koninkrijk overzee - Centrum voor Mondiaal Onderwijs

advertisement
KONINKRIJK
OVERZEE
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON
Tekst: Marij Steenbeek
Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Wikipedia, Wereldkids, Curaçaohuis
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan
op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met
ons op te nemen via [email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en
Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de
commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2012
II
INHOUD
De Antillen: Koninkrijk Overzee
pag. 1
Bon Bini in de tropen
pag. 2
Passaten en orkanen
pag. 4
Talen in de tropen
pag. 5
Op school in de tropen
pag. 6
Het Koninkrijk der Nederlanden (anno 2010)
pag. 8
Wie is de baas in het Koninkrijk?
pag. 10
Antillianen en Arubanen in Nederland
pag. 14
Anansi in Nederland
pag. 18
Het koloniale verleden
pag. 19
De slavernij
pag. 22
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 26
III
IV
DE ANTILLEN: KONINKRIJK OVERZEE
Helemaal aan de andere kant van de Atlantische Oceaan liggen de Antillen. Je kent ze
vast wel van het rijtje ‘ABC-eilanden’ (Aruba, Bonaire en Curaçao) en de ‘BESeilanden’ (Saba, St. Maarten en St. Eustatius). Of misschien kom jij er vandaan of heb
je er gewoond? In het Papiaments, de voertaal op drie van de eilanden, heten de eilanden Aruba, Boneiru en Korsou, Saba, San Martin en Statia. Het zijn eilanden met
een heerlijk warm klimaat en prachtige stranden. Er groeien palmen, doornige acaciabomen en grillige cactussen. Tussen de struiken scharrelen leguanen rond, hagedissen
die zo uit de prehistorie lijken te zijn weggelopen.
Antiyano en Hulandesnan
Tussen deze exotische eilanden en ons koele polderlandje liggen ruim 8500 kilometer, een vliegreis
duurt minimaal 10 uur en per schip ben je zo een
week onderweg. Ondanks deze grote afstand delen
we een gezamenlijke geschiedenis. Dat is bijvoorbeeld goed te zien aan de 17e eeuwse geveltjes in
Willemstad, de hoofdstad van Curaçao. En wat te
denken van de naam van de stad?
Ook nu nog zijn de Antiyano (Antillianen) en Hulandesnan (Nederlanders) nauw met elkaar verbonden.
We spreken dezelfde taal, hebben dezelfde nationaliteit en Koningin Beatrix is ons aller staatshoofd.
Samen maken we deel uit van het Koninkrijk der
Nederlanden.
Dit informatiepakket gaat over dit stukje tropisch
Koninkrijk. Hoe en waarom hebben we met elkaar te
maken? Kunnen we er fijn op vakantie? En wie is er
nu de baas in het Koninkrijk?
1
BON BINI IN DE TROPEN
Op dit kaartje zie je waar de eilanden liggen. In dit Caribische gebied heerst een tropisch klimaat. Curaçao is het grootste eiland, Saba het kleinste. Tussen de ABCeilanden en de BES-eilanden liggen ruim 900 kilometer. De eilanden hebben allemaal
wat anders te bieden. Uitgestrekte stranden. Bergen, tropische bossen en bijzondere
dieren. En handig, op Curaçao, Bonaire en Aruba kun je heel goed met je Nederlands
terecht. Op St. Maarten, Saba en St. Eustatius is Engels de voertaal. Dus, zoek je een
fijne vakantiebestemming? Kijk dan eens naar deze tropische vakantiebrochure:
Vulkanische bergen
Het eilandje Saba is eigenlijk één
grote vulkanische berg. Met die
berg is wat bijzonders aan de
hand. Wat dat is, dat lees je op
pagina 13.
Op de hellingen van de berg groeit
tropisch regenbos. Daar ritselt
tussen de takken een geheimzinnig diertje, dat alleen op Saba
voorkomt, de Anolis sabanus.
Exotisch onderwaterwereld
Het eiland Bonaire heeft een internationale reputatie opgebouwd als
duikersparadijs. In de onderwaterwereld groeien allerlei koralen en
zwemmen schildpadden en haaien. En belangrijk: deze onderwaterwereld wordt goed beschermd.
Bonaire doet aan ecotoerisme! Dat
is toerisme zonder de natuur
schade toe te brengen.
2
Kilometerslange zandstranden
Kilometerslange zandstranden en
wuivende palmen. Gemiddelde
jaartemperatuur van zo’n 28 graden. Aangenaam afgekoeld door
een altijd aanwezige passaatwind.
Blauw, glashelder en warm zeewater en gastvrije mensen. Niet voor
niets adverteren Arubanen hun eiland als :
Zonzeker, orkaanvrij en
een oceaan vol hartelijkheid
Een eiland met historie
Ben je geïnteresseerd in oude forten en kanonnen dan is St. Eustatius je favoriete Antilliaanse vakantiebestemming. Daar kun je rondstruinen in het geheel gerestaureerde Fort Oranje met haar drie
bastions.
De trotse bijnaam van het eiland is
Sieraad van de Geschiedenis
(History Gem)
Zon, zee en gedender
Geloof het of niet, op St. Maarten
kun je op het strand liggen te zonnen terwijl er zo’n 10 tot 20 meter
boven je hoofd opeens een vliegtuig langs dendert.
St. Maarten heeft een korte landingsbaan. Desondanks landen er
toch dikke Boeings en Airbussen.
Dus deze foto is geen nep! Van de
schrik bekomen, kijken de toeristen hun ogen uit.
Luxe vakantieoorden
Na schooltijd kunnen de Curaçaose
kinderen dingen doen waar Nederlandse kinderen alleen maar van
dromen: surfen en snorkelen in de
vele tropische baaitjes. Maar in de
vakantie is het de beurt aan de
Nederlanders. En dat kan ook op
een heel luxe manier in een vakantieoord zoals op deze afbeelding.
‘BON BINI’
Welkom op de eilanden!
