10-2-2014 waarom? Fysiologie en Anesthesie bij kinderen • Kleinere maat, verschilt met leeftijd • Verder verschillen kinderen in: – Anatomie – Fysiologie – Psychologie • Anesthesietechniek aanpassen Anatomische verschillen Anatomische verschillen Fysiologische verschillen Fysiologische verschillen • Luchtweg: • Luchtweg: – Meeste verschillen respiratoire functie anatomisch – Te maken met groei en ontwikkeling van thorax in 1e 2 levensjaren – Samenvattend: slechte adaptatie aan hypoxemie bij neonaat • FRC volwassenen en kinderen andere totstandkoming – FRC verandering: bij sedatie en spierverslapping verdwijnt de spiertonus die de FRC behoudt bij jonge kinderen. – Closing volume groter dan FRC • GEEF PEEP 1 10-2-2014 Fysiologische verschillen Fysiologische verschillen • Circulatie • Lever – Longcirculatie gevoelig voor veranderingen PaO2 en acidose in eerste levensweken – Constant slagvolume, cardiac output is afh van hartfrequentie: CAVE bradycardie – Onrijpe baroreflex – Hoge cardiac output neonaat: 350ml/kg/min vs 75ml/kg/min ( volw) – Onrijpe lever – Plasma-eiwit is lager, eiwitbinding is ook lager, hierdoor grotere vrije fractie van medicatie – Vitamine K aanmaak: minder in eerste 2 mnd dus vit K afhankelijke stollingsfactor aanmaak minder Fysiologische verschillen Fysiologische verschillen • Nieren • CZS – Glomeruli en tubulair systeem zijn nog niet rijp dus verminderde uitscheiding van medicatie – GFR 25% van volw – De eerste maanden wordt natrium niet efficient geresorbeerd door nieren dus natrium in alle infuusvloeistoffen – Vochtverlies door verdamping tijdens ok kan resulteren in hyponatriemie bij neonaten Fysiologische verschillen • Thermoregulatie – Kinderen hebben groot lichaamsoppervlak en cardiac output /kg lichaamsgewicht en minder isolatie (vet) en verliezen dus meer warmte – Kan nadelige gevolgen hebben bij zieke kinderen postop – Bloed-hersenbarriere niet intact bij neonaat tot 3 mnd. – Parasympatisch zenuwstelsel eerder ontwikkeld dan sympatisch, cave bradycardie en overdreven vagale respons – Myelinisatie is niet compleet Farmacologie • Inhalatie anesthetica – Farmacokinetica • Hoger adem minuut volume per kg lichaamsgewicht dan volw • Alveolaire conc stijgt sneller bij inductie – Farmacodynamica • MAC verandert met leeftijd • Hoogst rond 6 mnd • Oorzaak onbekend 2 10-2-2014 Farmacologie Farmacologie • Iv anesthetica • Hoogste relatieve percentage lichaamswater bij geboorte. – Neonaat gevoeliger – Onderontwikkelde BHB – Hogere bloedflow in CZS – Gevolg: groter verdelingsvolume voor wateroplosbare medicatie zoals neuromusculaire blokkers: hogere oplaaddosis, bij gelijke clearance langere T1/2 • Eiwitbinding – Albumine en alfa glycoproteine laag – Hogere vrije fractie bv locaal anesthetica: toxiciteit Farmacologie Farmacologie • Metabolisme • Doseringen op geleide gewicht – Meeste iv anesthetica vetoplosbaar en metabolisatie in lever of bloed. – Kinderen hogere doorbloeding lever = snellere clearance – Echter bij neonaten lever nog onvoldoende ontwikkeld: langere werking – Lichaamswater= verdelingsvolume=hoger dosis ook • Baby's kortere circulatie tijd – i.v. medicatie werkt sneller • Hogere alveolaire ventilatie – opname van inhalatieanesthetica sneller • Hogere vrije fractie = cave toxiciteit Anesthesie Anesthesie • Preoperatief • Preoperatief – Preop poli – Anamnese: ex-prematuriteit, fam anamnese, stollingsstoornissen, neuromusculaire aandoeningen, allergieen, medicatie, vaccinaties, blwi’s – Samenvatting anesthesietechniek, ingreep en postop pijn – Keuze anesthesietechniek iv/kapje – Nuchter vs niet nuchter – RSI – Ouder bij inleiding 3 10-2-2014 Anesthesie Anesthesie • Preoperatief • Preoperatief Premedicatie: – Sedatie rectaal midazolam met atropine, voorkomt bradycardieen bij inleiding en overmatige slijmproductie – Paracetamol zn – Emlacreme bij iv inleiding – Vasten Anesthesie Anesthesie • Inleiding • Moeilijke luchtweg Luchtweg: tube – – – – – Baby’s 3-3,5 ID Algemeen (16+leeftijd)/4 Diepte: 2-4 cm door stembanden Oraal 12 cm+(1/2xleeftijd) Nasaal 13-15 cm+(1/2xleeftijd) – Moeilijke intubatie extreem zeldzaam bij prepuberale kind tenzij afwijkende anatomie van gezicht