1 Boerderijeducatie De Trieme Handleiding boerderijeducatie Hoe boerderijeducatie geïntegreerd kan worden binnen uw lessen? In deze map meer informatie, praktische informatie over hoe de boerderijeducatie aansluit bij kerndoelen in het onderwijs maar vooral de meerwaarde van educatie op de boerderij Waarom boerderijeducatie Boerderijeducatie als vast onderdeel op een basisschool heeft vele voordelen. De leerlingen werken en leren op de boerderij als onderdeel van het leren op school. De boer(in) is hierbij de vakman/vrouw die de leerlingen enthousiasme opwekt voor het leven en werken op de boerderij. Leerlingen ontvangen veel lesstof via klassikale theorielessen, ze kunnen echter veel van de lesstof ook in de praktijk leren, zoals bij boerderijeducatie. Praktijkleren heeft als voordeel dat vakoverstijgende thema’s vanzelfsprekend in samenhang met elkaar aan de orde komen. Het geleerde blijft in praktijd vaak beter “hangen”bij de leerlingen. Ze zien en beleven alles met eigen ogen, wat de boer in zijn/haar bedrijf tegenkomt komen de leerlingen ook tegen. Opzet boerderijeducatie Een dagdeel boerderijeducatie verloopt volgens een vaste opzet. Vooraf bespreekt u met de educator wat het doel is van uw bezoek met de leerlingen. De school zorgt voor minimaal één begeleider. Deze begeleidt en motiveert bij het uitvoeren van de opdrachten en bewaart - indien nodig - de orde en rust. In samenspraak met de educator is te bepalen in hoeverre er nog meer begeleiding gewenst is. De boer(in) bespreekt met de educator het plan van aanpak. In principe is de boer tijdens de lesonderdelen aan zijn/haar dagelijkse werk met behulp van uw leerlingen. Er is regelmaat in de afwisseling van werkzaamheden. Er gelden duidelijke afspraken en de leerlingen weten wat de geplande activiteiten zijn. Doordat leerlingen gedurende een langere periode regelmatig terugkomen is er tijd om de boerderij te leren kennen. Ze ontwikkelen een band met het bedrijf en de boer(in) en raken vertrouwd met de werkzaamheden. Op natuurlijke wijze worden persoonlijke kernkwaliteiten aangesproken zoals handigheid, moed en zorgzaamheid. Ook vaardigheden als samenwerken, plannen van werkzaamheden, uitleg volgen en zorg en aandacht geven aan producten en dieren komen op het bedrijf aan de orde. Boerderijeducatie het hele jaar door Een bezoek aan de boerderij kan het gehele jaar door. Buitenactiviteiten zijn echter afhankelijk van weersomstandigheden en seizoensafhankelijk. Denk hierbij aan de aanwezigheid van weidevogels, de weidegang van vee, leven in de sloot, enzovoorts. Met name voor lessen over akkerbouw en fruitteelt is het belangrijk na te gaan welke seizoen het meest ideaal is om met leerlingen op boerderijbezoek te gaan. Het groeiseizoen bijvoorbeeld biedt andere leermomenten dan het oogstseizoen. De boer weet hier vast en zeker meer over te vertellen. Natuurlijk is het weer (regen, kou) een belangrijke factor die een les kan maken of breken. 2 Boerderijeducatie De Trieme Voorbereiding in de klas Voor sommige leerlingen is het de eerste keer dat ze een boerderij bezoeken. Om het opnameniveau en de begripsvorming ten tijde van de excursie te vergroten is het belangrijk om de les voor te bereiden. Deze voorbereiding begint in de klas zelf Voorbereidingen van het bezoek Samen met de educator bezoekt u vooraf samen de boerderij en bespreekt het programma. Eventuele aandachtspunten van uw kant kunnen dan ook vermeld worden. Bij de voorbereiding van het bezoek van uw klas aan de boerderij zijn de volgende punten van belang: Zorg voor toestemming van directie en inspectie. Regel het vervoer goed. Informeer, als uw klas met personenauto’s naar de boerderij gaat, of de bestuurders een inzittendenverzekering hebben. Deel de ouders vooraf mee wanneer u met de klas gaat, waar u naar toe gaat en hoe het vervoer is geregeld. Belangrijk: de boer verwacht dat de school een verzekering heeft afgesloten voor ongevallen en aansprakelijkheid. Bespreek met de educator welke kleding het meest geschikt is voor de leerlingen om tijdens het bezoek op de boerderij aan te trekken (laarzen, oude kleren etc) Spreek vooraf de datum en tijdsduur van het bezoek af met de educator. Spreek vooraf de doelstelling en globale inhoud van het bezoek af met de educator. Spreek vooraf de kosten en wijze van betaling af. Spreek vooraf met de educator af met welke middelen en materialen de leerlingen werken en wie waar voor zorgt. Deel vooraf aan de educator mee in hoeverre er met bepaalde leerlingen rekening gehouden moet worden, vanwege allergie, lichamelijke of psychologische afwijkingen, enzovoorts. Spreek met de educator af waar fietsen of auto’s geplaatst kunnen worden. Spreek met de educator af hoe en waar de kinderen ontvangen worden. (skybox) 3 Boerderijeducatie De Trieme Wie doet wat De boer Voert met de kinderen dagelijkse werkzaamheden uit. Legt uit wat er gebeurt op een boerderij en vertelt over de werkzaamheden, het bedrijf en dergelijke De educator Voert met de kinderen opdrachten uit. Dit kan slootonderzoek zijn maar ook tuinieren, buitenwerkzaamheden uitvoeren, koken met producten en dergelijke De leerkracht Krijgt een onderwerp mee om de kinderen over te vertellen. Ook kan een leerkracht gebruik maken van een leskist of in de schooltuin aan het werk gaan. Zelfstandig werken of gastdocent Een groep kinderen