De brief aan de Tweede Kamer vindt hier.

advertisement
Beoogde verbeteringen in jeugdhulp nog ver weg
De decentralisatie moest verbetering brengen voor de jeugdhulp: integraal, toegankelijk en dicht
bij het kind. Meer preventie, slimmere samenwerking en een einde aan verkokering en perverse
prikkels omdat alle jeugdhulpvormen nu onder één opdrachtgever vallen: de gemeente. Van dat
ideaal zien we twee jaar na de decentralisatie helaas nog weinig terug. Wel zien we dat er gestuurd
wordt op systemen, geld en controle. Te veel tijd en energie, en dus ook geld, gaan naar
randzaken. Naar regio’s die uit elkaar vallen, naar bureaucratie en naar foute verwijzingen. De
beoogde verandering blijft achter en dat baart Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en
VOBC grote zorgen.
Wijkteams
Het doel was vroegtijdige, deskundige jeugdhulp en maatwerk door de wijkteams, en specialistische
hulp voor wie het echt nodig heeft. Helaas werkt de praktijk anders. De Kinderombudsman
constateerde onlangs dat veel hulpzoekende kinderen op de verkeerde plek terecht komen of veel te
lang op de juiste hulp moeten wachten. Een kwaliteitsimpuls is hard nodig: we stellen onze
jeugdhulpexpertise uiteraard graag (nog beter) ter beschikking van de wijkteams.
Regionale samenwerking
Voor specialistische jeugdhulp is regionale samenwerking tussen gemeenten nodig.
Hoogspecialistische zorg vereist een nog groter schaalniveau. De meeste gemeenten concentreren
zich echter op de lokale aanpak en onttrekken zich zelfs aan de, landelijk afgesproken, regio-indeling.
In Denemarken, waar de jeugdhulp jaren geleden werd gedecentraliseerd, gebeurde iets soortgelijks
en verdween veel specialistische zorg, die later tegen hoge kosten weer opgebouwd moest worden.
De Nederlandse overheden lijken van dit voorbeeld weinig geleerd te hebben.
Administratieve lasten
Iedere gemeente stelt eigen eisen aan inkoop, verantwoording en facturatie. Jeugdhulporganisaties
hebben soms met tientallen gemeenten te maken en vaak met nog veel meer. De branches
ontwikkelden samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uniforme standaarden.
Als die dwingend zouden worden opgelegd, neemt de bureaucratie drastisch af. Nu zijn er nog veel
gemeenten die hun eigen spelregels blijven hanteren of die bovenop de standaarden allerlei eisen
toevoegen, waardoor de administratieve rompslomp nog steeds groeit. Zorgorganisaties, individuele
hulpverleners én ambtenaren raken het spoor bijster. De kosten lopen inmiddels de spuigaten uit:
een aanzienlijk deel van het jeugdhulpbudget gaat op aan administratieve lasten en dat deel wordt,
door het uiteenvallen van regio’s, eerder groter dan kleiner. Ook gemeenten zijn genoodzaakt grote
administratieafdelingen te bouwen. Zo gooien we samen een hoop belastinggeld weg.
Tarieven
Echte verandering van de zorg vraagt om samenwerking en ruimte voor (bij)scholing, om onderzoek,
nieuwe werkwijzen en kwaliteitsverbetering. Met de huidige manier van aanbesteden lijkt het echter
vooral om de laagste prijs te gaan en is er in de praktijk nauwelijks ruimte om te investeren in
innovatie. Sterker nog, een race to the bottom dreigt waarbij tarieven zo laag worden dat de kwaliteit
van de zorg eronder lijdt. Wij willen goede zorg leveren; daarbij hoort een fair tarief.
Oplossingen
Graag maken onze leden samen met de gemeenten alsnog een succes van de decentralisatie van de
jeugdhulp. Bovenstaande problemen moeten we dan wel snel gezamenlijk oplossen. Het kabinet kan
daar bij helpen. Door ruimte voor vernieuwing te scheppen. Door landelijk eenvoudige
administratieve en verantwoordingsspelregels af te dwingen. Door betere handhaving van de
kwaliteitseisen aan de wijkteams. En door ruimte te zoeken om binnen de aanbestedingsregels om in
plaats van voor de laagste prijs, weer te gaan voor kwaliteit. Onze jongeren verdienen niets minder
dan dat.
Hans Spigt, voorzitter Jeugdzorg Nederland
Jacobine Geel, voorzitter GGZ Nederland
Femke Halsema, voorzitter Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
Rob de Jong, voorzitter Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra
Download