Wetsvoorstel winstuitkering zorg

advertisement
www.pwc.nl
februari 2014
Wetsvoorstel
winstuitkering zorg
De regering heeft in februari 2012 een wetsvoorstel ingediend om
gereguleerde winstuitkering mogelijk te maken voor aanbieders
van medisch-specialistische zorg. Doel van het wetsvoorstel is
de kwaliteit, dienstverlening en doelmatigheid van de medisch
specialistische zorg verder te verbeteren. Het ongeclausuleerd
toestaan van winstuitkering kan volgens de wetgever echter leiden tot
extra risico’s voor de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid
van zorg. Daarom stelt het wetsvoorstel randvoorwaarden aan
de winstuitkering. In februari 2013 is een wijzigingsvoorstel
ingediend, dat nog eens twee aanvullende randvoorwaarden stelt.
Op 15 januari 2014 heeft de minister het wetsvoorstel voorlopig
ingetrokken. Dit betekent dat de behandeling en inwerking van
het wetsvoorstel voorlopig is uitgesteld. Of van uitstel ook afstel
komt is nog onduidelijk. Voor het geval het wetsvoorstel toch wordt
doorgezet, zetten wij hierna het wetsvoorstel uiteen zoals dat er uit
zag op het moment van intrekken.
Wat verandert er?
Het verbod op het uitkeren van winst is nu
geregeld in de Wet toelating zorginstellingen
(WTZi). In het Uitvoeringsbesluit WTZi is
een aantal typen zorgaanbieders aangewezen
waarvoor het verbod niet geldt. Dit aantal
wordt nu uitgebreid.
Welke zorgaanbieders mogen
voortaan winst uitkeren?
Er bestond al een aantal typen zorgaanbieders,
waarvoor winstuitkering was toegestaan. Voor
een aantal typen zorgaanbieders blijft het
winstuitkeringsverbod gelden. Onderstaande
tabel geeft een en ander weer.
Waarom dit wetsvoorstel?
Het huidige verbod op winstuitkering voor
medisch specialistische zorg maakt dat het op
dit moment niet eenvoudig is privaat kapitaal in
de vorm van risicodragend (eigen) vermogen,
aan te trekken. Er bestaan wel mogelijkheden
om te investeren, bijvoorbeeld in de vorm
Winstuitkering is voortaan
toegestaan voor:
Winstuitkering was al
toegestaan voor:
Winstuitkering blijft
verboden voor:
• aanbieders van medischspecialistische zorg, zoals
ziekenhuizen
• aanbieders van extramurale
AWBZ zorg
• aanbieders van onder
meer huisartsenzorg,
fysiotherapie, farmaceutische
zorg en mondzorg
• aanbieders van intramurale
AWBZ zorg
• academische ziekenhuizen
van winstdelende leningen, maar daar zijn
doorgaans geen zeggenschapsrechten aan
verbonden. Het is juist deze zeggenschap die
investeren aantrekkelijk maakt.
Aanbieders van medisch-specialistische
zorg zijn daarom bij de financiering van hun
bezittingen vooral aangewezen op vreemd
vermogen (leningen). In het oude zorgstelsel
was dit geen probleem, omdat de risico’s
binnen de budgetsystematiek grotendeels
bij de overheid lagen. Nu aanbieders van
medisch-specialistische zorg in toenemende
mate zelf risicodragend zijn geworden (o.a.
door de afschaffing van het bouwregime)
behandelen banken hen meer als reguliere
marktpartijen. De risico’s zijn dus toegenomen,
de mogelijkheden om risicodragend kapitaal
aan te trekken niet. Dit maakt dat banken steeds
minder bereid zijn leningen te verstrekken.
Door opheffing van het winstuitkeringsverbod
ontstaat de mogelijkheid voor aanbieders van
medisch-specialistische zorg om investeerders
aan te trekken die (mede-)eigenaar worden.
Onder welke voorwaarden
mag winst worden uitgekeerd?
