Dit artikel is eeder verschenen in Venkraai 2015, nummer 4 Het oog van de dagvlinder Tekst en foto's: Bert van Rijswijk Met de huidige digitale fotografie is het eenvoudiger geworden, details van de lichaamsbouw (morfologie) van vlinders zichtbaar te maken. Zo viel het mij op dat het oog van de atalanta (Vanessa atalanta) behaard is. Reden om eens beter naar de ogen van onze dagvlinders te kijken! Als ik het oog van een dagvlinder bekijk verwacht ik een min of meer halve bolvorm met duizenden facetten. De meeste van onze dagvlinders hebben geen beharing op de ogen. Na het bekijken van veel foto’s blijkt dat het merendeel van onze schoenlappers, een wetenschappelijke naam voor deze groep heb ik niet gevonden, behaarde ogen hebben. Dagpauwoog, gehakkelde aurelia, distelvlinder, atalanta, rouwmantel, landkaartje, kleine vos, grote vos en oostelijke vos hebben behaarde ogen! In De Levende Natuur jaargang 1937 worden door J. C. Ceton onze zandogen (Satyridae) beschreven met bijbehorende determinatietabel. Van het geslacht Pararge beschrijft hij drie soorten: Het bont zandoogje (Pararge aegeria), de argusvlinder (Pararge megera) en de rotsvlinder (Pararge maera). De twee laatste soorten hebben tegenwoordig Lasiommata als geslachtsnaam in plaats van Pararge Als determinerend kenmerk ten opzichte van de overige zandogen noemt hij de beharing van de ogen van dit geslacht. In zijn lijst van overige zandogen staan onder anderen ook de voorjaarserebia (Erebia medusa) en het dambordje (Melanargia galathea). De grote pages (Papilionidae), de witjes (Pieridae) en de blauwtjes, vuurvlinders en kleine pages (Lycaenidae) hebben geen van allen behaarde ogen. Ook onze parelmoervlinders hebben geen behaarde ogen. De sleutelbloem-vlinder (Hamearis lucina), een soort uit de familie van de prachtvlinders (Riodinidae) en nauw verwant aan de Lycaenidae, heeft wel behaarde ogen. Dit is geen Nederlandse soort maar ze komt wel voor in de Eifel. De dikkopjes (Hesperiidae) hebben geen behaarde ogen. Wel hebben ze iets wat ik voor het gemak maar wimpers noem: bij de inplanting van beide sprieten bevindt zich een groepje haartjes die min of meer de bolvorm van het oog volgen. Men neemt over het algemeen aan dat de haartjes op de facetogen een beschermende functie hebben. Er wordt ook wel gezegd dat de vlinder met de haartjes op de ogen windrichting en windsnelheid waarnemen. Op de foto van het oog van de grote weer-schijnvlinder zijn wat witte vuiltjes te zien en met behaarde facetten hadden die geen kans gekregen. Bij onze schoenlappers met behaarde ogen kan ik me iets voorstellen bij die beschermende functie. Zij overwinteren immers, met uitzondering van het landkaartje, als vlinder. Een groot deel van die tijd zitten ze dan stil ergens in een hoekje te wachten op betere tijden en dan kan het nuttig zijn dat de ogen beschermd worden tegen stof en vuil. Maar ook bij het zoeken naar nectar kan het nuttig zijn om bijvoorbeeld stuifmeel uit de ogen te houden. Aan de andere kant kan het haast niet anders dan dat de haartjes het zicht van de vlinder beïnvloeden. Wellicht kunnen de dikkopjes windrichting en snelheid waarnemen met hun wimpers. Om dat te doen met behaarde facetogen lijkt me morfologisch een wat ingewikkelde constructie. Vermoedelijk kunnen we het wel of niet hebben van behaarde ogen of wimpers doortrekken naar de Europese soorten, maar dat heb ik niet volledig onderzocht. De Zuid-Europese snuitvlinder (Libithea celtis), een soort die als vlinder overwintert, heeft geen behaarde ogen. Alle foto’s in dit artikel zijn gemaakt van levende vlinders. Referenties - Vlindernet: www.vlindernet.nl/index.php - De Levende Natuur, 41e jaargang, 1937 (www.dbnl.