Madel luchtroosters

advertisement
Om het gevoel van comfort te ervaren, moet er aan
de volgende condities worden voldaan:
1- Hogere luchttemperatuur in de zomer en lagere in
de winter, ten opzichte van de gemiddelde
stralingstemperatuur.
2- Maximale gemiddelde luchtsnelheid van 0,15 m/s in
een geklimatiseerde ruimte. In geval van temperaturen
hoger dan 26º C mag men de snelheid verhogen.
3- Relatieve vochtigheid van de lucht tussen 20 % en
60 %.
4- Maximaal temperatuurverschil van 3º C tussen de
ruimte waar de voeten zijn en de ruimte waar het
hoofd is.
5- 26º C en 17º C als maximum en minimum voor de
vloertemperatuur.
6- 5º C maximaal voor de asimetrische
straaltemperatuur in het vertikale vlak en 10º C in het
horizontale vlak.
7- 0,1 % maximale hoeveelheid kooldioxide in de
lucht.
8- 35dB(A) en 80 dB(A) als maximaal niveau van
geluidsdruk, afhankelijk van de activiteit die in de
ruimte uitgevoerd wordt.
Er moet rekening worden gehouden, dat niet alle
variabelen geregeld kunnen worden, en ook dat
airconditioning systemen niet alle variaties kunnen
opvangen.
Van alle bovengenoemde condities, zijn de
belangrijkste die betrekking hebben op de
luchttemperatuur, hoeveelheid kooldioxide en
luchtsnelheid.
De airconditioningsystemen kunnen alleen op een
automatische manier de temperatuur, de vochtigheid
en de hoeveelheid kooldioxide controleren.
Om de geschikte luchtsnelheid te verkrijgen, moet er
een correct ontwerp van de ruimte en van het
luchtverdelingssysteem gemaakt worden.
De gemiddelde “aanvaardbare” straaltemperaturen
zijn het resultaat van het totale ontwerp om de
straaleffecten van de ramen, aan de zonkant in de
zomer of de noordkant in de winter, muren of koude
vloeren en teveel straling door verlichting te
minimaliseren.
De aanvaardbare geluidsdruk verkrijgt men door de
juiste keuze van materialen en uitvoering van de
installaties, regeling en luchtverspreiding en de
geometrische vorm van de ruimte.
Aeff (m2)
A fase (m2)
A k (m2)
= Effectieve oppervlakte
van de lucht uitgang.
= Oppervlakte van het rooster.
V eff (m/s)
V k (m/s)
= Oppervlakte van de
leiding (doorsnede van de aansluiting).
= Effectieve luchtsnelheid.
= Luchtsnelheid in de leiding.
Q (m3/h)
= Lucht hoeveelheid per uur.
Dpt (Pa)
= Drukverlies
AL 0.2 (m)
= Bereik
Afstand tussen het luchttoevoerrooster en het
middelpunt van de luchtstroom waar de snelheid 0.2
m/s is.
AL 0.3 (m)
= Bereik
Afstand tussen het luchttoevoerrooster en het
middelpunt van de luchtstroom waar de snelheid 0.3
m/s is.
AL 0.5 (m)
= Bereik
Afstand tussen het
luchttoevoerrooster en het
middelpunt van de
luchtstroom waar de
snelheid 0.5 m/s is.
Bv (m)
= Maximale vertikale
verspreiding.
= Maximale horizontale
verspreiding.
= Geluidsniveau.
Bh (m)
Lwa1 (dB (A))
Plafond effect (Koanda effect)
Als lucht langs een muur of plafond stroomt, ontstaat
er een depressie tussen de luchtstroom en de
oppervlakte, die de luchtstroom vervormt totdat ze
zich aan de oppervlakte hecht. Het effect verdwijnt bij
een snelheid die kleiner is dan 0,35 m/s.
De eind eenheden van de luchttoevoerroosters
(verspreiding) kiest men voor een maximale snelheid
in de hartlijn van de luchtstroom van 0.2 m/s, juist
voordat men de werkzone inkomt.
Om een aanvaardbare luchttoevoer te verkrijgen mag
het bereik niet minder dan 75% van het maximale
bereik zijn.
Drukverlies
De proeven zijn verricht met lucht van 1,2 kg/m3 bij
20º C. 101325 Pa (1013.25 mbar) en een relatieve
vochtigheid van 65 % (ISO 5219).
Download