Katholieke Universiteit Leuven Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier A2 A2 A2 Practicum Elektriciteit & Magnetisme: “Het Magnetisch veld van een Elektromagneet” (Lang Verslag) 1e Bachelor IngenieursWetenschappen Prof. Dr. W. Lauriks Schooljaar: 2006 – 2007 Nr. 9 Nr. 14 Nr. 15 K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 1 2 Nr.9 Nr.14 Nr.15 Inleiding ............................................................................................................................. 3 Theoretische achtergrond ................................................................................................... 3 2.1 Reluctantie van ferromagnetische materialen. ........................................................... 3 2.2 Ferromagnetisme ........................................................................................................ 4 3 Resultaten ........................................................................................................................... 5 3.1 Opgaven ter voorbereiding ......................................................................................... 5 3.1.1 Opgave 1 ............................................................................................................ 5 3.1.2 Opgave 2 ............................................................................................................ 5 3.2 Resultaten van het experiment ................................................................................... 6 3.2.1 Opgave 1 ............................................................................................................ 6 3.2.2 Opgave 2 ............................................................................................................ 6 3.2.3 Opgave 3 ............................................................................................................ 7 3.2.4 Opgave 4 ............................................................................................................ 7 3.3 Foutenanalyse ............................................................................................................. 8 3.4 Enkele vragen achteraf ............................................................................................... 8 3.4.1 Opgave 1 ............................................................................................................ 8 3.4.2 Opgave 2 ............................................................................................................ 8 3.4.3 Opgave 3 ............................................................................................................ 8 4 Besluit................................................................................................................................. 8 Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 1 Nr.9 Nr.14 Nr.15 Inleiding Elektromagneten kennen veel technologische toepassingen. Maar om het optimale resultaat te verkrijgen met deze elektromagneten is het noodzakelijk om te weten op welke plaats in een elektromagneet het magnetisch veld optimaal is, en welke invloed de afstand tussen de twee polen. Deze proef bevat drie belangrijke onderdelen: de elektromagneet, een Hall-sonde en een computer met Labpro. De elektromagneet is opgebouwd uit twee spoelen met 842 windingen. Wanneer er door deze spoelen een stroom S vloeit, zal er een magnetisch veld gegenereerd worden. In elke spoel zit er een ferromagnetische pool, tussen deze polen is er een luchtspleet met lengte L. Deze polen versterken het magnetisch veld. De Hall-sonde bestaat uit een stukje halfgeleider en kan de magnetische inductie in de luchtspleet meten. De sonde registreert aan het uiteinde een spanning die evenredig is aan het magnetisch veld, deze spanning wordt dankzij Labpro omgezet naar de waarde van het magnetisch veld. Dankzij deze opstelling kan de invloed van de luchtspleet tussen de twee polen berekend worden. Ook de grootte van de luchtspleet en de positie van de Hall-sonde ten opzichte van de polen kan als een parameter gebruikt worden. 2 Theoretische achtergrond 2.1 Reluctantie van ferromagnetische materialen. De magnetomotorische kracht K van een magnetische kring kan berekend worden met de volgende formule: K = NI = Rφ (1) Met N het aantal windingen , I de stroom die door de spoelen stroomt, R de reluctantie en φ de magnetisch flux. De reluctantie staat in deze vergelijking in feite gelijk aan de weerstand in de wet van Ohm (V = RI). Φ neemt dus de rol van I op zich. Aangezien de elektrische weerstand van een stof in functie van de lengte L, de dwarsdoorsnede A en de conductiviteit gelijk is aan : R = L/Aσ Analoog wordt de waarde van de reluctantie berekend met de formule: R = L/Aµ Met µ gelijk aan de permeabiliteit van de stof. Stoffen met een hoge permeabiliteit en een lage reluctantie zijn dus goed magnetische materialen. In deze proef is de reluctantie gelijk aan: Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 2.1.1 Nr.9 Nr.14 Nr.15 R = R0 + L/A (1/µ0 -1/µp) Met R0 gelijk aan de reluctantie wanneer de lengte van de luchtspleet gelijk is aan nul, µ0 de permeabiliteit van het vacuüm en µp de permeabiliteit van de polen. Als φ dan gelijk is aan BA (het magnetisch veld is constant), wordt formule (1) gelijk aan: NI = (R0 + L/A (1/µ0 -1/µp)) BA Of NI = (α + L (1/µ0 -1/µp)) B Met α