3
PASSATEN EN ORKANEN
Bovenwinds en benedenwinds
Op alle zes de eilanden heersen tropische temperaturen. Maar er waait vrijwel het hele
jaar door een verkoelende wind. Deze wind komt steeds uit het noord-oosten en wordt
daarom de noordoostpassaat genoemd. Aan de bekende Divi Divi-bomen kun je heel
goed zien uit welke hoek de wind waait! Deze noordoostpassaat bereikt eerst de eilanden St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Die worden daarom de ‘bovenwindse’ eilanden
genoemd. En vervolgens bereikt de passaat de eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao.
Die worden daarom de ‘benedenwindse’ eilanden genoemd.
De orkaangordel
Op de afbeelding zie je de orkaangordel. In dit gebied komen vaak orkanen voor.
Aruba, Bonaire en Curaçao liggen er net buiten. Vandaar dat Aruba zichzelf aanprijst
als orkaanvrij. Maar de andere drie eilanden liggen wel in de orkaangordel. In 2010
meldt de NOS: De orkaan Earl is St. Maarten gepasseerd, zonder veel schade aan te
richten. Wel zijn daken van huizen gewaaid en werden bomen ontworteld. Voor zover
bekend raakte niemand gewond. En een eilandbewoonster vertelt op haar blog:
“Iedereen is binnen, we mogen de straat niet op. Het begon met regenen. Nu waait
het erg hard en wordt er nog meer regen verwacht. Ik heb boodschappen gedaan,
dus ik heb voldoende water, fruit en groente uit blik, crackers en mueslibars voor de
komende dagen in huis.”
4
TALEN IN DE TROPEN
Op de Antillen zijn tegenwoordig drie talen officieel erkend: Papiaments, Engels en Nederlands. Op de bovenwindse eilanden is Engels de voertaal, op de benedenwindse
eilanden is Papiaments de voertaal. De naam 'Papiaments” komt uit het Portugees.
('Papia' betekent 'praten'). Het Papiaments is een soort mengtaal van Portugees en
Spaans, gemixt met woorden uit het Engels en het Nederlands. De taal is in de 17e
eeuw ontstaan; men denkt op Curaçao. In het hoofdstuk over de koloniale geschiedenis kun je lezen hoe multicultureel Curaçao in die dagen was. Papiaments was de
voertaal: mensen van allerlei verschillende nationaliteiten konden zo met elkaar communiceren.
Een katje is een pushi, een schatje is
een dushi
Het papiaments stond vroeger niet in hoog
aanzien. Het was de taal van ex-slaven en
handelaren. Maar dat veranderde. In 1837
verschijnt de Catecismo Corticu ('Korte Cathechismus'), een boek over godsdienstleer, helemaal in het Papiaments. Vanaf die
tijd krijgt het Papiaments steeds meer respect. In 2009 verschijnt er een herdenkingsboek over de vrijheidstrijder Tula in
het Papiaments. Zo kunnen Antilliaanse
kinderen die geen Nederlands spreken, ook
lezen hoe Tula de slavenopstand inzette.
Hier wat woorden in het Papiaments:
Maaster!!
= Cool
Kon ta
= Hoe gaat het?
Bon dia
= Goedemiddag
Bon nochi
= Goedenavond
Danki
= Bedankt
Husa internèt
= Internetten
Alumnonan
= Leerlingen
Katibo
= Slaaf
Taalstrijd
De eilanden zijn in de loop der jaren steeds zelfstandiger geworden. Daarbij hoort ook
een ‘taalstrijd’. Op de Benedenwindse eilanden wordt er de eerste drie jaar in het Papiaments les gegeven. En dan is het de bedoeling dat er wordt overgeschakeld op Nederlands. Maar steeds meer mensen zeggen: ‘Wat hebben wij te maken met de Nederlandse taal? We liggen toch veel dichter bij Amerika? Kunnen we ons niet veel beter oriënteren op de Engelse taal? Of gewoon op ons eigen Papiaments?’
Je kunt het je voorstellen: een eigen taal leer je van jongs af aan, je spreekt het vloeiend. Dat is ook handig bij het leren. Maar in de Nederlandse praktijk levert het wel
problemen op. In de loop der jaren zijn er heel veel Antillianen naar Nederland gekomen. Daarover lees je meer op pagina 14. Als hun kinderen hier naar school gaan,
kan het gebeuren dat ze de Nederlandse taal niet goed spreken. Door deze taalachterstand.raken ze achter op school.
5
OP SCHOOL IN DE TROPEN
Er wonen veel Nederlanders op de eilanden. Ze hebben daar een baan en hun kinderen gaan daar naar school. Op de website van Wereldkids 2009 doet scholiere Irene
verslag van haar school De Schakel op Aruba.
Irene:
Ik zit op de Schakel, de Nederlandse school op Aruba. Ik vind het
een leuke school. Ik zit in groep 7.
Onze juf heet Marjolein. Ik vind
het een leuke juf en ik heb ook een
leuke klas. Er zitten 23 kinderen in
de klas. Maar ik vind het moeilijk
om de namen te onthouden maar
dat komt nog wel.
Voordat ik ik naar Aruba verhuisde, zat ik op de Wiardaskoalle in
Friesland. Bij de Wiardaskoalle waren we om 3:15 uit en we hadden
om 12:00 pauze. Dan gingen we
naar huis of naar een oppas om te
eten. Om 1:15 moest je dan weer
beginnen. ’s Morgens hadden we
nog een pauze om buiten te spelen. Op de Schakel is dat anders.
We beginnen om 7:45 en we hebben een eerste pauze om wat te
eten om 10:00. De tweede pauze
om je brood te eten is om 11:45.
Om 1:15 zijn we uit.
Mijn school heeft geen zwembad of
sportveld, wel een gymzaal met
airco.
Omdat het zo warm is, is er ook airco in de klas. Er zijn geen gangen, dus als je de
klas uit komt ben je meteen buiten. Op heel veel plekken zijn watercoolers waar je uit
kan drinken. Op de Schakel hoef je geen schooluniform aan. Ik vind dat dat ook niet
hoeft. Mijn broers die op de middelbare school zitten, moeten dat wel.
