inleiding-cw-samenvatting-milestones

advertisement
Chapter 1 Research as a Basis for Understanding Mass Communication
Massamedia
 Kan op velen manieren bestudeerd worden doordat de massamedia een belangrijke rol spelen
in onze dagelijkse levens. Maar wat doen Massa communicaties eigenlijk met ons, zowel
individueel als collectief?
 Belangrijk is hierbij te weten wat men bedoelt met de term massamaatschappij. Hieruit zijn
namelijk voortgekomen; massamedia, massapubliek en massacommunicatie. Massa verwijst
niet alleen naar een groot aantal. Velen maatschappijen kregen juist grote populaties door de
massacommunicatie en massamedia.
Late 18e eeuw;
 De westerse maatschappij was 'traditioneel' in zijn/haar organisatie en kwam langzaam tot
ontwikkeling. Landbouw was erg belangrijk. Communicatie vond plaats via 'word-of-mouth'. Er
werden boeken gedrukt maar deze konden maar door een klein deel van de bevolking gelezen
worden. De krant speelde een kleine rol.
Eind 18e eeuw;
 Grote verandering zouden de 'traditionele' vorm van communicatie drastisch veranderen. Denk
aan industrialisatie, urbanisatie en modernisatie. Wanneer een van deze ontwikkeling
plaatsvond werden sociale relaties, materiele cultuur, sociale normen en de denkwijzes van
individuen steeds weer beïnvloed.
dak)
Industrialisatie; Ontwikkelingen in wetenschap en machines leverden nieuwe bronnen en
machines op. Productieprocessen verliepen sneller. Twee elementen waren belangrijk:
Fabriek systeem (direct resultaat economische voordelen, onderdelen proces onder één
en onderneming. Nieuwe gemeenschappen ontstonden om de steden, zonder geschiedenis
en tradities. Toen fabrieken, marketing ondernemingen, transportsystemen en financiele
instellingen groter werden, werd de belangrijkheid van de ondernemingen duidelijk. De
ontwikkeling van de ondernemingsstructuur en de uitbreiding in de grootte van industrieelcommerciele groepen bracht een nieuwe vorm van bureaucratie met zich mee, namelijk die
van een sociale ganisatie. De 'traditionele' maatschappij werd vervangen door de
industriele. De nadruk lag nu meer op de onpersoonlijke verplichtingen van het legale
contact. De groeiende mobiele en bureaucratiserende maatschappij verminderden de
persoonlijke verbindingen tussen mensen.
Urbanisatie; Een proces waarbij een toenemend deel van de populatie van een gegeven
gebied leeft in steden. Deze explosie van stedelijke groei had op veel vlakken te maken met
de industralisitie. Het sociale aspect van urbanisatie is dat het de kwaliteit van het leven
verandert. Waar het leven van de eerdere plattelandse en traditionele maatschappij
gebaseerd
was op sociaal gedrag, werd het leven in de nieuwe steden gekaraktariseerd door
verwarring van de regels, gewoontes en tradities, een voorwaarde genaam anomie. Dit
vond
plaats in de laten 19e en vroege 20e eeuw.
Gevolg; grote verschillen tussen mensen. (Ferdinand Tonnies; Gesellschaft)
Modernisatie; terwijl de industrialisatie en urbanisatie voortduurde, veranderden de
levensstijlen van de inwoners van moderne samenlevingen. Modernisatie zorgden voor nog
grotere verschillen (verschil arm-rijk duidelijk zichtbaar), Modernisatie heeft veel te maken
met de groei van de massamedia, het gebruik van print, film en broadcast media nam
namelijk ook toe naast het veelvuldig aanschaffen van goederen. Moderne samenlevingen
functioneren heel anders op het gebied van media dan pre-industriele samenlevingen.
De overgang van traditionele naar de moderne maatschappij bevat toenames in;
 Sociale veranderingen en;
 psychologische isolatie
Deze zijn ontstaan door factoren als;
 Bureaucratie
 contracten
 migratie
 het verspreiden van vernieuwingen
→ Mensen zijn hierdoor meer uitelkaar gegroeid dan dichterbij elkaar gekomen.
Moderne stedelijke-industriele samenleving = Massa maatschappij ontstaat door;
 Sociale veranderingen in de maatschappij die toenemen door de groeiende divisie van arbeid,
bureaucratie van menselijke groepen, de 'mix' van verschillende populaties, en verschillende
modellen van consumptie.
 Het gebruik van sociale controles (contract, civiel recht en justitie systemen)
 De invloed van informele sociale controle neemt af als de invloed van traditionele normen en
waarden afneemt, wat leidt tot toenames in het voorkomen van afwijkend gedrag.
 Conflicten nemen toe door sociale verschillen tussen mensen m.b.t. waarden en levensstijlen.
 Open en makkelijke communicatie als basis van sociale solidariteit tussen mensen wordt
moeilijkere door de sociale verschillen.
→ door al deze veranderingen werden mensen afhankelijk van massa communicatie voor
het verkrijgen van informatie die ze nodig hebben.
Begin 20e eeuw;
 Opkomst massamedia, mass society theory (1900-1940).
 Magic Bullet Theorie; Media werken als schoten in de hersenen van mensen, mensen merken
dit effect (1910-1940). Magic Bullet Theorie was een soort vertrekpunt waaruit andere
theorieën voortkwamen. Basisvoorwaarden voor deze theorie;
- Mensen in een massamaatschappij leiden sociaal geïsoleerde levens met een beperkte
sociale controle.
- Zoals alle dieren, hebben mensen vanaf hun geboorte een bepaald instinct dat hun wegen
leidt en hun antwoorden bepaalt op de omgeving.
- Mensen interpreteren en ontvangen mediaboodschappen op een uniforme manier.
