Inleiding Wij houden onze praktische opdracht over de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië. Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat wij er al eerder over hebben geleerd in de geschiedenis lessen en wij het een interessant onderwerp vinden. De hoofdvraag van onze praktische opdracht is: Hoe is Nederlands-Indië onafhankelijk geworden? Deze vraag hebben wij uiteraard weer verdeeld in deelvragen. Onze deelvragen zijn: Hoe werd Indonesië gekoloniseerd en hoe ging Nederland met Nederlands-Indië om? (en wat is er allemaal gebeurd in de periode 1602-1940 in Indonesië) Welke invloed had de tweede wereldoorlog op Nederlands-Indië en hoe komt het dat het nationalisme een grote boost kreeg na de Japanse bezetting? Wat heeft Soekarno gedaan voor Nederlands-Indië? Met welke problemen kregen de Indonesiërs te maken op weg naar onafhankelijkheid? 1 Hoe werd Indonesië gekoloniseerd en hoe ging Nederland met Nederlands-Indië om? Het begon allemaal met de VOC, de verenigde Oost-Indische compagnie, die in 1602 werd opgericht. In het begin kochten de Nederlanders specerijen (kruiden) van Portugal die ze uit Indonesië haalden. Een aantal Nederlandse kooplieden kreeg het idee ook specerijen te kopen in Indonesië om ze vervolgens te verhandelen. Zo voer in 1595 een kleine Nederlandse vloot vanuit Texel naar Indonesië. Vanaf toen kwam er steeds meer en meer concurrentie en besloot de regering van de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden (=Nederland nu) de VOC op te richten. De VOC groeide uit tot een zeer machtig Nederlands handelsbedrijf. De VOC verkreeg het alleenrecht handel te drijven in de specerijenhandel, wat toen veel geld opleverde. Een alleenrecht op een product wordt een monopolie genoemd. Ook was de VOC de eerste naamloze vennootschap. Mensen konden aandelen dus vrij verhandelen. Dit was in die tijd erg slim want omdat het veel geld opleverde om aandelen te verkopen. Ook was het aantrekkelijk voor anderen, omdat mensen met aandelen er een stukje winst bij kregen als de reis was geslaagd. Een aandeel van de VOC De VOC handelde niet alleen in specerijen, maar ook in zijde (uit China) en grondstoffen uit Azië. De goederen werden opgeslagen in factorijen. Dat zijn gebieden met een pakhuis, een administratiekantoor en een fort om de goederen te beschermen. In totaal had de VOC 30 factorijen over verschillende werelddelen verspreid. De factorij van de Verenigde Oost-Indische Compagnie te Hoegly in Bengalen, Hendrik van Schuylenburgh 2 Wat ook belangrijk is, is dat Nederland toentertijd in oorlog was met Spanje en Portugal. Ook waren de Nederlanders niet echt welkom bij de Indonesiërs, want de Nederlanders boden vaak lage prijzen voor de goederen. Hierdoor moesten de Nederlanders vaak vechten met de Spanjaarden, Portugezen en/of Indonesiërs voordat ze een factorij konden bouwen. Door het steeds toenemende aantal factorijen besloot de VOC een gouverneur generaal te benoemen, de hoogste baas. Jan Pieterszoon Coen de vierde was een van de gouverneurs en benoemde Batavia (Jakarta nu) tot de hoofdstad van Indonesië in 1619. De VOC breidde zich steeds verder uit en verdreef de Portugezen. Het centrale bestuur in Nederlands-Indië was in handen van de Heren Zeventien, het centrale bestuur van de VOC. Zoals de naam al aangeeft bestond de Heren Zeventien uit zeventien bewindhebbers (heren) die de bestuurders waren van de kamers (bedrijven). Het bestuur van de VOC bestond uit in totaal zes kamers, waaronder de kamer in Amsterdam, de grootste kamer. De zes kamers bestonden weer uit verschillende kantoren. Zie hieronder het Oost-Indisch huis, een kantoor van de VOC die behoorde tot de kamer Amsterdam. Hier werden bestuurs- en administratiezaken geregeld. Oost-Indisch huis, door Reinier Vinkeles, 1768 Negenentwintig jaar later, in 1648, kwam er een eind aan de Tachtigjarige Oorlog met Spanje. Nederland was ondertussen veel welvarender geworden en Spanje en Portugal vormden niet meer zo een bedreiging. Engeland daarentegen was weer machtiger geworden en was volop aan het handelen met Azië. Er zijn in