Intentieverklaring AJN en NVK Preconceptiezorg, een taak van

advertisement
Intentieverklaring AJN en NVK
Preconceptiezorg, een taak van jeugdarts en kinderarts
In 2009 verscheen het rapport ‘Een goed begin’ van de stuurgroep Zwangerschap en
geboorte met daarin adviezen om zwangerschapsuitkomsten te verbeteren (1). Een van
de speerpunten in dit rapport is het advies om vrouwen (en hun partners) gezonder aan
een zwangerschap te laten beginnen. Juist hierin is een pro-actieve rol weggelegd voor
jeugdarts en kinderarts gezien hun unieke positie: zij zien ouders met hun eerste of
volgend kind en zij kunnen voor een volgende (risico)zwangerschap, attenderen op
preconceptiezorg en ouders doorverwijzen naar een preconceptie spreekuur in de regio.
Ieder aanstaand ouderpaar wordt gegund zo gezond mogelijk zwanger te worden.
De jeugdarts en kinderarts informeren, waar mogelijk, de ouders over de
mogelijkheid tot preconceptiezorg en zijn op de hoogte naar wie door te verwijzen
in eigen regio.
Om de volgende redenen:
1. Gezond oud worden begint al vroeg in de baarmoeder
2. Unieke positie van jeugdarts en kinderarts
3. Samen zijn professionals, waaronder de jeugdarts en de kinderarts,
verantwoordelijk om de aanstaande zwangere en haar (eventuele) partner en het
(ongeboren) kind de beste kwaliteit van zorg te bieden
Onderbouwing:
1. Gezond oud worden begint al vroeg in de baarmoeder
In 2012 registreerde de Stichting Perinatale Registratie Nederland de geboorte van
176.155 kinderen: 971 van hen werden doodgeboren na een zwangerschapsduur van 22
weken of meer en 524 kinderen overleden in de eerste vier weken na de geboorte.
Ongeveer 85% van deze perinatale sterfte hangt samen met congenitale afwijkingen,
vroeggeboorte, laag geboortegewicht en/of een slechte start bij de geboorte. De basis
voor dergelijke pathologie wordt al in de embryonale fase gelegd. Naast perinatale
sterfte kan er ook sprake zijn van perinatale ziekten (morbiditeit). Deze kunnen zowel
korte als lange termijn gevolgen hebben. Te vroeg en te licht geboren kinderen krijgen
vaker leer- en gedragsstoornissen en te licht geboren kinderen hebben een hogere kans
op diabetes en hart- en vaatziekten op volwassen leeftijd.
De individuele leefstijl van de zwangere en haar partner, bijvoorbeeld roken,
alcoholgebruik, gezonde voeding (minder dan 50% van de zwangeren heeft foliumzuur
correct geslikt), medicatiegebruik (denk ook aan psychofarmaca), BMI, leeftijd, reizen,
reprotoxische stoffen, psychosociale omstandigheden kunnen van grote invloed zijn op
het verloop van de zwangerschap en de gezondheid van het opgroeiende kind. Ook
familiaire en genetische aandoeningen spelen een grote rol. Meer aandacht voor een
gezonde leefstijl, iedere keer voordat iemand zwanger wordt, vergroot de kans dat meer
vrouwen gezond aan hun zwangerschap beginnen.
Uit onderzoek van Elsinga en Den Jong-Potjer blijkt dat alle paren 1 of meer risico
factoren hebben (2). Een preconceptie consult leidt tot meer kennis van de zwangere
omtrent de negatieve effecten op de zwangerschap, de eigen handelingsopties en
daarmee tot een gezondere zwangerschap (3).
