De nieuwe syllabus scheikunde

advertisement
De nieuwe syllabus
scheikunde
Huib van Drooge (Zaanlands Lyceum)
Toekomst





Augustus 2013
Invoering van de nieuwe examenprogramma’s voor
Biologie, Natuurkunde en Scheikunde
VWO: Scheikunde 440 SLU, waarvan 60 % van de
stof op het Centraal Examen bevraagd mag worden.
HAVO: Scheikunde 320 SLU, waarvan 60 % van
de stof op het Centraal Examen bevraagd mag
worden.
(ANW is opgenomen in subdomein A 15.)
Opdracht syllabuscommissie

Het “in de geest van de vernieuwing”
schrijven van de specificatie van de
subdomeinen, die op het Centraal Examen
(CE) bevraagd worden.
De syllabus kan jaarlijks bijgesteld
(klachten/vernieuwingen)
 Het globaal examenprogramma kan niet bijgesteld
 Syllabus is geen curriculum

Oud vs nieuw HAVO








A: Vaardigheden
B: Stoffen, structuur en
binding
C: Koolstofchemie
D: Biochemie
E: Kenmerken van reacties
F: Chemische techniek
G: Zuren en basen
H: Redox







A: Vaardigheden
B: Kennis van stoffen en
materialen
C: Kennis van chemische
processen en kringlopen
D: Ontwerpen en
experimenten in de chemie
E: Innovatieve
ontwikkelingen in de chemie
F: Processen in de chemische
industrie
G: Maatschappij en
chemische technologie
Oud vs nieuw VWO








A: Vaardigheden
B: Stoffen, structuur en
binding
C: Koolstofchemie
D: Biochemie
E: Kenmerken van reacties
F: Chemische techniek
G: Zuren en basen
H: Redox







A: Vaardigheden
B: Stoffen en materialen in
de chemie
C: Chemische processen en
behoudswetten
D: Ontwikkelen van
chemische kennis
E: Innovatie en chemisch
onderzoek
F: Industriële (chemische)
processen
G: Maatschappij, chemie en
technologie
Vaardigheden blz. 9 t/m 14
Worden alleen in relatie met B t/m G bevraagd
 A 1 t/m A4: algemene vaardigheden
 A5 t/m A9: Natuurwetenschappelijke,
wiskundige en technische vaardigheden, (Nk, Sk,
Bi)
 A 10 t/m A 15: Chemische vakvaardigheden
 A 10: Gebruiken / Toepassen van chemische
concepten
A 10 Blz 12




Dit subdomein bevat de kennis, die niet in de
rest van de syllabus voorkomt.
Scheikundige kennis zoals bv het begrip
onvolledige verbranding uit de onderbouw, maar
ook titratie en ijklijn uit het SE gedeelte
Biologische kennis zoals bv bloed
Natuurkundige kennis zoals bv druk
A 11 t/m 15 Blz. 13 en 14





A11: Redeneren in termen van context-concept
A12: Redeneren in termen van structuureigenschappen: macroscopische eigenschappen in
relatie brengen met structuren op meso- en
microniveau
A13: Redeneren over systemen, verandering en energie
A 14: Redeneren in termen van duurzaamheid
A 15:Redeneren over ontwikkelen van chemische
kennis
Handelingswerkwoorden Blz.7



Handelingwerkwoorden geven aan op welk
beheersingsniveau een leerling een bepaald
vakbegrip /concept moeten kennen.
Specificatie geen hoger beheersingsniveau dan
eindterm
De vraagstelling mag niet dit beheersniveau te
boven gaan.
TIMMS
Beheersingsniveau
Subniveau
Chemische kennis
Handelingswerkwoorden
1
In chemische verschijnselen en bij waarnemingen
chemische vakbegrippen benoemen en
herkennen en in deze situatie toelichten.
Benoemen
Herkennen
Toelichten
2
Concepten en daaraan
gerelateerde vakbegrippen
kunnen gebruiken en beschrijven in een
standaardprobleemstelling.
Berekenen (eenvoudig)
Beschrijven
Aangeven
Gebruiken
3
Concepten en daaraan
gerelateerde vakbegrippen
met elkaar in verband
brengen en daarmee een sluitende redenering
geven.
Verklaren
Relateren aan
Verbanden leggen tussen
Berekenen (meer variabelen)
Redeneren over / met behulp van
4
Analyseren met behulp van concepten en
vakbegrippen bij een ontwerp van een product en
voorstellen formuleren bij het maken van een
aanpassing of een verbetering van een proces of
een product.
Analyseren
Berekenen (complex)
Conclusies trekken
Voorstellen formuleren
5
Toepassen van concepten en vakbegrippen bij
het doen van onderzoek in complexe
probleemstellingen en resultaten kritisch
beoordelen en effecten van verbetervoorstellen
beoordelen.
Voorspellingen doen
Beoordelen
Beargumenteren
TIMMS I
Weten
TIMMS II
Toepassen
TIMMS III
Redeneren
CE vs SE




Domein A is verplicht voor CE en SE
Van domein B t/m G worden 60 % van de
subdomeinen bevraagd op het CE.
Syllabus: specificatie van deze 60 % + domein A
Handreiking (1 november 2012): overige 40 %
Domein B, een basis domein




HAVO: Kennis van stoffen en materialen
VWO: Stoffen en materialen in de chemie
Lijkt op het oude domein B met alle stof /
eigenschappen relatie
Overzicht van alle stoffen wat de
kenniscomponenten betreft. Niet alleen van
zouten en moleculaire stoffen, maar ook van
metalen en koolstofchemie
Domein C, een basis domein



HAVO: Kennis van chemische processen en
kringlopen
VWO: Chemische processen en behoudswetten
In dit domein: chemische reacties, chemisch
rekenen, energieberekeningen,
evenwichtsreacties, reactiekinetiek en
behoudswetten
Domein D




HAVO: Ontwerpen en experimenten in de
chemie
VWO: Ontwikkelen van chemische kennis
In de domein komen de scheidingsmethoden en
voor VWO ook een aantal analysemethodes
Polymerisatie
Domein E




HAVO: Innovatieve ontwikkelingen in de
chemie
VWO: Innovatie en chemisch onderzoek
Structuur/eigenschappen in toepassingen
Alleen VWO: stereochemie en specificiteit
Domein F



HAVO: Processen in de chemische industrie
VWO: Industriële (chemische) processen
De bekende industriele chemie met nieuw: b.v
atoomeconomie, groene processen,
energiehuishouding, energieomzettingen.
Domein G





HAVO: Maatschappij en chemische technologie
VWO: Maatschappij, chemie en technologie
Chemie van het leven met de biochemie
HAVO: Milieueisen
VWO: Milieueffectrapportage
Download