totaal vier oorlogen geweest met Engeland, het gaat hier om zeeslagen. Andere landen gingen ondertussen ook compagnieën oprichten, bijvoorbeeld Frankrijk en Zweden. Door concurrentie van het steeds toenemende aantal handelaren daalden de prijzen en nam de waarde van de specerijenhandel af. De Engelsen sloegen een erg grote slag in de periode 1780-1784. Er werden ruim 200 Nederlandse schepen vernietigd en beroofd. De VOC stond er hierdoor opeens slecht voor en ging uiteindelijk failliet in 1799. Van 1795 tot 1815 was Nederland bezet door Frankrijk. Doordat Frankrijk een vijand was van Engeland, en omdat Nederlands-Indië nu ook Frans bezit was veroverde Engeland in 1811 grote delen van Indonesië. Na de bezetting tot 1815 werd Nederland weer onafhankelijk en gaf Engeland Nederlands-Indië weer terug. De Nederlandse overheid nam de eigendommen en schulden over. Er was toen veel geld nodig, vooral voor de bouw van wegen en kanalen. De overheid voerde het zogenaamde cultuurstelsel in, in 1830. Dit hield in dat de Indonesiërs gedwongen 1/5e van de geproduceerde producten moesten afstaan. Dit leverde geld op voor Nederland, maar de Indonesische bevolking leed er onder. Dit kwam door voedseltekorten dat kwam weer doordat er veel gebied werd gebruikt voor het cultuurstelsel. Er werd wel in Nederland een beweging opgericht om de Indonesiërs te ontwikkelen, door scholen te bouwen en goedkoop geld te lenen voor investeringen. Uiteindelijk werd dit niet zo een groot succes. Een aantal duizenden mensen konden hier maar van profiteren. In 1870 werd het cultuurstelsel weer afgeschaft. Door de afschaffing was de grond nu beschikbaar voor particulieren. 3 Er werden tabak, thee, rubber en koffie plantages opgericht en ook bedrijven voor tin. Later werd ook nog ontdekt dat er olie in de grond zat op bepaalde plaatsen en zo werd het bedrijf ‘Koninklijke olie’ opgericht. Later is ‘Koninklijke olie’ gaan samenwerken met het Engelse bedrijf ‘Shell’ Onder toezicht van de plantagebeheerders snijden koelies (inlandse dagloners) tabaksbladeren op de plantage Bekisoen, 1885-1895 Eind 1900 werd er meer aandacht besteed aan spoorlijnen en wegen. Er zijn ook veel oorlogen gevoerd om van Nederlands-Indië één geheel te maken. Nederland vond dat er overal dezelfde regels en wetten moesten gelden. Er werden veel gebieden veroverd. Onder andere Noord- Sumatra en Celebes. Kaart Nederlands-Indië 4 Aan het hoofd van het bestuur stond de gouverneur-generaal. Nederlands-Indië was verdeeld in gouvernementen met elk een eigen gouverneur. Onder de gouverneurs kwamen de residenten en onder de residenten kwamen de controleurs. De controleurs hielden toezicht op het ‘eigen’ bestuur van de inlanders. Aan het hoofd van dit bestuur stonden de inlandse vorsten. In het begin van de 20ste eeuw werden er scholen gebouwd inclusief vervolgopleidingen. Vanaf dat moment gingen studenten steeds meer nadenken over het feit of het wel normaal was dat Nederlands-Indië door Nederland werd bestuurd. Er werden ook een aantal verenigingen opgericht op voor de Indonesiërs op te komen. In het kort kun je zeggen dat de Verenigde Oost Indische compagnie, die de Nederlandse overheid vertegenwoordigde veel invloed en macht kreeg in Nederlands-Indië doordat het zo goed ging met de (specerijen)handel en de VOC. Nederlands-Indië werd vooral gebruikt als inkomstenbron, door de specerijen, producten en grondstoffen te verhandelen. De Nederlanders hebben veel geld verdiend aan Indonesië en dachten dan ook meer aan het geld, dan aan de bevolking zelf. 5 Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op Nederlands-Indië en hoe komt het dat het nationalisme een grote boost kreeg na de Japanse bezetting? In Europa begon in 1940 de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. Na vijf dagen gaf Nederland zich over. In Nederlands-Indië was men ook ongerust, want misschien wilde Japan het gebied bezetten. De Japanners hadden bijvoorbeeld al groot gebied van China bezet en ze wilden graag grondstoffen als rubber en olie uit Nederlands-Indië. Toen bleek dat Japan de bondgenoot van Duitsland