Wij doen hier meer aan creativiteit en aan toneel dan op mijn oude school in Nederland. Rekenen en taal gaat ook anders. Begrijpend lezen is wel hetzelfde. Op mijn
school krijg ik ook Spaans en Papiaments. Mijn lievelingsvakken zijn gym en toneel.
Ik vind dat ik in een leuke klas zit. Ik zit in de klas in een groepje van vier meisjes. De
kinderen uit mijn klas doen gewoon aardig tegen mij; dat vind ik wel fijn. In de pauzes
spelen we tikkertje en dan doe ik altijd mee. Toen ik de eerste dag kwam, viel het mij
op dat de kinderen gehoorzamer zijn dan in Nederland.
6
Schooluniform
Het onderwijs op de Antillen lijkt op het Nederlandse onderwijs. Er zijn basisscholen en
scholen voor het voortgezet onderwijs, zoals de VMBO, MAVO, HAVO en VWO. Maar er
is een verschil in kleding. Op de Nederlandse school van Irene hoeven de kinderen
geen schooluniform te dragen. Maar op de meeste andere scholen wel. Stephanie van
G. schrijft voor Wereldkids daarover vanuit Curaçao:
Stephanie:
Ik draag zelf geen uniform, maar hier
op Curaçao dragen heel veel kinderen
een uniform. Dat komt omdat ik op een
particuliere Nederlandse school zit. Op
Antilliaanse scholen worden wel schooluniformen gedragen. Het is soms een
spijkerbroek met een T-shirt en het logo
van de school daarop of een hansop
voor de jongens en een jurkje voor de
meisjes. Ik vind het er altijd heel leuk
uit zien en iedereen weet meteen op
welke school je zit. Ik zou zelf geen uniform willen dragen want dan kan ik mijn
andere kleren niet dragen en dat zou ik
zelf niet zo leuk vinden.
Het verplichte schooluniform levert wel een goede reden op om een goed cijfer te halen: op sommige scholen mag je als beloning voor een goede prestatie een dag je eigen kleerkeuze maken.
Universiteiten
Heb je het basis– en voortgezet onderwijs afgerond en wil je verder studeren? Dat kan
op de Universiteit van Aruba en de Universiteit van de Nederlandse Antillen op Curaçao, de UNA. Op de UNA is het onderwijs tweetalig, in het Engels en Nederlands. Maar
je kunt ook in het Papiaments studeren. Er worden niet zo heel veel studierichtingen
aangeboden. Daarom komen veel Antilliaanse studenten hier in Nederland studeren.
Na deze eerste kennismaking met de eilanden gaan we nu over op een heuglijk feit in
de geschiedenis van de Nederlandse Antillen: hun opheffing in 2010.
7
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
(ANNO 2010)
Als we praten over het Koninkrijk Overzee betekent dat niet dat de eilanden van Nederland zijn. Dat zijn ze wel geweest, in de koloniale periode. Over deze periode lees
je meer in het hoofdstuk over de koloniale geschiedenis op pagina 19. Door de jaren
heen hebben er allerlei bestuurlijke veranderingen plaatsgevonden. De meest recente
verandering vond plaats in 2010. In dat jaar worden de Nederlandse Antillen opgeheven.
De betrokkenheid tussen de Antillen en Nederland stamt uit het koloniale verleden. In
de 16e eeuw werden de eilanden door de toenmalige Republiek der Nederlanden gekoloniseerd. In 1954 komt er officieel een einde aan het koloniale tijdperk. De eilanden
gaan als één land -de Nederlandse Antillen- deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden. Het motto is in die tijd:
Steunend op eigen kracht maar met de wil elkaar bij te staan.
8
De opheffing van de Nederlandse Antillen als één land
Toch bevalt ook deze bestuurlijke indeling niet. De Antillianen vinden dat Nederland
hen betuttelt. En in Nederland gaan stemmen op dat het tijd wordt dat de eilanden op
eigen benen gaan staan. “Nederland, wordt toch onafhankelijk’ kopt een krant in 2003
naar aanleiding van de discussie over de vermeende betutteling.
Ook zijn de eilanden het onderling oneens. Bonaire en St. Maarten vinden dat het
landsbestuur van de Antillen de economische ontwikkeling van hun eiland in de weg
staat. Het zou er een bestuurlijk zooitje van maken. En Curaçao –als grootste eilandwordt er van beschuldigd de baas te willen spelen.
Er wordt besloten weer bestuurlijke vernieuwingen in te voeren. Het overleg neemt
een aantal jaren in beslag. De bevolking mag ook haar stem laten horen. In 2005
wordt er een referendum gehouden. Bij een referendum mag het volk stemmen over
plannen van de regering. De meeste mensen willen deel uit blijven maken van het Koninkrijk der Nederlanden. Maar wel met een ander soort bestuur.
Op 10 november 2010 is het zover: de Nederlandse Antillen worden officieel opgeheven. Voortaan zijn Curaçao, St. Maarten en Aruba aparte landen binnen het Koninkrijk. Saba, St. Eustatius en Bonaire worden bijzondere gemeenten binnen Nederland.
Op de afbeelding op pagina 8 zie je de eilanden op schaal weergegeven.
Feest op de eilanden!
De afschaffing wordt groots gevierd. Tijdens officiële ceremonies wordt de vlag van de
Nederlandse Antillen gestreken en hijsen de nieuwe landen trots hun eigen vlag. Er
wordt vuurwerk afgestoken en er worden speeches gehouden. De sprekers zijn blij
met de grotere zelfstandigheid van de eilanden. Ze zeggen ook dat ze hopen op een
goede samenwerking met Nederland. En met elkaar.
Kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima zijn in Willemstad aanwezig bij de feestelijkheden. Samen met gouverneur Frits Goedgedrag loopt het prinselijk paar vanaf het paleis
van de gouverneur via de pontjesbrug naar het Brionplein. Daar worden het Nederlandse
volkslied, het Arubaanse volkslied, het Curaçaose volkslied en het volkslied van St. Maarten
gespeeld.
