4 SPECTRUM Gejaagd door Boven: Hattie McDaniel (links) won in 1939 als eerste AfroAmerikaan een Oscar voor haar bijrol in Gone with the wind. Ze kreeg het beeldje uit handen van collega Fay Bainter. Rechts: Hattie McDaniel met Vivian Leigh in een scène uit die film. filmhistorie Het boek Gone with the wind van schrijfster Margaret Mitchell werd gepubliceerd in 1936 en was een instant succes. In 1937 ontving Mitchell de prestigieuze Pulitzerprijs voor het boek. De verfilming kwam in Amerika in 1939 uit. Nederland en andere door de Duitsers bezette landen kregen de film pas na de Tweede Wereldoorlog te zien. Nazi-Duitsland verbood Gone with the wind naar verluidt omdat verzetsgroepen kracht zouden kunnen putten uit het verhaal van de zuidelijke strijd tegen de bezetting door noordelijke yankees. Het duurde tot 1949 voordat de film in de Nederlandse bioscopen was te zien. Ook nu scoren de film én het boek (vooral in de Verenigde Staten) nog altijd hoog in populariteitspolls. Het boek moet in Amerika meestal alleen de Bijbel voor zich dulden. Tot 2010 waren er wereldwijd dertig miljoen exemplaren van gedrukt. Gone with the wind is, in een gerestaureerde versie, vanaf 18 december dagelijks te zien in EYE Filminstituut in Amsterdam. Verder in tientallen bioscopen door heel het land. Kijk voor details op www.eyefilm.nl en www.belbios.nl (deze site plaatst pas enkele dagen voor de vertoning de gegevens). De jubileumboxset van Gone with the wind 75 jaar (inclusief de documentaire Old South/New South van Gary Leva én een zakdoekje) is alleen in de Verenigde Staten uitgekomen. In Nederland kun je de box via diverse webwinkels bestellen. Clark Gable en Vivian Leigh in de film Gone with the wind. foto’s HH SPECTRUM 5 DE STENTOR ZATERDAG 13 DECEMBER 2014 de geschiedenis De grootste filmsensatie ooit viert haar 75e verjaardag. Gone with the wind draait weer in de bioscoop. Modern kritiekpunt: de film leunt schaamteloos op de mythe van de slaaf als blije werknemer. door Imco Lanting E en ‘tijdloze klassieker’ en een ‘eeuwig succes’. Aan superlatieven geen gebrek bij het jubileum van Gone with the wind (Nederlands: Gejaagd door de wind). In welk lijstje staat de film eigenlijk níet steevast bovenaan: de beste film ooit, de beste filmkus aller tijden en de beste filmquote. Geen wonder dat Gone with the wind onmiddellijk na de première in 1939 acht Oscars kreeg toebedeeld. Geen andere film kan sindsdien tippen aan het ‘meest opwindende liefdesrelaas ooit’ rond Scarlett O’Hara (actrice Vivian Leigh), dochter van een rijke plantage-eigenaar en vrijbuiter Rhett Butler (acteur Clark Gable). Toch krijgt Gone with the wind, naast alle loftuitingen voor de filmische kwaliteiten, ook kritiek te verduren. Ter gelegenheid van het jubileum maakte filmer Gary Leva dit jaar een documentaire, waarin hij historici aan het woord laat over Gone with the wind en dan met name over de setting waarin het verhaal zich afspeelt: de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), een tijd waarin de slavernij nog springlevend is. Er is namelijk iets vreemds met de manier waarop de slaven in de film worden geportretteerd: de huishoudster en de arbeiders die op de plantage tewerkgesteld zijn, ogen als heel gewone, gelukkige werknemers. Ze wekken de indruk dat ze geheel uit vrije wil voor hun baas werken. Nergens merk je dat ze slaven zijn, levend bezit en handelswaar van hun blanke eigenaren. De burgeroorlog was, toen Gone with the wind in 1939 uitkwam, nog maar drie generaties daarvoor uitgelopen op een catastrofe voor het zuiden. Honderdduizenden soldaten waren gesneuveld en de materiële schade aan huizen en wegen was gigantisch. Als klap op de vuurpijl werd ook nog een belangrijk fundament onder de economie van het zuiden weggeslagen: op 18 december 1865 verbood de regering in Washington bij wet elke vorm van slavernij. Kortom, het zuiden lag op zijn rug. Als reactie op die ontreddering ontstond er een tegenbeweging die ‘Lost cause’ (verloren zaak) werd genoemd en die opkwam voor een zuivering van het blazoen. Want hadden de zuiderlingen niet, net als het noorden, gevochten voor een hoger doel? Al die slachtoffers waren toch niet voor niets gevallen? Onder dit motto richtten de inwoners van Mississippi, Tennessee, Alabama en de andere zuidelijke staten honderden monumenten op voor hun oorlogshelden. Aan steeds meer openbare gebouwen wapperde de zuidelijke, confederale vlag weer. Nu het zelfvertrouwen terug was, kon het verleden naar eigen inzicht worden verfraaid. De slavernij mensonterend? Nee hoor, de plantages waren in feite oases van menselijkheid. Bovendien: de Afro-Amerikanen deden hun werk graag en goed. Ze waren ervoor