Trombose- en hemostase centrum

advertisement
Trombose- en hemostase
centrum
Máxima Oncologisch Centrum
Inleiding
U heeft binnenkort een afspraak op het Trombose- en
Hemostasecentrum. In dit centrum zien wij patiënten met een
verdenking of constatering van een diep veneuze trombose. In
deze folder vindt u informatie over:
 wat het trombose- en hemostasecentrum doet;
 wat een diep veneuze trombose is;
 de oorzaken van diep veneuze trombose;
 de medicamenteuze behandeling van diep veneuze
trombose;
 de niet-medicamenteuze behandeling van diep veneuze
trombose;
 het posttrombotisch syndroom;
 vervolgafspraken na de diagnose diep veneuze trombose;
 vervolgafspraken na bezoek Spoedeisende Hulp;
 alternatieve diagnose.
Trombose- en Hemostasecentrum
Het Trombose- en Hemostasecentrum is er om patiënten met
verdenking op diep veneuze trombose snel en vakkundig te
handelen. Wanneer diep veneuze trombose is aangetoond,
blijven patiënten onder behandeling bij ons centrum.
Wanneer u op werkdagen wordt verdacht van een trombose
krijgt u nog diezelfde dag een afspraak bij ons centrum. Aan de
hand van het intakegesprek, de uitslag van het
bloedonderzoek, het lichamelijk onderzoek en eventueel
aanvullend een echo van de bloedvaten kan een diep veneuze
trombose aangetoond of uitgesloten worden.
In het weekend, in de avond en nachturen wordt u verwezen
naar de Spoedeisende Hulp van MMC. U ontvangt hier de
eerste zorg.
Diagnose diep veneuze trombose
Een diep veneuze trombose is een (geheel of gedeeltelijke)
verstopping van een ader. Meestal betreft het een diepgelegen
ader in het been of bekken, maar komt ook voor in de arm of
buik.
1
Oorzaken diep veneuze trombose
Onder normale omstandigheden bestaat in ons lichaam een
evenwicht dat ervoor zorgt dat bloedingen snel worden gestelpt
en geen onnodige bloedstolsels worden gevormd. Er zijn echter
situaties die dit evenwicht kunnen verstoren. Trombose kan
ontstaan als de bloedvaten aan de binnenkant niet meer glad
zijn, er sprake is van een vertraagde bloedstroom en/of een
veranderende samenstelling van het bloed. Oorzaken van
onregelmatige vaatwand zijn; roken, verhoogd cholesterol,
diabetes, hoge bloeddruk en eerdere diep veneuze trombose.
Oorzaken van een vertraagde bloedstroom zijn: bedrust,
boezemfibrilleren, operatie, gips en reizen langer dan vier uur
stil zitten. Oorzaken voor een veranderde samenstelling van het
bloed; tekort aan remmers van het stollingssysteem (proteïne S
en C) en te veel aan bloedcellen. Overige risicofactoren zijn
overgewicht, kanker, anticonceptiepil en zwangerschap.
Vaak zijn er meerdere risicofactoren aanwezig die ervoor
zorgen dat ergens in het lichaam een trombose ontstaat.
Diep veneuze trombose komt voor bij 2 op de 1000 mensen. Bij
60-80% van de mensen met een diep veneuze trombose zijn
ook longembolieën aantoonbaar die geen klachten geven.
Wanneer er van het stolsel een stukje los scheurt en in de
bloedvaten van de longen terecht komt, spreken we van een
longembolie. Door de embolie treedt functieverlies van de long
op, wat blijvend kan zijn indien het stolsel niet oplost.
Klachten die bij een longembolie passen zijn kortademigheid,
pijn vastzittend aan de ademhaling, prikkelhoest, bloed
ophoesten en zwaardere hoorbare ademhaling.
Medicamenteuze behandeling van diep veneuze trombose
Wanneer er sprake is van een diep veneuze trombose heeft de
behandeling als doel het voorkomen van toename van het
stolsel en voorkomen van een nieuw stolsel. De medicatie lost
het stolsel niet op. Het stolsel verdwijnt door het eigen
oplossend vermogen van het lichaam. Gemiddeld duurt dit drie
tot zes maanden, afhankelijk van de grootte, locatie en de
oorzaak van het stolsel; uitgelokt versus niet uitgelokt.
