Allereerst van harte gefeliciteerd met uw beslissing om een hond bij ons te adopteren. Op deze pagina’s zal U veel informatie vinden over de aankomst, de voorbereidingen en de opvoeding. Omdat elke hond en elke situatie verschillend is kunnen we U slechts enkele basisregels geven of tips. Wanneer U verder vragen heeft of problemen zou ondervinden, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. De contactgegevens vindt u op onze site www.rescani.be Wat moeten we doen voordat de hond komt? Zorg dat U weet waar U in de buurt een betrouwbare dierenarts kan vinden. Zorg dat U volgende spullen in huis heeft: Hondenmand of hondenkussen Eet- en drinkbak Oude handdoeken Halsband + leiband Hondenvoeding Hondenkoekjes Beloningssnoepjes Deken of mand voor in de auto Eventueel een bench (aanrader) Zorg dat U eventueel volgende medicatie in huis heeft: Product tegen vlooien en teken, tekenpincet Ontwormingsproduct Eventueel specifieke medicatie wanneer U een hond met een bepaalde ziekte verwacht (leishmania …) De hond komt aan! Via een medewerker zal U op de hoogte gebracht worden van het moment waarop uw hond zal overvliegen. In de luchthaven staat er steeds een medewerker U op te wachten, in zaventem links van de aankomstbalie aan de JAVA stand en via hem/haar zal U ook het paspoort en contract ontvangen. In Eindhoven aan de aankomstdeur Hou er rekening mee dat U vaak op de luchthaven nog een uur moet wachten eer dat de honden verschijnen. Bij het afhalen van de hond vragen wij u de volgende spullen mee te brengen: Een fles drinkwater + bak, halsband, riem en eventueel een deken/handdoek of bench voor in de auto. Hang de halsband over uw schouder zodat onze medewerkers u herkennen en zij u kunnen helpen bij de aankomst van uw hond. Vaak draagt onze medewerker een blauwe trui/t-shirt. Storm niet met z’n allen op de honden af wanneer ze de aankomsthal binnenkomen! Wees rustig! Ze hebben net een vermoeiende en stresserende vlucht achter de rug en moeten even tot rust komen! Eens uit de bench, krijgt de hond de kans om een plasje te doen buiten www.rescani.be Honden die te zenuwachtig zijn of te angstig, krijgen in Spanje een kalmeermiddel toegediend, dus sommigen kunnen nog versuft zijn bij aankomst. Graag raden wij u ook aan van uw nieuwe hond niet meteen te overrompelen met vele nieuwe gezichten, snoepjes en dergelijke. De honden hebben vaak rustig de tijd (min. 2 weken) nodig om te wennen aan hun nieuwe baasjes en omgeving. Neem de hond rustig mee naar huis en laat hem in de auto nog wat rusten. Eventueel kan een gezinslid bij hem/haar gaan zitten om hem/haar te kalmeren. Wanneer u lang in de auto zit voor u thuis bent kan u enkele keren stoppen om de hond te laten plassen. Een aanrader is van de hond dezelfde dag nog geen of weinig eten te geven. Indien ze met een namiddagvlucht overkomen, kan u ze in de avond al wel wat geven, maar liefst licht voedsel en niet te veel. Iets licht zoals kip en goed doorgekookte rijst weten de honden wel te appreciëren. (Let wel op dat u niet te veel/vaak rijst en dat de rijst echt stevig doorgekookt is, liefst zelfs wat plat anders kan dit verstopping veroorzaken wanneer de hond hier gevoelig aan is.) Laat (jonge) kinderen nog niet te veel/lang bij de hond op de dag van aankomst, tenzij zij er rustig naar kunnen kijken. Let erop dat de hond zijn behoeftes doet en dat die er ‘normaal’ uitzien. Het is goed mogelijk dat de hond de dag zelf niets meer doet of diarree heeft, maar hou het enkele dagen in de gaten. Wij wijzen u er ook nog eens op dat deze honden uit een asiel komen en dus niet perfect, niet 100% zindelijk en zij vaak ook defensief kunnen zijn tegenover hun eerste volle voederbak en eigen speeltjes. Het is allemaal even wennen…voor hen ook! Vaak gaan ze de eerste dagen hun eten ook opschrokken en veel eten, maar geef het gewoon normale porties en hou de hoeveelheid in het oog. Gelieve zo snel mogelijk een bezoekje te brengen aan uw dierenarts voor een complete check-up en de registratie van de chip, zodat de hond op uw naam komt te staan. Bij pups kan het zijn dat er nog geen castratie/sterilisatie heeft plaatsgevonden, dit dient te gebeuren zodra de hond oud genoeg is of binnen een maand na aankomst. De organisatie dient hiervan een bewijs te ontvangen van uw dierenarts. Honden worden in Spanje niet ingeënt tegen leptospirose en kennelhoest, beste is van ook dit zo snel mogelijk met uw dierenarts te overleggen. Gelieve de hond zowieso 2 weken tot een maand de tijd te geven om rustig te wennen en aan zijn nieuwe omgeving, nieuwe mensen en om dingen aan te leren. Basisregels voor de opvoeding van een hond Volgende regels kunnen niet diervriendelijk overkomen, maar dat zijn ze juist wel. Een hond is een fantastisch dier, maar u moet ze behandelen als een hond en niet als een mens. Honden hebben andere behoeftes en gewoontes dan mensen. In de natuur leven honden in een roedel; een groep honden. In die roedel geldt een hiërarchie