OP AVONTUUR MET ARCHITECTUUR CULTUREEL ERFGOED IN OLDENZAAL Lokatie: school en stadswandeling Doelgroep: groep 5 en 6 Duur: aantal lessen naar eigen inzicht. (2 a 3) doel: leren van feitelijke en begripmatige kennis over het cultureel erfgoed van Oldenzaal, specifiek de architectuur. Na afloop van de lessen kunnen de leerlingen een aantal monumenten te Oldenzaal in de tijd plaatsen. EEN EIGEN HUIS PREHISTORIE Al in de prehistorie waren de mensen druk bezig om een dak boven hun hoofd te krijgen. Een eigen huis is dan ook een van de basisbehoeften van de mensen. Men zoekt beschutting tegen het weer, tegen wind, regen en sneeuw. In de prehistorie zocht men bijvoorbeeld onderdak in grotten. Later ging men huizen of beter gezegd hutten bouwen van materiaal dat toen aanwezig was. Men kon nog niet een huis opmetselen van stenen, die bestonden er nog niet, maar men kon wel van houten palen en riet iets bouwen. Zo ontstonden de prehistorische boerderijen. Hierin woonden veel mensen samen met hun vee. Het waren grote en lange boerderijen. DE MIDDELEEUWEN Het boerderijtype uit de prehistorie is heel lang doorgegaan. Ook in de Middeleeuwen had men zulke boerderijen. De boerderijen werden steeds aangepast. In de Middeleeuwen kon men al stenen bakken en werd er gebouwd in steen. Huizen werden gemetseld. Maar voordat men met stenen ging metselen werd er gebouwd in natuursteen. Men haalde stenen uit de steengroeven van bijvoorbeeld Bentheim en stapelde ze op elkaar. Mensen woonden in de Middeleeuwen ook niet alleen maar in boerderijen, maar ook in kastelen en in dorpjes en steden. De vroegste middeleeuwse stad in Twente was Oldenzaal. De mensen geloofden in god en om die te vereren moest er een mooi gebouw komen. In Oldenzaal begonnen de mensen al heel vroeg een grote kerk te bouwen uit natuursteen. Dit is de Plechelmuskerk. Deze kerk werd eigenlijk door de baas van Twente gebouwd, dat was de bisschop. Zoals ridders in de Middeleeuwen een kasteel hadden, had de bisschop, een priester dus, een grote kerk. Hiermee kon hij laten zien hoe machtig hij was in de buurt en dat hij de baas was. De grote toren was ook een verdedigingstoren en men kon van ver af de vijand al zien naderen en de mensen in de stad waarschuwen. Hoe ziet zo’n middeleeuwse kerk er nu uit. Nou dat kunnen we mooi zien bij de Plechelmuskerk. Over de bouw van deze kerk deed men een hele tijd, want een kerk bouwen was niet makkelijk en er waren veel vakmensen voor nodig, zoals steenhouwers, beeldhouwers, timmerlui en smeden. Een kerk was een belangrijk gebouw en moest a. groot zijn b. mooi zijn c. een gebouw zijn waar veel mensen in kunnen DE ROMAANSE STIJL De kerk werd dus in een bepaalde stijl gebouwd. De Plechelmuskerk van Oldenzaal werd in de Romaanse stijl gebouwd. In de Middeleeuwen werd er met paard en wagen gereisd en mensen reisden door heel Europa. In andere landen zoals bijvoorbeeld Italië en Duitsland zag men mooie gebouwen en kerken en dacht zo’n soort gebouw moeten we ook hier hebben. Wij nodigen architecten/bouwmeesters uit die verstand hebben van kerkenbouw en laten hun een kerk bouwen naar voorbeeld van de kerken in Duitsland en Italië. Wij willen in Oldenzaal een kerk, die in de mode is in het Romaanse keizerrijk, waar Oldenzaal toendertijd deel van uitmaakte. Zo gezegd zo gedaan en in Oldenzaal begon men een kerk te bouwen in de Romaanse stijl/mode Net zoals in de kledingmode