9
WIE IS DE BAAS IN HET KONINKRIJK?
Vier zelfstandige landen met een eigen regering
Sinds 2010 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden dus uit vier zelfstandige landen:
Nederland, Curaçao, St. Maarten en Aruba. Maar hoe zit het dan bestuurlijk? Wie is er
de baas in die landen? We nemen Curaçao als voorbeeld.
Op deze foto zie je in het midden premier Gerrit Schotte. Eerste en tweede van linksonder
zijn Wilson (Minister van Justitie) en Sheldry Osepa (Gevolmachtigde Minister van Curaçao)
Het bestuur van Curaçao
Curaçao heeft nu net als Nederland een eigen regering met een minister-president en ministers. Zij
worden gecontroleerd door de Statenleden, het parlement. De leden zijn door de bevolking van Curaçao
gekozen. Om de vier jaar zijn er verkiezingen. Het
parlement wordt de Staten van Curaçao genoemd.
De bestuurlijke band met het Koninkrijk wordt onderhouden door een afgevaardigde van het Koningshuis, een gouverneur. Voor Curaçao is dit Frits
Goedgedrag. Hij is door de Koningin benoemd.
Koningin Beatrix met de gouverneur van Curaçao, Frits Goedgedrag (links) en de gouverneur
van St. Maarten, Eugene Holiday
(rechts) .
Dan is er ook nog een Gevolmachtigde Minister voor
Curaçao, Sheldry Osepa. Die behartigt de belangen
van Curaçao in Nederland. Hij zit ook in de Rijksministerraad. In die raad zitten ministers van Curaçao,
Aruba, Nederland en St. Maarten. Voor Nederland zit
in die raad de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
Zo zie je dat de landen eigen baas zijn, maar dat er
toch ook wordt samengewerkt.
10
Vraag en antwoord
A) Welk geld wordt er in de drie nieuwe landen gebruikt?
Op St. Maarten en Curaçao kan anno 2012 nog steeds met de oude Antilliaanse gulden
worden betaald. Maar de twee landen willen een nieuwe munteenheid invoeren, de
Caribische gulden. Er gaan ook stemmen op om de Amerikaanse dollar als officiële
munteenheid in te voeren. Vooral op St. Maarten is de dollar al heel gangbaar.
Op Aruba hebben ze al sinds 1986 meer onafhankelijkheid.* Ze schaften de Antilliaanse gulden af en voerden de Arubaanse Florin in. Maar je kunt ook met Amerikaanse
dollars betalen.
* Aruba behoort tot 1986 bij de Nederlandse Antillen. Die hebben in die tijd een centraal bestuur. Dit bestuur huist in Willemstad op Curaçao. Maar de Arubanen zijn niet tevreden met het
centrale bestuur. Ze vinden dat Curaçao teveel de baas speelt en de economische ontwikkeling
van hun eiland in de weg staat. Ze vragen Nederland om meer zelfstandigheid. In 1986 krijgen
ze een aparte status (de Status aparte genoemd) binnen het Koninkrijk. Dus voor dit eiland is
er sinds 2010 bestuurlijk niets veranderd.
B) Mogen de inwoners van de landen vrij reizen, wonen en werken in het Koninkrijk?
Alle inwoners van het Koninkrijk hebben de Nederlandse nationaliteit en hebben dus
een Nederlands paspoort. Je hebt geen visum nodig en met een geldig paspoort mag
je maximaal 6 maanden in een land blijven. Je moet wel een retourticket op zak hebben. Zo kun je laten zien dat je ook weer weggaat.
Wil je als Nederlander wonen en werken op de eilanden dan moet je een Verklaring
van Toelating van Rechtswege aanvragen. Daarin staan behoorlijk strenge eisen voor
toelating. Nederland stelt geen toelatingseisen aan Antillianen die hier komen wonen.
Daar wordt wel al jaren door verschillende politieke partijen voor gepleit. Hierover lees
je meer op pagina 16.
C) Ik heb gehoord dat het Koninkrijk der Nederlanden ergens aan Frankrijk grenst. Klopt dat?
Ja, kijk maar eens naar deze afbeelding. Het eiland
St. Maarten bestaat uit een Nederlands en een
Frans gedeelte. Het Franse gedeelte heet SaintMartin. De voertaal is Engels. Je kunt er met euro’s
betalen.
11
Caribisch Nederland: drie nieuwe ‘bijzondere gemeenten’
De eilanden Saba, St. Eustatius en Bonaire kiezen er in 2010 voor om bijzondere gemeenten van Nederland te worden. Ze worden samen Caribisch Nederland genoemd.
Ze hebben geen eigen regering, maar vallen onder het Nederlandse Ministerie van
Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties. Het betekent dat ze zich aan de Nederlandse wetgeving moeten houden. Dat heeft z’n voor– en nadelen. Een voordeel is bijvoorbeeld dat alle bewoners onder het Nederlandse stelsel van zorgverzekering vallen. Dat
is in vergelijk met de vroegere verzekering veel beter geregeld. De eilandbewoners
zien als nadeel dat Nederlanders zich overal mee zullen gaan bemoeien. Op een Antillenblog is te lezen:
“Er was en is veel wantrouwen ten opzichte van de Nederlanders die, soms in merkbaar grote aantallen, opduiken in bestuurskamers, als bewoners of als ondernemers.
Aan hen de taak het respect van de lokale bevolking te verdienen.”
Blij met Nederlandse wetgeving
Maar er zijn ook mensen die blij zijn met de
Nederlandse wetgeving. Nederland heeft
een strikte regelgeving voor natuurbescherming en het behoud van historische monumenten. Dat is ook voor de drie gemeentes
van belang: ze zijn voor hun economie
sterk afhankelijk van toerisme. De toeristen
komen voornamelijk om te duiken, snorkelen en te genieten van de natuur en het
strandleven.
