor de komende vijf jaar.
De stichting begint langzaamaan. Voordat de programmering verder wordt uitgebreid, wordt de organisatie
opgebouwd. Deze bestaat uit louter vrijwilligers. ZOO is per 2010 begonnen met een weekendprogrammering op de
25
radio. Naast de radio-uitzendingen is er sprake van kabelkrant en internet. Er wordt samenwerking gezocht met
diverse instellingen en het onderwijs. TV uitzendingen zijn voorlopig nog niet aan de orde.
5. Cultuureducatie en amateurkunst
Sinds 1996 is cultuureducatie een belangrijk onderdeel van het landelijk cultuurbeleid. Dat heeft zich geuit in diverse
stimuleringsregelingen. Educatie, participatie en talentontwikkeling blijven kerntaken van de overheid. Ook het nieuwe
kabinet vindt het belangrijk om kinderen en jongeren actief in aanraking te brengen met cultuur, met name via het
onderwijs.
Het rijk stimuleert cultuureducatie met verschillende landelijke initiatieven, zoals het programma Cultuur en School, de
impuls brede scholen, sport en cultuur en het Fonds voor de Cultuurparticipatie. Het doel van Cultuur en School is om
leerlingen van jongs af aan vertrouwd te maken met cultuur. De kernmissie is het leggen en onderhouden van
duurzame relaties tussen scholen en culturele instellingen en de versterking van de aandacht voor cultuur in het
onderwijsprogramma. Een onderdeel van Cultuur en School is de Cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs, die het
nieuwe kabinet wil afschaffen met ingang van het schooljaar 2012-2013.
Het doel van de impuls brede scholen, sport en cultuur is om cultuur (en sport) een meer vaste plaats te geven in het
aanbod van brede scholen. In Zwolle neemt Kunstencentrum Muzerie samen met Bibliotheek Zwolle het gedeelte
cultuur voor haar rekening, volgens de daartoe opgestelde Stadsdeelplannen.
De missie van het Fonds voor de Cultuurparticipatie is om actieve cultuurdeelname van alle burgers te vergroten. Het
steunpunt amateurkunst Kunst & Zo en de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs (Cultuur op
Maat) door Muzerie worden voor de helft via het Fonds gefinancierd. Overigens is de coördinatie van cultuureducatie
voor het voortgezet onderwijs al een taak van Muzerie sinds 1998. Projecten worden per leerjaar aangeboden zodat
er een leertraject kan worden samengesteld. Muzerie werkt hierbij nauw samen met de andere culturele instellingen
en particuliere aanbieders. Muzerie heeft onlangs ook een bijdrage ontvangen om uitvoering te geven aan het
programma ‘Muziek in ieder kind’ dat begin 2011 is gestart.
De stapeling van incidentele subsidies maakt de Muzerie wel kwetsbaar.
Naast het steunpunt amateurkunst en de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs wordt ook een
aantal projecten voor de helft via het Fonds gefinancierd: Check it Out van Hedon en projecten gericht op
multicultureel erfgoed. Check it Out voldoet goed, maar kan worden ingebed in het programma Cultuur op Maat. De
projecten gericht op multicultureel erfgoed zijn sowieso tijdelijk bedoeld. Nu we kritisch moeten kijken naar onze
uitgaven, ligt het voor de hand om na 2012 niet opnieuw hier geld voor vrij te maken.
Naast landelijke afspraken ondersteunen ook provincies de regionale culturele infrastructuur, met cultuureducatie als
één van de speerpunten van beleid. De inzet is gericht op versterking van de samenwerking tussen
onderwijsinstellingen en culturele instellingen. Cultuureducatie moet zowel binnenschools als buitenschools een sterke
en structurele positie verwerven.
De provincie Overijssel heeft in dit verband aan de gemeente Zwolle subsidie verleend voor de versterking van
cultuureducatie in het primair onderwijs voor een bedrag van € 49.953,- per jaar voor de schooljaren 2010-2013.
Muzerie voert dit uit. Eén van de voorwaarden voor deze subsidie is dat de structurele gemeentelijke financiering voor
cultuureducatie in deze periode op minimaal hetzelfde niveau blijft.