herkent men de stijl aan kenmerken, bijv. in de mode aan de lengte van de rok, het model, wijde pijpen, strakke pijpen, heupbroek, geen heupbroek etc. Zo is dit ook bij gebouwen. Elke tijd heeft zijn eigen gebouwenmode, zijn eigen stijl De Romaanse stijl is te herkennen aan ronde bogen, kleine ramen, dikke muren en veel pilaren of zuilen. Het dak van de kerk steunde op de dikke muren en men kon nog geen grote doorzonramen maken. Romaanse kerken zijn daarom dan ook altijd vrij donker. Eens kijken of we deze kenmerken ook bij de Plechelmus kunnen vinden. Ja hoor Kleine ramen aan de noordzijde ronde bogen binnen dikke muren te zien in de plattegrond veel pilaren te zien in de plattegrond en ook binnen in de kerk GOTIEK Toen men in Oldenzaal eindelijk een Romaanse kerk had en de stad Oldenzaal ermee kon pronken in Twente,. was er ergens anders in Europa alweer een nieuwe mode in het bouwen ontstaan en wel in Frankrijk. De priesters van de kerk in Oldenzaal vonden de donkere Romaanse kerk veel te ouderwets en wilden op een gegeven moment en wel aan het einde van de 15de eeuw, iets nieuws. Een deel van de kerk werd verbouwd volgens de toengeldende nieuwe mode in het bouwen. Deze stijl heet gotiek. De gotiek of gotische stijl is later gekomen dan de Romaanse stijl. In de tijd van de gotische stijl kon men ook beter bouwen. Men had nieuwe bouwtechnieken. Een nieuwe techniek was dat het dak van de kerk niet geheel op de dikke muren hoefde te rusten, men had daar een foefje voor uitgevonden nl. de steunberen en luchtbogen. Daar waar de druk van het dak op de muur gevoeld werd, werd een extra steun buiten aangebracht. De dikke muren had men niet meer nodig en men kon ook grotere ramen maken en plaatsen. Zo werd in Oldenzaal de zuidkant van de kerk verbouwd tot een gotische zijvleugel. Deze is heel goed herkenbaar. De gotiek is te herkennen aan hoge spitsbogen i.p.v. ronde bogen, luchtbogen, licht en ruimte en grote hoge ramen met glas in lood. RENAISSANCE In Oldenzaal stond dus een prachtige gotische kerk, maar de wereld om de kerk ontwikkelde zich verder en er kwamen weer nieuwe ideeën naar Oldenzaal over hoe men gebouwen in elkaar moest zetten. In de Middeleeuwen waren de kerk, de paus en de edellieden veelal de baas. Zij maakten uit wat er gebeurde. Hier tegen kwamen, allereerst in Italië, de steden in opstand. Zij vonden, dat de paus en de ridders minder macht moesten hebben. De burgers in de steden werden daarom ook steeds vrijer en rijker. Zij maakten wel uit wat er gebeuren zou. Zij bouwden voor zichzelf prachtige en dure paleizen en huizen. Er werd niet meer gekeken naar het geloof als voorbeeld voor de bouwkunst, zoals jullie dat zien in de gotische kerkbouw. Hier was alles gericht op de hemel en op god. Nee de burgers keken naar voorbeelden uit de tijd van de oude Romeinen. Wat die oude Romeinen voor elkaar hadden gekregen dat vonden ze prachtig en dat werd nagemaakt. Men pakte voorbeelden uit de oude Romeinse bouwkunst en bouwden die na. Ook in Oldenzaal kwam er een einde aan de macht van de kerk en de adel. De burgers in de stad hadden het voor het zeggen en zaten in het bestuur van de stad. Zij waren rijk en bouwden mooie huizen. Aan de Marktstraat staan een paar van deze huizen. Ook zij vonden de bouwkunst van de oude Romeinen mooi. Zo werd in de 17de eeuw het Palthe-Huis gebouwd. Als men goed naar de gevel kijkt van het Palthe-Hus dan ziet men