Boerderijeducatie De Trieme

advertisement
1
Boerderijeducatie De Trieme
Handleiding boerderijeducatie
Hoe boerderijeducatie geïntegreerd kan worden binnen uw lessen? In deze map meer informatie,
praktische informatie over hoe de boerderijeducatie aansluit bij kerndoelen in het onderwijs maar
vooral de meerwaarde van educatie op de boerderij
Waarom boerderijeducatie
Boerderijeducatie als vast onderdeel op een basisschool heeft vele voordelen. De leerlingen werken
en leren op de boerderij als onderdeel van het leren op school. De boer(in) is hierbij de
vakman/vrouw die de leerlingen enthousiasme opwekt voor het leven en werken op de boerderij.
Leerlingen ontvangen veel lesstof via klassikale theorielessen, ze kunnen echter veel van de lesstof
ook in de praktijk leren, zoals bij boerderijeducatie.
Praktijkleren heeft als voordeel dat vakoverstijgende thema’s vanzelfsprekend in samenhang met
elkaar aan de orde komen. Het geleerde blijft in praktijd vaak beter “hangen”bij de leerlingen. Ze zien
en beleven alles met eigen ogen, wat de boer in zijn/haar bedrijf tegenkomt komen de leerlingen ook
tegen.
Opzet boerderijeducatie
Een dagdeel boerderijeducatie verloopt volgens een vaste opzet. Vooraf bespreekt u met de
educator wat het doel is van uw bezoek met de leerlingen.
De school zorgt voor minimaal één begeleider. Deze begeleidt en motiveert bij het uitvoeren van de
opdrachten en bewaart - indien nodig - de orde en rust. In samenspraak met de educator is te
bepalen in hoeverre er nog meer begeleiding gewenst is.
De boer(in) bespreekt met de educator het plan van aanpak. In principe is de boer tijdens de
lesonderdelen aan zijn/haar dagelijkse werk met behulp van uw leerlingen.
Er is regelmaat in de afwisseling van werkzaamheden. Er gelden duidelijke afspraken en de leerlingen
weten wat de geplande activiteiten zijn. Doordat leerlingen gedurende een langere periode
regelmatig terugkomen is er tijd om de boerderij te leren kennen. Ze ontwikkelen een band met het
bedrijf en de boer(in) en raken vertrouwd met de werkzaamheden.
Op natuurlijke wijze worden persoonlijke kernkwaliteiten aangesproken zoals handigheid, moed en
zorgzaamheid. Ook vaardigheden als samenwerken, plannen van werkzaamheden, uitleg volgen en
zorg en aandacht geven aan producten en dieren komen op het bedrijf aan de orde.
Boerderijeducatie het hele jaar door
Een bezoek aan de boerderij kan het gehele jaar door. Buitenactiviteiten zijn echter afhankelijk van
weersomstandigheden en seizoensafhankelijk.
Denk hierbij aan de aanwezigheid van weidevogels, de weidegang van vee, leven in de sloot,
enzovoorts. Met name voor lessen over akkerbouw en fruitteelt is het belangrijk na te gaan welke
seizoen het meest ideaal is om met leerlingen op boerderijbezoek te gaan. Het groeiseizoen
bijvoorbeeld biedt andere leermomenten dan het oogstseizoen. De boer weet hier vast en zeker
meer over te vertellen. Natuurlijk is het weer (regen, kou) een belangrijke factor die een les kan
maken of breken.
2
Boerderijeducatie De Trieme
Voorbereiding in de klas
Voor sommige leerlingen is het de eerste keer dat ze
een boerderij bezoeken. Om het opnameniveau en
de begripsvorming ten tijde van de excursie te
vergroten is het belangrijk om de les voor te
bereiden. Deze voorbereiding begint in de klas zelf
Voorbereidingen van het bezoek
Samen met de educator bezoekt u vooraf samen de
boerderij en bespreekt het programma. Eventuele
aandachtspunten van uw kant kunnen dan ook
vermeld worden. Bij de voorbereiding van het
bezoek van uw klas aan de boerderij zijn de volgende
punten van belang:
Zorg voor toestemming van directie en inspectie.
Regel het vervoer goed. Informeer, als uw klas met personenauto’s naar de boerderij gaat, of de
bestuurders een inzittendenverzekering hebben.
Deel de ouders vooraf mee wanneer u met de klas gaat, waar u naar toe gaat en hoe het vervoer is
geregeld.
Belangrijk: de boer verwacht dat de school een verzekering heeft afgesloten voor ongevallen en
aansprakelijkheid.
Bespreek met de educator welke kleding het meest geschikt is voor de leerlingen om tijdens het
bezoek op de boerderij aan te trekken (laarzen, oude kleren etc)
Spreek vooraf de datum en tijdsduur van het bezoek af met de educator.
Spreek vooraf de doelstelling en globale inhoud van het bezoek af met de educator.
Spreek vooraf de kosten en wijze van betaling af.
Spreek vooraf met de educator af met welke middelen en materialen de leerlingen werken en wie
waar voor zorgt.
Deel vooraf aan de educator mee in hoeverre er met bepaalde leerlingen rekening gehouden moet
worden, vanwege allergie, lichamelijke of psychologische afwijkingen, enzovoorts.
Spreek met de educator af waar fietsen of auto’s geplaatst kunnen worden.
Spreek met de educator af hoe en waar de kinderen ontvangen worden. (skybox)
3
Boerderijeducatie De Trieme
Wie doet wat
De boer
Voert met de kinderen dagelijkse werkzaamheden uit. Legt uit wat er gebeurt op een boerderij en
vertelt over de werkzaamheden, het bedrijf en dergelijke
De educator
Voert met de kinderen opdrachten uit. Dit kan slootonderzoek zijn maar ook tuinieren,
buitenwerkzaamheden uitvoeren, koken met producten en dergelijke
De leerkracht
Krijgt een onderwerp mee om de kinderen over te vertellen. Ook kan een leerkracht gebruik maken
van een leskist of in de schooltuin aan het werk gaan.
Zelfstandig werken of gastdocent
Een groep kinderen gaat zelfstandig aan het werk. Dit kan een opdracht zijn in de skybox, een
computeropdracht of een buiten opdracht. De leerkracht of educator is in de buurt van dit groepje
aan het werk en houd ondertussen een oogje in het zeil.
Voor sommige onderwerpen is het erg leerzaam om een gastdocent uit te nodigen. Deze neemt een
groep leerlingen mee en verteld over zijn/haar vakgebied. Dit kan een lid zijn van bijvoorbeeld de
vogelwacht, een jager of bijvoorbeeld iemand van het loonbedrijf.