- Dus mediaboodschappen zijn als symbolische 'kogels' die ieder oog en oor raken, en
resulteren in effecten op het denken en gedrag en zijn dus direct, onmiddellijk en
krachtvol.
Eind jaren 1920;
 Industrialisatie, urbanisatie en modernisatie heeft geleidt tot het ontstaan van de

massamaatschappij.
In deze massamaatschappij zijn mensen geïsoleerd van hun medeburgers en afhankelijk van de
media.
→ massamedia had grote invloed, deze invloed is vooral negatief.
Na allerlei effecten van media maakten mensen zich zorgen over het probleem van de media
invloed. Onderzoeksmethoden werden bruikbaar/gemaakt.
Chapter 2 The Payne Fund Studies: The Effects of Movies on Children
Tijdens de jaren 1920;
Filmindustrie, wat was de invloed van dit nieuwe medium?
Het presenteerde situaties en ideeën die ouders misschien niet konden waarderen t.o.v. hun
kinderen → onderzoek nodig om effecten op kinderen zichtbaar te maken.
Twee categoriën;
 Het doel is de inhoud van de films te bepalen en de compositie van het publiek.
 Proberen de effecten op dit publiek te verklaren m.b.t. hun blootstelling aan de thema's en
boodschappen van de bewegende beelden.
Mogelijke effecten;
 Veranderingen in houding
 Stimulatie van emotie
 erosie van morele standaarden
 Aanwinst van informatie
 Kwaad op gezondheid
Conclusies;
 Films gaven kinderen nieuwe ideeën,
 beïnvloeden hun houdingen,
 stimuleerden hun emoties,
 presenteerde morele standaarden anders dan die van velen volwassenen,
 veroorzaakte slaapstoornissen,
 en beïnvloedde de interpretaties van de wereld.
Deze conclusies zijn echter niet toepasselijk op deze tijd. Het onderzoek vond namelijk plaats in
een tijd waarin de media nog niet zo een grote rol hadden als nu. Tegenwoordig is men omringd
door een houding van de media die tijdens dit onderzoek niet te realiseren was.
The Payne Fund Studies presenteerden een beeld van de invloed van de films in de jaren 1920 op
de jeugd in die periode.
 Ze waren een invloed op de houdingen van de jeugd..
 Ze 'verzorgden' modellen voor gedrag voor de jeugd.
 Ze vormen interpretaties van het leven.
Chapter 3 The Invasion from Mars: Radio Panics America
30 Oktober 1938; De Verenigde Staten was verwikkeld in een oorlog, aangevallen door rare
schepsels van Mars. Tenminste, dat dachten zo een 6 miljoen mensen die die avond geluisterd
hadden naar het radioprogramma van CBS, genaamd “Mercury Theatre on the Air”.
Wat ze hoorden was een radio drama dat ging over de aangepaste versie van H.G. Wells's
meesterstuk War of the Worlds.
Onderzoek:
 Welke rol speelde de ontwikkelende massa communicatie theory en methode hierin?
 Hoe beïnvloedde deze broadcast en het onderzoeksproject de publieke kijk op radio als een
medium?
Conclusies
6 miljoen mensen luisterden naar het programma en zeker 1 miljoen hiervan werden bang en
raakten in paniek. Daarnaast waren er velen redenen waardoor dit radiostation velen luisteraars
wel bang maakten terwijl andere radiostations dit juist niet deden. Dit kwam door;




Het vertrouwen dat het Amerikaanse publiek had ontwikkeld m.b.t. de radio. Voor hen was het
hun voornaamste nieuwsbron, en het publiek ging er dan ook vanuit dat de radio gebruikt
werd om belangrijke en op waarheid berustende aankondigingen te doen.
De historische timing. De broadcast kwam op een moment dat de Amerikanen al enkele jaren
economische onveiligheid verdraagden en de bedreiging van een andere oorlog onder ogen
zagen.
De pure technische briljantheid van de film. Vooral het gebruik van de “on-the-spot reporting”
en de interviews door experts.
Het te laat inschakelen van de radiozender. Het missen van de aankondiging dat de broadcast
een dramatische aanpassing was van War of the worlds was een belangrijke factor.
Een derde conclusie was dat er veel redenen waren waarom sommige individuen in paniek raakten
terwijl anderen dat niet deden.
 Degene die kritische bekwaamheid bezaten waren het meest waarschijnlijk te ontdekken dat
de broadcast meer een spel was dan echt nieuws.
 Degene met streng religieus geloof waren waarschijnlijker te geloven dat de invasie echt was.
 Persoonlijke factoren als emotionele onveiligheid, persoonlijke fobie, tekort aan zelfvertrouwen
en fatalisme waren ook belangrijk. Mensen met deze factoren zijn het meest waarschijnlijk om
te geloven dat de invasie plaatsvond.
 Een individu's gevoeligheid voor de broadcast kan beïnvloed zijn door een ongebruikelijke
manier van luisteren. Bijvoorbeeld in het bijzijn van vrienden.
De Cantril study is erg belangrijk in de geschiedenis van de massacommunicatie. Het was namelijk
de eerste studie naar paniek gedrag ontstaan door een massa medium. De onderzoekers waren
niet zozeer geïnteresseerd in de theorie van de effecten van massa media, maar meer in de
psychologische en sociale factoren die te maken hebben met het ontstaan van paniek.
Persoonlijke factoren, sociale categoriën, religie en opvoeding speelden een belangrijke rol m.b.t.
het wel of niet geloven van de radio.