elementen die ook te vinden zijn bij de Oude Romeinse tempels, zoals de pilaren en de bloemslingers. NA DE REVOLUTIE Aan het eind van de 18de eeuw kwam er in Frankrijk een revolutie, de Franse Revolutie. Deze revolutie had heel veel gevolgen voor Europa. De koning van Frankrijk, die veel te veel macht had en regeerde als een soort god en de mensen in armoede liet leven en wonen, werd vermoord en het volk van Frankrijk nam de regering over. Men wilde geen koning meer, maar het bestuur van het land moest in handen komen van het volk. Het volk kreeg de macht in de volksvertegenwoordiging. Dit had ook gevolgen voor de bouwkunst. Steeds meer gewone mensen hadden het voor het zeggen in de regering. Men kwam bij elkaar vergaderen in een raadhuis of in een stadhuis. In het stadhuis zat de gemeenteraad met de burgermeester en die waren de baas in de stad. Ook in Oldenzaal bouwde men na de Franse Revolutie een mooi nieuw stadhuis. In het stadhuis zat ook nog een gevangenis en een rechtbank. Ook voor voorbeelden werd er weer naar de oude Romeinen gekeken. Nog meer als vroeger werden de Romeinse tempels nagebouwd. Dit kun je heel goed zien aan de gevel van het stadhuis in Oldenzaal. Deze gevel lijkt net op een gevel van een Romeinse tempel HET HUISJE VAN BETJE COHEN AAN DE GROTESTRAAT Voor de Tweede Wereldoorlog (1940 –1945) liet de familie Cohen in de Grotestraat in Oldenzaal tussen de andere woningen een heel leuk huisje bouwen. Een piepklein huisje, waarin Betje Cohen, of jufffrouw Cohen ging wonen. Het huisje werd gebouwd naar voorbeelden die men in die tijd veel in de hoofdstad Amsterdam had. De stijl van het huisje heet dan ook “Amsterdamse school” Je ziet dat het huisje geen schuin dak heeft boven, maar een plat dak. Aan de voorkant is een klein dak gemaakt boven het uitspringende raam van de kamer. Het dak is alleen maar voor de sier gemaakt. Het stond zo leuk. . IN WELK HUIS WOON JIJ Wij hebben een aantal hele oude gebouwen uit Oldenzaal gezien. De kerk is gebouwd van natuursteen, het Palthe-Huis en het stadhuis zijn gebouwd van baksteen Zij zijn gebouwd in het midden van de stad Oldenzaal. Oldenzaal was toen lang niet zo groot als nu. In de Middeleeuwen werden er ook muren rond de stad gebouwd met grachten er omheen. Dit deden de mensen voor de veiligheid. ’s Nachts gingen de poorten dicht en niemand kon meer in of uit de stad. Toen er in Oldenzaal grote fabrieken kwamen werd de stad te klein. Er kwamen ook steeds meer mensen in de stad wonen. De muren en poorten werden afgebroken, dat was ouderwets. De familie Cohen bouwde het kleine huisje in de Grotestraat. Er werden buitenwijken aangelegd, zoals Berghuizen en de Thij, daar wonen heel veel mensen bij elkaar, allemaal op een rijtje in keurige straten en in mooie huizen. Wij gaan nu kijken waar we zelf wonen. In welk huis. In een oud huis of in een nieuw huis of in een bovenhuis? Waar wonen we . Wonen we in de binnenstad of wonen we in de buitenwijk van Oldenzaal? Heeft ons huis een rieten dak of een pannendak? Hoe ziet onze voorgevel eruit? 1 3 2 4 KLASSENOPDRACHT Geef op de plattegrond van Oldenzaal met een kruisje aan waar je woont. Streep het antwoord aan Waar staat jouw huis 1. buitenwijk 2. centrum van Oldenzaal Staat jouw huis 1. in een rijtje 2. alleen 3. bovenop een ander huis (bovenhuis of flat) Welke foto van huizen in de wijk past het beste bij jouw huis: Teken de gevel van jouw huis