Volgens de toelichting bij het wetsvoorstel
zouden er investeerders kunnen zijn die de
kosten willen drukken waardoor de kwaliteit
van zorg mogelijk daalt. Om deze en andere
mogelijke risico’s te minimaliseren stelt het
wetsvoorstel een aantal voorwaarden aan
winstuitkering.
1. Eenmalige kwaliteitstoets: de IGZ toetst
of het bestuur van de zorgaanbieder
zijn verantwoordelijkheid voor de
kwaliteit en veiligheid van de zorg
goed heeft ingericht en tevens of er
een veiligheidsmanagementsysteem is
dat aan bepaalde eisen voldoet. Indien
deze kwaliteitstoets positief is, wordt dit
neergelegd in een beschikking van de
minister van VWS.
2. Eerste drie jaar geen winstuitkering:
er mag geen winst worden uitgekeerd
gedurende de eerste drie jaar na het moment
van investeren door de eerste investeerder.
Een beschikking als onder 1 genoemd, wordt
dan ook niet eerder dan na deze drie jaar
door de minister van VWS afgegeven.
3. Goedkeuringsrecht bestuur: er wordt
pas winst uitgekeerd indien hiervoor
goedkeuring bestaat van het bestuur. Het
bestuur weigert deze goedkeuring slechts
indien de winstuitkering plaats zou vinden
in strijd met hetgeen daaromtrent in het
wetsvoorstel is geregeld of indien het weet
of redelijkerwijs behoort te voorzien dat
de zorgaanbieder na de uitkering niet zal
kunnen blijven voortgaan met het betalen
van zijn opeisbare schulden.
4. Adviesrecht Raad van Toezicht: de Raad
van Toezicht krijgt een adviesrecht ten
aanzien van het besluit tot winstuitkering.
Indien het bestuur of de aandeelhouders
van dit advies afwijken, zal dit gemotiveerd
dienen te worden.
5. Geen winstuitkering in geval van
garantieregeling of steunverlening:
indien een zorgaanbieder gebruik maakt
van de Garantieregeling Inrichtingen voor
Gezondheidszorg 1958 of steunverlening
door de NZa mag zij geen winst uitkeren.
6. Geen winstuitkering bij handhavings­
maatregelen kwaliteit: indien aan de
zorgaanbieder maatregelen in het kader
van de Kwaliteitswet zorginstellingen zijn
opgelegd, zoals een aanwijzing of een bevel,
mag geen winst worden uitgekeerd.
7. Solvabiliteitseis van 20%: het eigen
vermogen van de zorgaanbieder dient na
winstuitkering ten minste 20% te bedragen.
8. Winstgevendheid gewone bedrijfsvoering:
het resultaat uit de gewone bedrijfs­
uitoefening van de zorgaanbieder gedurende
drie aaneengesloten boekjaren voorafgaand
aan de winstuitkering dient positief te zijn.
In geval van ongeoorloofde winstuitkering
dient de zorgaanbieder in eerste instantie zelf
de winst terug te vorderen. Indien dit niet
gebeurt, heeft de NZa toezichthoudende en
handhavende bevoegdheden.
Wat zijn de fiscale implicaties van de keuze voor privaat
kapitaal?
Contact
Heeft u nog vragen of opmerkingen?
Wij staan u graag te woord. Voor
meer informatie kunt u contact
opnemen met:
Marc van Dijl
088 792 4674
[email protected]
Hans Linders
088 792 5256
[email protected]
Vennootschapsbelasting
Veel zorginstellingen hebben momenteel de
stichting als rechtsvorm. Indien de aanbieder
van medisch-specialistische zorg aan een private
kapitaalverschaffer winst wil gaan uitkeren,
zal een NV, BV of coöperatie moeten worden
opgericht om de uitkering mogelijk te maken
of zal omzetting naar deze rechtspersonen
dienen plaats te vinden. NV’s, BV’s en
coöperaties zijn volledig belastingplichtig
voor de vennootschapsbelasting. Onder
voorwaarden kan gebruik worden gemaakt van
een vrijstelling zoals de zorgvrijstelling. In de
praktijk zorgt deze vrijstelling ervoor dat veel
zorginstellingen, waaronder ziekenhuizen, geen
vennootschapsbelasting betalen. Eén van de
voorwaarden is dat eventueel behaalde winsten
uitsluitend kunnen worden aangewend ten bate
van een vrijgesteld zorglichaam of een algemeen
maatschappelijk belang. Indien winsten worden
uitgekeerd aan private kapitaalverschaffers,
kan geen gebruik worden gemaakt van de
zorgvrijstelling. Hierdoor is in elk geval
vennootschapsbelasting verschuldigd over het
resultaat uit alle (zorg)activiteiten, ook als
maar een klein gedeelte van dit resultaat wordt
uitgekeerd.
