Brahms: Akademische Festouverture

advertisement
Programma
Johannes Brahms (1833-1897)
Akademische Festouverture
Sergej Rachmaninov (1873-1943)
Pianoconcert nr. 2
Soliste: Ilona Timchenko
Pauze
Johannes Brahms (1833-1897)
Hongaarse dansen (selectie)
Delfts Symphonie Orkest o.l.v. Peter Gaasterland
Programmatoelichting
Brahms: Akademische Festouverture
In 1880, toen hij al een componist van naam en faam was, kreeg Brahms het bericht dat de
universiteit van Breslau (het tegenwoordige Wroclaw in Polen) hem een eredoctoraat had
aangeboden. Hij had al eerder een eredoctoraat aangeboden gekregen door de universiteit
van Cambridge, maar had geweigerd de onderscheiding in ontvangst te nemen omdat hij
niet van zeereizen hield. Brahms had een enorme hekel aan officiële plichtplegingen en
probeerde zich er ook ditmaal vanaf te maken met een eenvoudig bedankbriefje. De dirigent
die hem voor de onderscheiding had voorgedragen, Bernard Scholz, wist hem ervan te
overtuigen dat dat toch niet voldoende was. De universiteit verwachte toch minstens een
mooi muziekstuk als tegenprestatie. "Componeer een mooie symfonie voor ons, maar goed
georkestreerd ouwe jongen, niet te dik en uniform". Brahms voldeed aan de opdracht en
componeerde geen symfonie, maar een ouverture, "een zeer luidruchtige potpourri van
studenten-drinkliederen in de stijl van [Franz von] Suppé". En, alsof zoveel vrolijkheid niet
ongestraft mocht blijven, componeerde hij meteen een tegenhanger, de Tragische
Ouverture. Op 4 januari 1881 dirigeerde hij zelf de première in Breslau op een speciale
bijeenkomst van de universiteit. Nu mocht hij zich officieel "Doctor Brahms" noemen, een titel
waarmee hij door anderen vaak werd aangesproken, maar die hij zelf, bescheiden en
nuchter als hij was, steevast weigerde te gebruiken.
De Akademische Festouvertüre is academisch in meerdere opzichten. In de eerste plaats
door de studentenliederen (vier in getal) die achtereenvolgens als thema's worden gebruikt.
Brahms volgde in zijn jonge jaren ooit een zomercursus aan de universiteit, dus het
studentenleven was hem niet geheel onbekend. Deze liederen worden door de componist op
een listige manier tot een geheel verweven - een verwijzing naar de tweede betekenis van
"academisch" in de zin van "geleerd" of "vernuftig". De Ouverture was voor Brahms een
gelegenheid om de geleerde heren zijn beheersing van de formele kant van het componeren
te laten zien en daarin slaagt hij voortreffelijk. Zelfs de moeder van alle studentenliederen,
"Gaudeamus Igitur", weet hij een contrapuntische behandeling te geven. Een derde,
negatieve betekenis van het woord "academisch", namelijk "dor en fantasieloos", is hier
gelukkig niet van toepassing. De muziek is afwisselend feestelijk, warm en geestig, maar
blijft een weerspiegeling van Brahms' persoonlijkheid. Daardoor blijft de muziek, hoewel
feestelijk, toch op een bepaalde manier gematigd en ingehouden, zoals de componist dat
zelf ook was.
Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2
Rachmaninov's Tweede Pianoconcert markeerde voor de componist de doorstart van zijn
carrière na een moeilijke periode. Geboren uit een welgesteld gezin kende zijn loopbaan in
de muziek aanvankelijk een voorbeeldig verloop. Zijn talent werd al vroeg ontdekt, op zijn
zestiende ging hij naar het conservatorium. Na een uiterst gedegen opleiding in de beste
Russische traditie studeerde hij af met onderscheiding, een jaar sneller dan gebruikelijk. Hij
begon al meteen met een tournee door Rusland als pianist, en had toen al zijn eerste
composities geschreven. Een aanstelling aan het prestigieuze Marijinski-instituut volgde. Na
de desastreuze première van zijn Eerste Symfonie raakte hij echter in een depressie, en
werd hij bovendien getroffen door een gebrek aan inspiratie. Gedurende enkele jaren
componeerde hij nauwelijks. Door intensieve psychotherapie en behandeling met hypnose
wist hij er echter weer bovenop te komen. Het Tweede Pianoconcert, dat hij direct na deze
periode schreef en dat aan zijn psychiater is opgedragen, werd een enorm succes, en
daarna kende hij eigenlijk alleen nog maar meer successen. Hij werd een rondreizende
pianovirtuoos met een drukke internationale agenda. Eigenlijk was Rachmaninov geen
persoon waarover boeiende (lees: dramatische) verhalen geschreven kunnen worden.
