1 De zon Tijd Lesgang en leerinhoud Didactische werkvormen, materiaalgebruik en organisatie 1. Inleiding 5’ 1.1 Uitwisselen van ervaringen in verband met de zon. Welk seizoen heb je het liefst? Waarom? Hoe groot is de zon denk je? De zon is +- 100 keer groter dan de aarde Wat weet je nog over de zon? (opkomen, ondergaan,…) 2. Kern 12’ 2.1 Verwoorden van de geboorte, het leven en de dood van de zon. Wat is de zon? De zon is de dichtstbijzijnde ster en bestaat uit Leerlingen maken de eerste oefening. verschillende lagen gas. In het midden van de zon heb je de kern. In die kern wordt voortdurend energie opgewekt. Die energie zet zich om in licht en warmte en zorgt ervoor dat het leven op aarde mogelijk is. Onze zon is zo’n 4,6 miljard jaar geleden ontstaan uit een wolk van gas en stof. Op dit ogenblik is ze op het hoogtepunt van haar leven. Gele sterren, zoals onze zon hebben een temperatuur van 5000 tot 6500 graden. Naarmate de zon ouder wordt, zal ze steeds groter worden en veranderen van kleur. Ze wordt een reuzegrote rode ster. Doordat de zon dichterbij de aarde 2 zal komen, zal de aarde enorm opwarmen, wat het einde van alle leven zal betekenen. De zon zal inkrimpen tot een witte dwergster en binnen 10 miljard jaar zal ze sterven als een zwarte dwerg. Jullie denken waarschijnlijk dat de zon één van de grootste sterren is, maar dat is niet zo. De meeste sterren die wij ’s nachts zien, zijn groter dan de zon. Ze staan alleen veel verder weg, daarom lijken ze zo klein. Jullie mogen per twee de tweede oefeningen van het werkblad proberen te maken. Wie leest wat hij/zij gevonden heeft? 8’ 2.2 Verwoorden van afstanden in de ruimte. Omdat de afstanden in de ruimte zo groot zijn worden ze niet uitgedrukt in kilometer, maar in lichtjaar. Wat zou dit kunnen betekenen? De afstand die het licht aflegt in 1 jaar. De snelheid van het licht bedraagt 300.000 km per seconde. De zon staat op 8 lichtminuten. Wat zou dit willen zeggen? Dat wil zeggen dat het licht van de zon er 8 minuten over doet om onze aarde te bereiken. Hoeveel kilometer is dat? 144.000.000 kilometer. De meest nabije ster na de zon is 4 lichtjaar van ons verwijderd. 7’ Leerlingen maken de tweede oefening. 2.3 Beschrijven van het zonneoppervlak. Ik heb een foto meegebracht van de zon. Wat zien jullie? Een enorme vuurbal, waar een vlam uitschiet. Die vlam noemen we een zonnevlam. Dat is een grote hoeveelheid energie die uit de zon schiet. Wat zien jullie op deze foto? De zon en een lus die eruit springt. Dat noemen we een zonnelus of protuberans. Zo een lus kan wel 200 000km lang zijn en 10 000°c heet. Op deze foto zien jullie donkere, zwarte vlekken. Hoe zouden we deze noemen? Zonnevlekken. Deze vlekken zijn gebieden met koeler en Leerlingen vullen oefening drie in tijdens de uitleg. 3 donkerder gas. Soms blijven ze maanden zitten en soms zijn ze na 2 dagen al weg. De zon is een ster en toch is ze rond. Alle sterren zijn eigenlijk rond, ze lijken puntig doordat ze zo schitteren. Jullie mogen per twee de vierde oefeningen van het werkblad proberen te maken. Wie leest wat hij/zij gevonden heeft? 