vierkant beschouwd Personeel, het belang rijkste kapitaal Met enige regelmaat wordt het personeel door Defensie als het belangrijkste kapitaal van de organisatie bestempeld. Over het algemeen is het personeel flexibel, loyaal, gedisciplineerd, initiatiefrijk en gemotiveerd. De voortdurende inzet tijdens uitzendingen en nationale steunverleningen heeft bovendien een schat aan kennis en ervaring opgeleverd. De motivatie en het vertrouwen van het personeel heeft de afgelopen tijd echter een stevige knauw gekregen door de voortdurende bezuinigingen en reorganisaties. Daarnaast worden het gebrek aan een heldere koers en de verschraling van de arbeidsvoorwaarden als belangrijke dissatisfiers ervaren. Het kwam vooral neer op het uitvoeren van meer taken met minder personeel, tijd en middelen. Dat dit tot scepsis en cynisme leidt, is begrijpelijk. Veel medewerkers zien geen perspectief meer en zoeken hun heil buiten de organisatie. Dit blijkt ook uit de personeelsrapportage over 2013. Wederom is er sprake van een grote irreguliere uitstroom. In 2013 hebben bijna 3000 burgers en militairen Defensie verlaten. Hoewel hierdoor minder gedwongen ontslagen vallen, is dit wel een zorgelijke tendens. Terwijl Defensie streeft naar een verjonging van het personeelsbestand, blijkt uit de personeelsrapportage dat de gemiddelde leeftijd in de afgelopen twee jaar met 1,2 jaar is gestegen. Dit is te verklaren doordat juist veel jongere medewerkers vertrekken. In tijden van oplopende werkloosheid weten zij toch een nieuwe betrekking in de burgermaatschappij te vinden. Blijkbaar hebben de werkgevers voldoende belangstelling voor het kapitaal van Defensie. Defensie zal dan ook zuinig moeten zijn op dit kapitaal. Juist ook de jongere militairen hebben de afgelopen jaren tijdens de vele uitzendingen veel ervaring op gedaan. Er wordt al gesproken van een braindrain omdat op deze wijze veel talent voor de organisatie verloren gaat. Zij moeten immers de bovenbouw van de toekomst vormen. Door het verkleinen van de krijgsmacht, de voortschrijdende technologie en de toenemende complexiteit van de operationele omgeving zal er in de toekomst alleen maar meer worden gevraagd van het personeel. Om de kleinere krijgsmacht goed te laten functioneren is een kwalita- 16 | Carré 5 | 2014 tief goede vulling dan ook noodzakelijk. Medewerkers moeten door opleidingen en een goede functieopbouw kunnen ontwikkelen en indien nodig specialiseren. Om het overgebleven personeel perspectief te bieden, is het van belang dat er een helder en goed functionerend loopbaanbeleid is. Op dit moment is het loopbaanbeleid echter vooral een bron van frustratie in plaats dat het belang van de organisatie en het personeel wordt gediend. Dit is in de huidige omstandigheden extra gevaarlijk omdat hoogwaardig personeel hierdoor wegloopt en Defensie nog meer kennis en ervaring verliest. Solliciteren om te overleven Met het Flexibel Personeelssysteem (FPS) is de individuele medewerker zelf verantwoordelijk gemaakt voor zijn of haar loopbaan. Omdat het militair personeel om de drie jaar van functie moet wisselen, heeft dit tot veel onrust geleid. Langere functieduur is vaak niet mogelijk. Wanneer er geen functie gevonden wordt binnen de periode van beschikbaarheid, leidt dit tot ‘zwevend’ bestaan waarin de eigen invloed op het vinden van een functie afneemt. Uiteindelijk kan dit zelfs leiden tot ontslag. Om binnenboord te kunnen blijven, kan het personeel het beste op zoveel mogelijk functies solliciteren om zo de kansen te spreiden. Door alle reorganisatieperikelen is het belang van baanbehoud de afgelopen jaren voor velen belangrijker geweest dan het vinden van een functie die past binnen een loopbaanpatroon en die recht doet aan de verworven kennis en ervaringen van de individuele medewerker. Het vinden van een nieuwe functie is een intensief proces. Hiertoe moet vrijwel dagelijks de vacaturebank worden bezocht om te zien of zich veranderingen hebben voorgedaan. Om kans te maken op een nieuwe functie moeten de geregistreerde gegevens in Peoplesoft juist zijn. De personeelsdos- siers zijn vaak echter verre van compleet zodat de medewerker zelf zijn certificaten en beoordelingsgesprekken moet laten vastleggen. Daarnaast dient de medewerker de E-portfolio bij te werken, motivatiebrieven te schrijven en een Persoonlijk Ontwikkelingsplan te laten opmaken. Op sommige vacatures reageren wel twintig collegae. De eigen CV en motivatiebrief moeten dus wel zeer goed zijn om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek. Het gevolg hiervan is dat het zoeken van een nieuwe functie veel tijd in beslag neemt die niet aan de reguliere werkzaamheden kan worden besteed. Wanneer er dan eindelijk een functie gevonden is, begint het hele proces al snel weer opnieuw. Na drie jaar is de functie immers weer ten einde en moet er een nieuwe plaatsing zijn gevonden om niet te gaan ‘zweven’. P&O De P&O-organisatie is door de reorganisaties erg verkleind, terwijl juist in deze periode een zwaar beroep wordt gedaan op deze capaciteit. Tevens is dit personeel niet meer binnen de eenheden zelf geplaatst waardoor de drempel om advies te vragen hoger is geworden. Doordat veel medewerkers zich gedwongen zien om