gaat zelfstandig aan het werk. Dit kan een opdracht zijn in de skybox, een computeropdracht of een buiten opdracht. De leerkracht of educator is in de buurt van dit groepje aan het werk en houd ondertussen een oogje in het zeil. Voor sommige onderwerpen is het erg leerzaam om een gastdocent uit te nodigen. Deze neemt een groep leerlingen mee en verteld over zijn/haar vakgebied. Dit kan een lid zijn van bijvoorbeeld de vogelwacht, een jager of bijvoorbeeld iemand van het loonbedrijf. Evaluatie Voor zowel boer als leerkracht is het raadzaam om de les achteraf te evalueren. Voor beide partijen is het zinvol om stil te staan bij zaken die goed of minder goed verliepen. Hieruit kan lering getrokken worden voor een volgende boerderijexcursie. Ook evalueren met de leerlingen is erg belangrijk. Er zijn verschillende reflectiemomenten. Nadat een taak op de boerderij is afgerond kan direct worden teruggeblikt: “Hoe ziet het eruit? Is het gelukt? Hoe vond je het zelf gaan?” Een ander reflectiemoment is aan het einde van het boerderijbezoek. Samen afsluiten in de skybox en elkaar en de leerkracht vertellen of het doel is gehaald, waar ze door verrast werden en samen kijken wat we op een dag hebben bereikt. Ook op school kunnen leerlingen stil staan bij hun ervaringen. Per groep kunnen ze een logboek bijhouden en hierin verslagen schrijven en tekeningen maken. Ook in een kringgesprek kun je leerlingen elkaar vragen laten stellen en erachter komen hoe ze dit alles ervaren. Het terugblikken vormt een wezenlijk onderdeel van de boerderijschool. In het terugblikken wordt het leren geoogst. Iedere fase in het leren op de boerderij heeft zijn eigen vorm van evaluatie. Ook vraagt iedere fase om zijn eigen presentaties en toehoorders. 4 Boerderijeducatie De Trieme Aansluitingen kerndoelen van het basisonderwijs (bron ‘met de klas de boer op’) Sinds maart 2006 zijn er voor het basisonderwijs nieuwe kerndoelen. Dit was nodig om de kerndoelen blijvend te laten aansluiten op de voortdurend veranderende vakken en leergebieden. De overheid wil scholen meer ruimte geven bij het eigentijds vormgeven van het onderwijs en heeft daarom het aantal kerndoelen teruggebracht van 115 naar 58. Deze omvatten de leergebieden Nederlands, Engels, Friese taal, Rekenen / Wiskunde, Oriëntatie op jezelf en de wereld (hieronder vallen Mens & samenleving, Natuur & techniek, Ruimte, Tijd), Kunstzinnige oriëntatie en Bewegingsonderwijs. Daarnaast moet er in het basisonderwijs aandacht worden besteed aan de voorheen zogeheten leergebiedoverstijgende kerndoelen. Dit zijn doelen die voor alle leergebieden van belang zijn: goede werkhouding, gebruik van leerstrategieën, reflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren van anderen, verwerven en verwerken van informatie, ontwikkelend van zelfvertrouwen, respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg en waardering van de leefomgeving Toelichting Kerndoelen Kerndoelen geven aan wat een school in ieder geval moet nastreven. Ze omschrijven wat scholen aan het eind van het leerproces bereikt moeten hebben, maar geven niet aan op welke wijze dat moet gebeuren. Wel moeten scholen lesinhouden en kerndoelen zoveel mogelijk op elkaar afstemmen en in samenhang aanbieden (samenhang in vakgebieden). Ook is verbinding gewenst met het dagelijkse leven. Om de kerndoelen daadwerkelijk in het onderwijs te gebruiken, is een uitwerking in methoden nodig. Er zijn verschillende methoden op de markt. Daarnaast hebben scholen ruimte voor een eigen, specifiek onderwijsaanbod. Aansluiting methoden natuuronderwijs Het basisonderwijs gebruikt doorgaans een van de volgende vier methoden voor natuuronderwijs: ‘In vogelvlucht’; ‘Natuurlijk’; ‘Wijzer door de natuur’ en ‘Leefwereld’. Hierna is aangegeven hoe deze vier methoden globaal aansluiten bij boerderijeducatie. Hierna is per methode aangegeven welke thema’s per leergebied een directe relatie hebben met educatie op de boerderij. De bijgevoegde tabellen geven voor elke methode een overzicht van leergebieden, doelen, thema’s en inhoud. Daarbij zijn de thema’s die geen of weinig relatie hebben met boerderijeducatie weggelaten. 5 Boerderijeducatie De Trieme Methode overzicht (bron Met de klas de boer op) Methode ‘In Vogelvlucht’ De methode ‘In Vogelvlucht’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 5 tot en met 8. In Vogelvlucht combineert de thema´s Natuur & techniek, Milieu en Gezond & redzaam gedrag. Groep 5 Leergebied Doelen Thema Inhoud Niet-levende natuur Omgeving leren kennen Het weer Weerwaarnemingen doen en er conclusies uit trekken Hoe kun je zelf metingen verrichten om weersvoorspellingen te doen? Milieu Duurzame keuzes maken Eten en gegeten worden Voedselketens Wat eten dieren in de natuur? Hoe komt het dat dieren uitsterven?Hoe ontstaat een plaag? Techniek Technische oplossingen Internet ontwerpen en onderzoeken Gebruik van techniek voor communicatie Hoe werken internet en de computer Leergebied Doelen Thema Inhoud Levende natuur Planten en dieren leren kennen Schimmels Nuttige en schadelijke schimmels en en paddenstoelen. paddestoele De levenscyclus van schimmels. n Groep 6 Soorten dieren kennen Milieu Duurzame keuzes maken Gezond & redzaam Leefstijl ontwikkelen gedrag Techniek Afval Eten kiezen Bodemdieren, zoogdieren, zoet- en zoutwaterdieren Weggooien, afvalscheiding, afvalverwerking Welk afval wordt door de natuur afgebroken? Oriëntatie op leefstijl en tussendoortjes: Relatie gezondheid, prijs, tijd en status. Voedingsstoffen en hun functies. Technische oplossingen Constructies Technische basisprincipes en ontwerpen en onderzoeken constructies. 