2
De behandeling die wordt gestart bestaat uit tabletten
Rivaroxaban of Acenocoumarol en/of injecties die ook wel laag
moleculair gewicht heparine (LMWH) worden genoemd.
De behandelend arts zal op basis van uw voorgeschiedenis,
bloeduitslagen en de oorzaak van de diep veneuze trombose
een keuze maken uit de verschillende soorten behandelingen.
Rivaroxaban
Rivaroxaban remt een bepaalde stollingsfactor in het bloed.
Hierdoor kan het bloed minder goed samenklonteren. Het
medicament biedt direct bescherming tegen het groter worden
of losscheuren van een stolsel. U dient Rivaroxaban als volgt in
te nemen:
- dag 1 t/m 21: 15mg - tweemaal daags
- vanaf dag 22: 20mg - eenmaal daags
Dalteparine
Dalteparine remt een bepaalde stollingsfactor in het bloed.
Hierdoor kan het bloed minder goed samenklonteren. De
Dalteparine wordt eenmaal daags onder de huid gespoten.
De Dalteparine kan op twee manieren worden ingezet:
1. u gebruikt alleen Dalteparine voor een vooraf
vastgestelde periode.
2. U gebuikt Dalteparine in combinatie met
Acenocoumarol. Dit om de periode van vijf tot tien
dagen te overbruggen waarin het beoogde
stollingsniveau van de Acenocoumarol tabletten
wordt bereikt. De trombosedienst geeft aan wanneer
u mag stoppen met de Dalteparine injecties.
Acenocoumarol
Acenocoumarol behoort tot een groep geneesmiddelen die de
vorming van een bloedstolsel in een bloedvat tegen gaan
(antitrombotica). Het is een vitamine K antagonist. Neem de
gehele voorgeschreven dosis steeds op hetzelfde tijdstip (met
tussenpozen van 24 uur), bijvoorbeeld ’s avonds vóór, tijdens of
na de maaltijd. Slik de tabletten heel door, met een glas water.
3
Opstartschema Acenocoumarol 1mg tabletten
Bent u jonger dan 70 jaar? Bent u 70 jaar of ouder?
Dag 1
6 mg (6 tabletten)
4 mg (4 tabletten) of 3 mg (3
tabletten)
Dag 2
4 mg (4 tabletten)
2 mg (2 tabletten)
Dag 3
2 mg (2 tabletten)
1 mg (1 tablet)
Dag 4
prikken bij trombosedienst
prikken bij trombosedienst
Vervolgdosering
De vervolgdosering is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt
en van de stollingswaarde van het bloed. Volg de instructies
van de trombosedienst. In het algemeen liggen de
onderhoudsdoseringen tussen 1 mg en 8 mg per dag.
De behandeling van de trombose wordt voorgeschreven door
de internist/hematoloog maar daarna volledig gedelegeerd aan
de trombosedienst. Zij bepalen hoeveel tabletten
Acenocoumarol u in dient te nemen. Tevens vertellen zij u
wanneer u weer bloed moet laten prikken en wanneer u mag
stoppen met de Dalteparine injecties.
Voor de bloedafname, nodig voor de controle van de
bloedstollingstijd, wordt gebruik gemaakt van de diensten van
de Bloedafnamedienst Regio Eindhoven. U kan op
www.debloedafname.nl opzoeken waar en wanneer er bij u in
de buurt geprikt wordt.
Wanneer u voor het eerst naar de prikpost in uw omgeving gaat
hoeft u geen aanmeldingsformulier mee te nemen. U geeft aan
dat u als nieuwe patiënt komt voor de trombosedienst.
U bent door het Trombose- en Hemostasecentrum al
aangemeld als nieuwe patiënt bij de Trombosedienst. Men is
daar dan ook op de hoogte van de behandelindicatie, dosering
van de medicatie en startdatum.
Wanneer u bloed heeft laten prikken ontvangt u in de middag
een telefoontje van de trombosedienst om de medicatie door te
doseren. De volgende dag ontvangt u een doseerkalender.