Andere belangrijke attracties zijn de historische gebouwen en forten. Het is dus belangrijk dat er zorgvuldig wordt omgegaan
met de natuur en het historische erfgoed
van de eilanden. Als bijzondere gemeente
van Nederland is het ook mogelijk om geld
te krijgen voor het benodigde onderhoud.
Natuurbescherming beter geregeld
De nieuwe Nederlandse gemeente Bonaire
timmert al jaren aan de weg op het gebied
van natuurbescherming. Ze begonnen met
de bescherming van de bedreigde zeeschildpad. Daarna verboden ze het speervissen. En weer wat later kreeg ook het koraal in de zee een beschermde status. Je
mag het tijdens het duiken of snorkelen niet
beschadigen. Bijvoorbeeld door er op te
gaan staan, er stukken af te breken of er
ankers van bootjes op te gooien en zo. En
handel in koraal is verboden.
Om de zeeschildpad goed te kunnen beschermen, moeten we alles te weten komen over het leven van het dier. Deze
schildpad heeft een zendertje op haar rug
gekregen.
Maar in de wateren rondom St. Eustatius en
Saba en op het land kan striktere regelgeving geen kwaad. De eilandbewoners hopen
dat de Nederlandse wetgeving een steuntje
in de rug zal zijn.
12
Vraag en antwoord
A) Welk geld wordt er in de drie nieuwe Nederlandse gemeenten gebruikt?
Sinds 2011 is de Amerikaanse dollar de officiële munteenheid. Daarvoor was het de
Antilliaanse gulden.
B) De Vaalserberg is toch het hoogste punt van Nederland?
Nee, op het moment dat Saba een bijzondere gemeente van Nederland werd, verloor
de Vaalserberg haar titel als hoogste punt van Nederland aan Mt. Scenery op Saba. Je
kunt wel zien waarom: de Vaalserberg is met haar 322,5 meter maar een heuveltje in
vergelijk met de 877 meter van Mt. Scenery.
C) Welke van deze diertjes is de Anolis sabanus? Kijk voor het antwoord bij de aantekeningen.
13
ANTILLIANEN EN ARUBANEN
IN NEDERLAND
Tot nu toe hebben we het alleen gehad over de eilanden zelf, hoe het klimaat is, waar
ze liggen en hoe ze worden bestuurd. Maar de band met Nederland wordt vooral onderhouden door de vele Antilianen en Arubanen die in Nederland wonen, en hun familie. Waarom zijn ze naar Nederland gekomen, sinds wanneer en hoe gaat het met ze?
Vlucht uit de armoede
Naast de prachtige plaatjes van stranden, wuivende palmen en luxe vakantieoorden
uit de vakantiebrochure, is dit ook een onderdeel van de Caribische werkelijkheid:
krotten als huisvesting, vuilnis en armoede. Het gaat op de eilanden lang niet altijd
voor de wind. Een voorbeeld: in de vorige eeuw drijft de economie van Aruba op de
aanwezigheid van de olieraffinaderij Lago. Die gaat in 1985 dicht. Het verlies aan banen veroorzaakt een uittocht van Arubanen naar Nederland. Als daarna dankzij het
toerisme de economie weer opkrabbelt, stopt de uittocht. Tegenwoordig komen er
voornamelijk Arubaanse jongeren naar Nederland om hier te studeren.
Ook Curaçao had in de jaren ‘60 een groot deel van haar welvaart te danken aan de
olie-industrie. Maar ook daar kwam de klad in. De raffinaderij ging in andere handen
over. Sindsdien drijft de economie van Curaçao op toerisme, financiële dienstverlening
en havenactiviteiten (De haven Schottegat in de hoofdstad Willemstad is de grootste
overslag- en containerhaven in het Caribische gebied). Van die drie groeit het toerisme het snelst. Maar er is nog steeds een grote werkeloosheid. Vooral in de jaren 1990
komen er veel Curaçaose Antillianen naar Nederland. De meesten blijven hier en maken nu als Caribische Nederlanders deel uit van onze samenleving.
14
Actief en rolmodel
Nederlanders van Antilliaanse komaf timmeren aan de weg: op het gebied van sport,
zang, theater en muziek, nationaal en internationaal. Hier een selectie :
Van links naar rechts en van boven naar onder:
Vernon Anita: profvoetballer / Jandino Asporaat: presentator en stand-up comedian /
Churandy Martina, sprinter / Izaline Calister: singer-songwriter / Tania Kross: operazangeres /
muziekgroep Brass Eternity Music.
Vraag en antwoord
A) Wat is het verschil tussen Antillianen en Arubanen?
Inwoners van Bonaire, Curacau, Saba, St. Maarten En St. Eustatius worden in Nederland als Antillianen aangeduid. De meeste Antillianen in Nederland komen uit Curaçao.
Arubanen komen van het eiland Aruba, een eiland dat al tientallen jaren een aparte
status heeft in het Koninkrijk. Daarom spreken we over Arubanen en Antillianen als
twee aparte groeperingen. Arubanen en Antillianen zijn allemaal inwoners van het Koninkrijk der Nederlanden.
15
Criminele jongeren
Het merendeel -ruim 90%- van de mensen van Antilliaanse en Arubaanse komaf voelt
zich thuis in de Nederlandse samenleving. Maar er is een kleine groep die het minder
goed doet. Het zijn vooral de ongeschoolde jongeren die vanuit Curaçao naar Nederland zijn komen. Ze hopen hier een beter leven te krijgen. Maar dat valt zonder opleiding niet mee. En in Nederland zijn er veel Antilliaanse jongeren die in éénoudergezinnen opgroeien. Het lukt die ouder soms niet om de kinderen goed op te
voeden. De jongeren maken hun school niet af en komen daardoor moeilijk aan het
werk. Ze raken betrokken bij drugshandel en andere criminaliteit. Ze komen aan geld
door dure spullen te stelen en die door te verkopen.