Vroeger vond de muzische en culturele vorming met name in de vrije tijd plaats. Het vrijetijdsaanbod voor jongeren
wordt gesubsidieerd aangeboden door Muzerie. De missie van Muzerie is meer mensen raken met kunst en cultuur,
met het accent op jonge burgers: in het onderwijs, in de wijken, via broedplaatsen, samenwerking met verenigingen
voor amateurkunst , samenwerken met welzijnsinstellingen en bewoners in het kader van sociaal-artistieke projecten.
De laatste jaren is een omslag te zien waarbij steeds meer in de brede school en op school aan kunstzinnige vorming
wordt gedaan. Via het onderwijs bereikt Muzerie alle basisschoolleerlingen en praktisch alle leerlingen in het
voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling om meer op en in de (brede) scholen te gaan werken; op die manier wordt
het bereik vergroot en komen ook andere groepen meer in aanraking met kunstzinnige vorming dan zij van huis uit
doen. Dit vraagt om een andere subsidiesystematiek. Hoe meer individuele keuze, hoe minder subsidie. Dit heeft tot
gevolg dat het vrijetijdsaanbod duurder wordt, omdat het minder zal worden gesubsidieerd. Een consequentie is
waarschijnlijk dat Muzerie minder vrijetijdsaanbod overeind kan houden. Het particulier circuit zal hier naar
verwachting een grotere rol gaan pakken.
Muzerie lijkt goed op weg om de financiën op orde te krijgen. Ondertussen dreigen bezuinigingen op cultuureducatie
in andere gemeenten waar de Muzerie werkzaam is. Ook de komende tijd zal daarom niet gemakkelijk worden.
Amateurkunst is het actief beoefenen van kunst, uit passie, liefhebberij of engagement, zonder daarmee primair in het
levensonderhoud te willen voorzien. Amateurkunst wordt momenteel ook wel aangeduid met het begrip actieve
26
kunstbeoefening’, aldus de in 2008 verschenen handreiking voor amateurkunstbeleid (Kunstfactor, VNG, OCW,
Cultuurfonds).
Binnen de amateurkunst kan onderscheid worden gemaakt tussen de podiumkunsten (theater, dans en muziek) en de
individuele kunsten (beeldende, audiovisuele kunst en schrijven).
Podiumkunstenaars werken in groepsverband, zijn georganiseerd en duidelijk aanwezig in het maatschappelijk
culturele leven. Zij kennen structuren en reglementen, waarbinnen hun activiteit plaatsvindt. Individuele kunstenaars
werken doorgaans op zichzelf, zijn nauwelijks georganiseerd, hebben geen duidelijk podium en zijn voor elkaar en
voor de maatschappij minder zichtbaar.
Van oudsher zijn vooral de podiumkunstenaars onder de amateurs georganiseerd in verenigingen, die aangesloten
zijn bij een koepel. Zeker tweederde van alle amateurbeoefenaars is niet georganiseerd. De laatste jaren neemt de
categorie amateurkunstenaars toe, die niet in club- of verenigingsverband actief zijn, maar bijvoorbeeld deel uit maken
van ‘communities’ op internet of die zich organiseren in een tijdelijk project; zogeheten ‘ongeorganiseerden’. De meer
georganiseerde vormen van amateurkunst, de podiumkunstenaars blijken meer behoefte te hebben aan directe
(inhoudelijke) ondersteuning door de overheid in tegenstelling tot de ongeorganiseerde amateurkunst. (handreiking
amateurkunstbeleid)
Amateurkunst is belangrijk voor het culturele klimaat in de stad. In Nederland zijn ruim drie miljoen mensen tussen de
15 - 80 jaar actief in de amateurkunsten. Actieve deelname in een van de kunstdisciplines is in de eerste plaats voor
de beoefenaren zelf van groot belang. Een groot deel van de amateurkunstbeoefenaren behoort tot de frequente
bezoekers van professionele kunstuitingen en zij bereiken met hun eigen verrichtingen ook een groot publiek. Daarbij
vergroot amateurkunst de sociale cohesie van een wijk, een groep of een stad.