Evaluatie
Voor zowel boer als leerkracht is het raadzaam om de les achteraf te evalueren. Voor beide partijen
is het zinvol om stil te staan bij zaken die goed of minder goed verliepen. Hieruit kan lering getrokken
worden voor een volgende boerderijexcursie.
Ook evalueren met de leerlingen is erg belangrijk. Er zijn verschillende reflectiemomenten. Nadat een
taak op de boerderij is afgerond kan direct worden teruggeblikt: “Hoe ziet het eruit? Is het gelukt?
Hoe vond je het zelf gaan?”
Een ander reflectiemoment is aan het einde van het boerderijbezoek. Samen afsluiten in de skybox
en elkaar en de leerkracht vertellen of het doel is gehaald, waar ze door verrast werden en samen
kijken wat we op een dag hebben bereikt.
Ook op school kunnen leerlingen stil staan bij hun ervaringen. Per groep kunnen ze een logboek
bijhouden en hierin verslagen schrijven en tekeningen maken. Ook in een kringgesprek kun je
leerlingen elkaar vragen laten stellen en erachter komen hoe ze dit alles ervaren.
Het terugblikken vormt een wezenlijk onderdeel van de boerderijschool. In het terugblikken wordt
het leren geoogst. Iedere fase in het leren op de boerderij heeft zijn eigen vorm van evaluatie. Ook
vraagt iedere fase om zijn eigen presentaties en toehoorders.
4
Boerderijeducatie De Trieme
Aansluitingen kerndoelen van het basisonderwijs
(bron ‘met de klas de boer op’)
Sinds maart 2006 zijn er voor het basisonderwijs nieuwe kerndoelen. Dit was nodig om de
kerndoelen blijvend te laten aansluiten op de voortdurend veranderende vakken en leergebieden. De
overheid wil scholen meer ruimte geven bij het eigentijds vormgeven van het onderwijs en heeft
daarom het aantal kerndoelen teruggebracht van 115 naar 58. Deze omvatten de leergebieden
Nederlands, Engels, Friese taal, Rekenen / Wiskunde, Oriëntatie op jezelf en de wereld (hieronder
vallen Mens & samenleving, Natuur & techniek, Ruimte, Tijd), Kunstzinnige oriëntatie en
Bewegingsonderwijs.
Daarnaast moet er in het basisonderwijs aandacht worden
besteed aan de voorheen zogeheten leergebiedoverstijgende
kerndoelen. Dit zijn doelen die voor alle leergebieden van
belang zijn: goede werkhouding, gebruik van leerstrategieën,
reflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen
gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren
van anderen, verwerven en verwerken van informatie,
ontwikkelend van zelfvertrouwen, respectvol en
verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg en waardering
van de leefomgeving
Toelichting Kerndoelen
Kerndoelen geven aan wat een school in ieder geval moet nastreven. Ze omschrijven wat scholen aan
het eind van het leerproces bereikt moeten hebben, maar geven niet aan op welke wijze dat moet
gebeuren. Wel moeten scholen lesinhouden en kerndoelen zoveel mogelijk op elkaar afstemmen en
in samenhang aanbieden (samenhang in vakgebieden). Ook is verbinding gewenst met het dagelijkse
leven.
Om de kerndoelen daadwerkelijk in het onderwijs te gebruiken, is een uitwerking in methoden nodig.
Er zijn verschillende methoden op de markt. Daarnaast hebben scholen ruimte voor een eigen,
specifiek onderwijsaanbod.
Aansluiting methoden natuuronderwijs
Het basisonderwijs gebruikt doorgaans een van de volgende vier methoden voor natuuronderwijs: ‘In
vogelvlucht’; ‘Natuurlijk’; ‘Wijzer door de natuur’ en ‘Leefwereld’. Hierna is aangegeven hoe deze vier
methoden globaal aansluiten bij boerderijeducatie.
Hierna is per methode aangegeven welke thema’s per leergebied een directe relatie hebben met
educatie op de boerderij. De bijgevoegde tabellen geven voor elke methode een overzicht van
leergebieden, doelen, thema’s en inhoud. Daarbij zijn de thema’s die geen of weinig relatie hebben
met boerderijeducatie weggelaten.
5
Boerderijeducatie De Trieme
Methode overzicht
(bron Met de klas de boer op)
Methode ‘In Vogelvlucht’
De methode ‘In Vogelvlucht’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 5 tot en met 8. In Vogelvlucht
combineert de thema´s Natuur & techniek, Milieu en Gezond & redzaam gedrag.
Groep 5
Leergebied
Doelen
Thema
Inhoud
Niet-levende
natuur
Omgeving leren kennen
Het weer
Weerwaarnemingen doen en er
conclusies uit trekken
Hoe kun je zelf metingen verrichten
om weersvoorspellingen te doen?
Milieu
Duurzame keuzes maken
Eten en
gegeten
worden
Voedselketens
Wat eten dieren in de natuur? Hoe
komt het dat dieren uitsterven?Hoe
ontstaat een plaag?
Techniek
Technische oplossingen
Internet
ontwerpen en onderzoeken
Gebruik van techniek voor
communicatie
Hoe werken internet en de
computer
Leergebied
Doelen
Thema
Inhoud
Levende natuur
Planten en dieren leren
kennen
Schimmels
Nuttige en schadelijke schimmels en
en
paddenstoelen.
paddestoele
De levenscyclus van schimmels.
n
Groep 6
Soorten
dieren
kennen
Milieu
Duurzame keuzes maken
Gezond & redzaam
Leefstijl ontwikkelen
gedrag
Techniek
Afval
Eten kiezen
Bodemdieren, zoogdieren, zoet- en
zoutwaterdieren
Weggooien, afvalscheiding,
afvalverwerking
Welk afval wordt door de natuur
afgebroken?
Oriëntatie op leefstijl en
tussendoortjes: Relatie gezondheid,
prijs, tijd en status.
Voedingsstoffen en hun functies.
Technische oplossingen
Constructies Technische basisprincipes en
ontwerpen en onderzoeken
constructies.
6
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 7
Leergebied
Doelen
Thema
Inhoud
Levende natuur
Planten en dieren leren
kennen
Spinnen
Indelen van spinnen
Eigen lichaam leren kennen
Lichaam en
sport
Hart en bloedsomloop, ademhaling,
inspanningen doen
Spijsvertering, eten kiezen
Duurzame keuzes maken
Water
De productie van drinkwater uit
oppervlaktewater en grondwater.