6 Boerderijeducatie De Trieme Groep 7 Leergebied Doelen Thema Inhoud Levende natuur Planten en dieren leren kennen Spinnen Indelen van spinnen Eigen lichaam leren kennen Lichaam en sport Hart en bloedsomloop, ademhaling, inspanningen doen Spijsvertering, eten kiezen Duurzame keuzes maken Water De productie van drinkwater uit oppervlaktewater en grondwater. De verdroging van de natuur. Kun je zonder water uit de kraan? kan water opraken? waarom wordt Nederland droger?Waar gaat afvalwater naartoe?Waar blijft regenwater? Jongens en meisjes De start van de pubertijd, bewustwording, waardering, verantwoordelijkheid Milieu Gezond & redzaam Leefstijl ontwikkelen gedrag Groep 8 Leergebied Doelen Thema Inhoud Levende natuur Planten en dieren leren kennen Stekken en zaaien Vermeerdering van planten Jongen krijgen Vermeerdering van dieren Eigen lichaam leren kennen Zintuigen Zintuigen gebruiken Niet-levende natuur Omgeving leren kennen Seizoenen, sterren en planeten Seizoenen, maanstand Milieu Duurzame keuzes maken Keurmerken EKO-keurmerk, Max Havelaar keurmerk Techniek Technische oplossingen Energie ontwerpen en onderzoeken Energiegebruik en alternatieven voor fossiele brandstoffen. Duurzame energie? 7 Boerderijeducatie De Trieme Methode ‘Natuurlijk’ De methode ‘Natuurlijk’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 3 tot en met 8. Ze is onderverdeeld in acht thema’s die in alle acht de leerjaren terugkomen. Groep 5 Thema (leergebied) Doelen Hoofdstuk Inhoud Voortplanting en ontwikkeling Levensverwachting per Jong en Oud Kiemplant, jong, oud, plant, dier, organisme mens, veulen, geboorte, volwassen Kenmerken van organismen veranderen met leeftijd Voortplanting en ontwikkeling Levenscyclus van planten verschilt, levenscyclus beschrijven Groeien en bloeien Plant, bloem, bloei, groei, jaarring, wortel, blad, stengel, stam, vrucht, zaad, kiemplant (verschil eenjarige planten meerjarige planten) Voortplanting en ontwikkeling Levenskenmerken van organismen, Levend en dood Levend, dood, dier, plant, schimmel., winterslaap,voedsel, schors, vrucht, bloei (schimmels, planten, dieren) Diversiteit en mobiliteit Bewegen met en zonder Volop in verplaatsen, (dieren, beweging mensen, ontkiemde planten) Diversiteit en mobiliteit Verschillen tussen insecten, kenmerken van insecten, Lopen op zes Insect, kop, poot, borststuk, pootjes achterlijf, zuigsnuit, steeksnuit (spin, pissebed, mijt, etc) Diversiteit en mobiliteit Blad: bladsteel,bladrand, bladnerf, bladmoes Functies van bladeren Kijken naar bladeren Plant, blad, bladsteel, bladnerf, bladmoes, bladrand, bladskelet, naaldvormig, handvormig Energie en kracht Relatie energiegebruik en energieopname Relatie tussen energie en beweging Iedereen moet eten Dier, mens energie, verbranden, spier, voedsel, nectar, gras Energie en kracht Wind en water als Water en energiebronnen, en wind afhankelijkheid van de mens Bewegen, water, wind stromen, energie, stormen Licht, geluid en warmte Kleurwaarneming; verschil mens dier Ik zie ik zie Mens, dier, zon, licht, kleur, oog, zien, maan, honingmerk, bes Licht, geluid en warmte Dier en mens hebben een verschillende gehoorgrens Mag het wat (merels nemen wormen waar door zachter? trillingen)mens, dier , hard, zacht, geluid, toon, hoog-laag, gewenning, oor Waarneming, uitscheiding, transport, afweer en erfelijkheid Planten en dieren zijn ook gezond en ziek Dat ziet er gezond uit Plant, dier, mens, bewegen, voortbewegen, voedsel, spier,wind Plant, dier, mens, gezond, ziek, wond, genezen, koorts, pleister, arts chirurg 8 Boerderijeducatie De Trieme Waarneming, uitscheiding, transport, afweer en erfelijkheid Dieren en mensen halen informatie uit hun tastzin, reuk en smaak Is dat lekker? Dier, mens, ruiken, zout, bitter, ruw, proeven, voelen, geur, smaal., zoet, zuur, glad, koud, warm, heet, scherp, snorhaar, blind, spriet, tong, huid, neus, verkouden, vingertop, lip Waarneming, uitscheiding, transport, afweer en erfelijkheid Functie van oren bij dieren: bepalen afstand en richting tot een geluidsbron Plaats van de ogen Ogen en oren Mens, dier, oog, oor, jacht, afstand schatten, vijand, omgeving Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Aanpassing van dieren aan hun leefomgeving Verschillen tussen dieren Leven in de lucht Lucht, vliegen, zweven, eten, voortbewegen, voortplanten, voeden, dier, nest,ei, broeden, vleugel, slapen, overwinteren Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Levenswijze van dieren en aanpassing aan leefomgeving Leven in het Dier, voortbewegen, voortplanten, water voeden, slapen, nest, ei, zwemmen, sloot, bevruchten Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Levenswijze van dieren en aanpassing aan leefomgeving Leven onder Voeden, voortplanten, de grond voortbewegen, dier, grond, ei, bevruchten, worm staat centraal Voeding Planten maken zelf hun voedsel Rubriceren van voedsel Etenstijd Plantaardig, dierlijk, voedsel, vlees, spier, bot, ei, melk, mens Voeding Inhoud van de maag Relatie beschikbaar voedsel en vraag naar voedsel Kleine en grote