Binnen het culturele landschap van de georganiseerde amateurkunst kent Zwolle onder andere de volgende spelers:
amateurkunstverenigingen, subsidieregeling amateurkunst, commissie Culturele Activiteiten, subsidieregeling
zaalhuur Odeon De Spiegel, steunpunt voor amateurkunst Kunst&Zo, Zang en Muziekraad, Domusica en Popfront.
Uit het onderzoek naar amateurkunst in Zwolle van 2008 bleek dat er ca. negentig amateurkunstverenigingen zijn,
waarvan ruim 40 zangverenigingen en 30 muziekverenigingen. Ongeveer 50 hiervan ontvangen subsidie voor de
kosten van instandhouding van de vereniging en de kosten van uitvoering van het reguliere programma. Voor
bijzondere culturele activiteiten is jaarlijks ca. € 85.000 subsidie beschikbaar. De hiervoor in 2002 ingestelde
Commissie Culturele Activiteiten behandelt vier maal per jaar subsidieaanvragen en beoordeelt deze aan de hand van
vooraf vastgestelde subsidiecriteria. Per ronde worden zo’n tien tot vijftien zeer diverse subsidieaanvragen ingediend.
Eén van de criteria voor subsidiëring is dat er sprake moet zijn van originaliteit en vernieuwing, waardoor van de
regeling ook een stimulerende werking uitgaat. De Commissie constateert dat er een aantal aanvragers is, dat jaarlijks
subsidie aanvraagt voor dezelfde activiteit.
De commissie beoordeelt eveneens jaarlijks de grotere culturele evenementen op inhoud.
Medio 2010 is door een raadsmotie uit 2009 de regeling ‘Zaalhuur Odeon de Spiegel’ in het leven geroepen. Deze
regeling maakt het voor verenigingen mogelijk een subsidie aan te vragen als tegemoetkoming in de huur van podia in
Odeon en De Spiegel. De middelen voor deze regeling, € 25.000,-- per jaar, zijn incidenteel beschikbaar tot medio
2013 (seizoen 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013). Tot nu toe is er veel animo voor de regeling. De podia van
Odeon De Spiegel zijn beter bereikbaar geworden voor de amateurverenigingen.
Kunst&Zo is het steunpunt voor de Zwolse amateurkunst en is in 2009 opgericht naar aanleiding van de uitkomsten
van het onderzoek naar de Zwolse amateurkunst. Kunst&Zo biedt amateurkunstenaars (zowel individueel als in
georganiseerd verband) met succes ondersteuning en advies op allerlei gebieden, van subsidie, beleid en bestuur tot
allerlei financiële en praktische zaken. Daarnaast heeft Kunst&Zo een stimulerende/ aanjagende en
verwijzende/bemiddelende rol. Kunst&Zo wordt gefinancierd via middelen uit het Fonds voor Cultuurparticipatie, die in
elk geval lopen tot en met 2012. De reacties vanuit de Zwolse amateurkunst op het steunpunt zijn overwegend
positief. Ook de commissie culturele activiteiten constateert dat er van de geboden ondersteuning een stimulerende
en aanjagende werking uitgaat, doordat zij het afgelopen jaar een aantal nieuwe en/of verbeterde subsidieaanvragen
heeft ontvangen.
De Zwolse Zangraad en de Muziekraad zijn de koepels voor Zwolse zang- en muziekverenigingen. De raden willen
beide de belangen van de aangesloten verenigingen behartigen en wensen te fungeren als spreekbuis richting
externe partijen, waaronder de gemeente, de lokale pers. Kunst&Zo en de Muzerie. Vrijwel alle Zwolse
zangverenigingen zijn lid van de Zwolse Zangraad. Bij de Muziekraad zijn niet alle verenigingen aangesloten. De
zang- en muziekraad worden niet gesubsidieerd.
27
Wij subsidiëren een aantal structurele culturele activiteiten. Tot de vorige cultuurnota werden deze initiatieven
incidenteel gesubsidieerd. Naar aanleiding van de nota 2005-2008 is de subsidiëring structureel geworden.
Het gebouw Domusica in Diezerpoort biedt onderdak aan diverse culturele verenigingen. Het is een voorbeeld van
hoe verenigingen samen en met succes een gezamenlijk probleem, de huisvesting, hebben opgelost. Vier
verenigingen hebben destijds besloten stichting Ecomuze op te richten en op zoek te gaan naar een geschikt pand.