De verdroging van de natuur.
Kun je zonder water uit de kraan?
kan water opraken? waarom wordt
Nederland droger?Waar gaat
afvalwater naartoe?Waar blijft
regenwater?
Jongens en
meisjes
De start van de pubertijd,
bewustwording, waardering,
verantwoordelijkheid
Milieu
Gezond & redzaam Leefstijl ontwikkelen
gedrag
Groep 8
Leergebied
Doelen
Thema
Inhoud
Levende natuur
Planten en dieren leren
kennen
Stekken en
zaaien
Vermeerdering van planten
Jongen
krijgen
Vermeerdering van dieren
Eigen lichaam leren kennen
Zintuigen
Zintuigen gebruiken
Niet-levende
natuur
Omgeving leren kennen
Seizoenen,
sterren en
planeten
Seizoenen, maanstand
Milieu
Duurzame keuzes maken
Keurmerken EKO-keurmerk, Max Havelaar
keurmerk
Techniek
Technische oplossingen
Energie
ontwerpen en onderzoeken
Energiegebruik en alternatieven
voor fossiele brandstoffen.
Duurzame energie?
7
Boerderijeducatie De Trieme
Methode ‘Natuurlijk’
De methode ‘Natuurlijk’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 3 tot en met 8. Ze is onderverdeeld
in acht thema’s die in alle acht de leerjaren terugkomen.
Groep 5
Thema (leergebied) Doelen
Hoofdstuk
Inhoud
Voortplanting en
ontwikkeling
Levensverwachting per
Jong en Oud Kiemplant, jong, oud, plant, dier,
organisme
mens, veulen, geboorte, volwassen
Kenmerken van organismen
veranderen met leeftijd
Voortplanting en
ontwikkeling
Levenscyclus van planten
verschilt, levenscyclus
beschrijven
Groeien en
bloeien
Plant, bloem, bloei, groei, jaarring,
wortel, blad, stengel, stam, vrucht,
zaad, kiemplant
(verschil eenjarige planten
meerjarige planten)
Voortplanting en
ontwikkeling
Levenskenmerken van
organismen,
Levend en
dood
Levend, dood, dier, plant,
schimmel., winterslaap,voedsel,
schors, vrucht, bloei (schimmels,
planten, dieren)
Diversiteit en
mobiliteit
Bewegen met en zonder
Volop in
verplaatsen, (dieren,
beweging
mensen, ontkiemde planten)
Diversiteit en
mobiliteit
Verschillen tussen insecten,
kenmerken van insecten,
Lopen op zes Insect, kop, poot, borststuk,
pootjes
achterlijf, zuigsnuit, steeksnuit (spin,
pissebed, mijt, etc)
Diversiteit en
mobiliteit
Blad: bladsteel,bladrand,
bladnerf, bladmoes
Functies van bladeren
Kijken naar
bladeren
Plant, blad, bladsteel, bladnerf,
bladmoes, bladrand, bladskelet,
naaldvormig, handvormig
Energie en kracht
Relatie energiegebruik en
energieopname
Relatie tussen energie en
beweging
Iedereen
moet eten
Dier, mens energie, verbranden,
spier, voedsel, nectar, gras
Energie en kracht
Wind en water als
Water en
energiebronnen, en
wind
afhankelijkheid van de mens
Bewegen, water, wind stromen,
energie, stormen
Licht, geluid en
warmte
Kleurwaarneming; verschil
mens dier
Ik zie ik zie
Mens, dier, zon, licht, kleur, oog,
zien, maan, honingmerk, bes
Licht, geluid en
warmte
Dier en mens hebben een
verschillende gehoorgrens
Mag het wat (merels nemen wormen waar door
zachter?
trillingen)mens, dier , hard, zacht,
geluid, toon, hoog-laag, gewenning,
oor
Waarneming,
uitscheiding,
transport, afweer
en erfelijkheid
Planten en dieren zijn ook
gezond en ziek
Dat ziet er
gezond uit
Plant, dier, mens, bewegen,
voortbewegen, voedsel, spier,wind
Plant, dier, mens, gezond, ziek,
wond, genezen, koorts, pleister, arts
chirurg
8
Boerderijeducatie De Trieme
Waarneming,
uitscheiding,
transport, afweer
en erfelijkheid
Dieren en mensen halen
informatie uit hun tastzin,
reuk en smaak
Is dat
lekker?
Dier, mens, ruiken, zout, bitter, ruw,
proeven, voelen, geur, smaal., zoet,
zuur, glad, koud, warm, heet,
scherp, snorhaar, blind, spriet, tong,
huid, neus, verkouden, vingertop,
lip
Waarneming,
uitscheiding,
transport, afweer
en erfelijkheid
Functie van oren bij dieren:
bepalen afstand en richting
tot een geluidsbron
Plaats van de ogen
Ogen en
oren
Mens, dier, oog, oor, jacht, afstand
schatten, vijand, omgeving
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Aanpassing van dieren aan
hun leefomgeving
Verschillen tussen dieren
Leven in de
lucht
Lucht, vliegen, zweven, eten,
voortbewegen, voortplanten,
voeden, dier, nest,ei, broeden,
vleugel, slapen, overwinteren
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Levenswijze van dieren en
aanpassing aan
leefomgeving
Leven in het Dier, voortbewegen, voortplanten,
water
voeden, slapen, nest, ei, zwemmen,
sloot, bevruchten
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Levenswijze van dieren en
aanpassing aan
leefomgeving
Leven onder Voeden, voortplanten,
de grond
voortbewegen, dier, grond, ei,
bevruchten, worm staat centraal
Voeding
Planten maken zelf hun
voedsel
Rubriceren van voedsel
Etenstijd
Plantaardig, dierlijk, voedsel, vlees,
spier, bot, ei, melk, mens
Voeding
Inhoud van de maag
Relatie beschikbaar voedsel
en vraag naar voedsel
Kleine en
grote eters
Mens, dier, voedsel, maag, grazen,
melken, zuigen
Voeding en
voortplanting
Jachtgedrag van dieren
Op jacht
Dier, jacht, prooi, melken,springen,
sluipen, web, tong, gifkaak, doden,
schuilplaats
Voeding en
voortplanting
Nest: functies en plek
Een veilig
nest
Dier, nestelen, nest, veilig,
beschermen, vijand, ei, broeden,
groep, boom, duin, strand
Voeding en
voortplanting
Broedzorg
Zorgen voor Dier, nest, ei , broedzorg,
jongen
nestblijver, nestvlieder, vacht, kaal
9
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 6
Thema
(leergebied)
Doelen
Voortplanting en
ontwikkeling
Voortplanting door middel Groeien in een
van eieren
ei
Functies en onderdelen van
eieren
Kip, haan, hen, kuiken, eitand,
bevruchten, broeden, ei, embryo,
hagelsnoer, schaal, luchtkamer,
dooier, eiwit, voedsel
Voortplanting en
ontwikkeling
