Palliatieve zorg Patiënteninformatie Vocht en voeding in de laatste levensfase U ontvangt deze informatie, omdat uw dierbare in zijn of haar laatste levensfase minder is gaan eten en drinken. Dit kan voor u een situatie zijn waarmee u misschien moeilijk kunt omgaan. In deze informatie kunt u meer lezen over uw eigen gevoelens, maar ook over de reactie van het lichaam op minder voeding en vocht. Spreekt u ons aan wanneer u vragen heeft. Wij staan u graag bij in deze moeilijke periode. Gevoelens Het is normaal dat u zich emotioneel voelt door de situatie waarin uw dierbare zich bevindt. Eten en drinken is tenslotte een noodzaak en voedsel wordt vaak gelijkgesteld aan zorg en liefde. Gezonde eetlust zien we als een bewijs voor een gezond lichaam. Soms ontstaat een gevoel van schuld of machteloosheid, omdat het niet mogelijk lijkt om voor deze basisbehoefte te zorgen. Als uw pogingen tot het laten eten van uw naaste falen, kan dit tot spanningen leiden. U kunt de hoop verliezen als uw naaste achteruit gaat, zonder dat u daaraan iets kunt doen. Als het lichaam sterft Als het lichaam aan het sterven is, gaan alle organen steeds minder goed werken en houden zij langzamerhand op met functioneren. Zo zullen onder meer het hart, de hersenen, de lever en de nieren hun taken steeds minder goed kunnen verrichten. De spijsvertering raakt ook uitgeschakeld, vaak zelfs zodanig dat er geen voedsel meer verteerd kan worden. Uw naaste heeft dan geen trek meer in eten en drinken en kan last hebben van misselijkheid en braken. Zo laat het lichaam merken dat voeding niet meer nodig is. Dit hoort bij het stervensproces. Het verminderen van voedselinname in deze fase is de natuurlijke weg naar een vredige dood, hoe vreemd dat ook kan klinken. Minder pijn Wanneer een stervende minder vocht inneemt, droogt het lichaamsweefsel uit en krimpt het. Bij een tumor ontstaat er minder druk, waardoor de pijn afneemt. De tumor kan in omvang afnemen. Het kan de behoefte aan pijnmedicatie verminderen. Afname zwellingen Door de verminderde vochtinname neemt zwelling van voeten, benen en overig lichaamsweefsel af. Ook kan het eventueel aanwezige vocht in de buik (ascites) of rond de longen (pleuravocht) sterk afnemen. De mate van welbevinden neemt toe, omdat er minder druk op de interne organen is. De ademhaling verloopt ook gemakkelijker. Pagina 1/3 Urineproductie Omdat uw naaste minder vocht tot zich neemt, loopt de productie van urine terug. Zo gebruikt hij/zij minder energie voor toiletbezoek. Als uw naaste geen controle meer heeft over de blaas, zult u merken dat de frequentie van incontinentie in deze fase afneemt. De longen De longen produceren minder slijm, waardoor benauwdheid kan afnemen en de ademhaling vrijer en comfortabeler wordt. Ook de productie van speeksel loopt terug. Dit is vooral een voordeel voor mensen met slikproblemen. Hij of zij zal minder last van slijm hebben en het wegzuigen van speeksel is minder noodzakelijk. Uw naaste voelt zich hierdoor comfortabeler. Misselijkheid en braken In deze laatste fase komen misselijkheid en braken steeds minder vaak voor. Het welbevinden stijgt en het lichaam bespaart kostbare energie. Als iemand weinig voedsel inneemt, vormt het lichaam zogeheten ketonen. Deze brengen een gevoel van euforie en comfort met zich mee. Hierdoor vermindert het angstgevoel dat rond het sterven kan optreden. En honger en dorst? Uw naaste ervaart doorgaans geen hongergevoel. Soms kan het gevoel van dorst nog wel aanwezig zijn, maar dit gevoel verdwijnt in de regel na een paar dagen. Met het vochtig houden van de mond door bijvoorbeeld nippen van water, zuigen op ijsklontjes, stukjes ananas of met water bevochtigde wattenstaafjes, kan het gevoel van dorst verminderen. Bij kanker leidt de reactie van het lichaam op het gezwel tot een andere voedselopname. Hierdoor heeft kunstmatige voeding in deze fase van de ziekte weinig nut; het lichaam kan de hieruit voortkomende energie niet opgebruiken. Bovendien kan kunstmatige voeding leiden tot complicaties. Daarom raden wij kunstmatige voeding in deze fase af. Wat u zelf kunt doen Dit is erg afhankelijk van de situatie, maar wellicht helpen de volgende suggesties: • Neem, eventueel in overleg, iets mee voor uw naaste wat hij of zij lekker vindt. Verwacht niet dat het opgaat: het kan zijn dat uw naaste uiteindelijk toch geen trek heeft. • Help mee om de mond vochtig en schoon te houden wanneer uw naaste dit zelf niet meer kan. • Vermijd conflicten door uw naaste altijd te steunen bij zijn of haar beslissingen (wat deze ook zijn). • Bespreek uw gevoelens met een professional. Pagina 2/3 • Samenzijn is belangrijk. Samen televisie kijken, foto’s bekijken, muziek luisteren of herinneringen ophalen. Zijn of haar hand vasthouden. Wellicht kunt u op deze manier met een goed gevoel aan deze periode terugdenken. Tot slot Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen of heeft u behoefte aan ondersteuning of begeleiding, dan kunt u contact opnemen met de palliatief verpleegkundige van het Palliatief Consultatie Team. Dit is een team van verschillende (medisch) specialisten van ons ziekenhuis die hun kennis en ervaring hebben gebundeld op het gebied van de palliatieve zorg. De palliatief verpleegkundige is op werkdagen bereikbaar via de afdeling waar uw dierbare ligt. U kunt uw vragen ook stellen via de mail: [email protected]. Versie: augustus 2015 Pagina 3/3