eters Mens, dier, voedsel, maag, grazen, melken, zuigen Voeding en voortplanting Jachtgedrag van dieren Op jacht Dier, jacht, prooi, melken,springen, sluipen, web, tong, gifkaak, doden, schuilplaats Voeding en voortplanting Nest: functies en plek Een veilig nest Dier, nestelen, nest, veilig, beschermen, vijand, ei, broeden, groep, boom, duin, strand Voeding en voortplanting Broedzorg Zorgen voor Dier, nest, ei , broedzorg, jongen nestblijver, nestvlieder, vacht, kaal 9 Boerderijeducatie De Trieme Groep 6 Thema (leergebied) Doelen Voortplanting en ontwikkeling Voortplanting door middel Groeien in een van eieren ei Functies en onderdelen van eieren Kip, haan, hen, kuiken, eitand, bevruchten, broeden, ei, embryo, hagelsnoer, schaal, luchtkamer, dooier, eiwit, voedsel Voortplanting en ontwikkeling De bouw en functie van en Planten met de voortplanting bij planten bloemen die zaden vormen in bloemen Bloem, kelk(blad), kroon(blad), meeldraad, stamper, stengel, wortel, vaatbundel, nerf, plant, boom, knop Voortplanting en ontwikkeling Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij planten Uitlopende knollen Stengel, bloem, blad, wortel, knol, knop, reservevoedsel, water, schil, vraat, bederf, pootaardappelen, uitloper, oogsten, rooien, beschermd Diversiteit en mobiliteit Onderscheidende Voedsel en kenmerken van planten en bewegen dieren; voedingswijze, bouw en mobiliteit Dier, zintuig, grazen, jagen, plant, kiemen, blad, wortel, voedsel, zaad Diversiteit en mobiliteit Systematiek binnen het plantenrijk; systematische indeling op basis van uitwendige en inwendige kenmerken Het plantenrijk Plant, zaadplant, sporenplant, alg, bloemplant, naaldboom, mos, varen, sporendoosje, spore, zaad, kegel, blad Diversiteit en mobiliteit Systematiek binnen het dierenrijk; systematische indeling op basis van uitwendige en inwendige kenmerken Het dierenrijk Dier, gewerveld, ongewerveld, zoogdier, vogel, reptiel, vis, worm, haar, veer, huid, zogen, wervel, bot, stevigheid Energie en kracht Verbranding Verbranding Brandbaar, brandstof, vast en vloeibaar gas, energie, verbranding, voedsel, warmte, wrijving, zuurstof, vuur Energie en kracht Energie; bronnen en soorten Zonder energie staat stil Accu, batterij, warmte, zon, energie, beweging, elektriciteit, voedsel, verbranding, waterenergie, windenergie, zonne-energie Licht, geluid en warmte Meten en gewaarwording; kou, warmte Voelen en meten Kou, warmte, meten, temperatuur, thermometer, graad, Celsius, geleider, isolator, huid, voelen, lichaamstemperatuur, koorts, kunststof Waarneming, Spijsvertering: van voedsel uitscheiding, naar voedingsstoffen Transport, afweer en erfelijkheid Hoofdstuk Inhoud Een lange weg Mond, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, anus, herkauwen, kauwen, speeksel, spijsvertering, voedingsstof, braakbal, mest, poep 10 Boerderijeducatie De Trieme Waarneming, Transport en opslag van uitscheiding, voedingsstoffen transport, afweer en erfelijkheid Transport en opslag Transport, opslag, voedingsstof, voedsel, vet, krop, bloed, bloedvat, hart, hartslag, spier Waarneming, Afvoer van afvalstoffen via uitscheiding, het bloed transport, afweer en erfelijkheid Afval uit je lichaam Spier, bloed, doorbloeding, blaas, kunstnier, nier, urineleider, afvalstof, poep, urine, geurspoor Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Aanpassingen aan de leefomgeving Vliegensvlug Veer, schacht, baard, vleugel, vliegen, vliegspier, borstbeen, schild, vogeltrek, jagen, stroomlijn Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Aanpassingen aan de leefomgeving Vliegensvlug Veer, schacht, baard, vleugel, vliegen, vliegspier, borstbeen, schild, vogeltrek, jagen, stroomlijn Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Factoren die van invloed zijn Het weer op het weer Voeding Planten aan het begin van de voedselketen Aanpassingen ter bescherming Planten Plant, knop, doorn, stekel, aangepast aan brandhaar, klierhaar, voedsel, vraat, vraat grazen Voeding Dieren beschermen zich tegen vraat Dieren en hun Dier, vijand, voedsel, schutkleur, vijanden nabootsing of imitatie, angel Voeding Relatie gebit en menu Gebitten Gebit, blijvend gebit, melkgebit, wisselen, tand, hoektand, snijtand, kies, knipkies, plooikies, kaak, wortel, grazen, jagen, knagen Voeding en voortplanting Voedsel specialisatie Planteneter, vleeseter en alleseter Aaseter, alleseter, planteneter, vleeseter, voedsel, vraatspoor Voeding en voortplanting Voedselketens Voedselketens Dier, dierlijk, mens, plant, plantaardig, planteneter, vleeseter, prooi, schakel, vijand, voedsel, voedselketen, voedingsstof Voeding en voortplanting Voedselgedrag afhankelijk van factoren Voedselgedrag Eetgewoonte, gedrag Weer, weerbericht, zonneschijn, bewolking, neerslag, hagel, ijzel, regen, sneeuw, temperatuur, graden Celsius, wind, windkracht, windrichting 11 Boerderijeducatie De Trieme Groep 7 Thema (leergebied) Doelen Hoofdstuk Inhoud Voortplanting en ontwikkeling Gedaantewisseling bij Gedaantedieren; groei en ontwikkeling wisseling Groeien, gedaantewisseling, metamorfose, ei, embryo, nymfe, larve, rups, made, pop, cocon, vervellen, verpoppen, volwassen, imago Voortplanting en ontwikkeling Kiemen van zaad Kieming van Spore, zaad, zaadhuid, kiem, zaad reservevoedsel, zaadlob, kiemrust, prikkel, kiemen, kiemplant Diversiteit en mobiliteit