De bouw en functie van en Planten met
de voortplanting bij planten bloemen
die zaden vormen in
bloemen
Bloem, kelk(blad), kroon(blad),
meeldraad, stamper, stengel, wortel,
vaatbundel, nerf, plant, boom, knop
Voortplanting en
ontwikkeling
Geslachtelijke en
ongeslachtelijke
voortplanting bij planten
Uitlopende
knollen
Stengel, bloem, blad, wortel, knol,
knop, reservevoedsel, water, schil,
vraat, bederf, pootaardappelen,
uitloper, oogsten, rooien,
beschermd
Diversiteit en
mobiliteit
Onderscheidende
Voedsel en
kenmerken van planten en bewegen
dieren; voedingswijze, bouw
en mobiliteit
Dier, zintuig, grazen, jagen, plant,
kiemen, blad, wortel, voedsel, zaad
Diversiteit en
mobiliteit
Systematiek binnen het
plantenrijk; systematische
indeling op basis van
uitwendige en inwendige
kenmerken
Het
plantenrijk
Plant, zaadplant, sporenplant, alg,
bloemplant, naaldboom, mos, varen,
sporendoosje, spore, zaad, kegel,
blad
Diversiteit en
mobiliteit
Systematiek binnen het
dierenrijk; systematische
indeling op basis van
uitwendige en inwendige
kenmerken
Het dierenrijk Dier, gewerveld, ongewerveld,
zoogdier, vogel, reptiel, vis, worm,
haar, veer, huid, zogen, wervel, bot,
stevigheid
Energie en kracht
Verbranding
Verbranding
Brandbaar, brandstof, vast en
vloeibaar gas, energie, verbranding,
voedsel, warmte, wrijving, zuurstof,
vuur
Energie en kracht
Energie; bronnen en
soorten
Zonder
energie staat
stil
Accu, batterij, warmte, zon, energie,
beweging, elektriciteit, voedsel,
verbranding, waterenergie,
windenergie, zonne-energie
Licht, geluid en
warmte
Meten en gewaarwording;
kou, warmte
Voelen en
meten
Kou, warmte, meten, temperatuur,
thermometer, graad, Celsius,
geleider, isolator, huid, voelen,
lichaamstemperatuur, koorts,
kunststof
Waarneming,
Spijsvertering: van voedsel
uitscheiding,
naar voedingsstoffen
Transport, afweer
en erfelijkheid
Hoofdstuk
Inhoud
Een lange weg Mond, slokdarm, maag, dunne
darm, dikke darm, anus, herkauwen,
kauwen, speeksel, spijsvertering,
voedingsstof, braakbal, mest, poep
10
Boerderijeducatie De Trieme
Waarneming,
Transport en opslag van
uitscheiding,
voedingsstoffen
transport, afweer
en erfelijkheid
Transport en
opslag
Transport, opslag, voedingsstof,
voedsel, vet, krop, bloed, bloedvat,
hart, hartslag, spier
Waarneming,
Afvoer van afvalstoffen via
uitscheiding,
het bloed
transport, afweer
en erfelijkheid
Afval uit je
lichaam
Spier, bloed, doorbloeding, blaas,
kunstnier, nier, urineleider,
afvalstof, poep, urine, geurspoor
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Aanpassingen aan de
leefomgeving
Vliegensvlug
Veer, schacht, baard, vleugel,
vliegen, vliegspier, borstbeen, schild,
vogeltrek, jagen, stroomlijn
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Aanpassingen aan de
leefomgeving
Vliegensvlug
Veer, schacht, baard, vleugel,
vliegen, vliegspier, borstbeen, schild,
vogeltrek, jagen, stroomlijn
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Factoren die van invloed zijn Het weer
op het weer
Voeding
Planten aan het begin van
de voedselketen
Aanpassingen ter
bescherming
Planten
Plant, knop, doorn, stekel,
aangepast aan brandhaar, klierhaar, voedsel, vraat,
vraat
grazen
Voeding
Dieren beschermen zich
tegen vraat
Dieren en hun Dier, vijand, voedsel, schutkleur,
vijanden
nabootsing of imitatie, angel
Voeding
Relatie gebit en menu
Gebitten
Gebit, blijvend gebit, melkgebit,
wisselen, tand, hoektand, snijtand,
kies, knipkies, plooikies, kaak,
wortel, grazen, jagen, knagen
Voeding en
voortplanting
Voedsel specialisatie
Planteneter,
vleeseter en
alleseter
Aaseter, alleseter, planteneter,
vleeseter, voedsel, vraatspoor
Voeding en
voortplanting
Voedselketens
Voedselketens Dier, dierlijk, mens, plant,
plantaardig, planteneter, vleeseter,
prooi, schakel, vijand, voedsel,
voedselketen, voedingsstof
Voeding en
voortplanting
Voedselgedrag afhankelijk
van factoren
Voedselgedrag Eetgewoonte, gedrag
Weer, weerbericht, zonneschijn,
bewolking, neerslag, hagel, ijzel,
regen, sneeuw, temperatuur, graden
Celsius, wind, windkracht,
windrichting
11
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 7
Thema (leergebied) Doelen
Hoofdstuk
Inhoud
Voortplanting en
ontwikkeling
Gedaantewisseling bij
Gedaantedieren; groei en ontwikkeling wisseling
Groeien, gedaantewisseling,
metamorfose, ei, embryo, nymfe,
larve, rups, made, pop, cocon,
vervellen, verpoppen, volwassen,
imago
Voortplanting en
ontwikkeling
Kiemen van zaad
Kieming van Spore, zaad, zaadhuid, kiem,
zaad
reservevoedsel, zaadlob, kiemrust,
prikkel, kiemen, kiemplant
Diversiteit en
mobiliteit
Algemeen, zeldzaam en
uitgestorven ->
leefomstandigheden
Fossielen
Diversiteit en
mobiliteit
De manier waarop dieren en Verplaatsing Bewegen, voortbewegen, voeden
mensen bewegen en
bij dieren
(eten), vijand, voortplanten,
voortbewegen
gewerveld dier, ongewerveld dier,
skelet, geraamte, bot, spier, pees,
samentrekken, ontspannen,
huidpantser, gewricht, kraakbeen,
hersenen, zintuig,
evenwichtsorgaan
Diversiteit en
mobiliteit
De verspreiding van sporen
en zaden
Verplaatsing Vrucht, zaad, kiemen, kiemrust,
bij planten zelfverspreiding, windverspreiding,
waterverspreiding, dierverspreiding,
spore
Energie en kracht
Energiegebruik (besparing)
Energiegebr Warmte, energie, energiestroming,
uik
warmteverlies, isolatie, watt,
kilowattuur, energiebesparing,
spaarlamp, groene stroom
Waarneming,
uitscheiding,
Transport, afweer
en erfelijkheid
Manieren van communicatie Communicat Communicatie, boodschap,
ie
betekenis, informatie, vorm, kleur,
smaak, geur, geluid, beweging.