Dit loopt geregeld uit de hand. Antilliaanse jongeren scoren hoog in de statistieken
van criminaliteit. Het komt tot schietpartijen en er vallen doden. Een voorbeeld: in
2011 wordt Quincy doodgeschoten. Het Antilliaans Dagblad schetst de achtergronden:
Quincy is een eenvoudige jongen afkomstig van het platteland van Curaçao. Zijn moeder overlijdt op jonge leeftijd. Hij is twaalf jaar als zijn vader naar Nederland vertrekt
om in de haven van Rotterdam te werken. Quincy wordt opgevoed door opa, oma en
een tante. Hij is als puber moeilijk hanteerbaar. Als hij achttien is, vertrekt hij naar
Nederland om bij zijn familie te gaan wonen.
Zijn familie weet wel dat hij niet naar school gaat en op straat rondhangt. Maar zo’n
schietpartij hadden ze nooit voorzien. De vraag wordt ook gesteld hoe het zover kon
komen? In de krant staat dat het vooral een combinatie is. De jongeren worden beïnvloed door gangsterrap en het imago dat je op straat stoer moet wezen. Maar het is
ook de angst die de drijfveer is om snel een wapen te trekken. Angst om zelf te worden neergeschoten. De vader van Quincy zegt: “Vroeger werd er nog wel gevochten,
maar tegenwoordig is het gelijk bam bam”.
STOP HET GEWELD!! TA BASTA AWÓ!!!
Het geweld en de criminaliteit van deze kleine groep bezorgt de Antilliaanse gemeenschap een slechte naam. Maar ook zij is het geweld beu. In 2012 doen duizenden Antillianen van verschillende leeftijden en komaf mee aan een grote Stop het Geweldmanifestatie in Rotterdam. Rotterdam is één van de grootste Antillengemeenten.
16
Ook de muziek– en sportwereld doet mee: in de zomer van 2012 wordt er voor het eerst een
voetbaltoernooi georganiseerd genaamd ‘Urban Soccer’ waar erkende muzieklabels/
organisaties aan deelnemen. De Ambassadeur van het Urban Soccer event is niemand minder
dan Jermain Vanenburg. De Ambassadeur van Stop the Violence is D.A.N.D.O. De presentatie
wordt verzorgd door Rotjoch. Meer dan 200 deelnemers uit de Music scene hebben zich opgegeven, waaronder entertainers van Nindo, Green Gang, Nindo, Zware Jongenz, Fouradi, MuchoDinero, Sterrelaan, Killing Skills, SCAN Music records, Broederliefde, Gentle Goonz, Zonamo Underground en Urban Control. (Bron: www.urbansoccer.nl)
Toelatingseisen voor Antillianen?
Nederlanders moeten aan toelatingseisen voldoen om op de Antillen te wonen en werken. Dat is om te voorkomen dat er teveel blanke Nederlanders -makamba’s- zich op
de eilanden zouden vestigen. Maar voor Antillianen die hiernaartoe komen, gelden
geen toelatingseisen. Door de jaren heen hebben Nederlandse politici voorgesteld om
dat te veranderen. De Nederlandse minister van Immigratie en Asiel is anno 2012 met
de drie nieuwe landen Curaçao, St. Maarten en Aruba in gesprek over strengere eisen
voor immigranten. Die eisen moeten wederzijds gaan gelden. Twee eisen die op tafel
liggen: je mag geen strafblad hebben en je moet de Nederlandse taal spreken.
Apartheid in het Koninkrijk?
Er wordt al jaren gediscussieerd over de mogelijkheid om gewelddadige Antillianen
terug te sturen naar hun eiland van oorsprong. Maar dat stuit op de eilanden op groot
verzet. Ze vinden het een vorm van apartheid. Bij apartheid gelden voor de verschillende bevolkingsgroepen verschillende regels. En dat is onrechtmatig. Tegenstanders
van het terugsturen stellen dat criminele Antillianen Nederlandse staatsburgers zijn.
Door ze terug te sturen, behandel je ze in feite als tweederangsburgers.
Vraag en antwoord:
A) Wat wordt er met een Antillengemeente bedoeld?
Een gemeente waarin heel veel mensen van Antilliaanse komaf wonen. Er zijn 22 Antillengemeenten, waaronder Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Almere.
17
ANANSI IN NEDERLAND
Voor we het hebben over de koloniale verleden, eerst een erfenis uit die tijd: de verhalen van Anansi, de mythische spin. Anansi komt oorspronkelijk uit West-Afrika. De
spin beleeft allerlei hachelijke avonturen. Maar aan het eind is ze haar vijanden altijd
te slim af. Er zijn verschillende Anansi-verhalen. Die kun je via een zoekmachine makkelijk zelf zoeken op het internet.
In de koloniale periode worden er heel veel slaven van Afrika naar de koloniën gebracht. Daar moeten ze op de plantages werken. Anansi reist met hen mee. ’s Nachts,
na het werk, vertellen de slaven elkaar het verhaal van het zwakke, kleine spinnetje,
dat wint van de machtige overheersers, zoals koningen en brullende leeuwen. En natuurlijk denken ze dan aan zichzelf. Want op deze manier kunnen ze in het geheim
kritiek leveren op hun blanke meesters. En wie weet zullen zij aan het eind ook aan
hun onderdrukkers kunnen ontkomen.
Ook nadat de slavernij is afgelopen, blijven de Anansi-verhalen populair. Na de vorming van de Nederlandse Antillen komen er veel Antillianen naar Nederland om hier te
werken. En weer reist Anansi, de mythische spin met hen mee. Ze is één van de voorbeelden hoe de Nederlandse cultuur wordt verrijkt met de cultuur van het tropische
gedeelte van het Koninkrijk.
18
HET KOLONIALE VERLEDEN
Dit hoofdstuk gaat over de relatie tussen de eilanden en Nederland in de koloniale periode. Deze periode begint rond 1600. De eilanden zijn dan vooral interessant om hun
ligging. Ze vormen een handige tussenstop tussen Europa en de koloniale bezittingen
in Zuid-Amerika. Aan de koloniale periode komt officieel een einde met de ondertekening van het Koninkrijksstatuut in 1954.