Chapter 4: The People's Choice: The Media in a Political Campaign
1940 Was een chaotisch jaar voor de Verenigde Staten. Het einde van dit jaar betekende het einde
van een tijdperk en het begin van een nieuwe. Het was het laatste jaar dat te maken had met de
Grote Depressie van de jaren 30 en daarnaast het laatste jaar van vrede. De Verenigde Staten kreeg
te maken met oorlog. Daarnaast was men op zoek naar een nieuwe nationale leider: Franlin
Roosevelt speelde hier een belangrijke rol in. En er was ene Wendell Wilkie, een grotendeels
onbekende kandidaat zonder vroeger opgedane politieke ervaring. Roosevelt won uiteindelijk de
verkiezing.
Men besloot hier een onderzoek naar te doen, genaamd The People's Choice. Dit onderzoek werd
gedaan door Lazarsfeld, Berelson en Gaudet. De nadruk in dit onderzoek lag op waarom mensen
besloten te stemmen zoals ze hebben gedaan, waardoor kwam dit?
De uitslagen die gevonden zijn aan de hand van dit onderzoek zijn in te delen in twee categoriën;
 Een categorie m.b.t het helpen van ons om de kiezers zelf te begrijpen en de machten die hun
politieke ideeën en gedrag beïnvloedden.
 Een categorie m.b.t de rol van de massamedia en hun politieke propaganda die heeft geholpen
hun stemkeuzes te bepalen.
Conclusies
Door het onderzoek werd inzicht verkregen in de invloed van massamedia m.b.t. politiek tijdens de
campagne van verkiezingen;
 De propaganda activeerden degene met een aanleg gebaseerd op de sociale categorie
lidmaatschap.
 Versterkten degene wiens beslissingen/keuzes al vaststonden door de beperkingen van de
categorie lidmaatschap.
 En liet een aantal veranderen van standpunt, dus van de ene naar de andere.
De effecten waren niet altijd krachtvol door het directe behandelen van hulpeloos publiek. Dit
waren beperkte effecten die te maken hadden met de demografische karakters van het publiek op
verschillende manieren.
Opinieleiders werden wel selectief beïnvloed door de media.
Uit The People's Choice ontstond de Two-step flow Theory.
Uit The People's Choice kwam voort;
 Een heroverweging van communicatie theoristen over de inhoud van de Massamaatschappij.
 Het idee van krachtvolle invloed.
 De rol van de sociale categorie lidmaatschap.
 De betekenis van interpersoonlijke verbindingen.
Er zijn maar weinig studies in de geschiedenis van de communicatiewetenschap die zo een impact
hebben gehad.
Chapter 5: Audiences for Daytime Radio Serials: Uses and Gratifications
In de late jaren '30
De verenigde Staten was inmiddels een mediamaatschappij geworden. In het land waren ongeveer
2000 dagelijkse nieuwskranten, velen tijdschriften en duizend andere soorten van dit soort
periodieken. Daarnaast waren er de enorm populaire filmindustrie en honderden radiostations. Elk
van bovengenoemde onderdelen in deze mediamaatschappij had een immens en enthousiast
publiek. Dus zo gauw de depressie eind jaren '30 verdween, nam de tijdsbesteding aan lezen, naar
de film gaan en luisteren naar de radio enorm toe.
Tijdens Wereloorlog I → Films werden belangrijk.
Tijdens jaren '20 → Radio werd belangrijk.
Eind jaren '30 → Men wist relatief weinig over media publiek op het gebied van hoe en waarom ze
aangetrokken werden door verscheidene van inhoud.
- Hoe selecteerden zij de inhoud van de dagelijkse golf van
mediaboodschappen, de specifieke informatie waaraan ze aandacht gaven?
- Met andere woorden; wat las, luisterden en kijkten men naar?
- Of accepteerden het publiek gewoon op een passieve manier wat hen
voorgeschoteld werd?
- Of waren ze toch meer actief bezig met het zoeken van inhoud en het `
afkeuren van anderen?
- Welke functies hadden deze boodschappen voor degene die hem
ontvingen?
Uses → De gebruiken van de media inhoud door het publiek/de ontvangers.
Gratifications → Voldoeningen die ervaren werden als resultaat van het bijwonen door het publiek.
Perspectieven
- Uses and Gratifications → Ontstaan door The Office Radio Research die gefocused was op de
invloed van de radio.
- Accumulation Theory → De invloed van de uitzendingen op degene die regelmatig
luisteren/kijken zou gedurende een langere periode merkbaar zijn
(accumuleren).
Herzog deed onderzoek
 er werd gekeken naar de karakters van de vrouwen die gebruik maakten van de dagelijkse
uitzendingen.
 Daarnaast werd gekeken naar wat hun Uses waren van de informatie die voortkwam door te
luisteren en welke Gratifications dit veroorzaakten.
Conclusies
 Op dit moment is het publiek voor dagelijkse programma's zowel groot als enthousiast.
 In tegenstelling tot het ontstaan van de massamaatschappij is het zo dat degene die het meest
gretig luisteren niet in termen verschillen van sociale isolatie, van degene die dit niet doen. Wel
hebben ze een lager niveau van opvoeding en verkozen minder verfijnd leesmateriaal
(suggereert een lager niveau van intellectuele interesse.
 Publiek is actief, gebruik media is een vorm van doelgericht handelen.
 Mediagebruik vloeit voort uit verwachting bevrediging van behoeften, initiatief ligt bij
ontvanger.
 Aspecten van mediagebruik kunnen via zelfrapportage worden vastgesteld (methodisch).
 Geen waarde-oordeel over media-inhoud.
 Bij behoeftenbevrediging concurreren media met elkaar en met andere vormen van
behoeftenbevrediging (slaap, hobby, uitgaan, etc.).
Chapter 6 The Iowo study of hybrid seed corn: The adaoption of innovation
Voor de industriële revolutie vonden veranderingen in de maatschappij zeer langzaam plaats.
Sommige mensen vonden iets uit en brachten dit over op andere maatschappijen maar dit
gebeurde ook niet zo vaak. Dit kwam simpelweg door het feit dat er weinig uitvindingen waren
maar ook doordat de communicatiemiddelen zeer gering waren.