vogelzang, honingmerk, bijendans,
lichaamsgeur
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Lichaamsbouw van dieren op Aanpassinge Kruipen, lopen, springen, klimmen,
of in de bodem
n aan leven poot, nagel, voet, slijmspoor, staart,
in / op
evenwicht, luchtweerstand,
bodem
stroomlijn, hol, holbewoner,
schelpdier, siphon, voelspriet,
platdier
Voeding
De voeding van planten
Voeding van
planten;
water en
licht
Voeding
Dieren en hun
voedselpatroon
Voeding van Voedsel, voedingsstof, planteneter,
dieren
vleeseter, alleseter, eten, drinken,
Leefomgeving, algemeen, zeldzaam,
uitsterven, wettelijk beschermd,
fossiel, fossiele brandstof
Water, wortelstelsel, wortelhaar,
zandgrond, kleigrond, zonlicht,
bladstand, zonplant, bladstand,
zonplant, schaduwplant,
reservevoedsel, klimplant, winden,
rank, hechtwortel
12
Boerderijeducatie De Trieme
voedsel zoeken, maaltijd
Voeding
De samenstelling van
voedsel
Voeding van Voedsel, voedingsstof,
de mens
voedingsmiddel, vetten,
koolhydraten, suiker, zetmeel,
eiwitten, mineralen, ijzer, kalk,
zouten, voedingsvezels, vocht,
vitaminen, samenstelling, energie,
kilojoule
samenstelling, energie, kilojoule
Voeding en
voortplanting
Bacteriën en schimmels
Gebruik van
bacteriën en
schimmels
door de
mens
Voeding en
voortplanting
De samenhang in
voedselrelaties
Voedselweb Voedsel, voedselweb,
ben
voedselketen, plant, dier,
prooidier, eenzijdig, gevarieerd,
afhankelijk
Voeding en
voortplanting
Het leefgebied van mens en Territorium Territorium, grens, afbakenen,
dier
gedrag
voortplanting, voedsel, veiligheid,
beschermen, verdedigen,
veroveren, indringer, nest, hol
Organisme, bacterie,
darmbacterie, melkzuurbacterie,
schimmel, gist, penicilline,
vermeerderen, spore, suiker,
melkzuur, steriel, bederven,
houdbaarheid
13
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 8
Thema
(leergebied)
Doelen
Hoofdstuk
Inhoud
Voortplanting en
ontwikkeling
Voortplanting bij dieren
Eieren en
jongen
Volwassen, voortplanten, ei, larve,
pop. groeien, verpoppen,
gedaantewisseling, eitje, zaadcel,
versmelten, bevruchten, uitwendige
bevruchting, inwendige
bevruchting, broedzorg
Voortplanting en
ontwikkeling
Voortplanting bij planten
Bloemen,
zaden en
vruchten
Bloem, voortplantingsorgaan,
voortplantingscel, meeldraad,
stuifmeel, stamper, vruchtbeginsel,
vrucht, zaadbeginsel, zaad,
voortplanting, bestuiving,
windbestuiving, insectenbestuiving,
bevruchting
Voortplanting en
ontwikkeling
De bouw en voortplanting
Bacteriën en Bacterie, schimmel, cel, celdeling,
van bacteriën en schimmels schimmels eencellig, meercellig, gist,
schimmeldraad, paddestoel, buisje,
plaatje, spore, voortplanten,
vermeerderen, kolonie
Diversiteit en
mobiliteit
De natuurlijke verspreiding
van planten en dieren
Diversiteit en
mobiliteit
Domesticatie en introductie Planten en
van planten en dieren
dieren te
gast
Diversiteit en
mobiliteit
Leven in het water, in de
bodem en in de lucht
Een schil vol Aarde, aardkorst, atmosfeer,
leven
bodem, water, lucht, vis, amfibie,
reptiel, vogel, zoogdier,
voortbewegen, vin, bot,
wervelkolom, rib, spier, huid, poot,
vleugel, veer, zwemvlies, zwemmen,
kruipen, lopen, vliegen
Licht, geluid en
warmte
Het bioritme van
organismen
Leven met Dagdier, schemerdier, nachtdier,
een klok en bloeien, eten, aanpassen,
een kalender voedselketen, voedselweb,
grondwater, bevriezen, seizoen,
winter, lente, zomer, herfst,
overwinteren, eenjarig, meerjarig,
trekvogel, zomergast, wintergast,
herfstkleur, lichaamstemperatuur,
voedselvoorraad, winterslaap
lichaamstemperatuur,
voedselvoorraad, winterslaap
Op eigen
kracht
Omgeving, mineralen, voedselarm,
voedselrijk, brak, zout, zoet,
nestgelegenheid, verspreiding,
barrière
Domesticatie, exotisch, sierplant,
huisdier, flora, fauna, voedsel
14
Boerderijeducatie De Trieme
Waarneming,
uitscheiding,
Transport, afweer
en erfelijkheid
De afweer van
lichaamsvreemde stoffen
Je lichaam in Gezond, ziek, wond, ademhalen,
actie
eten, virus, bacterie, besmetting,
infectie, bloed, witte bloedcel,
bloedkorst, hygiëne, weerstand,
conditie, immuun, kinderziekte
Waarneming,
uitscheiding,
transport, afweer
en erfelijkheid
Erfelijkheid
Van je
ouders
Waarneming,
uitscheiding,
transport, afweer
en erfelijkheid
Lichaamstemperatuur
Op
Lichaamstemperatuur,
temperatuur omgevingstemperatuur, huid,
haren, veren, vet, ruien, isoleren,
afkoelen, opwarmen, graden
Celsius, kippenvel, rillen, zweten,
verdampen
Vaste stoffen,
vloeistoffen en
gassen
Dieren in het water; speciale Als een vis in Ademhalen, zuurstof, kooldioxide,
aanpassingen
het water
long, kieuw, kieuwplaat,
voortbewegen, opwaartse kracht,
stroomlijn, vin, poot, zwemvlies,
wateroppervlak,
oppervlaktebescherming,
zwemmen, lichaamstemperatuur,
speklaag
Voeding
De voeding van planten
Een
bijzonder
begin
Voeding en
voortplanting
Dode planten en dieren
Opbouw en Voedselketen, plantenafval,
afbraak
bodemdier, voedingsstof, humus,
verteren, mineraal, natuurlijke
vijand, aaseter, kadaver
Voeding en
voortplanting