Algemeen, zeldzaam en uitgestorven -> leefomstandigheden Fossielen Diversiteit en mobiliteit De manier waarop dieren en Verplaatsing Bewegen, voortbewegen, voeden mensen bewegen en bij dieren (eten), vijand, voortplanten, voortbewegen gewerveld dier, ongewerveld dier, skelet, geraamte, bot, spier, pees, samentrekken, ontspannen, huidpantser, gewricht, kraakbeen, hersenen, zintuig, evenwichtsorgaan Diversiteit en mobiliteit De verspreiding van sporen en zaden Verplaatsing Vrucht, zaad, kiemen, kiemrust, bij planten zelfverspreiding, windverspreiding, waterverspreiding, dierverspreiding, spore Energie en kracht Energiegebruik (besparing) Energiegebr Warmte, energie, energiestroming, uik warmteverlies, isolatie, watt, kilowattuur, energiebesparing, spaarlamp, groene stroom Waarneming, uitscheiding, Transport, afweer en erfelijkheid Manieren van communicatie Communicat Communicatie, boodschap, ie betekenis, informatie, vorm, kleur, smaak, geur, geluid, beweging. vogelzang, honingmerk, bijendans, lichaamsgeur Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Lichaamsbouw van dieren op Aanpassinge Kruipen, lopen, springen, klimmen, of in de bodem n aan leven poot, nagel, voet, slijmspoor, staart, in / op evenwicht, luchtweerstand, bodem stroomlijn, hol, holbewoner, schelpdier, siphon, voelspriet, platdier Voeding De voeding van planten Voeding van planten; water en licht Voeding Dieren en hun voedselpatroon Voeding van Voedsel, voedingsstof, planteneter, dieren vleeseter, alleseter, eten, drinken, Leefomgeving, algemeen, zeldzaam, uitsterven, wettelijk beschermd, fossiel, fossiele brandstof Water, wortelstelsel, wortelhaar, zandgrond, kleigrond, zonlicht, bladstand, zonplant, bladstand, zonplant, schaduwplant, reservevoedsel, klimplant, winden, rank, hechtwortel 12 Boerderijeducatie De Trieme voedsel zoeken, maaltijd Voeding De samenstelling van voedsel Voeding van Voedsel, voedingsstof, de mens voedingsmiddel, vetten, koolhydraten, suiker, zetmeel, eiwitten, mineralen, ijzer, kalk, zouten, voedingsvezels, vocht, vitaminen, samenstelling, energie, kilojoule samenstelling, energie, kilojoule Voeding en voortplanting Bacteriën en schimmels Gebruik van bacteriën en schimmels door de mens Voeding en voortplanting De samenhang in voedselrelaties Voedselweb Voedsel, voedselweb, ben voedselketen, plant, dier, prooidier, eenzijdig, gevarieerd, afhankelijk Voeding en voortplanting Het leefgebied van mens en Territorium Territorium, grens, afbakenen, dier gedrag voortplanting, voedsel, veiligheid, beschermen, verdedigen, veroveren, indringer, nest, hol Organisme, bacterie, darmbacterie, melkzuurbacterie, schimmel, gist, penicilline, vermeerderen, spore, suiker, melkzuur, steriel, bederven, houdbaarheid 13 Boerderijeducatie De Trieme Groep 8 Thema (leergebied) Doelen Hoofdstuk Inhoud Voortplanting en ontwikkeling Voortplanting bij dieren Eieren en jongen Volwassen, voortplanten, ei, larve, pop. groeien, verpoppen, gedaantewisseling, eitje, zaadcel, versmelten, bevruchten, uitwendige bevruchting, inwendige bevruchting, broedzorg Voortplanting en ontwikkeling Voortplanting bij planten Bloemen, zaden en vruchten Bloem, voortplantingsorgaan, voortplantingscel, meeldraad, stuifmeel, stamper, vruchtbeginsel, vrucht, zaadbeginsel, zaad, voortplanting, bestuiving, windbestuiving, insectenbestuiving, bevruchting Voortplanting en ontwikkeling De bouw en voortplanting Bacteriën en Bacterie, schimmel, cel, celdeling, van bacteriën en schimmels schimmels eencellig, meercellig, gist, schimmeldraad, paddestoel, buisje, plaatje, spore, voortplanten, vermeerderen, kolonie Diversiteit en mobiliteit De natuurlijke verspreiding van planten en dieren Diversiteit en mobiliteit Domesticatie en introductie Planten en van planten en dieren dieren te gast Diversiteit en mobiliteit Leven in het water, in de bodem en in de lucht Een schil vol Aarde, aardkorst, atmosfeer, leven bodem, water, lucht, vis, amfibie, reptiel, vogel, zoogdier, voortbewegen, vin, bot, wervelkolom, rib, spier, huid, poot, vleugel, veer, zwemvlies, zwemmen, kruipen, lopen, vliegen Licht, geluid en warmte Het bioritme van organismen Leven met Dagdier, schemerdier, nachtdier, een klok en bloeien, eten, aanpassen, een kalender voedselketen, voedselweb, grondwater, bevriezen, seizoen, winter, lente, zomer, herfst, overwinteren, eenjarig, meerjarig, trekvogel, zomergast, wintergast, herfstkleur, lichaamstemperatuur, voedselvoorraad, winterslaap lichaamstemperatuur, voedselvoorraad, winterslaap Op eigen kracht Omgeving, mineralen, voedselarm, voedselrijk, brak, zout, zoet, nestgelegenheid, verspreiding, barrière Domesticatie, exotisch, sierplant, huisdier, flora, fauna, voedsel 14 Boerderijeducatie De Trieme Waarneming, uitscheiding, Transport, afweer en erfelijkheid De afweer van lichaamsvreemde stoffen Je lichaam in Gezond, ziek, wond, ademhalen, actie eten, virus, bacterie, besmetting, infectie, bloed, witte bloedcel, bloedkorst, hygiëne, weerstand, conditie, immuun, kinderziekte Waarneming, uitscheiding, transport, afweer en erfelijkheid Erfelijkheid Van je ouders Waarneming, uitscheiding, transport, afweer en erfelijkheid Lichaamstemperatuur Op Lichaamstemperatuur, temperatuur omgevingstemperatuur, huid, haren, veren, vet, ruien, isoleren, afkoelen, opwarmen, graden