4
Hierop staat de gemeten INR-waarde, het nieuwe
doseerschema en de nieuwe controledatum. De dosering die
op de kalender vermeld staat, dient stipt aangehouden te
worden. Stop niet plotseling met het innemen van het
geneesmiddel of verander de dosering niet zelf. Direct bij
inschrijving krijgt u een informatiepakket toegestuurd en
ontvangt u een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst.
Deze bijeenkomsten vinden maandelijks plaats, eenmaal in het
Catharina ziekenhuis en eenmaal in het Máxima Medisch
Centrum (locatie Veldhoven). Omdat de trombosedienst een
informatieplicht heeft, moet hiervoor getekend worden. Omdat
het goed geïnformeerd zijn van een patiënt bijdraagt aan de
kwaliteit van zijn behandeling en van leven, wordt het bijwonen
van deze bijeenkomst sterk aangeraden.
Niet medicamenteuze behandeling
Een belangrijk onderdeel van de behandeling is
compressietherapie door middel van een elastische kous. Als
gevolg van de vaatafsluiting en/of doordat de kleppen in het
bloedvat niet/minder goed sluiten ontstaat er drukverhoging en
overvulling van de bloedvaten. Gevolg is dat er vocht in de
omliggende weefsels treedt. Het aangedane been of arm kan
fors in omvang toenemen. Door het dragen van een elastische
kous of een compressieve zwachtel wordt er tegendruk
uitgeoefend en vocht terug in de vaten ‘gedrukt’.
U krijgt tijdens uw bezoek een tijdelijke elastische kous
aangemeten om het vocht zoveel mogelijk terug te dringen.
Deze kous is echter maximaal acht weken werkzaam. Indien
het vocht zoveel mogelijk verdwenen is dient u een definitieve
kous aan te laten meten. U ontvangt hiervoor een machtiging.
Het advies is dat u gedurende twee jaar de kous draagt. De
kousen mogen voor de nacht uit, omdat er wanneer u ligt geen
zwaartekracht overwonnen hoeft te worden.
5
U kunt met uw machtiging voor elastische kousen naar:
 Buchrnhornen, Dr Cuyperslaan 86, 5623 BB, Eindhoven
(040-2448836)
 Gezondheidscentrum Dolium, Gebint 1b, 5521 WD, Eersel
(0497-598366)
 Livit:
- locatie Zuidzorg: Kastelenplein 173, 5653 LX Eindhoven
- Blixembosch, Toledolaan 2a, 5629 CC Eindhoven
- Máxima Medisch Centrum, Ds. Theodor Fliednerstraat 1,
5631 BM Eindhoven
Alle bovengenoemde vestigingen van Livit zijn te bereiken op
nummer 088 245 20 00.
 Vrijhoeven Orthopedisch Centrum, De Run 4212, 5503 LL
Veldhoven (040-2541144)
 Linde Apotheek, oudeprovinciale weg 81, 5527 BN, Hapert
(0497-384977) Via Monique Cox (06-30732495)
Posttrombotisch syndroom
Ondanks de behandeling treedt bij 25-50% van de patiënten
binnen twee jaar het posttrombotisch syndroom op. Of een
posttrombotisch syndroom ontstaat, is afhankelijk van de
uitgebreidheid, lokalisatie en duur van de trombose. Een kleine
trombose die maar kort aanwezig was, zal minder lange termijn
problemen geven dan een grote trombose die langdurig
aanwezig was en dus langdurig de druk in het vatenstelsel
heeft verhoogd. Door het stolsel dat bij een diep veneuze
trombose is ontstaan kunnen de kleppen in het bloedvat
beschadigd raken. Hierdoor blijft bloed in de beenvaten achter,
niet alleen rode bloedcellen maar ook verschillende
afbraakproducten waar ze ontstekingsreacties geven. Deze
cellen en stoffen zullen in de omliggende weefsels terecht
komen. Wat uiteindelijk leidt tot een moeilijk genezende wond.
Door het dragen van elastische kousen zal de druk in de
oppervlakkige aders worden gereduceerd. Deze aders worden
mechanisch ondersteund en bloed zal worden omgeleid naar
het diepe adersysteem dat door de aanwezigheid van de
spierpomp minder kwetsbaar is voor dergelijke problemen.