De kringloop van mineralen
en gassen
Afval als
grondstof
Voeding en
voortplanting
Het samenleven van planten Dicht op
en dieren
elkaar
Erfelijk, eigenschap, informatie,
eicel, zaadcel, stuifmeel, bestuiving,
bevruchting, omgeving, fokken,
kweken, selecteren
Voedselketens, fotosynthese, water,
mineraal, kooldioxide, zonlicht,
energie, suiker, wortel, vaatbundel,
bladnerf, huidmondje, ademhalen,
eiwit, vet, zetmeel, vitamine
Voedselketen, kringloop, water,
minderaal, ademhaling, gas,
kooldioxide, zuurstof, voedingsstof,
afvalstof, verteren, verbranden,
afhankelijk
Samenleven, samenwerken,
kolonie, taak, mannetje, vrouwtje,
koningin, dar, werkster,
voortplanting,
voortplantingsorgaan, vruchtbaar,
onvruchtbaar, bruidsvrucht, raat,
voedsel, larve, korstmos, schimmel,
alg, mineraal, bladgroen, suiker,
pionier, kiemplant, concurrentie,
territorium, pikafstand
15
Boerderijeducatie De Trieme
Methode ‘Wijzer door de natuur’
De Methode ‘Wijzer door de natuur’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 1 tot en met 8. Via
activiteiten maken de groepen 1 en 2 kennis met natuuronderwijs, aardrijkskunde en geschiedenis.
De werkboekjes voor groep 3 en 4 vormen een speelse voorbereiding op de methodische aanpak in
de groepen 5 tot en met 8. Wijzer door de natuur besteedt in elk hoofdstuk aandacht aan "techniek
om je heen".
Groep 5
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Leren omgaan met en het
verzorgen van dieren en
planten
Directe
Dieren en planten thuis
leefomgevin Plantensoorten voor binnen en
g
buiten, planten en (huis)dieren
verzorgen, dieren uit het binnen- en
buitenland
Planten en dieren
(levende natuur)
Omgeving leren kennen
Seizoenen
(herfst)
Kleine beestjes
Welke dieren leven er in of op de
bodem of in het water? Wat is een
kringloop? Bekijken van onderdelen
van een insect
Planten en dieren
(levende natuur)
Cyclus in het jaar, groei van
planten, voortplanting bij
bijen
Seizoenen
(lente)
In de knop, uit de knop
Bespreking van de seizoenen en hun
karakteristieken. Bollen, knollen,
ontkiemen van planten. Het leven in
een bijenkorf
Niet-levende
natuur
Herkennen van
grondsoorten
Grond onder Grond onder je voeten
je voeten
Verschillende grondsoorten
(project)
bekijken en herkennen
“Eigen Lichaam”
Ontdekken van de zintuigen Dat ben je
zelf!
Zien, horen, ruiken
Het ontdekken van de wereld door
de zintuigen
Milieu
Dierbescherming
Daar heb je
mee te
maken
Beestenboel
Leefgebied en klimaat voor dieren
Techniek
Vergroten
Seizoenen
(herfst)
Kleine beestjes
Het gebruik van microscoop,
vergroten en lenzen
Techniek
Zintuigen
Dat ben je
zelf!
Zien, horen, ruiken
Techniek
Voeding
Hoe maak je Melk, boter, kaas
dat?
De productie van voedings- en
gebruiksmiddelen
16
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 6
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Omgeving leren kennen
Directe
Natuur om de school
leefomgevin Planten en dieren op het plein, in
g
het gras ontdekken
Zelf een herbarium maken
Planten en dieren
(levende natuur)
Omgeving, kringloop van
voedingsstoffen
Seizoenen
(herfst)
Opruimers in de natuur
Wat is een schimmel en een
paddestoel?
Uit welke onderdelen bestaan ze en
wat is hun functie?
Planten en dieren
(levende natuur)
Voortplanting bij dieren
Seizoenen
(lente)
Jonge dieren
Voortplanting bij dieren.
Metamorfose and levenscyclus bij
insecten
“Eigen Lichaam”
Zintuigen
Dat ben je
zelf!
Proeven en voelen
Hoe gebruik je de zintuigen smaak
en tast? Verschillende smaken
definiëren
Milieu
Diersporen en
mensensporen
Daar heb je
mee te
maken
Welke sporen en resten (afval) laten
mensen / dieren achter? Wat is
huisvuil, zwerfafval, compost
Techniek
Voeding
Hoe maak je Van graan tot brood
dat?
Wat groeit er op een akker?
Het beheren van akkers en het
bewerken van graan tot brood
17
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 7
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Omgeving, kringloop van
voedingsstoffen
Seizoenen
(herfst)
Zomer- en wintertijd
Verspreiding van zaden en vruchten
Planten en dieren
(levende natuur)
Omgeving
Seizoenen
(lente)
Een veilige schuilplaats
Dieren hebben plekken nodig in de
natuur voor schuilen, voedsel of
nesten
“Eigen Lichaam”
Je huid en skelet
Dat ben je
zelf!
Huid, veren, haren of schubben,
voortbewegen, spieren en botten
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Niet levende
natuur
Omgeving, duurzame keuzes Directe
Energie (wind, water, fossiele
maken
leefomgevin brandstoffen)
g
Planten en dieren
(levende natuur)
Seizoenen
Seizoenen
(herfst)
Winterslaap, dierentrek
Niet levende
natuur
Elementen
Seizoenen
(lente)
Klimaat en weer
Het weerbericht, luchtdruk,
windkracht, meteorologie,
broeikaseffect.
“Eigen Lichaam”
Voeding
Dat ben je
zelf!
Eten en gegeten worden, de
kringloop in de natuur
Gezond eten en lekker eten
Milieu
Natuurbescherming /
behoud
Daar heb je
mee te
maken
Nederland vroeger: prehistorie,
ijstijd, biotoop Bedreiging en
bescherming van de natuur
Natuurbehoud, Nationale parken,
nieuwe natuur.