Gezamenlijk hebben ze dit pand gekocht en worden de verschillende zalen nu verhuurd. Domusica streeft ernaar om
behalve een verzamelgebouw meer een cultuurhuis in de wijk te zijn. Domusica ontvangt subsidie.
Naast Domusica is er nog een klein aantal muziekverenigingen die een repetitieruimte in eigendom hebben. De
meeste verenigingen huren een ruimte per dagdeel bij scholen, wijkcentra en dergelijke.
De Stichting Zwols Popfront biedt door middel van zes oefenruimten, een café, een opnamestudio en een podium aan
niet-professionele muzikanten de gelegenheid hun muziek te oefenen, te laten opnemen en ten gehore te laten
brengen. Vier tot zes keer per maand vinden er reguliere optredens plaats, hiervoor wordt geen entree geheven.
Naast het reguliere aanbod participeert en organiseert Popfront (in) een aantal grotere activiteiten.
Popfront krijgt tot op heden jaarlijks een verrekening in de huur. Popfront en Hedon hebben een intentieverklaring
ondertekend, waarin wordt uitgesproken in 2011 te zullen gaan fuseren. We verwachten dat deze fusie een
inhoudelijke meerwaarde zal opleveren voor de popcultuur in Zwolle.
28
Bezuinigingen Rijk
De nieuwe regering is van plan om fors te bezuinigen op cultuur. Volgens staatssecretaris Zijlstra moet de
cultuursector minder afhankelijk worden van de overheid. Meer ondernemerschap en voldoende publiek zijn twee
voorwaarden die hij stelt voor het krijgen van cultuursubsidies. Om voor financiering van de overheid in aanmerking te
komen worden instellingen voortaan niet alleen beoordeeld op hun artistieke kwaliteit, maar ook op de mate waarin
een instelling voldoende bezoekers treft, ondernemend is, toegankelijk is voor kinderen en jongeren en het aanbod
een rijkscollectie betreft of (inter-)nationale betekenis heeft.
De staatssecretaris benadrukt dat kunst en cultuur bijdragen aan een vrije en vitale samenleving. De hervormingen
van het systeem moeten er voor zorgen dat de cultuursector sterker wordt. Op basis van duidelijke en scherpe keuzes
moet de overheid de randvoorwaarden scheppen voor een sterke cultuursector. Daarbij is de uitdaging van overheid
en cultuursector om daarvoor steun in de samenleving te vinden.
De komende tijd worden de hervormingen in overleg met de landelijke cultuursector uitgewerkt, nadat de Raad voor
Cultuur er over heeft geadviseerd. De huidige subsidieperiode loopt tot 2012; het lijkt er nu op dat 2013 een
overgangsjaar wordt, waarna het nieuwe stelsel in 2014 in gaat.
Zwolle is betrokken bij het Landsdeel Oost, gesprekspartner voor het Rijk in de Cultuurnota-systematiek. Met de
provincie Overijssel en Gelderland en acht steden wordt opgetrokken om de culturele infrastructuur in dit landsdeel
zoveel mogelijk veilig te stellen
De impact van de rijksbezuinigingen voor Zwolle is nu nog niet precies te duiden. Bezuinigingen die waarschijnlijk ook
Zwolle zullen raken:
- Er wordt, oplopend van 30 miljoen euro in 2011 tot 200 miljoen euro in 2015, gekort op cultuursubsidies. Dit treft
vooral de podiumkunsten.
In Zwolle ontvangen theatergezelschap Gnaffel (€ 100.000 per jaar), het Kameropera productiehuis (€ 50.000 per jaar)
en het Kameroperafestival (€ 50.000 per jaar.) mede subsidie van Fonds voor de Podiumkunsten, voorlopig tot 2013.
Het is nog niet duidelijk wat het Rijk met dit fonds gaat doen.
Het treft ook OdeondeSpiegel. Als de podiumkunsten (orkesten, opera, dans, toneel) fors worden gekort of
opgeheven, worden producties duurder of valt er minder te programmeren.