Afgezien van de periode van zijn depressie had hij een gelukkig en succesvol leven, met een
goed huwelijk en villa's in Zwitserland en in Beverly Hills. En zoals we weten is goed nieuws
geen nieuws als het om kunstenaars gaat.
Muzikaal gezien was Rachmaninov een conservatieve componist. Het grootste deel van zijn
muzikale leven speelde zich af in de 20e eeuw, maar dat is zelden te horen. Anders dan zijn
klasgenoot Alexander Skriabin, die zich zou ontwikkelen tot componist van moderne,
esoterische orkestwerken, blijft Rachnaninov aan de veilige kant van de streep staan. Zijn
muziek is een voortzetting van de Russische laat-romantische traditie, met Tsjaikovski als
belangrijkste inspiratiebron. Dit maakt zijn werk overigens ook relatief toegankelijk en
welluidend. Zijn melodieën zijn vaak zangerig en bewegen zich meestal voort in
opeenvolgingen van hele en halve toonafstanden, met weinig grote sprongen. Ook is het
melancholieke element vaak sterk aanwezig. Een veelzijdig componist was Rachmaninov
overigens zeker wel: zijn oeuvre omvat vele genres, waaronder geestelijke muziek,
orkestwerken, liederen en opera's. Maar het meest beroemd zijn twee van zijn vier
pianoconcerten: het Tweede en het Derde.
Het Tweede Pianoconcert is een van de populairste werken uit de "klassieke" muziek en
heeft zijn invloed ook buiten dat genre uitgeoefend. Zo zijn er nogal wat films gemaakt
waarin deze muziek een belangrijke rol speelt, niet alleen als onderdeel van de soundtrack,
maar ook als wezenlijk onderdeel van het verhaal zelf. Ook zijn er in de populaire muziek de
nodige artiesten geweest die leentjebuur hebben gespeeld bij de muzikale thema's van dit
concert (zoals Frank Sinatra zelfs meerdere malen heeft gedaan). Vooral de eerste twee
delen, met hun romantische en melancholieke melodieën, zijn daarbij blijkbaar erg in trek.
Brahms: Hongaarse dansen
Brahms heeft het imago van een bloedserieuze componist, maar hij haalde absoluut zijn
neus niet op voor de populaire genres, al beoefende hij die zelf niet. Al op jonge leeftijd
speelde hij, gedwongen door de armoede thuis, piano in de zeemanskroegen van zijn
geboortestad Hamburg, en daar zal geen hoogdravende muziek geklonken hebben.
Gedurende zijn gehele leven was hij zoals zo veel componisten uit zijn tijd geïnteresseerd in
volksmuziek. En in zijn latere leven was hij een goede vriend en bewonderaar van Johann
Strauss junior, de kampioen van de lichte muziek in die tijd. In zijn eigen werk vormen de
Hongaarse Dansen een brug tussen zijn zeer serieuze symfonische muziek en de lichte
hopsa-muziek van Strauss en Co. De dansen werden al tijdens Brahms' leven enorm
populair en droegen niet weinig bij aan de riante financiële situatie die hij uiteindelijk wist te
bereiken. Ook tegenwoordig zijn ze nog populair, hoewel ze lang niet allemaal even bekend
zijn.
In de jaren na 1848 moet Brahms voor het eerst in aanraking zijn gekomen met de muziek
uit Hongarije. Nadat er in dat jaar in dat land een opstand bloedig was neergeslagen
ontvluchtten vele Hongaren het land. Een deel daarvan streek neer in Hamburg, vaak als
tussenstation voor een emigratie naar de Verenigde Staten. In 1850 ontmoette Brahms daar
de Hongaarse vioolvirtuoos Ede Remenyi, en drie jaar later besloten ze om als duo een
concertreis te ondernemen door Duitsland. Hoewel hun samenwerking geen lang leven was
beschoren, moet Brahms toen intensief in contact zijn gekomen met de Hongaarse muziek.
