24 3 2012 Bouwfysica www.nvbv.org Just Jazz: laat je verleiden door de muziek­ Een fascinatie voor geluid, akoestiek en perceptie vormen het uitgangspunt voor dit afstudeer­ project. Deze fascinaties komen samen in het ontwerp voor een jazzpodium waarbij akoestische principes de basis vormen voor het architectonische ontwerp. In dit project is het afstudeeronder­ zoek en -ontwerp voor de afstudeerrichtingen Architectuur en Bouwfysica aan de faculteit Bouw­ kunde van de TU/e gecombineerd. Centrale vraag in het vooronderzoek voor het ontwerp is wat de sfeerbepalende elementen in de jazzmuziek zijn en op welke manier deze zijn te vertalen naar architectonische elementen en bouwfysische condities. Inleiding ir. M.N. (Mirjam) Roth, EGM adviseurs, Dordrecht Bij gebouwen voor muziek bepaalt men normaal gesproken van tevoren welke muzieksoorten er gespeeld gaan worden en wordt de akoestiek daarop aangepast. Over de akoestiek waarin jazz het beste tot zijn recht komt is nog vrij weinig bekend. Jazzmuziek werd vanaf haar ontstaan voornamelijk gespeeld op plaatsen waar het mocht en kon, vaak kleine kroegen. In de beginperiode werd de muziek gespeeld door de “zwarte” Amerikanen voor wie veel plaatsen verboden waren. Later, in de periode van de swing, werd de jazz zo groot dat optredens verhuisden naar de grote zalen die voor handen waren. Na de swing waren de jazzmuzikanten vooral te vinden in de kleine clubs waar ze nu nog te vinden zijn. Pas de laatste tien á vijftien jaar wordt er speciaal gebouwd voor jazz. In deze nieuwe jazz-zalen lijkt het echter alsof de jazzmuziek als een soort museumstuk bovenin een gebouw bewaard wordt. De drempel om naar binnen te gaan lijkt steeds groter te worden, terwijl jazz juist muziek van de straat is. Uitgangspunten Een analyse van belangrijke jazzpodia in de Verenigde Staten en Nederland laat zien dat de sfeerbepalende elementen vooral intimiteit, toegankelijkheid en openheid zijn. Intimiteit is te vertalen in een kleine ruimte waarbij 1 Auditieve ruimte rondom een geluidbron de afstand van de muzikanten tot het publiek beperkt is. Hierbij hoort ook een laag podium, zodat muzikanten en publiek gelijkwaardig zijn. De toegankelijkheid en openheid zullen voor een deel uit de organisatie moeten komen. Daarnaast kan de architectuur voor een belangrijke bijdrage zorgen door de drempel letterlijk laag te houden. Akoestisch gezien lijkt er geen typische jazzakoestiek te bestaan, de hierboven genoemde zaken lijken belangrijker. Voor het ontwerp is dan ook een andere benadering nodig dan gebruikelijk. Deze is gevonden in de ontwerpbenadering van de auditieve en de visuele ruimte. Met de auditieve ruimte wordt de ruimte rondom een geluidbron bedoeld waarin de bron hoorbaar is, zie figuur 1. De visuele ruimte is juist de zichtbare ruimte. Door van tevoren te bepalen wat men waar moet kunnen horen en/of zien, vallen architectuur en akoestiek samen in één ontwerp. Locatie Als locatie voor het jazzpodium is gekozen voor station Amsterdam Centraal, een plek waar elke dag duizenden reizigers komen. Onder hen zijn er velen die enige tijd op het station verblijven en verleid kunnen worden door de muziek. 2 Podium gezien vanaf de achteringang en de tribune • geluid en trillingen Bouwfysica 3 2012 In de stationsgangen komt een aantal kleine jazzruimten. De muziek die in deze ruimten gemaakt wordt, is te horen in de gangen van het station. Reizigers horen onderweg flarden muziek en kunnen even de tijd nemen om te gaan zitten en te luisteren. Deze ruimtes zijn bedoeld als kleine try-outruimtes en als plekken waar muzikanten elkaar kunnen ontmoeten. Aan de noordzijde van het station komt een jazzpodium waar grotere optredens plaats kunnen vinden. Ontwerp Het ontwerp van het podium is in dit project verder uitgewerkt. Het uitgangspunt is een auditieve ruimte die de reizigers bij de uitgang van het station, bij de opstapplek van de veerboten en op ’t IJ fragmenten van de muziek die binnen gemaakt wordt laat horen, zie figuur 3. Op die manier worden mensen verleid om binnen te komen en even te gaan luisteren, zie figuur 2. De drempel wordt weggenomen en de jazz wordt weer toegankelijk voor iedereen. 3 Concept voor de auditieve ruimte rondom het jazzpodium De auditieve ruimte wordt gevormd met behulp van akoestisch harde wanden die het geluid een bepaalde richting op reflecteren. Visueel worden de artiesten in eerste instantie afgeschermd zodat de eerste kennismaking gaat om de muziek. Met behulp van LED-lampjes in een spiegelende maquette is de juiste positie van de wanden bepaald. De manier waarop hoogfrequent geluid weerkaatst, lijkt op de manier waarop licht gereflecteerd wordt. De lampjes in deze maquette vormen de jazzband, het licht is als het ware het geluid dat weerkaatst wordt tegen de akoestisch harde wanden. Kortweg gezegd is op de plaats waar de lampjes te zien zijn, de muziek te horen, zie figuur 4. Met behulp van het zaalakoestisch simulatieprogramma ODEON is gecontroleerd of de muziek die op het podium gemaakt wordt daadwerkelijk hoorbaar is aan de buitenzijde van het gebouw. Figuur 5 geeft de grafische weer­ gave van het geluiddrukniveau van één trompet op het podium. Het geluiddrukniveau ter plaatse van de uitgang van het station en bij de opstapplek van de veerboten is ongeveer gelijk aan het achtergrondgeluidniveau. Dit betekent dat één trompet al hoorbaar is, laat staan een hele band. 4 Controle reflecties met behulp van een spiegelende maquette, ingang gezien vanaf de opstapplek van de veerboten Tot slot De ontwerpbenadering van de auditieve en visuele ruimte heeft geleid tot een intiem, open en toegankelijk jazz­ podium. De situering van het podium tussen de reizigersstromen op het centraal station zorgt dat de voorbijgangers letterlijk stil kunnen staan bij de essentie van deze muziek. Just Jazz, laat je verleiden door muziek. n De afstudeercommissie bestond uit de volgende personen: – prof. ir. L.C.J. van Luxemburg† – prof. ir. J. Westra – ir. J.P.A. Schevers – ir. C.C.J.M. Hak – prof. ir. J.P.T. Dekkers † Renz van Luxemburg is overleden op 12 februari 2012 5 Verdeling van het geluiddrukniveau in en om het gebouw bij één trompet, berekend met behulp van ODEON 25