- Verhoging van het btw-tarief van 6% naar 19% met ingang van seizoen 2011-2012 heeft een negatieve uitwerking op
het publieksbereik van OdeondeSpiegel en Hedon. Ook de niet-gesubsidieerde producties (musicals en andere vrije
producties) worden hierdoor getroffen.
- De cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs wordt in 2012 afgeschaft. Dit heeft een nadelige invloed op het
publieksbereik onder jongeren.
- Het Rijk is van plan om de regionale historische centra te decentraliseren naar de provincie en tegelijk te korten met
25%.
- Het regeerakkoord benadrukt het belang van actieve cultuurparticipatie, m.n. amateurkunst, volkscultuur en
bibliotheekbezoek. Het voortbestaan van het Fonds Cultuurparticipatie is echter lang niet zeker. In Zwolle wordt het
steunpunt amateurkunst Kunst & Zo hieruit gefinancierd, de coördinatie cultuureducatie voortgezet onderwijs door
Muzerie alsook een aantal projecten.
- De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars wordt in 2012 afgeschaft ondanks de recente positieve evaluatie. Dit leidt
eerder tot kostenverhoging dan tot een bezuiniging.
29
Instellingen
Subsidies 2011
Bibliotheken en media
Lokale Omroep
76.506
Literaire Activiteiten Zwolle
5.000
Stichting Bibliotheek Zwolle
3.692.560
Podiumkunsten
Odeon De Spiegel
4.170.138
Subsidies gezelschappen
226.000
Stimuleringssubsidies Pod.k.
278.613
St. Stad en Cultuur Hedon
492.105
Popfront
19.634
Evenementen
Evenementen en festivals
320.686
Cultuureducatie
Muzerie
Overige cultuureducatie
2.095.263
180.500
Amateurkunst
Zaalgebruik OdS
Regeling Amateurkunst
Overige subsidies ak
25.000
243.044
31.601
Musea
Stedelijk museum Zwolle
1.163.454
Stichting IJsselacademie
32.158
Machinemuseum Zwolle St
28.618
Ecodrome Zwolle
Buurtmuseum Kamperpoort
Museum de Fundatie St
Stelpost effieciencykorting
1.022.127
13.195
605.947
- 100.000
Lokale geschiedenis
Historisch Centrum Overijssel
1.432.224
Beeldende kunst
Decentralisatiefonds BK
151.500
Presentatiefunctie
101.253
Kunstenaars Belangenvereniging
Langhuis het Galerie St
4.668
34.286
Ateliers Zwolle
118.803
R-10
131.782
30
Bijlage 2. Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur
“Zwolle wil één van de vijf interessantste steden zijn” (Quote Stentor)
Cultuur als kapitaal voor een succesvolle, vitale stad
Cultuur en Stad zijn een enorm krachtige economische twee-eenheid. Onderzoeken die dit aantonen zijn er legio. In
Zwolle zijn de afgelopen jaren grote investeringen gedaan in cultuur, met als absolute hoogtepunt de opening van
theater De Spiegel. Door slimme programmering is het aantal bezoekers aan culturele instellingen in Zwolle de laatste
jaren fors toegenomen. Door het verder afstemmen, intensiveren en stroomlijnen van de programmering, bedrijven
van gezamenlijke marketing en het met nadruk zoeken van samenwerkingsverbanden met andere ondernemers in de
stad zien de culturele instellingen mogelijkheden om binnen de huidige budgetten een jaarlijkse stijging van 10% in de
bezoekersaantallen te realiseren tot een verdubbeling van het aantal cultuurtoeristen in Zwolle. Doel is om van Zwolle
het Cultuurtoeristische brandpunt van Oost-Nederland en anker van de Noordelijke Randstad te maken.
De culturele positie en de betekenis daarvan voor stad en regio zijn hiermee speerpunt van deze notitie.
Grote publiekstrekkers, regionaal en nationaal, zijn De Fundatie, Stedelijk Museum, Ecodrome, Hedon, de theaters en
festivals. Zij trekken veel bezoekers naar de stad waar de ondernemers en de vitaliteit van de binnenstad bij gediend
zijn.