De Hongaarse Dansen zijn de eigen composities van Brahms die het meeste aan deze
invloed te danken hebben. Maar misschien gaat de invloed wel verder, en zijn trekjes die je
in heel zijn werk tegen komt (zoals zijn eigenzinnige omgang met maat en ritme) daarop
terug te voeren.
De Hongaarse Dansen werden in 1869 gepubliceerd in hun oorspronkelijke versie voor piano
vierhandig. In deze vorm waren ze uitermate geschikt om door amateurs in de huiselijke
sfeer te worden gespeeld. Het succes was zo groot dat Brahms zelf een aantal dansen
bewerkte voor piano solo en voor symfonieorkest. Uiteindelijk zijn er orkestversies gekomen
van alle dansen, door verschillende bewerkers (o.a. Antonin Dvorak) gemaakt. Latere
arrangeurs hebben de dansen bewerkt voor nog vele andere instrumentale combinaties.
De vraag in hoeverre de Hongaarse Dansen bewerkingen zijn of composities is lastig te
beantwoorden. Het is zeker dat de dansen voor het merendeel gebaseerd zijn op thema's die
niet van Brahms zijn. Anders dan men zou denken komen deze thema's doorgaans niet uit
de volksmuziek, maar zijn ze gecomponeerd door met name aanwijsbare componisten, in
Hongaarse stijl. Toen de Hongaarse Dansen populair werden beschuldigde een van deze
componisten Brahms zelfs van diefstal en plagiaat! Maar Brahms zelf was er altijd eerlijk
over dat hij thema's had geleend: het waren zijn uitgevers die hadden gesuggereerd dat hij
de enige auteur was.
Men kan de nodige vraagtekens zetten bij het Hongaarse karakter van de Hongaarse
Dansen. Zeker als je ze vergelijkt met muziek die door Hongaarse componisten zelf is
geschreven, en helemaal vergeleken met de "boerenmuziek" die Bartok en Kodaly in de 20e
eeuw uit de binnenlanden van Hongarije opdiepten. Het is Hongarije gezien door een,
overigens zeer respectvolle, Duitse bril. Desalniettemin zijn het zeer aantrekkelijke stukken
die door de meesterhand van Brahms volkomen terecht hun plaats op de
concertprogramma's hebben behouden.
Ilona Timchenko, Piano
Ilona Timchenko begon haar pianostudie op de Krim in Rusland bij Prof. A. Goliak. In
Moskou zette zij haar pianostudie voort bij Vladimir en Viktor Bunin, Maria Polivanova en
Elena Richter, en kreeg zij compositieles van Albert Leman en Roman Ledeniov. Later
vervolmaakte zij haar technische en uitvoerende bekwaamheid in Nederland bij Alexander
Gold (af met een ‘10 met onderscheiding’ aan het (toenmalig) Noord-Nederlands
Conservatorium) en Rian de Waal, docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Als pianiste heeft zij een indrukwekkende carrière gemaakt met uitvoeringen met talrijke
orkesten op beroemde concertpodia. Ook heeft Ilona Timchenko een eerste uitvoering
gegeven van een aantal eigentijdse stukken, waarvan sommige aan haar waren
opgedragen.
Het repertoire van Ilona Timchenko omvat een grote variëteit aan genres en periodes, solo’s
en concerten, van barok tot eigentijds. Zij heeft vele internationale pianoconcoursen
gewonnen, waaronder het Beethovenconcours in Wenen, het Lisztconcours in Utrecht, het
Enesco-concours in Boekarest en de Grand Prix Maria Callas in Athene. Voorts kreeg zij
vele onderscheidingen, zowel publieksprijzen als van muziekcritici.
Peter Gaasterland
Peter Gaasterland (1957) ontving op 12-jarige leeftijd zijn eerste fagotlessen en slechts twee
jaar later werd hij benoemd als eerste fagottist in het Nationaal Jeugd Orkest.
Hierna studeerde hij aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium bij Brian Pollard en
John Mostard waar hij in 1980 het diploma uitvoerend musicus (orkest- en solospel) met
aantekening kamermuziek behaalde.
Nog tijdens zijn studie werd hij in 1977 benoemd als fagottist in het Utrechts Symfonie
Orkest, één jaar later als eerste fagottist in dienst van de N.O.S. Vanaf 1991 is hij werkzaam
als solofagottist in het Residentie Orkest. Met al deze orkesten is hij meerdere malen als
solist opgetreden.