Btw
De btw knoopt in principe aan bij de activiteiten
van de onderneming en niet bij de rechtsvorm.
Dit uitgangspunt blijft ongewijzigd. Dat
betekent dat, indien een zorgaanbieder
activiteiten tegen vergoeding verricht, zij
daarover btw verschuldigd is, tenzij een
vrijstelling van toepassing is. In dit opzicht
verandert er vanuit btw-optiek niets.
Een aantal btw-vrijstellingen zal echter niet
meer van toepassing zijn als de ondernemer c.q.
zorgaanbieder een winstoogmerk heeft. In het
huidige wetsvoorstel is aangekondigd dat de
regelgeving hieromtrent zal worden gewijzigd
zodat de btw-vrijstellingen ook voor deze
zorgaanbieders van toepassing zullen zijn.
In het wetsvoorstel wordt niet ingegaan op
de toekomst van de zorgvrijstelling. Onlangs
heeft de staatssecretaris van Financiën nog
aangegeven dat de zorgvrijstelling opnieuw
beoordeeld zal worden in het licht van onder
andere de mogelijkheid van winstuitdeling
in de zorg. Vanuit het perspectief van
een ‘level-playing-field’ is het de vraag of
de wetgever het wenselijk acht dat er op
dezelfde markt ziekenhuizen actief zijn die
vennootschapsbelastingplichtig zijn, terwijl
andere ziekenhuizen zijn vrijgesteld. Het
is daarom mogelijk dat het ministerie van
Financiën nog met een eigen wetsvoorstel komt
waarin de zorgvrijstelling wordt aangepast.
Overdrachtsbelasting
Wanneer onroerende zaken worden
overgedragen kan dat heffing van
overdrachtsbelasting tot gevolg hebben. Het
wetsvoorstel geeft verschillende manieren
om te komen tot een structuur waarin
winstuitkering mogelijk is. De bestaande
vrijstellingen in de overdrachtsbelasting zijn
naar onze mening echter niet toereikend
om die structuurveranderingen vrij van
overdrachtsbelasting te laten plaatsvinden.
Schenkbelasting en overdracht van
goederen
Hiervoor merkten we al op dat, teneinde
winstuitkering mogelijk te maken, de
rechtsvorm van een NV, BV of coöperatie een
vereiste is. De bezittingen zullen in dat geval
aan deze rechtspersoon worden overgedragen.
Indien bezittingen tegen marktwaarde worden
overgedragen, zal heffing van schenkbelasting
normaal gesproken niet aan de orde zijn.
Bij PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt organisaties en personen de waarde te creëren waarnaar zij op zoek zijn. Wij zijn lid van het
PwC-netwerk van firma’s in 158 landen met meer dan 180.000 mensen. Wij zien het als onze taak om kwaliteit te leveren op het gebied van assurance-, belasting- en adviesdiensten. Vertel ons wat voor u
belangrijk is. Meer informatie over ons vindt u op www.pwc.nl.
© 2014 PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284). Alle rechten voorbehouden. In dit document wordt met ‘PwC’ bedoeld PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V., die een
member firm is van PricewaterhouseCoopers International Limited. Niet bestemd voor verdere openbaarmaking zonder toestemming van PwC.
Niet bestemd voor verdere openbaarmaking zonder toestemming van PwC.
‘PwC’ is het merk waaronder member firms van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL) handelen en diensten verlenen. Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op
www.pwc.com/structure voor meer informatie.
Download