De lijn van investeringen van de afgelopen jaren moet in de komende jaren gaan renderen en afgemaakt worden om
klaar te zijn met de culturele infrastructuur van de stad voor 12-12-2012.
Investeringen binnenstad Cultuur:
1997-2012:
2006:
2006:
2009-2010:
2011:
2011:
2012:
2012:
Ecodrome (3,9 miljoen investeringsvolume vanuit gemeentelijke subsidies)
De Spiegel (30 miljoen vanuit Gemeente/ Provincie/ sponsoren)
Publiekshal HCO (4,8 miljoen/ Het Rijk)
Bibliotheek Zwolle (invoering winkelconcept-model)
Stedelijk Museum (nieuwbouw 1997: 2,7 miljoen euro/ verbouw 2011: 150.000 euro)
Fraterhuis (infrastructuur 500.000 euro/ vanuit fondsen/ privaat/ Provincie)
Hedon (mogelijke capaciteitsuitbreiding poppodium Hedon)
De Fundatie (5 miljoen euro vanuit Provincie met investeringen in het gebied vanuit de Gemeente)
Door de aankoppeling van de Hanzelijn 12-12-2012 ontstaat er een grote kans om deze doelstelling te bereiken. De
uitbreiding van Museum de Fundatie kan daarin een mijlpaal zijn. Stedelijk Museum Zwolle wordt verbouwd in 2011.
Nog steeds wordt er gesproken over de plannen voor uitbreiding van het poppodium Hedon. Voorgesteld wordt om het
jaar 2013 als toetsingsjaar te nemen of de inspanningen leiden tot voldoende economische groei. Bezuinigen op
cultuur is kapitaalvernietiging.
Bij ruwweg gelijkblijvende exploitatiesubsidies, gaan de Zwolse culturele partners er vanuit dat zij jaarlijks 10% meer
gaan verwezenlijken.
Cultuur en Stad bieden samen alle kansen voor de ontwikkeling van de culturele dynamiek en de sociale samenhang
en om de leefbaarheid van de stad duurzaam te verstevigen. Dit wordt gerealiseerd binnen de huidige budgetten.
Zwolle staat voor de belangrijke taak om zoveel mogelijk Zwolse burgers te laten participeren zodat ze
grootgebruikers worden van het culturele aanbod. In de benadering van de eigen bewoners van de stad spelen met
name Muzerie, de Bibliotheek Zwolle en het Filmtheater een zeer belangrijke rol.
Cultuur is economisch interessant, maar ook sociaal. Hoe betrek je de bewoners uit de wijken bij de stad? Cultuur is
daar bij uitstek een goed middel voor. Bij de instellingen wordt gedacht aan een presentatie van samenwerkende
instellingen in de wijken. Binnen het onderwijs liggen kansen om kinderen en jongeren te bereiken en hen de wereld
van de cultuur en het erfgoed te laten ontdekken.
Samenwerking met kunstonderwijs en onderwijs in de volle breedte (participatie en kunsteducatie), diverse culturele
partners zowel makers als instellingen, maar ook de band met het ondernemersklimaat van Zwolle, creëert een
expanderend en succesvol economisch en cultureel klimaat in de binnenstad. De komende jaren werken de
31
instellingen samen om ook de producerende creatieve krachten te tonen die de humuslaag vormen voor een
levendige succesvolle cultuur.
Als bijlage vindt u hieronder meer inhoudelijke informatie over de uitgangspunten van de gezamenlijke culturele
instellingen.
Bij bereidheid van wethouder, college en raad in te gaan op dit voorstel van de gezamenlijke culturele instellingen,
krijgt het uiteraard handen en voeten in gezamenlijk beleid en een gespecificeerde onderbouwing. De meerwaarde
van de gezamenlijke visie en insteek voor de komende beleidsperiode is samen te vatten als: coördinatie, belofte van
stijging, hoge mate van samenwerking en gezamenlijke profilering in stad en regio.
Directeuren Overleg Kunst en Cultuur
Bijlage bij Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur
Visie en ambities cultuur in Zwolle
Zoals bekend bieden stad en ommeland Zwolle alle kansen. Na Groningen en Nijmegen is Zwolle de meest kansrijke
en interessantste stad van Nederland. De stad scoort hoog op ‘Ontwikkeling aantrekkelijkheidsindex’ voor wat betreft
de ontwikkelingskansen qua aantrekkelijkheid van de stad door de voorzieningen die het momenteel heeft (Gerard
Marlet, december 2010).