werd, stopte de Nederlands-Indische regering met de uitvoer van producten naar Japan. Op 7 december 1941 viel Japan de marinehaven Pearl Harbor van de Verenigde Staten aan. Pearl harbor lag op het eiland Oahu, een van de eilanden in de Stille Oceaan (nu een van de eilanden van Hawaï). De Amerikaanse vloot werd in een klap vernietigd. Nederland verklaarde Japan al snel daarna de oorlog. Eind februari 1942 vond er een grote slag plaats op de Javazee, tussen Britse en Nederlandse schepen en een Japanse vloot. De Japanners wonnen deze slag en kort daarna ging het Japanse leger op verschillende plekken in Nederlands-Indië aan land. Op 8 maart gaf de Nederlands-Indische regering zich over. Bijna 40.000 blanke militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en van het Britse en Australische leger werden krijgsgevangen gemaakt. Ook meer dan 50.000 Indonesische soldaten werden gevangen genomen, waar de meeste van hen al weer snel vrij gelaten werden. In 1942, toen Nederland bezet was door de Duitsers, vielen de Japanners Indonesië binnen. Vele Nederlanders en Indische Nederlanders (de afstammelingen van Nederlanders getrouwd met Indonesiërs) die daar woonden, kwamen toen in kampen terecht. Mannen en vrouwen&kinderen leefden gescheiden. Mannen in mannenkampen en vrouwen en kinderen in vrouwenkampen. Het leven in de kampen was erg zwaar. De kampbewoners moesten hard werken en kregen weinig te eten. Een heleboel mensen stierven, omdat ze verzwakt raakten en ziek werden. Vanaf 1943 begon de machtspositie van Japan te verzwakken. De geallieerden (de gezamenlijke tegenstanders van Duitsland en Japan) heroverden steeds meer gebied. De Japanners verdedigden zich hardnekkig. De Amerikanen eisten in juli 1945 volledige overgave van Japan. Maar Japan weigerde. Op 6 augustus 1945 gooiden de Amerikanen een atoombom op Hiroshima. Er stierven zo'n 70.000 mensen direct en binnen drie maanden stierven 130.000 mensen door radioactieve straling. Jaren later stierven er nog steeds mensen als gevolg van de straling. Drie dagen later gooiden de Amerikanen een tweede atoombom, nu op Nagasaki. Japan was verzwakt en gaf zich uiteindelijk op 15 augustus 1945 over. Na 15 augustus 1945 toen er een einde kwam aan de Japanse bezetting, veranderde er nogal wat in Indonesië. De Indonesiërs wilden geen Nederlandse regering meer. Ze wilden vrijheid. Op 17 augustus werd de onafhankelijkheid over Indonesië uitgeroepen. Indonesië werd een republiek met een belangrijke man, Sukarno, als eerste president. Nederland was natuurlijk niet blij met het verlies van hun kolonie. Ze stuurden zelfs nog soldaten overzee, omdat het land terug wilden hebben. Dit werd door de Nederlandse regering 'politionele acties' genoemd. De periode van september 1945 tot maart 1946 heet ook wel de berisap-periode. Berisap betekent: wees paraat. In deze chaotische periode tussen het vertrek van de Japanse bezetters en de komst van Nederlandse soldaten werden veel Nederlanders en Indische Nederlanders vermoord. Er werd nog lang gevochten waarbij een heleboel doden vielen, maar uiteindelijk moesten de Nederlanders accepteren dat het land niet meer in hun bezit was. De onafhankelijkheid van Indonesië werd door Nederland officieel erkend op 27 december 1949. De laatste Nederlanders die daar nog zaten, keerden toen terug naar Nederland. Ook de Indische Nederlanders en de Molukkers die voor Nederland hadden gevochten in de oorlog, vertrokken per schip naar het verre, koude land dat zij nog nooit hadden gezien. 