Techniek
Afval
Hoe maak je Verpakkingen
dat?
Groep 8
18
Boerderijeducatie De Trieme
Methode ‘Leefwereld’
De methode ‘Leefwereld’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 1 tot en met 8. Per jaargroep zijn
telkens vier specifieke techniekhoofdstukken opgenomen. Hierin komen constructies, transport,
productie en communicatie uitgebreid aan bod. Leefwereld is de meeste gebruikte natuurmethode
binnen het basisonderwijs.
Groep 5
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Planten en dieren leren
kennen, manieren van
voortplanting van
organismen
Uiterlijke
bouw,
aanpassingen
samenleven,
groei en
voortplanting
Spinnen, gras, graan, bol en knol,
vleermuizen, vacht en veren,
takken en knoppen, humuseters,
pad en kikker
Niet-levende
natuur
Onderzoek doen aan
verschijnselen en het weer
Weer,
Herfstweer, vloeistoffen, kleur
materialen en
eigenschappe
n, kleur
“Eigen Lichaam”
Bijdrage leveren aan
bevordering eigen
gezondheid
Gezondheid
Milieu
Met zorg omgaan met
natuur en milieu
Relatie mens- Broodbakken, groen afval
milieu,
milieuproble
men
Voeding
19
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 6
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Planten en dieren leren
kennen, manieren van
voortplanting van
organismen, aanpassing
organismen
Uiterlijk en Bloembouw, paddestoel, schimmel,
bouw,
insecten, zaadverspreiding, planten
samenleven in de winter, zaden, kieming, eigen
tuintje, sloot
Niet-levende
natuur
Onderzoek doen aan
verschijnselen
materialen tuingrond en geluid
en
eigenschapp
en geluid
Milieu
Wisselwerking tussen mens
en milieu
Relatie mens Wonen in een wijk,
en milieu,
energiebesparing
milieuproble
men
Techniek
Oplossingen ontwerpen en
onderzoeken
communicati Gebruik internet en computer
e
20
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 7
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Planten en dieren leren
kennen, manieren van
voortplanting van
organismen, aanpassing
organismen
Uiterlijk en
bouw,
aanpassinge
n,
samenleven,
groei en
voortplantin
g
Cultuurgewassen, mossen en
korstmossen, lentebloeiers, plant,
plek vroege bloeiers, bossen,
bosdieren, vogels en nesten
Niet-levende
natuur
Onderzoek doen aan
verschijnselen en het weer
Weer, kracht Het weer, kracht door lucht,
en energie, elektriciteit schakelen, katrollen,
materialen waterkringloop
en
eigenschapp
en, kleur.
“Eigen Lichaam”
Bouw en functie eigen
lichaam beschrijven
Gezondheid Voeding
Milieu
Wisselwerking tussen mens
en milieu
Relatie mens Watervervuiling, afval scheiden
en milieu,
milieuproble
-men
21
Boerderijeducatie De Trieme
Groep 8
Leergebied/
Domein
Doelen
Thema
Inhoud
Planten en dieren
(levende natuur)
Planten en dieren leren
kennen, manieren van
voortplanting van
organismen, aanpassing
organismen
Aanpassinge Vogeltrek, dierentaal, sociale
n,
insecten, bloembestuiving
samenleven,
Groei en
voortplantin
g
Niet-levende
natuur
Onderzoek doen aan
verschijnselen en het weer,
natuurverschijnselen
verklaren
Heelal,
Weer, warmte, grond en bodem
kracht en
energie,
materialen
en
eigenschapp
en
Milieu
Wisselwerking tussen mens Relatie mens Dierenleed
en milieu, met zorg omgaan en milieu,
met natuur en milieu
milieuproble
-men
22
Boerderijeducatie De Trieme
Doelstellingen
De doelstellingen zijn onderverdeeld naar kennisdoelstellingen, vaardigheidsdoelstellingen en
houdingsdoelstellingen.
Kennisdoelstellingen
De leerlingen kunnen het verschil aangeven tussen de verschillende landbouwsectoren
De leerlingen kunnen omschrijven hoe het dagelijkse werk van een boer eruit ziet met betrekking tot
de behandelde sectoren
De leerlingen kunnen minimaal 3 kenmerken van de biologische landbouw benoemen
De leerlingen kunnen minimaal 3 gezondheidskenmerken benoemen van landbouwhuisdieren
De leerlingen kunnen minimaal 3 belangrijke kenmerken noemen van de huisvesting van
landbouwhuisdieren (waar eten / drinken de dieren, wat voor bodemmateriaal, hoe geventileerd etc)
De leerlingen kunnen specifieke uiterlijke kenmerken van landbouwhuisdieren benoemen;
bijvoorbeeld de haarlengte/dikte, de pootlengte, de oogstand, het aantal tenen, de wijze van lopen
etc
De leerlingen kunnen in grote lijnen een beschrijving
geven van het rantsoen van de verschillende
landbouwhuisdieren
De leerlingen kunnen minimaal 3 gedragskenmerken
van de verschillende landbouwhuisdieren omschrijven
De leerlingen kunnen aangeven voor welke functies de
verschillende landbouwhuisdieren gehouden worden
De leerlingen kunnen minimaal 3 zuivelproducten
benoemen
De leerlingen kunnen minimaal 2 vleesproducten
benoemen gerelateerd aan het betreffende
landbouwhuisdier en het lichaamsdeel waarvan het
afkomstig is
De leerlingen kunnen uitleggen wat de begrippen
“mestkringloop” en “mestoverschot” inhouden
De leerlingen kunnen globaal omschrijven hoe een
boer zorgt voor zijn dieren / gewassen
De leerlingen kunnen verschillende
landbouwgewassen herkennen
De leerlingen kunnen minimaal 3
landbouwmachines/werktuigen benoemen en
uitleggen waarvoor deze machines / werktuigen
ingezet worden
De leerlingen kunnen in algemene zin vertellen wat
fruitbomen nodig hebben om te groeien, gezond te
blijven en vrucht te dragen
De leerlingen kunnen minimaal 2 nuttige en 2
schadelijke insecten opnoemen, met betrekking tot de boerderij
De leerlingen kunnen minimaal 3 planten herkennen die op de boerderij voorkomen
De leerlingen kunnen uitleggen hoe de mens voor hun voedselvoorziening direct / indirect
afhankelijk is van planten
De leerlingen kunnen minimaal 3 producten opnoemen die onder glas geteeld worden
De leerlingen kunnen minimaal 2 voor- en nadelen opnoemen van de glastuinbouw
23
Boerderijeducatie De Trieme
De leerlingen kunnen algemeen omschrijven hoe temperatuur, water, licht en voedingsstoffen in de
glasteelt gereguleerd wordt
De leerlingen kunnen minimaal 3 natuurlijke waarden opnoemen van de boerderij en haar omgeving
De leerlingen kunnen uitleggen wat agrarische natuurbeheer is en daar 2 voorbeelden van geven
De leerlingen kunnen de slootwaterkwaliteit beoordelen aan de hand van de aanwezige waterdieren
en water- en oeverplanten en de helderheid van het water
Vaardigheidsdoelstellingen
De leerlingen werken met verschillende veldwerktechnieken en veldwerkmaterialen
De leerlingen onderzoeken globaal de dieren aan de hand van gezondheidskenmerken en andere
uiterlijke kenmerken
De leerlingen ruiken en voelen verschillen tussen voersoorten
De leerlingen kunnen verschillende diersoorten op correcte wijze vasthouden of deze op correcte
wijze naar andere ruimtes verplaatsen