Wij gaan er van uit dat bij de bestuurders van de stad de argumenten hiervoor bekend zijn, toch een kleine
opsomming:
* Cultuur-historische binnenstad, historisch erfgoed
* Groeigemeente
* Behoort bij 35 grote steden met eigen cultuurbudget
* Waarde van Aanbod Podiumkunsten in Atlas Ned Gemeenten in kwaliteit en
breedte vastgesteld op 433 miljo euro voor de stad en nog eens 100 miljo
voor de regio (Atlas NedGemeenten; vergelijking Deventer: 140 miljo voor
stad, 54 miljo voor regio; Enschede 491miljo stad vs 61 miljo regio)
* aantal voorstellingen podiumkunsten is het hoogste in heel de provincie
Overijssel; de afhankelijkheid van dit podiumkunstenaanbod is zowel voor
bewoners van de stad als bewoners van de ommelanden evenredig hoog. De
situering van Zwolle is er een van een zogeheten witte vlek in het
cultuuraanbod landschap en biedt daarmee nog steeds volop kansen.
* Sterke stad in een economisch sterke regio
* werken volgt wonen en wonen volgt amenities (kwaliteit van aantrekkelijkheid
van de stad
* bereidheid om te reizen voor amenities
* the paradox of urban triomph (platteland komt weer in)
smart people strong cities
Eveneens in de Atlas Ned Gemeenten wordt geadviseerd te investeren in het tegengaan van vergrijzing door behoud
van jonge startende werknemers en ondernemers, het behoud van studenten na hun studie in stad of regio en de
werkgelegenheid te laten groeien in de creatieve sector.
32
sociale huur
hoogbouw
vooroorlogse
w oningen
omvang woningen
winkels mode & luxe
nabijheid podiumkunst en
culinaire kw alit eit
hist orie
hist orisch wat er
nabijheid nat uur
nabijheid kust
Ambities waarmaken
Niet alleen voor de Bühne, windowdressing, maar ambities waarmaken door te investeren
Reeds geïnvesteerd
1997-2012:
2006:
2006:
2009-2010:
2011:
2011:
2012:
2012:
Ecodrome (3,9 miljoen investeringsvolume vanuit gemeentelijke subsidies)
De Spiegel (30 miljoen vanuit Gemeente/ Provincie/ sponsoren)
Publiekshal HCO (4,8 miljoen/ Het Rijk)
Bibliotheek Zwolle (invoering winkelconcept-model)
Stedelijk Museum (nieuwbouw 1997: 2,7 miljoen euro/ verbouw 2011: 150.000 euro)
Fraterhuis (infrastructuur 500.000 euro/ vanuit fondsen/ privaat/ Provincie)
Hedon (mogelijke capaciteitsuitbreiding poppodium Hedon)
De Fundatie (5 miljoen euro vanuit Provincie met investeringen in het gebied vanuit de Gemeente)
33
Scenario’s
De gemeente Zwolle spreekt over drie scenario’s in het kader van de te realiseren bezuinigingen en wat te doen met
ambities en investeringen in het kader van die bezuinigingen
Voor wat betreft de culturele instellingen focussen wij op 2 ontwikkelingslijnen:
• cultuur is van iedereen
• versterking cultuur toerisme, aantrekkelijkheid van de stad
waarmee we tegelijkertijd pleiten voor het voorkomen van klappen binnen de ontwikkelingslijn van het creatieve
klimaat.
Krimp zal zeker op alle terreinen klappen opleveren en meest en vooral de stad zelf schaden in de (economische)
ontwikkelkansen. Gedane investeringen juist inzetten en ten volle ontplooien.
Ambities en beleid gemeente Zwolle alleen waar te maken door stimulering, facilitering, invulling, investering,
exploitatie, meer dan infrastructuur alleen.