6 Nationalisme Tot het eind van de 19ᵉ eeuw waren er nog veel delen van Nederlands-Indië waar de Nederlanders nooit kwamen en waar de lokale vorsten nog steeds de baas waren. Maar Nederland vond dat Nederlands-Indië een groot gebied moest worden, met overal dezelfde regels en wetten. De lokale vorsten waren er tegen, en de mensen die er woonden vaak ook. Daarom werden er rond 1900 veel oorlogen gevoerd, onder andere in Aceh (Noord-Sumatra), op Bali, op Lombok en in Zuid-Celebes. Pas na de laatste oorlog op Bali, in 1908, was Nederlands-Indië voor het eerst een groot geheel. Er kwamen in het begin van de 20ᵉ eeuw middelbare scholen waar soms ook inlandse jongeren naar toe konden, als ze van een rijke of adellijke familie waren. Speciaal voor hen kwamen er ook vervolgopleidingen, bijvoorbeeld voor 'inlands arts'. Maar wie echt een belangrijke studie wilde doen, of je nu Nederlander of Indonesiër was, moest naar Nederland, want in Nederlands-Indië waren geen universiteiten. Steeds meer Indonesische studenten en ex-studenten gingen zich afvragen of het wel zo normaal was dat de Nederlanders de baas waren in hun land. Vanaf 1908 gingen zij verenigingen oprichten die voor de belangen van de Indonesiërs opkwamen. En Later ontstonden er ook politieke partijen, zoals de Partai Kommunis Indonesia (PKI) en de Partai Nasional Indonesia (PNI), die onafhankelijkheid en vrijheid ('merdeka') wilden. Maar daar wilde de Nederlandse regering niet aan meewerken en bekende partijleiders, zoals Soekarno, Hatta en Sjahrir werden gearresteerd en gevangen gezet. Vooral in 1930 werden er veel van deze politici verbannen naar ver weg gelegen plekken en eilanden. De meeste kwamen pas weer vrij in 1942. 7 Wat heeft Soekarno gedaan voor Indonesië? Soekarno was de eerste president van de Republiek Indonesië. Hij was geboren op 6 juni 1901. Soekarno richtte met een paar andere personen de Partai Nasional Indonesia op (PNI). De partij streefde naar vrijheid en onafhankelijkheid. In het begin was Nederland het daar natuurlijk niet mee eens, en Soekarno werd gevangengezet, maar Soekarno kwam later toch weer vrij. In de periode 1910-1920 sloot hij zich aan bij het verzet tegen de Nederlandse overheersing en langzamerhand kreeg hij een steeds belangrijkere rol in de PNI. Soekarno was een echte nationalist en streefde naar onafhankelijkheid. Soekarno werkte ook samen met de japanners tijdens de tweede wereldoorlog zodat na de Japanse bezetting hijzelf en ook de PNI de macht konden overnemen om zo Nederlands-Indië onafhankelijk te maken. Soekarno Soekarno als student Soekarno riep op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid van Indonesië uit en werd ook gelijk de eerste president. Tijdens de politionele acties in 1947 en 1948 streed Soekarno mee, want de Nederlanders wilden Indonesië weer claimen en Soekarno was de president. De Nederlanders stuurden soldaten naar Indonesië onder het ‘doel’ de orde te herstellen. Dit was niet echt het geval, want de soldaten waren erg agressief en doodden de Indonesiërs die voor onafhankelijkheid streden. De meeste Indonesiërs droegen bamboestokken en enkelen Japanse geweren. Soekarno werd in 1948 gevangengenomen door de Nederlandse soldaten, maar werd door de wapenstilstand weer vrijgelaten. Uiteindelijk moest Nederland haar soldaten terugtrekken uit Indonesië onder druk van Amerika. Soekarno streefde ernaar de vele verschillende volkeren en eilanden van Indonesië te binden en er één staat van te maken met Java als politiek en bestuurlijk centrum. Soekarno wilde niet dat de islam, de godsdienst, de overmacht kreeg en scheidde daarom ook duidelijk politiek en geloof. In 1959 benoemde Soekarno zichzelf tot premier voor het leven. Soekarno leefde tot 21 juni 1970. Hij heeft een erg belangrijke rol gespeeld bij de onafhankelijkheid van Indonesië. 8 Met welke problemen kregen de Indonesiërs te maken op weg naar onafhankelijkheid? De Republiek Op 17 augustus 1945 riepen Hatta en Soekarno de Republiek Indonesia uit. De Nederlandse regering vond dat Indonesië nog steeds een onderdeel van Nederland was. De Nederlanders die uit de Japanse kampen kwamen gingen terug naar hun woonplaats om te kijken wat er over was van hun bezittingen. Soms was hun huis leeggeplunderd. Er zwierven veel opstandige groepen door dorpen en steden, die de mensen soms aanvielen. Eerst probeerde het Engelse leger het gezag te herstellen, maar dat lukte niet echt succesvol. Vanaf 1946 stuurde Nederland zelf weer militairen naar Nederlands-Indië. Met schepen als de Grote Beer en Zuiderkruis werden de troepen naar Indië vervoerd. Meer dan 120.000 Nederlandse militairen waren er in 1947 in Nederlands-Indië. De nieuw