of luchtweg Anesthesie Anesthesie • Inschatting moeilijkheidsgraad • Moeilijke luchtweg – Mallampatti niet gevalideerd – Kapbeademing kan bemoeilijkt worden door • Klein kind • Grote tong ( trisomie 21) • Grote tonsillen en adenoid – Vooraf herkend: verwijzen naar kindercentrum – Niet herkend: Onverwacht moeilijke luchtweg algoritme 4 10-2-2014 Anesthesie Anesthesie Anesthesie Anesthesie • Peroperatief • Peroperatief – sedatie – Propofol of inhalatie anesthetica: sevoflurane – Zn neuromusculaire blocker – Analgesie – Opiaten – Paracetamol • max bij neonaten 60 mg/kg/dag • Bij oudere kinderen 90 mg/kg/dag • Iv neonaten 7,5-10 mg/kg 4dd, anders 15 mg/kg 4dd – NSAID’s vanaf 6 maanden of > 6kg Anesthesie Anesthesie • Peroperatief • Peroperatief – – – – – – – Regionale technieken Locaal infiltratie Ilio-inguinaal Caudaal/epiduraal/spinaal Penisblok Brachiaalplexus Andere technieken – Regionale technieken – Voordelen: • • • • • Verlengde pijnstilling Snellere mobilisatie Minder postop opioiden behoefte Minder misselijkheid en braken Minder fysiologische respons op chirurgische prikkel dus minder anesthesie nodig 5 10-2-2014 Anesthesie Anesthesie • Peroperatief • Peroperatief – Regionale technieken – Nadelen: • Infectierisico • Urineretentie bij centrale blokken • Verhoogde kans op zenuwschade door prikken onder algehele anesthesie • Toxiciteit bij intravasale injectie – Regionale technieken – Contra-indicaties: • • • • • • Coagulopathie Lokale of systemische infectie Anatomische afwijking Neurologische afwijking Overgevoeligheid locaal anestheticum Weigering door patient of ouders Anesthesie Anesthesie • Peroperatief • Peroperatief – Uitleiding – Zo nodig antagoneren spierverslapper met neostigmine 0,1 mg/kg + atropine – Opiaten met naloxon 5-10 mcg/kg titreren op effect – Larynxmasker of tube alleen verwijderen als patient diep of wakker is, maar nooit in excitatie – Cave laryngospasme – Monitoring gelijk aan volwassenen – Temperatuurmonitoring belangrijk – Onderhoud extra met muts, warmtelamp, warme vloeistoffen en warme OK Anesthesie Anesthesie • Peroperatief • Intraoperatief – Vochtbeleid – Preoperatieve achterstand = uurbehoefte X nuchterheid in uren tijdens OK geven – Onderhoud 4-2-1 regel – Vervanging ander vochtverlies – 1e uur ½ achterstand + onderhoud/uur+ insensible losses+ bloedverlies – 2e uur ¼ achterstand+ onderhoud/uur enz – 3e uur idem – Geef kristalloiden, glucose meestal niet nodig 6 10-2-2014 Anesthesie Anesthesie • Vochtbeleid stroomdiagram • Vochtbeleid – Bloedverlies – Streef bij neonaat naar Hb 7-8 – Ouder kind flexinorm 4-5-6 – Acuut bloedverlies opvangen met albumine 45% of hydroxyethylstarch opl 6% 10ml/kg Anesthesie Postoperatieve pijnbestrijding • Postoperatief • Verkoever • Meeste complicaties kind< 1jaar • Essentieel voor goed herstel – Respiratoir – Cardiovasculair – Oversedatie – Delier – Hypothermie – PONV 20% • Preventie is de beste behandeling Postoperatieve pijnbestrijding Postoperatieve pijnbestrijding • Paracetamol • NSAID’s – Maximaal effect: oraal na 30-90 minuten – Rectaal na 120 min – Zelden overgevoeligheidsreacties – Overdosering: ernstige leverbeschadiging – Antidotum: acetylcysteine ( fluimucil) – Indicaties: botpijn, koliekpijn, blaaskrampen, zwelling – Contra-indicaties: nierinsufficientie – Ondervulling – Leeftijd< 6mnd – Ernstig asthma – Bijwerkingen: maag-darmbezwaren, hoofdpijn, verlengde bloedingstijd, allergische huidreacties, trombopathie ( bij langer gebruik) 7 10-2-2014 Postoperatieve pijnbestrijding Postoperatieve pijnbestrijding • Tramadol • Contra-indicaties: • Morfine • Oraal/rectaal bij acute pijn niet aanbevolen wegens onvoorspelbare resorptie – Leverinsufficientie – Nierinsufficientie – Leeftijd< 1 jaar • Bijwerkingen: – Misselijkheid en braken (langzaam opladen) – Obstipatie – Sufheid Postoperatieve pijnbestrijding • Intraveneus ( continu/PCA) Bijwerkingen : – Ademdepressie – Misselijkheid, braken, obstipatie – Jeuk therapie: tavegil – Afhankelijkheid Einde • Beoordeling pijn – Gedragsobservatie 0-4: alle leeftijden, echter enige methode voor 1-4 jr – Gezichtjesschaal (Oucher): leeftijd> 4 jaar – 10 puntenschaal (VAS): leeftijd > 10 jaar 8