Rol/betekenis
1. Grote publiekstrekkers
2. Festivals
3. Gerichte publiekstrekkers
4. jeugdtheatergezelschap
5. Creatieve ondernemers
6. Informatie en educatie
7. Underground
8. Ondersteunend
Fundatie, Odeon de Spiegel,SMZ
5 mei, ZwART, Thorbeckegracht, Internationaal Gitaarfestival, Animatie,
Vertelfestival, Straattheater
KOH, filmtheater Fraterhuis, Hedon,
Gnaffel,
662 creatieve ondernemers (2009) in Zwolle,
waaronder R10 en DOAS, De Kerk, Afslag Noord
Muzerie, Bibliotheek,
Popfront, Eureka
KCO, KIZ, ondernemersverenigingen
Creatieve ondernemers
De creatieve ondernemers zijn de vernieuwers onder de ondernemers. Veelal gezichtsbepalend door de sectoren
waarin ze werken, vormgeving, mode, webdesign, games, communicatie, architectuur. Creatieve ondernemers
vormen bovendien de jongste generatie docenten in het creatieve onderwijs. Creatieve ondernemers geven een
economische impuls aan een stad (Florida, Jacobsen).
De beroepsopleidingen in deze sector richten zich op vakmanschap en creativiteit.
De loopbaan of onderneming is een ontdekkingstocht ná de opleiding. Deze generatie startende ondernemers op weg
helpen bij de start draagt bij aan het realiseren van broodnodige innovatie. Ook de vergrijzing in het onderwijs en
bedrijfsleven worden daarmee opgevangen.
Innovatie en ondernemerschap zijn speerpunten in het regeerakkoord van de huidige regering. Investeren in startende
creatieve ondernemers is een must voor een (lokale) samenleving!
Het aantal werkzame personen in de creatieve industrie in Zwolle is 19144 (Bron: Biro/Onderzoek&Statistiek)
Aantrekkingskracht stad Zwolle
Belangrijke aantrekkelijke facetten van Zwolle zijn, en dat is een open deur, Museum de Fundatie, de podiumkunsten,
het totale culturele aanbod, het culinaire klimaat, de historische binnenstad en watergebieden, de nabijheid van
prachtige natuur, de voetbalindex niet te vergeten met daarnaast een goed aanbod van winkeld qua mode en luxe. In
positieve zin dragen ook bij de aanwezigheid van voldoende woningaanbod, en weinig hoogbouw. Eigenlijk zijn er
maar twee factoren waarop Zwolle wat minder scoort en dat zijn de weinig vooroorlogse woningen die beschikbaar
zijn en de Nederlandse kust die ver af is\..
Kortom, een sterke stad, een sterke regio
34
Aantrekkingskracht stad en ommeland podiumkunsten
De Zwolse bevolking is voor 76% afhankelijk van het podiumkunstenaanbod in de eigen stad (vergelijking: in Deventer
36,4%, Hengelo 36,6%, Enschede 66,8%).
In de omliggende plaatsen Olst-Wijhe, Raalte, Dalfsen, Zwartewaterland, Staphorst, Kampen, Ommen,
Steenwijkerland is men gemiddeld voor pakweg 60% afhankelijk van het podiumkunstenaanbod in Zwolle.
In vergelijking met Deventer, Hengelo en Enschede kan dan ook gesproken worden over de bijzondere plek die Zwolle
inneemt in het totale culturele landschap van de provincie, de stad bedient een grote regio!
De stad Zwolle biedt haar bewoners en het ommeland een prachtige staalkaart van het totale nationale
podiumkunstenaanbod. Met als resultaat een bezoekersschare van 120.000 zeer trouwe vaste theaterbezoekers en
nog eens 60 tot 80 duizend incidentele bezoekers ofwel door verkoop aan bijzondere producties die kort of langer
incidenteeel in Zwolle staan, amateurproducties of ander gebruik van de theaters De Spiegel en Odeon.
Waarde van Aanbod Podiumkunsten is in Atlas Nederlandse Gemeenten in kwaliteit en breedte vastgesteld op 433
miljoen euro voor de stad en nog eens 100 miljoen voor de regio (Atlas Nederlandse Gemeenten; vergelijking
Deventer: 140 miljoen voor stad, 54 miljoen voor regio; Enschede 491miljoen stad vs 61 miljoen regio).
35
Download