op zoveel mogelijk functies te solliciteren om een baan binnen Defensie te behouden, worden de P&O-functionarissen zwaar belast. Een gevolg hiervan is dat de communicatie in veel gevallen niet meer persoonlijk verloopt. Afwijzingen voor een functie worden bijvoorbeeld automatisch via de mail verstuurd. In veel gevallen zijn deze niet eens voorzien van een duidelijke motivatie van de afwijzing. Dit alles voedt het wantrouwen van het personeel omdat het nu de computer lijkt te zijn die het proces bepaald. Daarnaast wordt er een gebrek aan sturing ervaren. Het militair personeel kan met hulp van de loopbaanbegeleiders een Persoonlijk Ontwikkelingplan opstellen. Zij kunnen de militairen wel helpen om beter inzicht te krijgen in de eigen competenties maar weten vaak ook niet aan welk perspectief er is voor bepaalde loopbaanpatronen. Daarmee blijft onduidelijk welke functies belangrijk zijn voor de gewenste ervaringsopbouw en welke opleidingen daarvoor benodigd zijn. Hierdoor blijft het voor de militair vaak onduidelijk welke stappen er moeten worden gevolgd om een bevredigende carrière binnen Defensie op te bouwen. In combinatie met de sollicitatiedruk leidt dit er toe dat militairen een beschikbare functie aanvaarden om aan het werk te blijven. Zij zijn dan ‘bodemgeschikt’. Dergelijke (nood-)oplossingen zijn funest voor de motivatie en de ontwikkeling van het personeel. Bovendien komt het de kwaliteit van de organisatie niet ten goede. De belangen van het personeel en de organisatie voor wat betreft het loopbaanbeleid moeten dan ook meer met elkaar in evenwicht worden gebracht. Perspectief Om het menselijke kapitaal van Defensie te behouden en zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, is er behoefte aan een beter loopbaanbeleid. Defensie dient duidelijke loopbaanpatronen te schetsen en dit in een vroeg stadium van de carrière te communiceren. Specialistische vakgebieden zoals inlichtingen, cyber en psyops behoeven personeel met de daarvoor specifieke competenties. Nu is het nog vaak zo dat personeel toevallig op dergelijke functies terecht komt om daarna weer een heel andere richting op te gaan. Het gevolg hiervan is dat opleidingen en de opgedane ervaringen tijdens de duur van de functie nadien nauwelijks nog rendement opleveren. Dit is voor zowel de organisatie als het personeel zonde van de middelen. De opgebouwde kennis verliest aan actualiteit en er moet weer nieuwe kennis worden opgebouwd, hetgeen de opleidingscapaciteit verder belast. Met een helder loopbaanperspectief kan het personeel kiezen voor meer logische vervolgfuncties waarin deze kennis juist wordt uitgebouwd. Afgewisseld met algemene en commandantenfuncties kan er op deze wijze een soort ‘minicarrière’ binnen het specialisme worden gevolgd. Hiervoor is het tevens van belang dat voor bepaalde kennisintensieve functies een flexibelere functieduur komt. Op deze wijze kan, in overleg met de P&O-organisatie al in een vroeg stadium worden gekeken naar een aansluitende vervolgfunctie. Dit voorkomt dat er gedurende de functie koortsachtig moet worden gezocht naar een nieuw plekje in de herberg. Deze tijd en energie kunnen dan weer worden benut voor het eigenlijke werk. Op deze wijze krijgt het personeel binnen de door de organisatie gestelde kaders de regie over de eigen loopbaan. Hierdoor kan de militair weloverwogen een pad uitstippelen dat leidt tot een bevredigende loopbaan, binnen Defensie of daar buiten. Tenslotte Hoewel Defensie erkent dat het personeel de kritische succesfactor is binnen de organisatie, wordt nu nog te weinig gedaan om dit menselijk kapitaal te laten renderen. Sterker nog, het personeelsbeleid belemmert het personeel en de organisatie. Op dit moment is het sollicitatieproces vooral gericht op baanbehoud en te weinig op de ontwikkeling van het personeel en de kwalitatieve vulling van de organisatie. Hierdoor wordt te weinig gebruik gemaakt van de kwaliteiten van werknemers, worden zij geremd in hun ontwikkeling en verliest de organisatie aan kwaliteit. Voor het personeel brengt dit extra onnodige onrust en frustraties met zich mee. Defensie heeft weinig invloed op politieke keuzes voor wat betreft visie en financiering voor de krijgsmacht, maar dient het personeel wel perspectief te bieden op een mooie loopbaan. Defensie zal dan ook werk moeten maken van een goed en transparant loopbaanbeleid, waarin de kwaliteiten van het personeel worden ontwikkeld en benut. Ook voor specialistische functies zullen loopbaanpatronen moeten komen. Deze hoeven niet in steen gebeiteld te zijn, maar wel perspectief en houvast bieden. Daarnaast is er behoefte aan een flexibelere functieduur voor specialistische functies. Opgebouwde kennis en ervaring worden dan erkend en benut. Door het kapitaal echt op waarde te schatten kan een eerste stap worden gezet naar herstel van vertouwen en motivatie onder het personeel. Zo kan Defensie de ambitie waarmaken om een organisatie te worden gericht op doorstroom in plaats van uitstroom. Medewerkers met een goed loopbaanperspectief kunnen dan weer een ambassadeur worden voor Defensie en daarmee nieuw talent aantrekken. Defensie moet zuinig zijn op het belangrijkste kapitaal, anders vloeit het weg. Redactie 17