gemaakt. Het feit dat slavernij een van de belangrijkste oorzaken was van de burgeroorlog, werd gemakshalve genegeerd. Merkwaardig genoeg was ook het noorden vatbaar voor deze opgepoetste versie van de geschiedenis en de verheerlijking van de verloren gegane zuidelijke cultuur. De ‘Lost cause’ verspreidde die nostalgische en veelal ondubbelzinnig racistische boodschap met verve. Dat ging heel ver en leidde zelfs tot het hardnekkige gerucht dat het de slaven waren geweest die de burgeroorlog hadden veroorzaakt. In de film Birth of a nation (D.W. Griffith, 1915), treedt de pas opgerichte Ku Klux Klan (KKK) op als beschermer van nobele, zuidelijke waarden tegen seksueel perverse Afro-Amerikanen. De KKK groeide uit tot een beruchte, blanke racistische organisatie, waarvan de leden gekleed gingen in witte gewaden met hoge puntmutsen. Geregeld vermoordden ze Afro-Amerikanen en zetten ze brandende kruizen in tuinen van potentiële slachtoffers, om hen angst aan te jagen. Tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw hadden ze een grote aanhang en invloed in het zuiden. In de filmklassieker ligt het racisme er niet dik bovenop en Afro-Amerikanen worden niet afgeschilderd als pervers. Maar toch wordt de film gezien als hét schoolvoorbeeld van de ‘Lost cause-‘mythe. „Gone with the wind gaat over van alles, behalve over slavernij. Dat is helemaal in lijn met de geest van de ‘Lost cause’”, zegt professor Randy Sparks van de Tulane University in New Orleans in de documentaire van Gary Leva. „Slavernij is geen moment onderwerp van gesprek, laat staan van discussie”, constateert ook Kathryn Stockett, schrijfster van Een keukenmeidenroman, de recente bestseller over het racisme in het Amerika van de jaren zestig. „In de film worden slaven geportretteerd als “ ‘Gone with the wind’ gaat over van alles, behalve over slavernij Randy Sparks, Tulane University gelukkige mensen in de context van de gevangenschap waarin ze leven.” Gone with the wind is kortom een knap staaltje framing waar het grootste deel van de natie vatbaar voor bleek. Behalve de Afro-Amerikaanse gemeenschap, die als enige fel protesteerde tegen de film. Dat de actrice Hattie McDaniel (de doortastende huishoudster in de film) als eerste Afro-Amerikaan ooit, een Oscar kreeg voor Beste Vrouwelijke Bijrol, deed daar niets aan af. Bij de première van de film in Atlanta was zij afwezig, omdat ze bedreigd werd door racisten. Pas na Gone with the wind werden donkere acteurs langzaamaan zichtbaarder in Hollywood-producties. M cDaniel heeft zelf niet kunnen profiteren van deze verandering. Tijdens de opnames van Gone with the wind was ze al 44 jaar. Ze overleed dertien jaar later aan borstkanker. Gone with the wind was meteen na de première een kassucces in heel Amerika en in de jaren daarna over de hele wereld. De missie van de ‘Lost cause’ leek daarmee geslaagd. Amerika voelde zich weer één land. Maar het trauma waarmee de Afro-Amerikanen zaten opgezadeld, bleef onder het oppervlak broeien. De slavernij mocht dan verdwenen zijn, het hardnekkige racisme was nog alom aanwezig. Het Amerika van 2014 lijkt in weinig meer op het Amerika van 1939. Gedurende de afgelopen 75 jaar heeft een maatschappelijke aardverschuiving plaatsgevonden. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin duizenden Afro-Amerikanen in het leger meevochten, kreeg de rassenongelijkheid steeds meer aandacht. Het duurde nog tot de jaren zestig voor de burgerrechtenbeweging onder leiding van mensen als Martin Luther King en Malcolm X, eindelijk écht succes boekte. Onder president Lyndon Johnson werd discriminatie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt verboden en vanaf 1965 kregen Afro-Amerikanen in alle staten stemrecht. De laatste jaren wordt de bittere en racistische werkelijkheid van de slavernij steeds meer getoond. Goed voorbeeld daarvan is de Oscar-winnende film 12 years a slave uit 2013, waarin slaven worden opgehangen, verhandeld, uitgescholden en mishandeld. Dát was de werkelijkheid waarmee Afro-Amerikanen te maken hadden. Gone with the wind is een sprookje en dan ook nog eens alleen voor blanken. Miljoenen mensen vinden het nog steeds de beste film ooit. Filmisch gezien kan dat kloppen: hij is weelderig vormgegeven, voorzien van een sterrencast en met de modernste technieken van toen gedraaid. Maar de bioscoophit is net zo goed een belangrijk historisch document. Niet wat de burgeroorlog betreft en al helemaal niet als het gaat om de slavernij. De film vertelt meer over het moment dat hij werd gemaakt, dan over de periode waarin hij zich afspeelt . reageren? [email protected] “ Slaven worden geportretteerd als gelukkige mensen Kathryn Stockett, schrijfster