Naarmate er steeds meer uitvindingen in de maatschappij kwamen rees de vraag waarom het ene
nieuwe idee goed wordt ontvangen en door iedereen wordt gekocht, terwijl het andere wordt
genegeerd. Gabriel Tarde wou dit ‘decision-making process’ verklaren.
Tarde focuste zich op het psychologische proces dat mensen doorliepen bij het accepteren van een
uitvinding; hoe ze in contact kwamen met de uitvinding, het overwegen en uiteindelijk beslissen of
ze een uitvinding accepteren of verwerpen.
Een van de nieuwste uitvindingen in de agrarische wereld rond 1920/1930 was ‘hybrid seed’. (Uit
een vaag verhaaltje blijkt dat deze dus beter is, het kan beter tegen droogte en ziektes, blablabla)
In eerste instantie duurde het lang voordat deze uitvinding werd overgenomen omdat de
amerikanen in deze tijden(crisis en aankomende oorlog) erg voorzichtig waren.
De vraag was waarom de boeren waren overgestapt, welke informatie ze kregen, waar de
informatie vandaan kwam en wat hun keuze beïnvloedde.
Het onderzoek:
Onderzoeker Ryan besloot 2 kleine gemeenschappen in Iowo te onderzoeken. De studie was
gebaseerd op interviews met boeren. De boeren moesten minstens 20 ‘acres’ grond hebben en
moest al begonnen zijn met ‘boeren’ voordat het ‘hybrid seed’ op de markt kwam.
Uit het onderzoek bleek;
 Dat bijna geen enkele boer meteen geheel was overgestapt naar de nieuwe uitvinding. Een
klein stukje land werd gereserveerd om het uit te proberen. De economische situatie was
een reden hiervoor (great depression).
 Bijna de helft van geïnterviewde boeren gaf aan dat ze informatie over de uitvindingen
kregen via vertegenwoordigers/zakenmannen. Andere bronnen waren de radio(10%),
artikelen in ‘boeren bladen’(10.7%), buren(14.6%) en familieleden.
 Niet alle bronnen waren even belangrijk. Hoewel buren niet diegene waren waardoor de
meeste boeren in contact met de uitvinding, ze leken wel de bron die te zijn die de boeren
met meest beïnvloedde ( de ‘salesmen’ bleken dus niet het belangrijkst te zijn bij de
beslissing.
 De tijd tussen het horen over de uitvinding en het in gebruik nemen van de uitvinding was
gemiddeld 5 tot 6 jaar.
 Voor de boeren die de uitvinding al snel gingen gebruiken, waren de ‘salesmen’ de meest
beïnvloedende factor tijdens hun beslissing. Boeren die de uitvinding pas later overnamen
werden meer beïnvloed door buren enz. Ze waren belangrijk op 2 manieren:
- Ze speelden in de jaren ’30 een belangrijke rol in het wekken van de interesse bij de boeren
-
Ze waren erg belangrijk in de jaren dat de nieuwe zaad op verschillende plekken was
overgenomen. (interpersoonlijke contacten waren weer belangrijker dan radio
advertenties)
Pemberton, een andere onderzoeker beweerde eerder dat iedereen (salesman, familieleden,
buren, communicatiemiddelen enz.) een gelijke kans hadden in het informeren en beïnvloeden van
mensen. Na dit onderzoek bleek deze bewering dus helemaal niet waar te zijn.
Rogers presenteerde (met de resultaten van het onderzoek van Ryan en Gross) 5 fases die mensen
doorlopen bij het ‘adoption process’
- Awareness
zowel door de media als de door interpersoonlijke contacten informatie verspreidt om de
interesse te wekken. Rogers concludeerde dat bewustwording van een uitvinding te maken
heeft met ‘need’. Mensen in de stad hebben natuurlijk weinig aan de uitvinding van het
zaad dus schenken er een stuk minder aandacht aan. Als de interesse niet wordt gewekt,
eindigt het proces hier.
- Interest (hier boven al in verwerkt)
ken de voor en nadelen van de uitvinding (kosten, risico,
opbrengsten)
reserveren om het zaad te testen. Je kunt ook denken aan een proefrit in een auto, of een
apparaat dat je tijdelijk kunt uitproberen.
Dan heb je nog 3 type mensen:
- Early acceptors (de mensen die het zaad uittestten)
- Early addopters (een groter aantal mensen die het begonnen te gebruiken nadat ze zagen
dat het bij de eerste groep lukte)
- Majority (groot aantal mensen die tussen 1940 en ’41 het zaad in gebruik namen)
- Later acceptors (mensen die de uitvinding pas overnamen toen hun buren het al hadden)
Chapter 7 Experiments with Film: Persuading the American soldier in World War II
Op 7 december 1941 werd Pearl Harbor aangevallen door de Jappaners. Roosevelt (en de hele
Amerikaanse bevolking) zag dit als een serieuze bedreiging voor het land en besloot actie te
ondernemen. Ook omdat heel Europa al was bezet door de VS, dus de VS werd serieus bedreigd.
Meteen waren er een hoop vrijwilligers en ook de dienstplicht werd ingezet, mensen waren erg
enthousiast en dachten de oorlog snel te kunnen winnen. Uiteindelijk waren er 15 miljoen
Amerikanen beschikbaar.
Het merendeel van al deze mensen wist helemaal niks van oorlogvoeren af maar ze moesten zo
snel en zo effectief mogelijk getraind worden. Omdat er grote diversiteit was onder de soldaten
werden ze verdeeld in groepen naar hun eigen ‘soort’(opleiding, inkomen,religie enz.)
