Den Hen September 1816 vernieuwen W . van Dam en Frans Smeer hun contract; W . van Dam zal op het kantoor door zijn zoons Frederik van Dam en Jan Hendrik van Dam gesteund worden. Verder zal een zoon van EmanuelPaulusBenedictusde Cock, genaamd Nicolaas Joseph de Cock, op 1 Januari 1819 in de zaak komen in plaats van Coenraad de Kuyper, zijn grootvader. Een eigenaardig licht op de kantoorgebruiken van die dagen werpt de volgende in het contract opgenomen bepaling: „dat het gebruik van Vuur, Licht, Thee, Bier, Zeep, Handdoeken, verdere benodigdheden van dien aard voor het kantoor ende bedienden, voor rekening van de Sociëteit zijn zal". Bij acte de dato 19 Juli 1821 doet E. P. B. de Cock van zijn rechten afstand. Op 30 November 1821 wordt nu een nieuw contract opgemaakt; een andere kleinzoon van Koenraad de Kuyper, zoon van Maria de Kuyper, wed. Antonius Adrianus Driebeek, sedert 1 Juli ten kantore werkzaam, zal, mits hi; tot tevredenheid der compagnons werkzaam is, in de zaak komen. In ieder geval vóór 1 Juli 1827 moet hieromtrent uitsluitsel gegeven worden. Dit gebeurt dan ook, al is het iets later; de datum van het nieuwe contract is 15 December 1827; Eduard Driebeek zal echter deelen in de winsten van het loopende jaar. Deze Eduard Driebeek .— in alle acten zoo genoemd — heet eigenlijk Eduardus Petrus Joannes. Tevens wordt bij dit contract Jan Hendrik van Dam, welke reeds in de winsten der firma deelde, het recht gegeven den firma-naam te teekenen. Op 18 Mei 1830 komt Willem van Dam te overlijden en op 26 Januari 1831 contracteeren nu Jan Hendrik van Dam en Frans Smeer over de voortzetting der zaken. 23 Februari 1831 overlijdt Frans Smeer. Bij zijn door de firma rondgezonden overlijdens-circulaire wordt tevens kennis gegeven, dat de heer E. P. J. Driebeek voortaan voor de firma zal teekenen. Ofschoon Smeer's zoon in de firma had mogen komen, schijnt hij hierin geen lust gehad te hebben, ten minste vinden wij in het volgende contract d.d. 29 Februari 1832 vermeld, dat hij er van afziet. Wel verbinden Van Dam 6 Driebeek zich, een zijner zoons op kantoor te nemen. In het volgende contract de dato 13 Februari 1836, waaruit tevens blijkt, dat Jan Hendrik van Dams gezondheidstoestand zeer achteruit gaande was, associeeren zij zich met Hermanus Adrianus Schadee, klein21