In 2001 begon hij met een studie orkestdirectie, aanvankelijk aan het conservatorium van
Maastricht, later aan het conservatorium van Rotterdam bij Jan Stulen en Hans Leenders.
Deze studie rondde hij in juni 2006 succesvol af met een uitvoering van het Requiem van
Verdi, waarbij hij o.a. het Delfts Symphonie Orkest dirigeerde.
In november 2001 had hij het voorrecht om tijdens een Zuid-Amerika tournee van het
Residentie Orkest in november 2001 het Residentie Blazers Ensemble te mogen dirigeren in
de serenade in d kleine terts op.44 van Antonin Dvorak. Ook dirigeerde hij op slotconcerten
van dirigentenpraktica (2002 en 2003) het Nederlands Promenade Orkest in werken van o.a.
Schumann, Beethoven en Mahler. Na een succesvol optreden met de blazers van het
Residentie Orkest en een lovende kritiek in de Haagsche Courant, maart 2003, is hij vaste
dirigent van dit ensemble. Verdere werkzaamheden als dirigent omvatten het voorbereiden
van orkestprojecten van de conservatoria van Utrecht, Zwolle, Arnhem, Enschede en
Münster in o.a. de 2e symfonie van Joh. Brahms, ouverture Cyrano de Bergerac van Joh.
Wagenaar, eerste pianoconcert van Franz Liszt, delen uit de opera Così fan tutte van W.A.
Mozart, de 2e symfonie van L. von Beethoven en de Rückert Lieder van Gustav Mahler. In
juni 2004 dirigeerde Peter Gaasterland het octet (1952) van Igor Strawinsky met studenten
van de Messiaen Academie op het slotconcert van het Strawinsky project in Arnhem.
Sinds augustus 2004 is Peter Gaasterland de dirigent van het Delfts Symphonie Orkest.
Delfts Symphonie Orkest
Het Delfts Symphonie Orkest, voortgekomen uit een in 1919 opgericht strijkje van personeel
van de Gist- en Spiritusfabriek (nu D.S.M.), is een amateurorkest dat uit ca. 80 leden
bestaat.
Een greep uit het repertoire van de afgelopen jaren: de Vierde Symfonie van Schumann,
Requiem van Verdi, Vijfde Symfonie van Beethoven, Ouverture Tannhauser van Wagner,
Tweede Symfonie van Sibelius, 1e Concert voor viool en orkest van Prokoviev (solist: S.
Arseniev) en Concert nr 2 voor piano en orkest van Brahms (solist: Rian de Waal). In 2005
werd samen met Musica uit Den Haag, enkele koren en solisten de Tweede Symfonie van
Mahler uitgevoerd in de Beurs van Berlage te Amsterdam en de Dr. Anton Philipszaal te Den
Haag. Daarnaast begeleidt het orkest regelmatig amateurkoren uit de regio.
Het orkest heeft in haar 90-jarige geschiedenis vele ups en downs gekend. Cruciaal was het
jaar 1969, toen Gerard van Weers, contrabassist bij het Residentie Orkest, aantrad als
dirigent van het orkest. In de twintig jaar dat hij voor het orkest stond, wist hij het tot grote
bloei te brengen. Na zijn dood werd de stijgende lijn voortgezet door zijn opvolgers Anneke
Huitink, Ernst Wauer, Wim Roerade en Carl Brainich. Vanaf augustus 2004 is Peter
Gaasterland de vaste dirigent van het Delfts Symphonie Orkest.