Celsius, kippenvel, rillen, zweten, verdampen Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen Dieren in het water; speciale Als een vis in Ademhalen, zuurstof, kooldioxide, aanpassingen het water long, kieuw, kieuwplaat, voortbewegen, opwaartse kracht, stroomlijn, vin, poot, zwemvlies, wateroppervlak, oppervlaktebescherming, zwemmen, lichaamstemperatuur, speklaag Voeding De voeding van planten Een bijzonder begin Voeding en voortplanting Dode planten en dieren Opbouw en Voedselketen, plantenafval, afbraak bodemdier, voedingsstof, humus, verteren, mineraal, natuurlijke vijand, aaseter, kadaver Voeding en voortplanting De kringloop van mineralen en gassen Afval als grondstof Voeding en voortplanting Het samenleven van planten Dicht op en dieren elkaar Erfelijk, eigenschap, informatie, eicel, zaadcel, stuifmeel, bestuiving, bevruchting, omgeving, fokken, kweken, selecteren Voedselketens, fotosynthese, water, mineraal, kooldioxide, zonlicht, energie, suiker, wortel, vaatbundel, bladnerf, huidmondje, ademhalen, eiwit, vet, zetmeel, vitamine Voedselketen, kringloop, water, minderaal, ademhaling, gas, kooldioxide, zuurstof, voedingsstof, afvalstof, verteren, verbranden, afhankelijk Samenleven, samenwerken, kolonie, taak, mannetje, vrouwtje, koningin, dar, werkster, voortplanting, voortplantingsorgaan, vruchtbaar, onvruchtbaar, bruidsvrucht, raat, voedsel, larve, korstmos, schimmel, alg, mineraal, bladgroen, suiker, pionier, kiemplant, concurrentie, territorium, pikafstand 15 Boerderijeducatie De Trieme Methode ‘Wijzer door de natuur’ De Methode ‘Wijzer door de natuur’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 1 tot en met 8. Via activiteiten maken de groepen 1 en 2 kennis met natuuronderwijs, aardrijkskunde en geschiedenis. De werkboekjes voor groep 3 en 4 vormen een speelse voorbereiding op de methodische aanpak in de groepen 5 tot en met 8. Wijzer door de natuur besteedt in elk hoofdstuk aandacht aan "techniek om je heen". Groep 5 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Leren omgaan met en het verzorgen van dieren en planten Directe Dieren en planten thuis leefomgevin Plantensoorten voor binnen en g buiten, planten en (huis)dieren verzorgen, dieren uit het binnen- en buitenland Planten en dieren (levende natuur) Omgeving leren kennen Seizoenen (herfst) Kleine beestjes Welke dieren leven er in of op de bodem of in het water? Wat is een kringloop? Bekijken van onderdelen van een insect Planten en dieren (levende natuur) Cyclus in het jaar, groei van planten, voortplanting bij bijen Seizoenen (lente) In de knop, uit de knop Bespreking van de seizoenen en hun karakteristieken. Bollen, knollen, ontkiemen van planten. Het leven in een bijenkorf Niet-levende natuur Herkennen van grondsoorten Grond onder Grond onder je voeten je voeten Verschillende grondsoorten (project) bekijken en herkennen “Eigen Lichaam” Ontdekken van de zintuigen Dat ben je zelf! Zien, horen, ruiken Het ontdekken van de wereld door de zintuigen Milieu Dierbescherming Daar heb je mee te maken Beestenboel Leefgebied en klimaat voor dieren Techniek Vergroten Seizoenen (herfst) Kleine beestjes Het gebruik van microscoop, vergroten en lenzen Techniek Zintuigen Dat ben je zelf! Zien, horen, ruiken Techniek Voeding Hoe maak je Melk, boter, kaas dat? De productie van voedings- en gebruiksmiddelen 16 Boerderijeducatie De Trieme Groep 6 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Omgeving leren kennen Directe Natuur om de school leefomgevin Planten en dieren op het plein, in g het gras ontdekken Zelf een herbarium maken Planten en dieren (levende natuur) Omgeving, kringloop van voedingsstoffen Seizoenen (herfst) Opruimers in de natuur Wat is een schimmel en een paddestoel? Uit welke onderdelen bestaan ze en wat is hun functie? Planten en dieren (levende natuur) Voortplanting bij dieren Seizoenen (lente) Jonge dieren Voortplanting bij dieren. Metamorfose and levenscyclus bij insecten “Eigen Lichaam” Zintuigen Dat ben je zelf! Proeven en voelen Hoe gebruik je de zintuigen smaak en tast? Verschillende smaken definiëren Milieu Diersporen en mensensporen Daar heb je mee te maken Welke sporen en resten (afval) laten mensen / dieren achter? Wat is huisvuil, zwerfafval, compost Techniek Voeding Hoe maak je Van graan tot brood dat? Wat groeit er op een akker? Het beheren van akkers en het bewerken van graan tot brood 17 Boerderijeducatie De Trieme Groep 7 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Omgeving, kringloop van voedingsstoffen Seizoenen (herfst) Zomer- en wintertijd Verspreiding van zaden en vruchten Planten en dieren (levende natuur) Omgeving Seizoenen (lente) Een veilige schuilplaats Dieren hebben plekken nodig in de natuur voor schuilen, voedsel of nesten “Eigen Lichaam” Je huid en skelet Dat ben je zelf! Huid, veren, haren of schubben, voortbewegen, spieren en botten Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Niet levende natuur Omgeving, duurzame keuzes Directe Energie (wind, water, fossiele maken leefomgevin brandstoffen) g Planten en dieren (levende natuur) Seizoenen Seizoenen (herfst) Winterslaap, dierentrek Niet levende natuur Elementen Seizoenen (lente) Klimaat en weer Het weerbericht, luchtdruk, windkracht, meteorologie, broeikaseffect. “Eigen Lichaam” Voeding Dat ben je zelf! Eten en gegeten worden, de kringloop in de natuur Gezond eten en