Biologische moestuin of agrarisch bedrijf? Het lijkt voor velen het ideale plaatje: een oude Franse boerderij met een stuk grond, een moestuin en een aantal fruitbomen. De meesten houden de moestuin na een paar jaar voor gezien, want het is toch wel makkelijk om de sla, tomaten en aardappelen gewoon in de supermarkt te kopen, waar tegenwoordig ook een biologische afdeling te vinden is. Er zijn echter ook volhouders met groene vingers, die steeds enthousiaster worden. Onder hen zijn er ook, die bij derden tuinwerkzaamheden gaan verrichten en/of zelfgekweekte producten gaan verkopen, waarmee ze deels of geheel in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Wanneer is er sprake van een professionele en agrarische activiteit? In principe is het tegen beloning verrichten van tuinonderhoud bij derden een professionele activiteit vanaf 150 uur per jaar. Voor het verkopen van zelfgekweekte producten op een markt of vanuit huis, wordt een minimale oppervlakte gehanteerd, die per departement wordt bepaald. Indien de oppervlakte van de tuin onder het minimum blijft, is het geen professionele activiteit. Een activiteit is altijd agrarisch indien er 'gekweekt' wordt. Bij inkoop en verkoop (zonder kweken) is het een puur commerciële activiteit en dus niet agrarisch. Het maken van jam is weer ambachtelijk en dus ook niet agrarisch. Hoe schrijf ik me in als zelfstandige? Ieder departement heeft een eigen kamer van koophandel speciaal voor de registratie van professionele agrarische activiteiten, genaamd 'Chambre de l'Agriculture'. Een inschrijving is kosteloos en er is geen specifiek diploma vereist. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht kan iedereen dus professioneel boer of hovenier worden! Om in aanmerking te komen voor Europese subsidies is een diploma echter wel noodzakelijk. Wat zijn de consequenties? Iedere zelfstandige dient sociale premies af te dragen en eventueel inkomstenbelasting, afhankelijk van de situatie. Op sociaal en fiscaal vlak kent de agrarische wereld specifieke regelgeving, die afwijkt van de ambachtelijke, commerciële of liberale activiteiten. Ieder agrarisch bedrijf of zelfstandige krijgt te maken met de MSA (zie www.msa.fr) voor de uitvoering van de sociale wet- en regelgeving. De MSA maakt een onderscheid tussen zelfstandigen, die meer of minder dan 1.200 uur besteden aan de agrarische activiteit. De tweede groep (tot 1.200 uur) betaalt slechts een fractie van het totale pakket aan sociale premies - alleen het verplichte deel. Deze situatie leidt dan ook niet tot het recht op een ziektekostenverzekering of pensioenopbouw, en is toepasbaar als men bijvoorbeeld naast een ander inkomen (uitkering, pensioen of inkomen partner) als bijverdienste meer dan 150 uur per jaar tuinwerkzaamheden verricht. Het is bij de MSA niet mogelijk om achteraf op basis van de werkelijke omzet (het systeem van auto entrepreneur) premies af te dragen. De MSA werkt met voorheffingen op basis van een aanname of het belastbare inkomen uit het verleden. Na afloop van het betreffende jaar volgt een eindafrekening op basis van de werkelijk gerealiseerde winst. Het vaststellen van het belastbaar inkomen bij landbouw vindt op een bijzondere manier plaats. Er wordt gewerkt met een landelijke richtlijn of factor per soort product, die achteraf jaarlijks wordt vastgesteld. Deze factor wordt vermenigvuldigd met het aantal hectaren landbouwgrond en daaruit wordt het belastbaar inkomen afgeleid. Fiscaal wordt het vooral voor jonge boeren aantrekkelijk gemaakt om een bedrijf te starten. Er zijn diverse belastingvoordelen te behalen en ook financiële tegemoetkomingen. Zelfs lokale banken kennen speciale financiële producten voor deze doelgroep. Conclusie? Als gevolg van de afwijkende en nogal traditionele regels op fiscaal en sociaal vlak is de agrarische wereld moeilijk te doorgronden voor een nieuwkomer. Voor kleinschalige activiteiten bestaan echter vriendelijke regelingen. Laat u zich dus niet ontmoedigen door onbekendheid of 'indianenverhalen' en daardoor afremmen in de ontwikkeling van uw agrarische kwaliteiten of activiteiten.