6
Kenmerken en klachten die worden veroorzaakt door het post
trombotisch syndroom zijn een zwaar, vermoeid gevoel of
kramp in het been, vochtophoping (oedeem) wat meestal in de
loop van de dag toeneemt, bruine verkleuring van de huid,
ontstaan van spataders, dunne glanzende huid, eczeem en
moeilijk genezende wonden (open been) op de lange termijn.
Het post trombotisch syndroom is niet te genezen. Wij
adviseren u het volgende:
 Veel bewegen en draag daarbij de elastische kous. Ook bij
warm weer, juist dan.
 Voorkom overgewicht
 Gemakkelijk schoeisel. Hoge hakken verminderen de
pompfunctie van de kuitspieren.
Vervolgafspraken
In de maanden na de diagnose diep veneuze trombose dient u
nog enkele keren op controle te komen. Dit om te beoordelen of
u symptomen heeft van een posttrombotisch syndroom, of u
hinder ervaart van de aangemeten elastische kous en om het
beleid rondom de medicatie te kunnen vervolgen. U krijgt de
volgende afspraken mee:
 twee tot drie weken na diagnose: internist-hematoloog
 drie maanden na diagnose: verpleegkundig specialist
 zes maanden na diagnose: internist-hematoloog
Vervolgafspraken na Spoedeisende Hulp
Indien u onze Spoedeisende Hulp heeft bezocht, neemt u de
eerstvolgende werkdag contact op met het Trombose- en
Hemostasecentrum. Er zal een afspraak gemaakt worden met
de verpleegkundig specialist om u nader te informeren omtrent
trombose, leefregels en vervolgafspraken.
7
Alternatieve diagnose
Regelmatig komt het voor dat een diep veneuze trombose niet
wordt aangetoond maar een alternatieve diagnose wordt
gesteld. Meest voorkomend zijn:
 Tromboflebitis. Dit is een ontsteking met daarbij een stolsel in
een oppervlakkig bloedvat. Afhankelijk van de locatie van het
bloedvat en de duur van de klachten wordt een behandeling
bepaald. Deze kan bestaan uit alleen ontstekingsremmende
medicatie (NSAID’s) of uit Dalteparine/Rivaroxaban
gedurende 3-6 weken. Soms wordt ter ondersteuning een
elastische compressiekous aangemeten.
 Bakerse cyste. Dit is een cyste in de knieholte. Deze cyste
kan springen en het vocht wat vrij komt kan het betreffende
been inlopen. Dit geeft vergelijkbare symptomen als een
trombosebeen. Een Bakerse cyste is onschuldig en behoeft
geen behandeling. De klachten zullen spontaan verdwijnen.
Eventueel mag pijnstilling in de vorm van paracetamol
ingenomen worden. Soms wordt ter ondersteuning een
elastische compressiekous aangemeten.
 Erysipelas: dit is een ontsteking van de huid. Deze ontsteking
geeft vergelijkbare symptomen als een trombosebeen maar
is door een arts goed te onderscheiden van elkaar.
Doorgaans wordt een trombosebeen uitgesloten door middel
van een echo alvorens wordt overgegaan tot behandeling.
De behandeling bestaat uit tien dagen antibiotica
(flucloxacilline) driemaal daags. Het is belangrijk dat u de
gehele antibiotica kuur afmaakt. Bij bijwerkingen dient u
contact op te nemen met de huisarts. Soms wordt ter
ondersteuning een elastische compressiekous aangemeten.
Bereikbaarheid
U kunt ons vinden in het Máxima Oncologisch Centrum. Dit
omdat trombose en stollingsstoornissen werkgebied is van de
hematoloog.
- locatie Eindhoven Route 177
- locatie Veldhoven route 088
8
Notities
Heeft u vragen over uw behandeling? We raden u aan ze hier
op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet.
9
Hoe tevreden bent u over uw arts, specialist of ziekenhuis?
Geef uw mening over MMC op ZorgkaartNederland.nl
Máxima Medisch Centrum
www.mmc.nl
Locatie Eindhoven:
Ds. Th. Fliednerstraat 1
Postbus 90 052
5600 PD Eindhoven
Locatie Veldhoven:
de Run 4600
Postbus 7777
5500 MB Veldhoven
De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te
geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen
andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts
een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of
behandelaar.
© MMC.000.203_07_17
Download