Bijbelkring 18 januari 2017 Welkom en opening Vijfde thema: ‘De vrouw aan tafel’ (Lukas 7: 36 -50) Context Dit gedeelte is onderdeel van hoofdstuk 7. Als we de verzen 29, 30 en 34 teruglezen kunnen we er niet omheen dat dit gedeelte een directe vervulling is van die verzen. Dat heeft grote consequenties voor hoe we ons gedeelte lezen. Zonder deze context is het ons een raadsel waarom deze vrouw ineens aan de voeten van de Heere Jezus is te vinden. Er zijn opvallende overeenkomsten met de ‘zalving in Bethanië’ (Matt. 26: 6 – 13, Markus 14: 3 – 9 & Joh. 12: 1 – 8). Het lijkt haast hetzelfde verhaal, maar als we goed lezen zien we dat de hoofdlijnen duidelijk anders zijn. Opvallend is juist dat Jezus aan het einde van Zijn leven een zelfde eerbetoon kreeg. Wat we in de Bijbel terugzien is zonder onderscheid tussen man en vrouw een roeping om dienstbaar te zijn. Daarin ging Jezus ons voor. In de Evangeliën worden vrouwen wel specifiek genoemd. Dat is deels te verklaren door de verworvenheden die (rijke) vrouwen hadden in de Joodse en in de Grieks-Romeinse cultuur. In Lukas spelen vrouwen van begin tot eind een belangrijke rol. Het begint bij Maria, de moeder van Jezus. Het loopt uit op een gemeenschap van christenen (man en vrouw) die de tafel delen, bidden en een kerk opbouwen. Vrouwen komen steeds terug als stille krachten, die hun werk doen en aan de voeten van de Heere Jezus te vinden zijn (vergelijk Lukas 8: 1 -3 & 10: 38-42). Vers 36 – 39 Overgave aan Jezus Jezus wordt uitgenodigd, opnieuw bij een Farizeeër. Al eerder kwam het ter sprake dat Jezus bij Farizeeën at. Aan hoe de Farizeeër hem aansprak (als meester, vers 40) en aan het feit dat Jezus uitgenodigd werd, kunnen we afleiden dat de Farizeeër een bepaalde vorm van respect voor Hem had. Tegelijk zien we ook hier niet dat hij behandeld wordt als eregast (zie vers 44). Jezus werd beoordeeld door de Farizeeën tijdens deze etentjes. De vrouw (waar we de naam of zonde niet van weten) komt binnen. In de NBV staat dat Jezus’ voeten nat werden van haar huilen. In de HSV lijkt het alsof zij Zijn voeten expres nat huilde. Het sluit aan op vers 44 dat de vrouw Jezus’ voeten nat gemaakt heeft met haar tranen. Maar het waren geen krokodillentranen om die voeten maar nat te krijgen. Het begint met haar tranen. Tranen zijn een diepe emotie. Bij Lukas heeft het vaak te maken met grote nood. Hier zijn ze waarschijnlijk toe te schrijven aan het schuldbesef en de dankbaarheid voor het feit dat ze zo dichtbij haar Heer en Heiland mag verkeren, een herstelde relatie met God mag hebben. Jezus ligt aan tafel. Zijn voeten lagen naar achter. Dat is de reden dat de vrouw Zijn voeten zalfde. Het is een bijzondere gebeurtenis, waarin weinig gesproken wordt. De vrouw raakt de voeten aan, doet haar haar los, droogt, kust en zalft de voeten, een intiem gebeuren (wellicht door een prostituee?). De Farizeeër aanschouwt het en trekt voor zichzelf de conclusie dat Jezus geen profeet kan zijn, want dan zou Hij dit niet laten gebeuren. Herken je de totale overgave aan Jezus, zoals je bij de vrouw ziet? Herken je de weerstand die deze overgave oproept (bij jezelf of anderen)? De Farizeeër denkt te kunnen bepalen wat Jezus zou moeten doen. Waarmee bepaalt hij dat? En hoe zouden wij daar voor kunnen waken? Vers 40 – 43 De gelijkenis van de twee schuldenaars Jezus schetst in korte lijnen een situatie van schuld en vergeving. In het Jodendom was dat geen nieuwe boodschap, maar de ‘economie van het Verbond’. Het zijn geen astronomische bedragen die worden kwijtgescholden, maar heel hoog voor een gewone man. Die moest er resp. 2 jaar of 2 maanden voor werken. In vers 42 zien we de spits van deze gelijkenis: ‘Wie van hen zal hem (de geldschieter) meer liefhebben?’ Hoewel het antwoord overduidelijk is, antwoordt de Farizeeër aarzelend. Hij voelt wel aankomen dat er nog iets op volgt wat hem niet zal zinnen. Degene die het meeste vergeven heeft gekregen is ook het meest dankbaar. Het is een eenvoudige constatering (vergelijk Rom. 5: 20). Die durven wij vaak moeilijk uit te spreken, alsof dat een reden zou zijn om te zondigen. Opvallend is dat de vergeving is veronderstelt en het vooral draait om de dankbaarheid en vreugde die daaruit voortvloeit. Die economie van het Verbond, herkennen wij dat? Hoe kunnen wij daar volgens Jezus bovenuit stijgen? Vers 44 - 47 De vrouw als model Tegen zijn gastheer zegt Jezus dat die vrouw die hij minacht een betere gastvrouw was. Zij gaf Jezus de liefde en het eerbetoon die bij Hem past. Zij liet iets zien van wat het is om God zo lief te hebben. Vers 47 roept de vraag op wat nu vooraf gaat aan wat: de vergeving aan de liefde, of andersom? Vanuit de gelijkenis moeten we zeggen dat de vergeving liefde tot gevolg heeft. In dit gedeelte lijkt het andersom te zijn. Maar als we goed lezen en daarin de context van hoofdstuk 7 meenemen, dan kan het niet anders dan dat de vrouw iets gehoord of ervaren heeft van de vergeving van Jezus en daar zo vol verlangen en liefde op reageert. De Farizeeër steekt qua gastvrijheid schril af tegen de liefde van de vrouw. Plaatst dit hem automatisch aan de kant van diegene die weinig vergeven wordt? Die vraag laat de Heere Jezus open. De Farizeeër zal zich misschien überhaupt niet zien als iemand die vergeving nodig heeft. Waar staan wij in de gelijkenis, hebben we veel of weinig schuld? Hebben we veel of weinig liefde? Vers 48 -50 Jezus bezegelt de vergeving Jezus bezegelt waar Hij over heeft gesproken en richt Zich tot de vrouw: ‘uw zonden zijn u vergeven’. Iedereen vraagt zich af welke autoriteit Jezus heeft. Wat gebeurt daar? Het is duidelijk Gods vergeving, waarvan Jezus zegt dat het voor haar is. Dat is niet alleen een vernieuwing in het hier en nu, waardoor de relatie weer hersteld is. Maar die ook weer besmeurd kan worden met zonde. Het is een vergeving van de toekomst. Een vergeving die aan het einde van ons aardse leven staat opgetekend en ons hier en nu mag bepalen. Met die diepe vrede van de acceptatie van God en de herstelde relatie met Hem, stuurt Jezus de vrouw weer op weg. Wat betekent geloof? Meer dan het komen naar Jezus voor hulp. Meer dan dankbaarheid. Het betekent dat er geen breuk is tussen Gods werk en ons antwoord daarop. Een relatie. Jezus vervult hierin de sleutelrol. Hij is Degene die naar de aarde kwam om die relatie te herstellen en vergeving mogelijk te maken. Een vergeving die uitstijgt boven een ‘economie’, maar een Goddelijke genade die ons leven in het licht zet van dankbaarheid en liefde! Wat betekent die bezegeling van Gods vergeving voor jou? Afsluiting Volgende avond: woensdag 1 februari 2017, thema: ‘Tafelmanieren’ (Lukas 22: 14 – 20)