2. Unieke positie van jeugdarts en kinderarts
De Stuurgroep ‘Zwangerschap en geboorte’ stelde in zijn advies ‘Een goed begin’ dat deze
boodschap bij iedereen in Nederland bekend zou moeten zijn, zowel via collectieve
algemene voorlichting als via individuele preconceptiezorg. Dit betekent dat iedereen
vroegtijdig basiskennis moet hebben over onderwerpen als het menselijk lichaam,
seksualiteit en relaties, zelfbeschikking en vrouwenrechten, gezonde leefstijl en de wijze
waarop de zorg functioneert. Meer aandacht voor deze thema’s, nog vóórdat iemand een
kinderwens heeft, vergroot de kans dat meer vrouwen gezond aan hun zwangerschap
beginnen. Juist de jeugdarts en kinderarts zien ouders na een eerdere zwangerschap met
vragen over een volgende zwangerschap. Regelmatig is een eerdere zwangerschap anders
verlopen dan gehoopt; ouders hebben dan vragen hoe dit te voorkomen bij een volgende
zwangerschap. Dit biedt bij uitstek kans om ouders te attenderen op preconceptiezorg.
Daarmee zal herhalingsrisico verkleind kunnen worden.
3. Samen zijn professionals, waaronder de jeugdarts en de kinderarts, verantwoordelijk om
de aanstaande zwangere, haar ( eventuele) partner en het (ongeboren) kind de beste
kwaliteit van zorg te bieden.
Zij dienen op de hoogte te zijn van de mogelijkheden voor collectieve preconceptiezorg (in
de Wet Publieke gezondheid is deze taak bij de gemeenten gelegd) en voor individuele
preconceptiezorg (kinderwensspreekuren) in hun regio, zoals deze zijn afgesproken in het
betreffende Verloskundig samenwerkingsverband (VSV) dan wel in het Regionale
Consortium Geboortezorg (kennisnetwerken rond 10 perinatale centra). Individuele
consulten worden door zorgverzekeraars vergoed conform het basispakket voor zover het
“gevraagde zorg” is.
In 2007 kwam de Gezondheidsraad reeds met een advies aan de minister betreffende
preconceptiezorg. De commissie concludeert op basis van de gevonden wetenschappelijke
inzichten dat preconceptieadvisering over voeding, leefwijze, ziekten,
geneesmiddelengebruik, arbeidsomstandigheden en erfelijke factoren inmiddels als goede
zorg kan worden beschouwd. Daarom zou het wenselijk zijn preconceptiezorg actief aan alle
aanstaande ouders aan te bieden. Een algemeen programma hiervoor acht de commissie
zinvol (4). Sinds 2011 bestaat er een huisartsen standaard preconceptie zorg (5).
In het advies van de Stuurgroep Zwangerschap en geboorte wordt gesteld dat alle
professionals in de zorg rond zwangerschap en geboorte zich meer zouden moeten
committeren aan een gezamenlijk kwaliteitsbeleid. Samen zijn professionals verantwoordelijk
om tijdens het gehele geboortezorgtraject de (aanstaande) zwangere, haar (eventuele)
partner en het (ongeboren) kind de beste kwaliteit van zorg te bieden. Het is aan jeugdarts
en kinderarts om ouders pro-actief te informeren over het preconceptie spreekuur en op de
hoogte te zijn wie dat in eigen regio geeft.
Nadere informatie over de inhoud van individuele preconceptiezorg is te vinden op:
www.strakszwangerworden.nl
www.zwangerwijzer.nl
www.goedgeboren.nl
www.rivm.nl/toolkits/zwangerworden
Referenties:
1. Advies Stuurgroep zwangerschap en geboorte: Een goed begin (2009)
2. De Jong-Potjer LC, Elsinga J. Preconception counselling in general practice. Evaluation of a
systematic programme inviting couples contemplating pregnancy [proefschrift]. Leiden:
Universiteit Leiden, 2006a.
3. Elsinga J, De Jong-Potjer LC, Van der Pal-de Bruin KM, Le Cessie S, Assendelft WJ,
Buitendijk SE. The effect of preconception counselling on lifestyle and other behaviour before
and during pregnancy. Womens Health Issues 2008;18:S117-S125.
4. Gezondheidsraad. Preconceptiezorg: voor een goed begin
(2007).www.gezondheidsraad.nl/nl/adviezen/preconceptiezorg-voor-een-goed-begin.
5. NHG standaard preconceptiezorg (2011)
Namens de AJN en NVK:
Anneke Kesler-Koppe (AJN) en Janneke Kreijen-Meinesz (NVK)
Tot 1-1-2015 lid van de Commissie Voorlichting en Preconceptiezorg van het College Perinatale Zorg.
4-11-2015
Download