15’ Leerlingen maken oefening vier. 2.4 Beschrijven van het zonnestelsel. In het heelal bevindt zich de zon, de aarde en een heleboel sterren. Bevinden er zich ook nog andere dingen? Planeten. Kennen jullie enkele planeten. jupiter, pluto, mercurius, venus, saturnus, uranus, mars en neptunus. Al deze planeten, waaronder ook de aarde, draaien rond de zon. Weet er iemand welke planeet het dichtst bij de zon staat? mercurius. Welke daarna? venus. … De zon en de negen planeten maken deel uit van het zonnestelsel. We kunnen de volgorde van de planeten makkelijk onthouden door volgend zinnetje: “Maak voort aardig meisje, Jan spuit u nat. Plens!” Er is toch nog één ding dat we vergeten zijn dat ook deel uitmaakt van het zonnestelsel. Wat? De maan. Heeft alleen de aarde een maan of zijn er ook nog andere planeten die een maan hebben? mercurius en venus hebben geen manen. De aarde en pluto hebben er één. mars heeft er twee. jupiter heeft er +-16 en saturnus heeft er maar liefst +-21. uranus heeft er +-15 en neptunus +-8. Elk jaar ontdekken wetenschappers nieuwe manen. Ons zonnestelsel bestaat dus uit …? De zon, 9 planeten en hun manen . Ons zonnestelsel maakt deel uit van een sterrenstelsel. Hoe heet ons sterrenstelsel? De melkweg. Jullie mogen per twee de vijfde oefeningen van het werkblad proberen te maken. Wie leest wat hij/zij gevonden heeft? Leerkracht vult aan. De leerkracht noteert de namen van de planeten in juiste volgorde op het bord. . Leerlingen maken oefening vijf. 4 8’ 2.5 Verwoorden van de aantrekkingskracht van de aarde en van de zon. Ik heb een foto van het zonnestelsel. De zon staat er niet helemaal Leerlingen vullen oefening 6 in tijdens de uitleg. op, dat is ook niet mogelijk, omdat ze veel te groot is. Hoeveel keer groter was de zon dan de aarde? +- 100 keer. Grote hemellichamen oefenen een enorme aantrekkingskracht uit. Dat is de reden waarom de planeten om de zon cirkelen. Ze worden aangetrokken door de zon. Op dezelfde manier wordt de maan aangetrokken door de aarde. De planeten draaien niet alleen om de zon, maar ook om hun eigen as. Daarom lijkt het alsof de zon opkomt en ondergaat. Zo ontstaat dag en nacht. Ik toon het even aan met volgend proefje. Ik heb de wereldbol. …, duid België aan. Deze lamp is de zon. Nu is het bij ons… (zie bijlage) Niet alle planeten draaien even snel rond hun as. Daarom is de lengte van een dag niet op alle planeten gelijk. 3. Verwerking 20’ 3.1 Verwoorden van de kenmerken van de verschillende planeten. Jullie krijgen zodadelijk allemaal een artikel over één van de De leerkracht trekt namen. planeten. De bedoeling is dat jullie dit lezen en dan aan de rest van de klas iets komen vertellen waarover je gelezen hebt, hoe de planeet eruitziet, hoe warm of koud het er is,… …,… en … jullie krijgen een artikel over uranus, neptunus en pluto. Ieder van jullie vertelt iets over één planeet. Jullie verdelen zelf maar. … en … jullie krijgen een artikel over de aarde. Je verdeelt zelf wie wat vertelt. …, jij krijgt een artikel over saturnus. … en … 5 jullie krijgen elk een artikel over venus. Iemand komt vertellen, de ander vult aan. …,over mars. …, over Jupiter en … over Mercurius. Als je klaar bent, mag je in het kort in je kladschrift noteren wat je gaat zeggen. Je mag aanduiden met fluostift op de artikels. 