De leerlingen bekijken, proeven en ruiken verschillende soorten akkerbouw- en fruitteeltproducten
op basis van uiterlijk, kleur, geur en smaak
Houdingsdoelstellingen
De leerlingen zijn zich bewust hoe te gedragen in het bijzijn van dieren
De leerlingen zijn zich bewust hoe het leven van een boer / tuinder eruit ziet
De leerlingen begrijpen waarom de boer / tuinder keuzes maakt ten aanzien van zijn dieren /
gewassen
De leerlingen zijn zich bewust van de betekenis van de landbouw voor de mens
De leerlingen zijn zich bewust van herkomst en productie van voedsel
De leerlingen beseffen dat de boer een belangrijke rol speelt om het platteland aantrekkelijk te
houden voor de burger
De leerlingen waarderen de landschappelijke elementen van de landbouw en haar omgeving
De leerlingen zijn zich bewust van hun eigen verantwoordelijkheid als consument
De leerlingen gaan respectvol om met elkaar en dieren
De leerlingen hebben plezier in het volgen van praktijklessen op de boerderij
De leerlingen luisteren naar de uitleg van de begeleider
De leerlingen overleggen met elkaar om antwoorden op de vragen vinden
De leerlingen werken samen in tweetallen (meertallen)
De leerlingen kunnen de boer interviewen
24
Boerderijeducatie De Trieme
Aansluiting kerndoelen met thema’s boerderijeducatie
Door selectie zijn alleen die kerndoelen genoemd die directe relatie hebben met
boerderijeducatie
Nederlands
Mondeling taalonderwijs
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie,
mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie,
het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of
opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Schriftelijk taalonderwijs
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder
schema's, tabellen en digitale bronnen.
De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals:
informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en
andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale.
De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag,
een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een
leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.
De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en
informatieve teksten.
Taalbeschouwing, waaronder strategieën
12 De leerlingen verwerven een adequate
woordenschat en strategieën voor het begrijpen van
voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat'
vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken
over taal te denken en te spreken
Rekenen/wiskunde
24 De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en
redeneringen helder weer te geven.
25
De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundeproblemen te
onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.
25
Boerderijeducatie De Trieme
Getallen en bewerkingen
De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken,
procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.
De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd
uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.
De leerlingen leren schattend tellen en rekenen.
De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of
minder verkorte standaardprocedures.
Meten en meetkunde
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte,
omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Oriëntatie op jezelf en de wereld
Mens en samenleving
De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en
anderen.
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als
consument.
37
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en
normen.
38
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse
multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met
verschillen in opvattingen van mensen.
39
De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Natuur en techniek
De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en
benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun
onderdelen.
De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht,
geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag
en wind.
De leerlingen leren bij producten uit
hun eigen omgeving relaties te leggen
tussen de werking, de vorm en het
materiaalgebruik.
De leerlingen leren oplossingen voor
technische problemen te ontwerpen,
deze uit te voeren en te evalueren.
De leerlingen leren dat de positie van
de aarde ten opzichte van de zon leidt
tot natuurverschijnselen, zoals
seizoenen en dag-/nachtritme.
26
Boerderijeducatie De Trieme
Kunstzinnige oriëntatie
De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en
ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel
erfgoed.
Bewegingsonderwijs
De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten
deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden
inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.
27
Boerderijeducatie De Trieme
Boerderijeducatie bij u op school
28
Boerderijeducatie De Trieme
De praktijk in
Voor uw bezoek met de klas ontmoet u de educator op de boerderij. U maakt zelf alvast kennis met
de boerderij en de boer.
Met de educator plant u het bezoek en bespreekt de volgende zaken:
- Doelen van deze dag
- Aantal kinderen
- Bovenbouw/middenbouw/onderbouw?
- Aantal leerkrachten/begeleiders?
- Plaats, tijd
- Het dagprogramma inplannen (onderdelen bespreken/uitzoeken)
- Uitleg circuit (onderdelen, tijdsduur, verwachtingen leerkracht, boer, leerkracht Trieme
(educator) , zelfst. werken)
- Indelen groepen voor circuit
- Wat mee te nemen?
- Regels/afspraken op de boerderij
- Leerkracht neemt zijn/haar onderdeel +info alvast mee om voor te bereiden
- Eventueel een inleidende les bespreken en voorbereiden
Wat neem je mee naar de boerderij?
-
Oude kleren
Laarzen
Pen/papier/kladblok
Fototoestel
Wat zijn de afspraken?
-
Je blijft bij je groep en gaat niet zelf op onderzoek uit
Op de boerderij zijn natuurlijk veel dieren denk hier goed om (niet te luidruchtig/gek doen)
dan worden ze onrustig
Je doet wat de boer/educator/ leerkracht zegt!
Je mag niet overal aankomen luister goed naar de instructies en houd je hier ook aan
Doe voorzichtig
Levende wezens (bijv. bodemdiertjes) zet je na je activiteit altijd weer terug in de natuur
Ga voorzichtig met dieren om, niet alle dieren zijn knuffelbeesten
Zet nooit zomaar een hek open, hok los of iets dergelijks
Vraag altijd toestemming en loop niet zomaar een hok/stal in
In de bijlagen kunt u voorbeelden van introductie lessen vinden, een dagindeling van een excursie op
de boerderij, werkbladen en een foto-impressie van boerderijeducatie in praktijk.
Tot snel in de skybox!
29
Boerderijeducatie De Trieme
Bijlagen
Download