De koloniale periode
De Antillen (en Suriname) en Nederland krijgen met elkaar te maken gedurende de
kolonisatie, in de 16e en 17eeeuw. Nederland (toen de Republiek der Nederlanden geheten) is dan een machtige, zeevarende natie met een vloot die alle zeeën van de wereld bevaart. Grote concurrenten zijn andere zeevarende naties als Spanje, Engeland,
Portugal en Frankrijk.
Al die landen proberen hun invloed in de wereld te verbreiden door kolonisatie van
nieuw ontdekte gebieden. Ze zijn in een constante strijd om de macht gewikkeld. Hun
vloten vervoeren dan ook niet alleen handelswaar en producten uit de koloniën, maar
hebben ook een militaire functie. Een belangrijke oorlogsactiviteit is de kaapvaart.
Over en weer veroveren ze elkaars schepen en nemen de lading in beslag.
Piet Hein: zeeheld en kaper
En heel bekende kaping is die van de Nederlandse
zeeofficier Piet Hein. Hij verovert in 1628 een
Spaanse vloot, die met een volle lading goud en zilver vanuit de koloniën op weg is naar Spanje. Met
deze oorlogsbuit (twaalf miljoen gulden, een voor
die tijd gigantisch vermogen) wordt de kolonisatie
van Pernambuco (een stukje Braziliaanse kust) gefinancierd. Vanuit Pernambuco bestoken ze de Spanjaarden, die in de 15e eeuw de baas spelen over de
Antillen.
In 1634 worden Curaçao, Bonaire en Aruba ingenomen. St. Maarten, St. Eustatius en Saba komen
rond die tijd ook onder Nederlands gezag.
19
De WIC en de MCC de baas.
Vanaf die tijd maken de eilanden deel uit van de Republiek der (Zeven Verenigde) Nederlanden. Het bestuur van de Republiek geeft twee koloniale handelsorganisaties de
macht over de eilanden: de West-Indische Compagnie (WIC), gerund door Hollanders
en de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), gerund door de Zeeuwse tak van
de WIC. Ook worden de WIC en MCC belast met de kolonisatie van de kusten van
Amerika en West-Afrika. De Antillen liggen heel strategisch tussen Nederland, Afrika
en Zuid-Amerika in. Ze zijn dan ook vooral van belang als militaire basis en handelspost.
Willemstad, centrum van de slavenhandel
Willemstad wordt door de Engelsen op Curaçao gesticht. Er is daar een natuurlijke,
diepe baai. Ideaal voor de aanleg van een haven. De Nederlanders veroveren de stad
en vernoemen haar naar de Nederlandse stadhouder Willem II van Oranje. In de 17e
eeuw groeit de stad uit tot een centrum van de slavenhandel. De slaven zijn nodig
voor het werk op de plantages. De producten van de plantages, zoals koffie en suiker,
worden weer in Nederland verhandeld. Het zijn gouden tijden voor de Nederlandse
economie. En dat zie je aan de gebouwen. Uit die tijd stammen de luxe gevelpanden
zoals je ze in Willemstad nu nog ziet.
Handel in zout
Bonaire is heel belangrijk voor de
Nederlanders vanwege de voorraden zout. Nederlandse vissers
hebben daar grote hoeveelheden
van nodig voor de haringvangst.
De vissen worden op zout gezet
en kunnen zo langer worden bewaard. De WIC regelt de zoutwinning en het transport naar
Nederland. Voor de winning van
het zout zet de WIC slaven in.
Deze slaven worden ondergebracht in kleine stenen hutten.
Deze hutten kun je nu nog op
het eiland zien.
20
Koning Willem I de baas
Na de Gouden Eeuw verhevigt de concurrentie
in het Caribische gebied. Nederlanders en Engelsen vechten met wisselende succes om de
macht. De eilanden veranderen herhaaldelijk
van eigenaar. Tegelijkertijd lopen de inkomsten terug. De rol van de koloniale handelsorganisaties, zoals de WIC, is uitgespeeld.
In Nederland roept koning Willem I in 1815 het
Koninkrijk der Nederlanden uit. In dezelfde tijd
komen de eilanden definitief in Nederlands bezit. Ze worden als kolonie onderdeel van het
Koninkrijk der Nederlanden.
Vanaf die tijd is de Nederlandse regering onder
leiding van koning Willem I de baas op de eilanden. Hij wordt vertegenwoordigd door een
gouverneur en een Koloniale Raad. Elk eiland
heeft een gezaghebber.
Afschaffing van de slavernij
In 1814 wordt de slavernij verboden. Maar op de eilanden duurt het nog wel 50 jaar
voordat de afschaffing ook echt wordt doorgevoerd. Sommige ex-slaven trekken weg,
sommigen blijven. Ze vormen samen met Zeeuwse, Hollandse en Joodse kolonisten en
immigranten (die worden aangetrokken om het werk van de slaven over te nemen) de
nieuwe Antilliaanse maatschappij.
De Nederlandse Antillen en Nederland, één koningin!
Rond 1930 ontstaan de eerste politieke partijen op de eilanden. De roep om zelfstandigheid klinkt steeds luider. Uiteindelijk stemt de Nederlandse regering toe in de vorming van een eilandparlement, de Staten. Ook wordt er een aantal vergaderingen georganiseerd. Op die vergaderingen wordt besloten dat de eilanden een grotere zelfstandigheid zullen krijgen.
In 1954 is het zover.
Nederland en de Antillen tekenen een
statuut (een overeenkomst) waarin bestuurlijke veranderingen worden vastgelegd. De eilanden zijn
dan officieel onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.
De koloniale periode
is daarmee afgesloten.
Op
15
december
1954
ondertekent
Koningin Juliana het
Koninkrijksstatuut.