Een ander probleem was dat ze weinig af wisten van de conflicten in de wereld. Dat kwam doordat
Amerika zich na de eerste wereldoorlog isoleerde van de ‘wereldproblemen’, ze hielden zich alleen
bezig met binnenlandse kwesties.
De legerleiding zag in dat ze een snel en effectief middel moesten vinden om deze info bij te
brengen; training films (grote aantallen tegelijk konden deze kijken)
Frank Capra, een Hollywood regisseur werd gevraagd dit te doen. Uiteindelijk kwamen er een serie
van 7 films die ‘Why We Fight’ heette met;
- Objectieve documentatie
- Officieel brongebruik
- Shots van propaganda films
- Shots van nieuwsuitzendingen
- Een verteller die bij de beelden uitleg geeft
De films waren hier en daar wel een beetje gemanipuleerd om het wat Amerikaans te maken.
De films hadden 2 basisdoelen;
- Feitelijke kennis bijbrengen over de oorlog
- De interpretaties en meningen over het accepteren van de militaire rol en de opoffering om
te overwinnen moesten positief bijgesteld worden.
Vanuit deze doelen moest dit bereikt worden:
1. Het geloof in het feit dat ze voor een goed doel vechten
2. De realisatie dat het een moeilijke klus zou worden
3. Een overtuigend vertrouwen in hun eigen kunnen en in het kunnen van hun leiders om de
klus goed te klaren
4. Een gevoel van vertrouwen, voor zover dat mogelijk was in de omstandigheden, in de
eerlijkheid en vechtcapaciteiten van onze soldaten
5. Kwaadheid, gebaseerd op de kennis die ze hadden over de feiten, tegen de tegenstanders
wie veroorzaakt hebben dat ze moeten vechten
6. Het geloof dat ze door een militaire overwinning, het politieke succes van een betere
wereld mogelijk maakt
De grote vraag was natuurlijk: Werkten de films?
Dit werd onderzocht door Hovland en zijn team.
Het onderzoek was georganiseerd door het gebruik van een experimentele groep (die de film
daadwerkelijk zagen), een controle groep(die de film niet zagen) en een before-after groep(die een
vragenlijst kregen voor het zien van de film en na het zien van de film)
Er werden 2 vragenlijsten gebruikt;
 Fact-quiz (er moest dus een correct antwoord worden gekozen)
 Mening vragen (was ook multiple choice, ze moesten een mening kiezen die het beste bij
die van hun paste)
Uitkomsten:
Bij het beoordelen van de uitkomsten werd er vooral gelet op 4 punten;
- Was de film effectief in het bijbrengen van feitelijk kennis over militaire kwesties?
- Heeft de inhoud van de film de meningen en interpretaties van de kijkers beïnvloed?
- Is de houding ten opzichte van de Britse soldaten verbeterd?
- Is motivatie van de soldaten gestegen, om in een zware oorlog te vechten?


Het werd al snel duidelijk dat de feitelijke kennis beter was geworden(ook in vergelijking
met de controle groep)
Wat interpretaties en meningen betreft werd het al snel duidelijk dat de soldaten door het
zien van de film nu wel inzagen dat de Nazies hun best deden om Engeland te veroveren,


ook zagen ze in dat Engeland tot nu toe een geweldige prestatie had geleverd omdat ze nog
niet overwonnen waren.
De film had veel minder effect op de houdingen van de soldaten tegenover de Britten.
De film had totaal geen effect op de motivatie van de soldaten.
Ze vroegen zich af waarom soldaten niet gemotiveerd waren. Dat had verschillende verklaringen
zoals; de soldaten konden op het thuisfront al beïnvloed zijn door nieuws.
Ook dingen als druk van familie, sociale normen en angst voor dood en verwonding speelden een
rol.
direct na het zien van de films en dat de invloeden van de films pas later terug te zien zijn.
In later onderzoek werd duidelijk dat veranderingen in meningen vaak op lange termijn pas te zien
is, de feitelijke kennis wordt na een paar weken minder.
Andere filmstudies:
 er waren vragen over het feit dat de soldaten de films misschien als propaganda zagen, of
als Hollywoodfilms met acteurs in plaats van echte beelden die werkelijk plaats hadden
gevonden.
 Er werd onderzocht of de mannen de films leuk vonden en wat ze dachten dat het doel was
dat het ging om geloofwaardige beelden.
Er werd nog meer onderzoek gedaan met andere films genaamd ‘the war’
Het was een kort verhaal bestaand uit 5 delen, elke week was er een ander verhaal maar wel met
dezelfde naam ‘the war’. Mannen konden een vragenlijst invullen na het zien van de film of ze
konden een programma analyse geven in het theater zelf. De uitkomsten waren:
- Als er in een film simpelweg werd gepraat daalde de interesse
- Als er schoten of militaire actie te horen waren, steeg de interesse
- Als er actie te zien was met daaronder een verteller was de interesse hoog
- Herhaling van shots werd niet gewaardeerd
- Zeer realistisch materiaal was de voorkeur van de meeste mannen.


Dan was er nog een onderzoek met de vraag of het bij een film die als training bedoelt is,
beter is de film in te leiden met een verhaal over wat er is de komende film, of dat het
beter is dat iemand na het zien van de film de belangrijke punten samenvat. Uit het
onderzoek werd duidelijk dat het effectiever is om een introductie te doen.
Ook werd er onderzoek gedaan naar de samenhang tussen de resultaten van het onderzoek
en het niveau van scholing.
Duidelijk werd dat soldaten met een hogere opleiding beter scoorden bij de feitelijke
kennis vragen.
Ook werd duidelijk dat hoe moeilijker de feitelijke informatie werd, hoe meer de mening
van de hoogopgeleide mannen werden beïnvloed. Hoe lager met niveau van de informatie
werd, hoe meer de laagopgeleide mannen werden beïnvloed.
