door Bert Jansma

advertisement
JAZZ PRIJZEN
door Bert Jansma
Prijzen zijn ondingen, maar – o wat lekker als je
ze krijgt.
Het beste boek, het beste toneelstuk, ach, het is
natuurlijk allemaal onzin.
Appels met peren vergelijken, dat is het.
Want: wat is nou ‘beter’ in de kunst. Zijn er
voldoende absolute vergelijkingsmaatstaven?
Nou nee, meestal niet.
Zijn het echt de besten die daar op het podium
staan?
Zijn er echt geen anderen die daar ook hadden
kunnen staan?
Vragen die gisteravond weer eens opdoemden
bij de uitreiking van de Deloitte Jazz Award 2006
in het Amsterdamse BIM-huis.
Een prijs van 20.000 euro. Plus een aantal
gastoptredens, o.a. in het Concertgebouw. Niet
niks dus.
En in een land waar de jazz financieel toch al
niet ruim is toebedeeld, wordt zo’n prijs tóch
belangrijk. Ondanks de bezwaren en de twijfels
erover.
Winnaar werd gisteren een violist, op zichzelf al
uniek.
Het is Hagenaar Jeffrey Bruinsma, die in dat
BIM-huis met opvallend veel autoriteit op het
podium stond met het Jazz Orchestra of the
Concertgebouw.
Bruinsma speelt o.a.in het Zapp! String Quarret,
heeft zijn eigen groep, genaamd het Bruinsma
Syndikaat en schreef muziek voor het theater,
voor Orkater, het Barre Land en het Scapino
ballet.
De viool is in de jazz een vrij zeldzaam
instrument. Meestal hoor je ‘m in de Hot muziek,
de erfenis van Django Reinhardt en Stéphane
Grappelli.
In de bebop is de viool redelijk zeldzaam, in de
cross over jazz duikt hij af en toe op.
Jeffrey Bruinsma heeft niets met de licks en de
luimen uit dat Hot-verleden. Hij benadert de
muziek vanuit een mooie klassieke techniek,
improviseert met verve en gevoel, vervormt z’n
geluid hier en daar electrisch, zet fraaie lijnen
naast speelse grooves, kan ook nog sterk
ritmisch zijn en bleek gisteren ook nog half en
half het orkest mee te dirigeren.
Bruinsma stond op het podium al meteen met
een air van ‘mij-krijg-je-hier-niet weg’.
En dat klopte.
Hij zou terugkomen. En bij de uitreiking van de
Deloitte Award kon hij voor een toegift zelfs nog
even familiair zijn soli afwisselen met de
trompettist van Henk Meutgeerts Jazz Orchestra
of the Concertgebouw. Want dat is zijn broer,
Ray Bruinsma.
Verliezers waren gisteren twee andere
kandidaten: gitarist Timucin Sahin, van Turkse
afkomt, die een electrische gitaar met twee
halzen bespeelt waarvan één fretloos.
Geen idee hoe dat heet.
Sterk van techniek - gelukkig stonden de
schuiven niet al te wijd open - maar muzikaal
nogal chaotisch. Tussen moderne pop, rock en
jazz in. Meer acrobatiek langs grooves en
effecten dan een samenhangend geheel.
Het deed een hoop liefhebbers van de bop-piano
gisteren wél een beetje pijn dat pianist Robert
Rook alweer niet de hoofdprijs behaalde.
Rook is van huis uit mathematicus en
computerdeskundige, maar koos voor de
jazzpiano. En daar is hij op een heel eigen
manier thuis. Dát is zijn universum.
Hij wandelt met een in zichzelf gekeerde grijns
met z’n rug langs het publiek.
Begint wat onhandig aan het pianokrukje te
schroeven, duikt dan op de toetsen en ontvouwt
daar zijn grillige manier van vertellen-in-noten.
Hij lanceert een complete ‘trip’ door ‘Autumn
leaves’: flights van de rechterhand over de
toetsen naast ingetogen, intieme improvisaties
via een bijzondere inkleuring van de akkoorden.
Rook zien spelen is een aparte gewaarwording.
Hij komt omhoog van z’n kruk, speelt staand
verder, elk ogenblik denk je dat hij in de vleugel
zelf zal duiken, of op z’n kruk zal gaan staan.
Maar dan zoekt zijn rechtervoet naar dat
inmiddels naar achter geschoven krukje en hij zit
weer.
Een soort Nederlandse Keith Jarrett.
Ieder van de kandidaten bracht muziek van
eigen keus of eigen hand mee, maar moest
verplicht Gershwins ‘Summertime’ spelen.
Lastig, zo’n kapot gespeelde standard.
Wat Rook daarin liet horen deed ook muzikáál
aan Jarrett denken. Een ontroerende,
schitterend-subtiele solo met harmonische
haken en ogen, waarvoor misschien wel een
aparte prijs gegeven had mogen worden.
Rook werd het niet dus, jammer. Maar, van harte
gefeliciteerd Jeffrey.
De avond in het BIM-huis werd min of meer
gepresenteerd door Jules Deelder. Ik zeg min of
meer, want serieus presenteren kan je het niet
noemen, wat Deelder doet.
Hij kakelt wat over jazz in de microfoon met de
‘drie-ballen-voor-een-kwartje’-toon van de
kermis.
Hij weet dan wel dat de Deloitte Award al
vijfmaal is uitgereikt, maar namen, nee die
weet-ie niet.
En met de eigennamen van de drie kandidaten
zelf begint hij ook een smakeloos spelletje. Hij
struikelt lollig over Timucin Sahin, zegt iets voor
de hand liggends over de achternaam van Robert
Rook, en heeft een flauwiteit in petto voor de
combinatie Jeffrey en Bruinsma.
Waarom moeten er altijd van die popie-jopiefiguren bij prijsuitreikingen gehaald worden.
Dezelfde Deelder presenteerde ooit de
persconferentie van North Sea Jazz en toen had
hij ook al zo’n toon alsof hij in z’n eigen
achterkamer bij z’n stapel 78-toerenplaten stond
te kraaien.
Hij had ze gisteravond trouwens bij zich, die
platen. En hij mocht ze in de pauze draaien.
Een merkwaardig gezicht.
Via een ook al oude platenspeler dook krakend
Fletcher Henderson uit de jaren twintig op. En
intussen Deelder met z’n rug naar de zaal,
grasduinend gebogen over z’n platendozen:
Nee, deze niet. Ja, deze wel. Tegen zichzelf
mompelend.
Over die Deelder is een echte film gemaakt, een
documentaire die op 8 juni op dvd uitkomt. Met
als titel ‘Jazz is my religion’.
Ammehoela, jazz is my religion.
Dan sta je niet zo afstandelijk, slordig, liefdeloos
en van jezelf vervuld die Jazz Award te
presenteren.
Ik misgun niemand zijn hobby’s.
Maar laat iedereen die alsjeblieft op z’n eigen
zolder uitleven.
Ik vond de confrontatie zelfs pijnlijk, gisteren in
dat BIM-huis.
Drie bevlogen muzikanten die zich uit de naad
werken voor een prijs. Met in hun bagage jaren
studie, ontzettend veel vakmanschap en stapels
ideeën.
En okay, die prijs komt er, voor een van hen.
Maar een film, nee die zal er niet over ze
gemaakt worden.
Want in de wereld van vandaag zijn de sterren
diegenen die de plaatjes draaien. Niet zij die ze
maken.
Column voor Radio West (Jazz op West), 18 mei 2006.
Download