lekker eten Milieu Natuurbescherming / behoud Daar heb je mee te maken Nederland vroeger: prehistorie, ijstijd, biotoop Bedreiging en bescherming van de natuur Natuurbehoud, Nationale parken, nieuwe natuur. Techniek Afval Hoe maak je Verpakkingen dat? Groep 8 18 Boerderijeducatie De Trieme Methode ‘Leefwereld’ De methode ‘Leefwereld’ biedt een doorgaande leerlijn voor groep 1 tot en met 8. Per jaargroep zijn telkens vier specifieke techniekhoofdstukken opgenomen. Hierin komen constructies, transport, productie en communicatie uitgebreid aan bod. Leefwereld is de meeste gebruikte natuurmethode binnen het basisonderwijs. Groep 5 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Planten en dieren leren kennen, manieren van voortplanting van organismen Uiterlijke bouw, aanpassingen samenleven, groei en voortplanting Spinnen, gras, graan, bol en knol, vleermuizen, vacht en veren, takken en knoppen, humuseters, pad en kikker Niet-levende natuur Onderzoek doen aan verschijnselen en het weer Weer, Herfstweer, vloeistoffen, kleur materialen en eigenschappe n, kleur “Eigen Lichaam” Bijdrage leveren aan bevordering eigen gezondheid Gezondheid Milieu Met zorg omgaan met natuur en milieu Relatie mens- Broodbakken, groen afval milieu, milieuproble men Voeding 19 Boerderijeducatie De Trieme Groep 6 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Planten en dieren leren kennen, manieren van voortplanting van organismen, aanpassing organismen Uiterlijk en Bloembouw, paddestoel, schimmel, bouw, insecten, zaadverspreiding, planten samenleven in de winter, zaden, kieming, eigen tuintje, sloot Niet-levende natuur Onderzoek doen aan verschijnselen materialen tuingrond en geluid en eigenschapp en geluid Milieu Wisselwerking tussen mens en milieu Relatie mens Wonen in een wijk, en milieu, energiebesparing milieuproble men Techniek Oplossingen ontwerpen en onderzoeken communicati Gebruik internet en computer e 20 Boerderijeducatie De Trieme Groep 7 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Planten en dieren leren kennen, manieren van voortplanting van organismen, aanpassing organismen Uiterlijk en bouw, aanpassinge n, samenleven, groei en voortplantin g Cultuurgewassen, mossen en korstmossen, lentebloeiers, plant, plek vroege bloeiers, bossen, bosdieren, vogels en nesten Niet-levende natuur Onderzoek doen aan verschijnselen en het weer Weer, kracht Het weer, kracht door lucht, en energie, elektriciteit schakelen, katrollen, materialen waterkringloop en eigenschapp en, kleur. “Eigen Lichaam” Bouw en functie eigen lichaam beschrijven Gezondheid Voeding Milieu Wisselwerking tussen mens en milieu Relatie mens Watervervuiling, afval scheiden en milieu, milieuproble -men 21 Boerderijeducatie De Trieme Groep 8 Leergebied/ Domein Doelen Thema Inhoud Planten en dieren (levende natuur) Planten en dieren leren kennen, manieren van voortplanting van organismen, aanpassing organismen Aanpassinge Vogeltrek, dierentaal, sociale n, insecten, bloembestuiving samenleven, Groei en voortplantin g Niet-levende natuur Onderzoek doen aan verschijnselen en het weer, natuurverschijnselen verklaren Heelal, Weer, warmte, grond en bodem kracht en energie, materialen en eigenschapp en Milieu Wisselwerking tussen mens Relatie mens Dierenleed en milieu, met zorg omgaan en milieu, met natuur en milieu milieuproble -men 22 Boerderijeducatie De Trieme Doelstellingen De doelstellingen zijn onderverdeeld naar kennisdoelstellingen, vaardigheidsdoelstellingen en houdingsdoelstellingen. Kennisdoelstellingen De leerlingen kunnen het verschil aangeven tussen de verschillende landbouwsectoren De leerlingen kunnen omschrijven hoe het dagelijkse werk van een boer eruit ziet met betrekking tot de behandelde sectoren De leerlingen kunnen minimaal 3 kenmerken van de biologische landbouw benoemen De leerlingen kunnen minimaal 3 gezondheidskenmerken benoemen van landbouwhuisdieren De leerlingen kunnen minimaal 3 belangrijke kenmerken noemen van de huisvesting van landbouwhuisdieren (waar eten / drinken de dieren, wat voor bodemmateriaal, hoe geventileerd etc) De leerlingen kunnen specifieke uiterlijke kenmerken van landbouwhuisdieren benoemen; bijvoorbeeld de haarlengte/dikte, de pootlengte, de oogstand, het aantal tenen, de wijze van lopen etc De leerlingen kunnen in grote lijnen een beschrijving geven van het rantsoen van de verschillende landbouwhuisdieren De leerlingen kunnen minimaal 3 gedragskenmerken van de verschillende landbouwhuisdieren omschrijven De leerlingen kunnen aangeven voor welke functies de verschillende landbouwhuisdieren gehouden worden De leerlingen kunnen minimaal 3 zuivelproducten benoemen De leerlingen kunnen minimaal 2 vleesproducten benoemen gerelateerd aan het betreffende landbouwhuisdier en het lichaamsdeel waarvan het afkomstig is De leerlingen kunnen uitleggen wat de begrippen “mestkringloop” en “mestoverschot” inhouden De leerlingen kunnen globaal omschrijven hoe een boer zorgt voor zijn dieren / gewassen De leerlingen kunnen verschillende landbouwgewassen herkennen De leerlingen kunnen minimaal 3 landbouwmachines/werktuigen benoemen en uitleggen waarvoor deze machines / werktuigen ingezet worden De leerlingen kunnen in algemene zin vertellen wat fruitbomen nodig hebben om te groeien, gezond te blijven en vrucht te dragen De leerlingen kunnen minimaal 2 