75’ 3.2 Po-les (zie bijlage) 6 De zon Tijd Lesgang en leerinhoud Didactische werkvormen, materiaalgebruik en organisatie 1. Inleiding 8’ 1.1 Lezen van de tekst Jullie mogen je zonneland nemen en de tekst vanaf pagina 10 t.e.m. pagina 14 lezen. De tekst gaat eigenlijk over drie functies van de zon. Als je klaar bent, probeer dan eens te zoeken welke functies. Verbaal aanbiedende werkvorm 2. Kern en verwerking 8’ 2.1 Verwoorden van de functie van de zon. Jullie krijgen allemaal een werkblad. Wat zijn de drie functies van Onderwijsleergesprek de zon? Als je het niet weet, mag je even kijken wat er in de kolommen eronder staat. (warmtebron, levensbron en energiebron) We maken de oefening samen. Wie leest de eerste zin? … 8’ 2.2 Verbinden van de uitdrukking met de goede betekenis. Op jullie werkblad van gisteren vinden jullie enkele uitdrukkingen. Probeer de oefening op te lossen. Wat heb je gevonden? Wie Onderwijsleergesprek 7 klaar is mag oefening negen maken. 26’ 2.3 De zonnequiz. Jullie hebben deze twee dagen een heleboel geleerd. Ik ga eens kijken wie er nog het meeste van weet. Ik wil twee groepjes van vier en één groepje van drie. Als jullie het niet zelf kunnen, trek ik namen. Ga met je groepje ergens samen zitten. Jullie krijgen per groepje een kaartje met A, B, C of D op. Ik ga enkele vragen stellen. Je overlegt met je groepje en op mijn teken steek je het kaartje met het juiste antwoord in de lucht. Bedenk eerst even een naam voor jullie groepje. Iedereen klaar? Waaruit bestaat de zon? gas, gesteente en gas, gesteente water en gas. Hoe oud is de zon? Meer dan 15 mj jaar, ongeveer 10, bijna 5 Hoe lang duurt het voor het licht van de zon de aarde bereikt? Ongeveer 8 minuten, ongeveer 8 dagen, ongeveer 8 jaar. Welke zonnestralen kunnen je huid verbranden? Röntgen, ultraviolette stralen of infrarode stralen. De zon is? De ster die het verst van ons is verwijderd, die het dichtst bij ons ligt? De zon? heeft soms een bolvorm en soms een stervorm, is bolvormig en lijkt stervormig. Sterren zijn? reusachtige bollen brandend gas, reusachtige bollen brandende zuurstof. De zon? zal eeuwig onder dezelfde vorm en met dezelfde kracht blijven schijnen, zal niet eeuwig onder dezelfde vorm en met dezelfde kracht blijven schijnen. De zon is? Ruim 100 keer zo groot als de aarde, ruim 1000 keer zo groot als de aarde. Hemellichamen oefenen een enorme aantrekkingskracht uit. Deze quiz kan wegvallen als de PO-les van maandag niet is afgeraakt. Of als een deel van de WO-les nog niet gegeven is of het werkblad nog niet helemaal is ingevuld. Er kan ook altijd een deel van de vragen weggelaten worden. Afhankelijk van de beschikbare tijd. 8 De maan? Wordt door de aarde aangetrokken, wordt niet door de aarde aangetrokken (de aarde wordt door de maan aangetrokken) Zonnelicht? Heeft geen kleur( meestal denken we dat het wit is, maar eigenlijk is het kleurloos), geeft de indruk dat het wit is, maar is een mengsel van verschillende kleuren. De dampkring? Beschermt de aarde tegen te felle zonnestralen (slechts 51% van de zonnewarmte wordt doorgelaten), is een ander woord voor zonnevlekken = plaatsen op de zon met een koeler, donker gas die na een tijd verdwijnen. Op welk dak geeft de zonnecollector de meeste warmte? Een dak naar het zuiden, oosten, noorden, westen Fotosynthese vindt plaats in? Wortels, bloemen, takken, blad Een ander woord voor protuberans is zonnevlam, zonnelus, zonnevlek De zon? sterft als een witte dwergster, krimpt in tot een witte dwergster, sterft als een reuzegrote, rode ster. De zon is de grootste ster? Goed, fout. De snelheid van het licht bedraagt? 3.000.000,300.000,30.000 Het zonnestelsel bestaat uit? Zon, sterren en planeten Zon, manen en planeten of sterren, manen en planeten.