21
DE SLAVERNIJ
In 1954 is de koloniale periode afgelopen. De Nederlandse Antillen zijn een feit. En
zoals je op pagina 8 hebt gelezen, is in 2012 de volgende stap gezet: de Nederlandse
Antillen zijn opgeheven. Voortaan zijn Curaçao, Aruba en St. Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk. Bonaire, Saba en St. Eustatius hebben er democratisch
voor gekozen als gemeente bij Nederland te horen. We zijn allemaal Nederlandse
staatsburgers en hebben dezelfde rechten en plichten. In ons koloniale verleden was
daar geen sprake van. Er waren grote machtsverschillen, die varieerden van meester
tot slaaf………
Het begin van de slavernij
In de koloniën worden nederzettingen en plantages gesticht, waar koffie, tabak en suiker worden verbouwd. In het begin worden de oorspronkelijke bewoners, de indianen,
aan het werk gezet. Maar ze zijn niet bestand tegen de nieuwe ziektes die met de kolonisten meekomen, zoals gele koorts, mazelen en pokken. Ze sterven bij bosjes. Afrikanen blijken meer weerstand tegen deze ziektes te hebben en moeten de indianen
vervangen. De WIC springt in het gat in de markt. De handelsmaatschappij heeft belangrijke troeven in handen: vestigingen aan de Afrikaanse kust, belangen in zeer
winstgevende suikerplantages aan de Braziliaanse oostkust (Nederlands-Brazilië) en
een geschikte handelspost: het centraal gelegen Curaçao. Als de WIC vervolgens in
1662 door Spaanse plantagehouders wordt gecontracteerd voor het leveren van Afrikanen, betekent dit het begin van een grootscheepse slavenhandel. Curaçao is het
centrum van overslag. In een periode van zo’n 50 jaar worden er op Curaçao meer
dan 112.000* slaven verhandeld. Op het plaatje hieronder zie je hoe het er op een
slavenmarkt aan toe ging.
* Volgens sommige geschiedkundigen ligt dit getal veel hoger.
22
Fort Elmina en de handel in slaven
Een beruchte naam in de geschiedenis van de slavernij is Fort Elmina (Fort São Jorge
da Mina) aan de Afrikaanse Goudkust, het huidige Ghana. Het fort wordt door de WIC
op de Portugezen veroverd om de aanvoer van slaven veilig te stellen. Het dient vervolgens als militaire basis en als opslagplaats van Afrikanen die door Afrikaanse tussenhandelaren uit de binnenlanden zijn geroofd om te worden verkocht aan Europese
slavenhandelaren.
Vanuit Elmina worden de slaven naar Curaçao vervoert. Ze maken de reis, die wel een halfjaar kan duren, in overvolle schepen. Onderweg breken besmettelijke ziektes uit, zoals diarree en de pokken. Sommigen springen -als ze de kans krijgen- van wanhoop overboord. Eén
op de vijf slaven sterft onderweg.
In Curaçao krijgen de overlevenden even de tijd om weer op verhaal te komen. Daarna worden ze doorverkocht naar de omringende landen. Curaçao zelf heeft maar een
beperkt aantal slaven nodig. Omdat de meeste grond rotsachtig is, zijn er alleen maar
een paar kleine plantages. Daar verbouwen de slaven voornamelijk voedsel voor de
eilandbewoners. Ook werken er slaven in de huishouding van de kolonisten.
Tula en Karpata
In 1795 komen de slaven op
Curaçao in opstand. De opstand wordt neergeslagen en
hun leiders Tula en Karpata
worden
gevangengenomen,
gemarteld en vervolgens gedood.
Ter nagedachtenis aan de opstand wordt in 1998 in Willemstad het Desenkadena-monument opgericht. Desenkadena
betekent ‘ontketend’. Het beeld
staat op de plek waar Tula en
Karpata zijn gedood.
23
Tien jaar na de opstand van Tula en Karpata verbieden de Engelsen de handel in slaven. Nederland volgt schoorvoetend in 1814. Maar in Suriname en op de Antillen gaat
de handel nog illegaal door tot de volledige afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863.
Deze foto is in 1888 genomen. De titel van de foto is: Vijf Europese mannen in pak met hoge
hoed te midden van een grote groep arme Antillianen voor het uitdelen van aalmoezen ter
gelegenheid van het 25-jarig emancipatiefeest (afschaffing van de slavernij).
De afschaffing van de slavernij betekent nog niet dat de mensen elkaar als gelijkwaardig behandelen. De voormalige slaven blijven vaak economisch afhankelijk van hun
vroegere meesters. De machtsverhoudingen tussen ‘blank en zwart’ veranderen maar
langzaam. Ook in Nederland dringt het maar langzaam door dat de Gouden Eeuw van
stoer zeemanschap en slimme handelsgeest een keerzijde kende: die van brute kolonisatie en slavenhandel.
Herdenking en viering
In 1999 wordt er in Nederland eindelijk een nationaal slavernijmonument opgericht.
Het door de Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries ontworpen monument staat in het
Oosterpark in Amsterdam. Daar wordt nu elk jaar een herdenkingsbijeenkomst gehouden. En sinds 2002 wordt er elk jaar een Keti Koti Festival georganiseerd (Keti Koti
betekent Dag van de Vrijheid). Met dit vrijheidsfestival willen de mensen kennis overdragen over de erfenis van de slavernij. Het is een herdenking en feest tegelijkertijd.
24
AANTEKENINGEN
De drie diertjes op pagina 13 zijn:
Johnstone’s fluitende kikker (Johnstone’s whistling frog) gefotografeerd op het eiland Saba
De Anolis sabanus, een soort salamandertje dat alleen op het eiland Saba voorkomt.
De Gekko, een soort hagedis die je op al de eilanden tegenkomt. De pootjes zijn
bedekt met hele kleine haartjes. Daardoor werken ze als zuignapjes en kan het
diertje zich op de muur of zelfs het plafond vasthouden.
25
26
MEER OP INTERNET
Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer
informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt.
Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je
het beste je spreekbeurt kunt inkleden.
Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE
De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de
reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu
en Mensenrechten.
Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons.
Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/
werkstuk.
De versie op papier is te bestellen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
Download