Als laatst was er nog een onderzoek naar wat de beste manier was om mensen te overtuigen als
het gaat om argumentatie. Is het beter om alleen je eigen argumenten voor de stelling te
presenteren of is het beter om zowel voor- als tegenargumenten te gebruiken. Het verhaal achter
dit onderzoek was dat de oorlog nog langer zou gaan duren en ze wilden dat de soldaten de duur
van de oorlog niet verkeerd in zouden schatten. Het vooruitzicht was namelijk dat de oorlog snel
over zou zijn maar de mening/interpretatie moest dus bijgesteld worden.
Uitkomsten van het onderzoek;
- Het gebruik van voor en tegenargumenten is het meest effectief bij hoogopgeleide mensen
- Mensen die laag opgeleid zijn worden met meest beïnvloed door alleen voorargumenten.
(deze mensen raken door de voor en tegenargumenten in de war)
Chapter 8 Communication an persuation: The search for the magic keys
In dit onderzoek zijn onderzoekers op zoek naar ‘the magic key’. Als deze sleutel werd gevonden
konden de mysteries van overtuiging van mening en houdingen via communicatiemiddelen
worden opgelost. Hovland was op zoek naar een ‘systematic theory of persuasion'.
(Yale Program of Research on Communication an Attitude Change)
De psychologen van die tijd hadden al een theorie ontwikkelt die zegt dat er een proces is waarin
‘the communicator’ een stimulans uitzendt die het gedrag van de personen
(audience)bepaalt/veranderd. (stimulus-response definition)
Lasswel zei dat je moest kijken naar ‘who said what to whom over what channel with what effect’
De categorieën in deze analyse waren:
 The communicator
 The content of the communication
 The audience
 Response made by the audience
Bij het onderzoek werden de veranderingen vooral gemeten in houding(attitude) en mening
(opinion). Hier was het element mening gebruikt in een hele algemene zin (interpretations,
expextations,evaluations). Het element houding was een stuk exclusiever, een houding kan immers
onbewust zijn.
 Verandering in de algemene houding van iemand kan komen door een verandering en
mening.
De onderzoekers veronderstelden dat houdingen en meningen blijvend waren tenzij de persoon
een nieuwe leerzame ervaring opdoet.
In het leerproces van nieuwe houdingen waren 3 dingen belangrijk:
snelweg, deze boodschappen leiden dan ook niet tot verandering
ngewikkeld is, is het moeilijk voor
het publiek om de boodschap te begrijpen, wat leidt tot geen verandering
houding.
Hovland en zijn onderzoekers presenteren het proces van verandering als volgt:
1. Een aanbevolen mening wordt gepresenteerd (stimulans)
2. Aangenomen dat de personen de boodschap hebben opgemerkt, reageren ze er op. Ze
bekijken hun huidige mening en die van de boodschapper
3. Ze veranderen hun mening als de ‘new respons’ groter is dan de vorige
Het experiment: de 4 categorieën worden bekeken
Communicator
De onderzoekers waren vooral benieuwd naar;
-
Hoe de presentatie en de inhoud daarvan wordt ontvangen en geëvalueerd door het
publiek
In welke mate de houdingen en meningen gewijzigd worden
Er werd gekeken naar 2 factoren:
 ‘Expertness’ (bijv. de reputatie van een bepaald blad. Een bepaald verhaal kan in een blad
als de ‘Story’ minder geloofwaardig overkomen dan in een nieuwsblad.)
 ‘Trustworthiness’ (Bijv. de films in hoofdstuk 7 veranderden de mening van soldaten minder
wanneer ze dachten dat het propaganda was dan wanneer ze dachten dat het simpelweg
informatie was)
Tijdens het onderzoek werd de individuen gevraagd van bepaalde bronnen aan te geven of ze een
‘high-credibility’ hadden of een ‘low-credibility’.
Er waren 4 artikelen en de groep werd verdeeld in 2 groepen. Ze kregen dezelfde artikelen maar bij
de ene groep stond er de bronvermelding bij van ‘high-credibility’ en bij de andere groep een
bronvermelding van ‘low-credibility’.
Ook al waren de artikelen hetzelfde, in het onderzoek werden ze toch zeer verschillend beoordeelt
door dat de bronvermelding anders was:
 Wanneer de boodschap was vermeldt met een ‘low-credibility’ bronvermelding werd deze
boodschap vaker als onwaar beoordeelt
 De ‘high-credibility’ bronnen hadden vaker direct effect op de mening van het publiek.

onthouden wat er gezegd is, maar ze vergeten de bron. Wanneer het publiek tijdens de test
weer herinnert wordt aan de bronnen, treden de verschillen wel weer op.
 De effecten die optraden hadden niks te maken met het feit dat het publiek de boodschap
verkeerd begrepen had of te moeilijk was. Uit de test bleek dat iedereen de inhoud goed
begrepen had.
Content and structure of the message
Dit onderzoek werd verdeeld in 2 delen:
- Motivation appeals
- The organisation of persuasive arguments
Motivations appeals werden weer opgedeeld in 3 klassen;
- Bewijzende argumenten
- Positive appeals
- Negative appeals
De persoon wordt eerst blootgesteld aan een relatief neutrale boodschap. Wanneer in deze
boodschap bedreigende verklaringen zitten krijgt de persoon een soort van angst over zich heen
(this might happen to me). Vervolgens volgt er een soort stijging in emotionele gevoelens. In deze
staat gaat de persoon verder en in de boodschap wordt duidelijk dat deze bedreiging voorkomen
kan worden als ze de houding van de boodschap overneemt. Deze houding wordt deels
opgenomen en zal terug komen in bepaalde gelegenheden als dit soort stimulansen zich weer voor
doen.