en µp eigenschappen van ferromagnetische materialen. Deze vergelijking geeft weer hoe B verandert in functie van de grootte van L en de I. 2.2 Ferromagnetisme Ferromagnetische materialen bezitten een belangrijke specifieke eigenschap. Wanneer deze stoffen in een magnetisch veld worden geplaatst, lijnen alle magnetische dipolen van de moleculen zich op volgens dat magnetisch veld. Hierdoor wordt het magnetisch veld versterkt. Wanneer het magnetisch veld uitgeschakeld wordt, blijven de meeste dipolen in dezelfde richting staan en is het materiaal permanent gemagnetiseerd. Dit noemt men het remanent veld Om deze magnetisatie ongedaan te maken moet er een tegengesteld magnetisch veld aangelegd worden. Maar aangezien de dipolen dan weer oplijnen volgens dit veld, zal de het heel moeilijk zijn om demagnetisatie volledig te verwijderen. Wanneer men dit zou willen weergeven in een grafiek, zal deze grafiek een hysteresis lus weergeven. Fig. 1: hysteresis lus1 Bij deze hysteresis lus wordt B uitgezet in functie van H. 1 Fig. 1: http://en.wikipedia.org/wiki/Image:Hysteresiscurve.png Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 3 Resultaten 3.1 Opgaven ter voorbereiding 3.1.1 Opgave 1 Nr.9 Nr.14 Nr.15 Geg. * Toroïde * n = 400 windingen/meter * Relatieve Fe = 3000 (tesla meter/ampère) * I = 20A Gevr. Totale B in de toroïde? Opl. *De relatieve permeabiliteit = Fe / 0 => Fe = 3000*x4x Pi x10^(-7) = 3,77x10^(-3) (T.m/A) *Het magnetisch veld in een solenoïde is gelijk aan zijn magnetisatie (H) maal de permeabiliteit van het materiaal. (B = * De magnetisatie is gelijk aan het magnetische veld van de solenoïde zonder materiaal erin, gedeeld door de permeabiliteit van de vrije ruimte. (H =B0/ * B0 = nI => H = nI (ampère/meter) * B = Fe n I = 3,77x10^(-3) x 400 x 20 (tesla meter/ampère x meter-1 x ampère) B = 30,16 T 3.1.2 Opgave 2 Geg. * Solenoïde met ijzeren kern * N = 500 windingen * De ijzeren kern is 30cm lang * De solenoïde heeft een diameter van 1,8cm * I = 20A * B = 2,2 T Gevr. Fe? Opl. * We maken gebruik van de formules in de vorige oefening, en gaan nu gewoon omgekeerd te werk. * n = N/lengte = 500wikkelingen/30cm = 1666,66 m-1 * H = nI = 1666,66 x 48= 80 000 A/m * B = H = 2,2 => = 2,2/80 000 = 2,75 x 10^(-5) Tm/A Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 3.2 Nr.9 Nr.14 Nr.15 Resultaten van het experiment Opgave 1 Meet de magnetische inductie in de luchtspleet in functie van de stroom I voor een tiental stroomwaarden. Deze tabel geeft de gemeten magnetische inductie B, in Tesla, in functie van de breedte van de luchtspleet en de stroomsterkte. Stroomsterkte I(A) Breedte 0,5 cm 0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 2,1 2,4 2,7 3,0 35,6374 165,552 316,37 471,632 626,895 758,275 856,248 913,44 957,64 991,339 3.2.1 — Breedte 1,2 cm 7,45665 52,8291 98,4945 178,446 219,96 278,812 331,706 387,286 435,393 483,647 530,289 Breedte 1,9 cm 2,57265 37,4933 70,3138 108,946 144,062 182,841 220,106 254,538 293,22 327,115 361,889 Breedte 2,6 cm 0,032967 21,4737 44,1355 67,2857 95,3687 128,385 145,088 170,387 194,856 221,034 245,063 Breedte 4,0 cm -2,31136 11,5592 25,0879 39,1538 54,0989 69,1905 83,5983 98,4945 113,44 127,652 142,792 Opgave 2 Bepaal uit de opgegeven B(I)-kurves met Graphical Analysis. De opgemeten waarden uit opgave 1 kunnen als volgt geanalyseerd worden: Voor rechte lijnstukken uit de B(I)-kurves geldt dat B = aI met a de constante helling en b het remanent veld. Vermits volgt hieruit L is de breedte van de luchtspleet. We mogen aannemen dat L/ >> (Lp). Daaruit volgt dat a = N /L. Hieruit zonderen we af: = a.L/N Breedte(cm) a(mT/A) b(mT) Correlatie 0.5 490,7 27,69 0.9996 1.2 177.5 4.420 0.9992 1.9 120.9 0.6901 0.9999 2.6 83.61 -5,483 0.9999 4 48.58 -3.528 0.9999 Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” 0.146 0.126 0.136 0.129 0.115 K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 3.2.2 Nr.9 Nr.14 Nr.15 Opgave 3 Bepaal de waarde van µ zonder de veronderstelling uit opgave 2. kan herschreven worden als . µ 3.2.3 Opgave 4 Meet de horizontale en verticale variatie van de magnetische inductie in de luchtspleet ten opzichte van het centrum C van de meetruimte voor luchtspleten van 15 mm en 40 mm. Schat voor beide gevallen het volume waarbinnen de inductie met niet meer dan 2% verschilt van de centrumwaarde. Wegens tijdgebrek is de proef voor een luchtspleet van 15mm niet uitgevoerd. Horizontale variatie Afstand tot Magneetveld centrum (m) (mT) 0 93,95238 0,002 93,85470 0,004 94,92918 0,006 97,02930 0,008 100,0574 0,01 103,0367 0,012 107,4811 0,014 111,5348 0,016 114,3187 0,018 115,2466 Verticale variatie Afstand tot Magneetveld centrum (m) (mT) 0 98,00611 0,005 97,61538 0,01 94,34310 0,015 89,16606 0,02 79,88644 0,025 66,65079 0,035 42,23077 0,045 21,27839 Horizontale variatie: centrumwaarde B = 93.95238 mT + 2% = 95.831 mT Verticale variatie : centrumwaarde B = 98.00611 mT -2% = 96.04611 mT Via lineaire interpolatie bekomen we een maximale horizontale afwijking ±0.004858m en een maximale verticale afwijking ±0.008293m. Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” K.U.L. 1 Bach Burg. Ir. A2 A2 A2 e Jens Broekhoven Erik Bury Pieter Byttebier 3.3 Foutenanalyse 3.4 Enkele vragen achteraf 3.4.1 Opgave 1 3.4.2 Opgave 2 3.4.3 Opgave 3 4 Besluit Practicum E&M: “Magnetisch veld v/e ElektroMagneet” Nr.9 Nr.14 Nr.15