Repetitoren:
Violen:
Altviolen:
Celli:
Contrabassi:
Blazers:
Tutti:
Gonnelieke van Oosterom
Julia Dinerstein
Agnes Jas
Arno vd Wiel
Pedro Lopez Lopez
Pedro Lopez Lopez
Orkestbezetting:
1e Violen:
Hanneke Mulder (cm), Fons Daalderop, Suzanne van Eekelen, Hanneke van den HeuvelFeths, Bas Jonkman, Peggy Merkestein, Martijn van der Most, Alex Otto, Corinne
Pijnenburg, Erik Pogalin, Pieter Schippers, Riet Schreurs, Jet Seelig, Fokke Tuinstra
2e Violen:
Jenny Denman (av), Renske Biezeveld, Kitty van Dijk, Pauline van Dunne-Dozy, Mieke
Klooswijk, Ingeborg de Kooter, Monica van Leeuwen, Theodora Remy João, Anja Stijnen, Eri
Vis-Theunessen, Judith van Vliet, Charles Vrijman, Marijke Wiepking, Anneke Wiersma,
Ingeborg van der Windt
Altviolen:
Ewout Vis (av), Stephanie Colenberg, Gerbrand Kotting, Ton Marée, Arjan Meijdam, Masja
Notenboom, Renée van Otterdijk, Frank Pirovano, Micha Weijnen, Leonie Wisse
Celli:
Nora Verburgt (av), Maarten Bolsenbroek, Simone Hellebrand, Marloes Hoebers, Femmie
Klaassen, Margriet van der Meij, Kees Romijn, Willem Schaftenaar, Pieter Tuinstra, Patrick
Vercammen, Carolien Wijsman
Contrabassen:
Arno van de Wiel (av) Agnes Jas, Wijtze Pieter Kikstra, Eelke van Kleffens, Jan Mulder,
Willard van Ooij
Fluit: Laurie Boltjes, Herman Bavinck (tevens piccolo), Arina Klokke
Hobo: Bert Walvoort, Ferdinand Hinloopen
Klarinet: Eelco Havik, Andrea van der Meulen - de Jong
Fagot: Remco Mostert, Esther Jansen
Hoorn: Eef van der Boom (av), Rogier Hendrix, Willem van der Meulen, Fred Wille, Urs
Berndorfer
Trompet: Loek van Meurs, Martin van Meurs, Theo Barkhuijsen
Trombone: Robert Abspoel, John van der Laan, Ton Vianen
Tuba: Arne Vis
Pauken / Slagwerk: Ton Luijendijk, Michiel Engelberts
(cm): concertmeester
(av): aanvoerder
Komende activiteiten van het DSO
Het DSO bestaat dit jaar 90 jaar. Dat wordt het hele jaar door gevierd met uiteenlopende
activiteiten. Sommige activiteiten zijn alleen voor leden toegankelijk, andere zijn juist voor
een zo breed mogelijk publiek. Er wordt ook een boek uitgebracht.
Daarnaast geeft het orkest enkele reguliere concerten.
08 maart:
14 maart:
29 april:
07 juni:
21 juni:
Kamermuziekmiddag DSO
Kamermuziekmiddag in DOK (lustrumactiviteit)
Koninginneconcert in de Maria van Jessekerk, Delft.
Programma: Tchaikovsky symfonie nr. 5
Concert in de Lutherse kerk, Den Haag.
Programma: Bizet-Carmen Ouverture, Bruch-vioolconcert nr. 1, Tchaikovsky
symfonie nr. 5
Marktconcert, Delft (lustrumactiviteit).
Programma: Saint Saëns-Havanaise (met Eliza Ferschtman), Bizet-Carmen
Ouverture, Brahms- selectie uit de Hongaarse dansen.
Teksten: Remco Mostert
Lay-out poster: Masja Notenboom
Wilt u op de hoogte blijven van de concerten van het Delfts Symphonie Orkest?
Dat kan door onze website regelmatig te bezoeken: www.hetdso.nl
Ook kunt u donateur worden van het Delfts Symphonie Orkest. U betaalt dan jaarlijks een
donatie (minimaal 40 euro) en ontvangt dan voor elk eigen concert van het DSO een brief die
gratis toegang biedt voor twee personen. Bovendien wordt u dan uitgenodigd voor de
jaarlijkse kamermuziekdag, die het orkest organiseert en die door orkestleden wordt
verzorgd. Daarnaast ontvangt u de Nieuwsbrief van het orkest die op onregelmatige basis
enkele keren per jaar verschijnt.
Naam……………………………………………………………………………………………
Straat en nummer………………………………………………………………………….
Postcode en woonplaats…………………………………………………………………..
E-mailadres…………………………………………………………………………………….
meldt zich aan als donateur van het Delfts Symphonie Orkest
U kunt deze bon inleveren bij de kassa of opsturen naar:
Delfts Symphonie Orkest, Ernst Casimirstraat 30, 2713 BG Zoetermeer
U kunt zich ook per e-mail aanmelden bij [email protected]
Download