nuttige en 2 schadelijke insecten opnoemen, met betrekking tot de boerderij De leerlingen kunnen minimaal 3 planten herkennen die op de boerderij voorkomen De leerlingen kunnen uitleggen hoe de mens voor hun voedselvoorziening direct / indirect afhankelijk is van planten De leerlingen kunnen minimaal 3 producten opnoemen die onder glas geteeld worden De leerlingen kunnen minimaal 2 voor- en nadelen opnoemen van de glastuinbouw 23 Boerderijeducatie De Trieme De leerlingen kunnen algemeen omschrijven hoe temperatuur, water, licht en voedingsstoffen in de glasteelt gereguleerd wordt De leerlingen kunnen minimaal 3 natuurlijke waarden opnoemen van de boerderij en haar omgeving De leerlingen kunnen uitleggen wat agrarische natuurbeheer is en daar 2 voorbeelden van geven De leerlingen kunnen de slootwaterkwaliteit beoordelen aan de hand van de aanwezige waterdieren en water- en oeverplanten en de helderheid van het water Vaardigheidsdoelstellingen De leerlingen werken met verschillende veldwerktechnieken en veldwerkmaterialen De leerlingen onderzoeken globaal de dieren aan de hand van gezondheidskenmerken en andere uiterlijke kenmerken De leerlingen ruiken en voelen verschillen tussen voersoorten De leerlingen kunnen verschillende diersoorten op correcte wijze vasthouden of deze op correcte wijze naar andere ruimtes verplaatsen De leerlingen bekijken, proeven en ruiken verschillende soorten akkerbouw- en fruitteeltproducten op basis van uiterlijk, kleur, geur en smaak Houdingsdoelstellingen De leerlingen zijn zich bewust hoe te gedragen in het bijzijn van dieren De leerlingen zijn zich bewust hoe het leven van een boer / tuinder eruit ziet De leerlingen begrijpen waarom de boer / tuinder keuzes maakt ten aanzien van zijn dieren / gewassen De leerlingen zijn zich bewust van de betekenis van de landbouw voor de mens De leerlingen zijn zich bewust van herkomst en productie van voedsel De leerlingen beseffen dat de boer een belangrijke rol speelt om het platteland aantrekkelijk te houden voor de burger De leerlingen waarderen de landschappelijke elementen van de landbouw en haar omgeving De leerlingen zijn zich bewust van hun eigen verantwoordelijkheid als consument De leerlingen gaan respectvol om met elkaar en dieren De leerlingen hebben plezier in het volgen van praktijklessen op de boerderij De leerlingen luisteren naar de uitleg van de begeleider De leerlingen overleggen met elkaar om antwoorden op de vragen vinden De leerlingen werken samen in tweetallen (meertallen) De leerlingen kunnen de boer interviewen 24 Boerderijeducatie De Trieme Aansluiting kerndoelen met thema’s boerderijeducatie Door selectie zijn alleen die kerndoelen genoemd die directe relatie hebben met boerderijeducatie Nederlands Mondeling taalonderwijs De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Taalbeschouwing, waaronder strategieën 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken Rekenen/wiskunde 24 De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. 25 Boerderijeducatie De Trieme Getallen en bewerkingen De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. Meten en meetkunde De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Oriëntatie op jezelf en de wereld Mens en samenleving De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuur en techniek De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme. 26 Boerderijeducatie De Trieme Kunstzinnige oriëntatie De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Bewegingsonderwijs De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. 27 Boerderijeducatie De Trieme Boerderijeducatie bij u op school 28 Boerderijeducatie De Trieme De praktijk in Voor uw bezoek met de klas ontmoet u de educator op de boerderij. U maakt zelf alvast kennis met de boerderij en de boer. Met de educator plant u het bezoek en bespreekt de volgende zaken: - Doelen van deze dag - Aantal kinderen - Bovenbouw/middenbouw/onderbouw? - Aantal leerkrachten/begeleiders? - Plaats, tijd - Het dagprogramma inplannen (onderdelen bespreken/uitzoeken) - Uitleg circuit (onderdelen, tijdsduur, verwachtingen leerkracht, boer, leerkracht Trieme (educator) , zelfst. werken) - Indelen groepen voor circuit - Wat mee te nemen? - Regels/afspraken op de boerderij - Leerkracht neemt zijn/haar onderdeel +info alvast mee om voor te bereiden - Eventueel een inleidende les bespreken en voorbereiden Wat neem je mee naar de boerderij? - Oude kleren Laarzen Pen/papier/kladblok Fototoestel Wat zijn de afspraken? - Je blijft bij je groep en gaat niet zelf op onderzoek uit Op de boerderij zijn natuurlijk veel dieren denk hier goed om (niet te luidruchtig/gek doen) dan worden ze onrustig Je doet wat de boer/educator/ leerkracht zegt! Je mag niet overal aankomen luister goed naar de instructies en houd je hier ook aan Doe voorzichtig Levende wezens (bijv. bodemdiertjes) zet je na je activiteit altijd weer terug in de natuur Ga voorzichtig met dieren om, niet alle dieren zijn knuffelbeesten Zet nooit zomaar een hek open, hok los of iets dergelijks Vraag altijd toestemming en loop niet zomaar een hok/stal in In de bijlagen kunt u voorbeelden van introductie lessen vinden, een dagindeling van een excursie op de boerderij, werkbladen en een foto-impressie van boerderijeducatie in praktijk. Tot snel in de skybox! 29 Boerderijeducatie De Trieme Bijlagen