uitgeroepen Republiek had inmiddels ook een leger en vaak werd er over en weer op elkaar geschoten. Linggadjati Toch wilden allebei de regeringen proberen de ruzie vreedzaam op te lossen. In maart 1947 bleek dat te lukken. Er werd een overeenkomst getekend waarin Nederland erkende dat de Republiek de macht zou hebben op Java en Sumatra. Naast de Republiek Indonesië zouden dan de deelstaten Borneo en Oost-Indië bestaan, en allemaal zouden ze samen met Nederland de 'Nederlands-Indonesische Unie' vormen. Dat was het akkoord van Linggadjati, genoemd naar het bergdorpje op Java, waar de vertegenwoordigers van de regeringen bij elkaar waren gekomen. De eerste politionele actie Heel veel mensen bleken achteraf niet helemaal eens te zijn met het akkoord van Linggadjati. Binnen de Nederlandse regering waren er mensen die vonden dat Nederland te veel had toegegeven. Binnen de Indonesische regering waren er mensen die vonden dat men door moesten vechten voor onafhankelijkheid, zonder een verplichte band met Nederland. Nederland voelde zich in het nauw gedrongen en besloot om actie te ondernemen, de zogenaamde 'eerste politionele actie'. Vanaf 21 juli 1947 bezetten Nederlandse militairen grote delen van Java en Sumatra, onder andere belangrijke gebieden met olievelden en plantages. Internationaal waren er veel protesten tegen deze militaire actie. De Verenigde Naties riep op 1 augustus op tot een 'staak-het-vuren'. Nederland stopte pas eind augustus met de opmars. De tweede politionele actie Er moest opnieuw worden onderhandeld, maar de onenigheid bleef. Het leger van de Republiek Indonesië werd steeds sterker en ook kreeg de Indonesische regering steeds meer steun uit het buitenland. Maar de Nederlandse regering dacht dat met een militaire actie de situatie zou kunnen veranderen. Op 19 december 1948 ging de 'tweede politionele actie’ van start en nu bezette het Nederlandse leger heel Java en het grootste deel van Sumatra. Djokjakarta, de hoofdstad van de Republiek werd ook bezet. Soerkarno, Hatta en andere Indonesische leiders werden gevangen genomen. De Amerikanen waren woedend en dreigden de economische hulp aan Nederland stop te zetten. Onder druk van de Verenigde Naties zag Nederland uiteindelijk in dat ze niet langer de macht kon hebben in de vroegere kolonie. 9 Verbazing Nederland had dit niet verwacht. Men had niet gezien dat het nationalisme tijdens de Japanse bezetting zo sterk was gegroeid. Het bestuur in Nederland ging er ook vanuit dat het koloniale gezag spoedig hersteld zou worden en dat er daarna verder gegaan zou kunnen worden met het onafhankelijkheidsproces. Nederland wilde Indonesië voorlopig zeker niet kwijt, want de inkomsten uit het eilandenrijk waren hard nodig bij de wederopbouw van Nederland: ‘Indië verloren, rampspoed geboren’. Eerste akkoord Eerste akkoord bijeenkomst Op 15 november 1946 kwam het tot een akkoord met de nationalisten: het akkoord van Linggadjati. Nederland erkende de Republiek Indonesië en de Verenigde Staten van Indonesië. Deze zouden onderdeel blijven van het Koninkrijk met de koningin aan het hoofd. Beide partijen legden het akkoord echter anders uit en dat leverde uiteraard problemen op. Op 29 juli 1947 besloot de Nederlandse regering tot een militair ingrijpen in Indonesië, de eerste politionele actie, ofwel Operatie Product. Nederland wist hiermee weer grote delen van Java en Sumatra in handen te krijgen. Het Republikeinse leger van Indonesië begon hierop een guerrillastrijd. 10 Tweede akkoord Indonesische soldaten die in de stad marcheren Door het verzet van het Indonesische leger en de internationale kritiek - van de Verenigde Naties en de Verenigde Staten - besloot Nederland weer terug te keren naar de onderhandelingstafel. Dit keer aan boord van het Amerikaanse oorlogsschip Renville. Op 18 januari 1948 volgde een tweede akkoord tussen Nederland en Indonesië. Alleen bleef opnieuw veel onduidelijk. Nederland bleef streven naar een zo hecht mogelijke band met een federaal Indonesië en Indonesië bleef streven naar een onafhankelijke republiek. Daarop volgende de tweede politionele actie. Soevereiniteitsoverdracht Vergadering over onafhankelijkheid De druk van de Verenigde Naties op Nederland nam steeds meer toe. Het paste niet meer in de tijd om koloniale verhoudingen in stand te willen houden. Nederland werd in feite gedwongen om de onafhankelijkheid van Indonesië te accepteren. In augustus 1949 vond de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag plaats waar het akkoord over de onafhankelijkheid tot stand kwam. Op 27 december 1949 werd in het Paleis op de Dam de souvereiniteitsoverdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië getekend. 