Ook dit werd onderzocht op een school. In elke klas werd een ander verhaal vertelt over het
verzorgen van je mond en tanden. Er waren vier verschillende verhalen. In het ergst verhaal werd
verteld hoe verschrikkelijk je mond er uit komt te zien als je het niet goed verzorgd (er werd
gedreigd met ernstige ziektes). In het minst erge verhaal werden een paar veelvoorkomende
vervelende dingen verteld die er gebeuren zoals gaatjes en dat soort dingen.
Uit het onderzoek bleek dat de kinderen uit de ergste groep het meest emotioneel van slag waren
maar dat het effect van het veranderen van hun poetsgewoontes minder was dan in de rest van de
groepen. Dit kwam volgens de onderzoekers doordat ze zich vooral angstig voelden en daardoor
hun concentratie voor de inhoud van het verhaal verloren. Ook kan het zijn dat de ontvanger een
soort agressiviteit voelt naar de verteller door de vervelende dingen die verteld worden en zich
afzet tegen de argumenten.
Daarnaast werd er nog gekeken naar de organisatie van de inhoud. Zou het beter zijn om:
- Een conclusie te gebruiken
- Wel of niet de beide kanten van een argument te belichten
- Als beide kanten werden besproken, welke zou er dan eerst gepresenteerd moeten
worden, voor of tegen.
De conclusie van dit onderzoek was dat het het beste was om een conclusie te doen en beide
kanten van de argumenten te presenteren, de volgorde maakte niet uit.
Audience
Bij dit onderzoek werd gekeken naar ‘group membership’ en ‘group
conformity(overeenstemming)’.
Wat Group membership betreft, werd het duidelijk dat hoe meer een persoon zich verbonden
voelt met een bepaalde groep, hoe meer zijn houdingen en meningen hierop worden afgestemd.
Hoe meer een persoon zich verbonden voelt met zijn groep, hoe meer hij zich af zet tegen andere
meningen en houdingen. De mate van beïnvloeding hangt dus af van de mate van verbondenheid.
Een ander onderzoek betrof het feit dat onderzoekers dachten dat de mate waarin de mededeling
effect had te maken had met het karakter van de mensen. Een paar theorieën:
 Het is aan de ene kant makkelijker hoogopgeleide mensen te beïnvloeden omdat deze
mensen veel meer nadenken over de argumenten en dat ze niet altijd de standaard en
logische meningen hebben. Aan de andere kant zijn deze mensen wel veel kritischer en
zullen ze niet klakkeloos argumenten in een boodschap overnemen, al helemaal niet
wanneer deze niet goed van kracht zijn.
 Mensen die weinig zelfrespect hebben en weinig zelfvertrouwen zijn makkelijk te
beïnvloeden.
 Mensen die veel agressiviteit en vijandelijkheid vertonen lijken moeilijk beïnvloedbaar te
zijn. (accepteren moeilijk dingen die anderen zeggen)
Audience response patterns
In dit onderzoek werd onderzocht of beïnvloeding meer was bij actieve of passieve deelname.
Actief: elke student moest zelf een stuk voorlezen van een artikel en ze moesten daarna nog naar 2
anderen luisteren, het waren 3 verschillende soorten artikelen.
Passief: alleen het luisteren naar en lezen van artikelen.
Uit het onderzoek bleek dat je het meest wordt beïnvloed wanneer je werkelijk een presentatie
geeft over een bepaald onderwerp waar een bepaalde mening in wordt geuit.
Chapter 9: Personal Influence: The Two-Step Flow of communication
Periode na de 2e wereldoorlog (1945-1955) was een periode met buitengewoon veel onderzoek
naar de effecten van massacommunicatie.
Katz en Lazersfeld → Personal Influence: The Part played by People in the Flow of Mass
Communication (1955).
→ Mens geen interpersoonlijk individu, maar als lid van het publiek van de Massacommunicatie
werd men beïnvloed door anderen in de interpretatie van massamedia boodschappen en in het
maken van keuzes m.b.t. het handelen n.a.v. deze mediaboodschappen.
Vrouwen in maatschappij;
 Positions in the Life Cycle; plaats in de maatschappij en hieruit voorkomende kennis.
 Socioeconomic Status; plaats in maatschappij m.b.t. opvoeding, prestige en inkomen.
 Social Contacts; zeven of meer vrienden en lid zijn van minimaal een organisatie → Hoog
Veel vrienden en geen organisatielid → Laag.
Ideas often flow from radio and print → Opinion Leaders → Less active sections of the population.
Conclusies
voorbeeld; wanneer een vrouw beweert een ander beïnvloed te hebben over nagellak, soep of een
andere geval in de gemeente, is het niet geheel duidelijk dat dit een type van 'flow' van een
massamedium naar het publiek is. M.a.w. Er valt niet te zeggen wanneer er sprake is van mediainvloed en wanneer van persoonlijke invloed.
Dit kwam dus voort uit de Decator study, deze is erg belangrijk omdat dit een punt van omkeer
was.
Personal Influence presenteerde de eerste duidelijke en intensieve focus op de leden van het
publiek en hun rol in het massacommunicatie proces. De verbindingen tussen personen werden
gezien als de meest belangrijkste factoren.
Chapter 10 Project Revere: Leaflets as Medium of Last Resort
Begin jaren '50 → Het werd duidelijk dat de 2e wereldoorlog de politieke verschillen onder de
machtige naties in de wereld niet had laten afnemen.
Tijdens oorlogen gebruik leaflets/folders
Conclusies
De folder is een gespecialiseerd medium van communicatie. Tijdens periodes als oorlog, politieke
depressie en andere problemen kan het publiek op deze manier bereikt worden wanneer
alternatieve kanelen niet gebruikt worden.
→ Discussie over nut van anderen soorten media en andere situaties, want leaflets zijn zeer goed.
(Project Revere).
→ Person-to-person flow of information → Boodschap onvolledigheid, onnauwkeurigheid en
vervorming.
Chapter 11 Television in the Lives of Our Children: The Early Years
Toen films groeiden als massamedium → Amerikaanse publiek vroeg zich af wat de invloed hiervan
was op kinderen.
Television in the Lives of our Children → Eerste Noord-Amerikaanse studie naar effecten van tv.
 Presenteerden conclusies van 11 onderzoeken die uitgevoerd zijn tussen 1958 en 1960 in tien
gemeentes an de Verenigde Staten en Canada.
 Focus lag op → Uses and Gratifications (functies) voor verschillende categorieën van kinderen.
Schramm → Kinderen selecteren materiaal dat had interesses en behoeftes bevredigd.
(Gratify some need).
Functies televisie voor kinderen;
 Entertainment
 Informatie
 Sociale bruikbaarheid/nuttigheid.
Bevindingen m.b.t.
 Hoe en wanneer kinderen televie kijken/gebruiken.
 Wat kinderen leren van televisie.
 Televisie kijken m.b.t. sociale normen en relaties.
 De effecten van televisie.
Conclusies
Er zijn wel degelijk verschillen in het gebruik van de televisie door kinderen, afhankelijk van;
 Jongen/meisje
 Mentale bekwaamheid/IQ
 sociale klasse achtergrond
 Kwaliteit van de sociale relaties van de kinderen (ouders/groepen).
Bovengenoemde punten zijn tevens gerelateerd aan de invloed op kinderen door televisie.
Problemen bij het onderzoek van Schramm, Lyle en Parker;
 Het onderzoek is te 'simpel'. Conclusies zijn te makkelijk getrokken.
 De veranderingen in het gedrag van kinderen zijn niet bekeken over langere termijn.
 Te veel generalisatie.
Chapter 12 The Agenda-Setting Function of the Press: What to Think About
Begin jaren '60 → Scholieren hadden het idee dat de media krachtvolle en onmiddellijke effecten
hadden op hun publiek.
Moderne maatschappij → Constante 'flow' van nieuws, men ontkomt er niet aan welk medium
men
ook gebruikt.
Conclusies
Media zou thema's op de agenda zetten. Er is dus een causale relatie tussen onderwerpen die de
media benadrukken en die de ontvangers belangrijk vinden.
MA → PA
Chapter 13 Violence and the Media: The Turbulent Sixties
Late jaren '60
 Toenemende onpopulaire dreigende oorlog.
 Discussies op straat over rol VS in Vietnamconflict.
Violence and the Media;
 An historical perspective
 The News Media
 Television Entertainment and Violence
Conclusies
Korte termijn effecten
 Het publiek dat zich blootstelt aan de massamedia beelden van geweld leren hoe ze
gewelddadige acts moeten verrichten.
 Leden van het publiek kunnen dat 'leren' hiervan ook tonen wanneer ze verwachten beloond te
worden voor gewelddadig gedrag en/of te maken krijgen met zo een situatie.
Lang termijn effect → Steunen en/of versterken waarden, houdingen en normen t.o.v. geweld.
Tieners zijn gevoeliger voor dit soort effecten dan volwassenen.
Jonge mannen kunnen zichzelf gaan identificeren met gewelddadige personages in het op zoek zijn
naar hun eigen mannelijkheid.
Chapter 14 The Surgeon General's Report: Television and Social Behaviour
Relatie tussen: Geweld in de media-inhoud en geweld in de maatschappij
Politieke leiders waren altijd alert met publieke gevallen die een invloed kunnen hebben op
verkiezingen. Geweld was hier een voorbeeld van en het bewees een onderwerp te zijn dat gelinkt
werd aan onderzoek voor politiek leiders.
Wat kon er aan gedaan worden?
Het laten zien van de link tussen televisiebeelden met geweld en agressief gedrag moest genoeg
zijn om de programmering van de media-inhoud te veranderen.
→ Surgeon General's Report on Television and Social Behaviour
Vijf volumes van onderzoek;
 Media-inhoud en controle.
 Televisie en het sociale leren.
 Televisie en agressiviteit onder adolescenten.
 Televisie in day-to-day life.
 Effecten van televisie.
Conclusies
 Televisie-inhoud is zwaar verzadigd met geweld.
 Kinderen en volwassenen besteden meer en meer tijd aan het blootstellen aan geweld op tv.
 Het onderzoek bevestigd de hypothese dat het kijken van gewelddadige entertainment de
waarschijnlijkheid van agressief gedrag laat toenemen.
Chapter 15 Television and Behavior: Ten Years of Progress
Rond jaren '80; de effecten van televisie waren niet langer gefocused op alleen geweld. Televisie
kijken zou namelijk onze levens en die van onze kinderen ook nog op velen andere manieren
treffen.
→ Television and Behavior: Ten Years of Scientific Progess and Implications for the Eigthies.
Het onderzoek betrof meerdere gebieden van de media;
 Geweld en agressie
 Prosociaal gedrag
 Cognitieve en versterkende aspecten van kijken
 Televisie en gezondheid
 De familie en interpersoonlijke relaties.
 Sociaal geloof en sociaal gedrag.
 Effecten van de televisie op de Amerikaanse maatschappij.
Conclusies
Bijna al het bewijs bevestigd de rol van de televisie als een formidabele opvoeder waarvan de
effecten doordringend en cumulatief zijn.
Het onderzoek is belangrijk omdat;
 het de focus op de effecten van geweld op televisie veranderd in een bredere focus waardoor
meer effecten van de televisie zichtbaar werden.
 Effecten die op langere termijn zichtbaar werden kwamen aan het licht, naast de effecten op
korte termijn.
 Het onderzoek promootte de kijk op televisie als een belangrijke opvoeder.
Download