11 Nieuw-Guinea Soekarno Nederland en Indonesië waren toen nog niet van elkaar af. De inzet werd Nieuw-Guinea, dat was uitgezonderd van de soevereiniteitsoverdracht. Nieuw Guinea was dus nog onafhankelijk van Nederland. In 1962 werd Nieuw-Guinea pas aan de Republiek Indonesië toegevoegd. Vanaf dat moment kon de relatie tussen Indonesië en Nederland zich verder ontwikkelen zoals tussen twee onafhankelijke staten. De eerste president van de republiek Indonesië Soekarno, had de volgende visie op de heerschappij van de Nederlanders in Indonesië: "Moeten wij altijd onder de heerschappij der Hollanders blijven? (hard geroep: Nee!) Nu dan, die vrijheidsverkrijging ligt in onze handen. Over de gehele wereld heeft men steeds naar vrijheid gestreefd: Frankrijk, Engeland, Amerika, en zal men voortdurend de vrijheid trachten te veroveren. Ook in Azië, o.a. Egypte en Indië, dus ook wij! (Applaus). (…) Op de vraag, waarom de Europese staten er koloniën op na houden, geven die staten zelf nimmer een bevredigend antwoord, tenzij ze willen erkennen dat het alleen is om hun rammelende buik te vullen." 12 Conclusie Indonesië werd in de 17e eeuw gekoloniseerd en bestuurd door de VOC, die de Nederlandse overheid vertegenwoordigde. De VOC breidde haar handel en gebied uit en verkreeg een monopolie op de specerijenhandel, ook richtten particulieren later plantages op waardoor zij veel geld verdienden. Nederland heeft zichzelf uit Indonesië laten verdrijven als gevolg van het door hun gevoerde beleid. Indonesië werd in het begin beschouwd als een kolonie die de Nederlandse schatkist moest vullen, maar op ten duur probeerde Nederland toch ook voor de Indonesische bevolking goede dingen tot stand te brengen door het verbeteren van infrastructuur, de aanleg van verharde wegen en spoorlijnen. Ook het onderwijs is tijdens het Nederlandse gezag enorm verbeterd. Indonesië heeft in die tijd aardig wat verbeteringen verkregen door Nederland. Het Nederlandse bestuur had misschien edele, nobele doelen, maar de mensen die de doelen moesten verwezenlijken waren meer uit op hun eigen belang. Veel van de kolonisten waren erg hooghartig en dachten dat ze ver boven de Indonesische bevolking stonden. Dit zorgden ervoor dat de Indonesische bevolking zich minderwaardig begon te voelen en dat de ontevredenheid langzaam begon te groeien. Door het onderdrukken van het tegengaan van het nationalisme was de enige manier om je mening te uiten een partij op te richten. Denk hier bijvoorbeeld aan de partij van Soekarno, de PNI. Nederland heeft veel gedaan voor Indonesië, wat in eerste instantie noodzakelijk was om hun eigen belangen te verwerkelijken. Toch heeft op sommige momenten het eigen belang te veel centraal gestaan en wilden ze te veel hun eigen zin doordrijven, desnoods met geweld. Ook al had Nederland een ander beleid gevoerd dan hadden zij hoogstwaarschijnlijk toch hun kolonie verloren, want kolonies behoren niet meer tot deze tijd. Modern imperialisme is "uit de mode". Eigenlijk was Indonesië voor Nederland op het laatst een kwestie van eer. Ze haalde al lang geen winst meer uit de voormalige kolonie. Het behouden Nieuw-Guinea, het enige gebied wat ze nog "bezette", was alleen een erezaak. Bij het verliezen van de macht in deze kolonie hebben ze veel gezichtsverlies geleden en aanzien verloren. Na 350 jaar bezetting van Nederland werd Nederlands-Indië eindelijk "het Indonesië", waar al jaren lang voor gestreden was. 13 Gebruikte bronnen Google afbeeldingen Boeken ( zie tabel) 14