die kan veranderen in de loop der tijd. De leider kan bijvoorbeeld door een lager geschikte hond uitgedaagd en verslagen worden. Zo wordt die hond nu de baas. Juist om deze reden is het belangrijk dat u steeds consequent bent in de omgang met uw hond. Verder is het voor de hond in kwestie ook niet erg om ‘ondergeschikte’ te zijn. Zodra hij zijn rang in de roedel kent en bevestigd gezien heeft, zal hij zich daarnaar schikken. Hij krijgt dan niet het leiderschap, maar wel bescherming. In het opzicht baasje-hond bent u de leider en biedt u de ‘ondergeschikte’ hond bescherming. Het is zeer interessant om over dit onderwerp en over hondengedrag in het algemeen enkele boeken te lezen, zodat u een optimale relatie met Uw hond op kan bouwen en er geen problemen de kop op zullen steken. Volgende regels zijn slechts richtlijnen en u kan voor uzelf uitmaken welke u belangrijk vindt en welke niet, en welke in uw situatie toepasbaar zijn. 1. 2. 3. 4. De hond eet NA u. De hond gaat NA u door een deuropening/poort … U bepaalt de wandelroute en niet de hond. Wanneer u bezoek aan de deur heeft eist u van de hond dat hij gaat zitten en niet meteen naar de bezoekers gaat. Wanneer de bezoekers binnen zijn en u hen al uitgebreid begroet heeft, geeft u uw hond de toelating om een gedag tegen de bezoekers te zeggen en geeft u hem zelf een beloning voor zijn goede gedrag. Waarschuw uw bezoekers op voorhand of hang een papier aan de deur met de reden waarom het iets langer kan duren voor u de deur opent. Oefen desnoods met een vriend(in) die uw hond niet kent. www.rescani.be 5. Blaffen kan, maar niet te lang. 6. De honden mogen niet trekken aan de leiband. Wanneer zij trekken keert u resoluut om en wandelt u 5 meter terug en laat u de hond zitten. Als de hond dit braaf doet kan u weer omkeren en verder wandelen. 7. U leert de hond de basisbevelen: Zit Lig (beter aanleren onder het bevel ‘af’ omdat ‘zit’ en ‘lig’ heel gelijkend zijn voor hondenoren) Sta Blijf Los (wanneer de hond een voorwerp of iets eetbaars vastheeft en het moet lossen) Verdere bevelen zijn niet noodzakelijk maar vaak wel handig voor het eigen gemak en plezier. De hond zelf vindt het, mits toepassen van een goede leermethode, enorm leuk om dingen te leren 1. Consequente opvoeding en hondenschool is steeds een aanrader, aanleren is gemakkelijker dan afleren! 2. Zelfs wanneer u alles gelezen heeft over hondenopvoeding en perfect met uw hond traint, is het voor de hond zelf zeer belangrijk om goed met andere honden te leren opschieten en te leren dat hij/zij u aandacht moet geven, ook wanneer er andere honden in de buurt zijn. 3. De hond gaat niet mee op de zetel liggen maar blijft mooi op de grond, dit om de schikking van de roedel niet te verstoren. 4. Neem geen bevelen aan van uw hond (ik heb honger! Ik wil gaan wandelen!...). u bepaalt wat en wanneer en hoeveel. 5. Laat uw hond opzij gaan voor u. Wanneer uw hond ergens ligt en jij moet er net voorbij, ga dan niet rond de hond of stap er niet over, maar zorg ervoor dat de hond rechtstaat en opzij gaat voor u. Dit zijn maar enkele basisregels en zijn niet sluitend voor elke hond in elke situatie. Nogmaals: het beste is het volgen van een hondencursus en het verslinden van veel boeken over hondengedrag en hondenopvoeding Wij wensen U heel veel plezier met uw nieuwe huisgenoot en veel succes! “Een hond is niet voor even, maar voor een heel leven” Het RESCANI - team www,rescani.be www.rescani-blog.blogspot.com Verhaaltjes en foto’s zijn steeds welkom voor onze website / blog www.rescani.be [email protected] www.rescani.be Info ziekten (www.yahwoof.com) www.rescani.be Leishmaniose In de meeste landen rond de Middellandse Zee zijn er gebieden waar het zogenoemde zandvliegje leeft, dat Leishmania kan overbrengen. Let wel: kan! De hond die drager is hoeft namelijk niet ziek te worden. Tussen het geïnfecteerd raken en ziek worden kunnen jaren verstrijken. Er zijn diverse symptomen die op deze ziekte kunnen duiden maar ze zullen niet allemaal tegelijk optreden: huidproblemen (seborrhea, zweren, korsten veelal op de oorranden en haaruitval), gewichtsverlies, koorts, neusbloedingen, pijnlijke gewrichten, gezwollen lymfeklieren en onder andere tekenen van nier- of leverfalen kunnen duiden op Leishmaniose. De diagnose kan gesteld worden door het direct ontdekken van de parasiet via beenmergpunctie en laboratoriumonderzoek. Ook kunnen er antilichamen tegen deze parasiet gevonden worden in het bloed van de hond. Een diagnose stellen middels bloedonderzoek is soms lastig, omdat niet in alle gevallen de antistoffen in het bloed aangetoond kunnen worden, terwijl deze er wel zijn. Vaak zijn meerdere testen nodig om via het bloed de antistoffen te kunnen aantonen. Bij het zoeken naar antistoffen tegen Leishmania in het bloed kan ook een kruisreactie optreden met Ehrlichiose. Als er maar weinig antistoffen aangetoond worden tegen Leishmania, moet men op zo’n kruisreactie met Ehrlichiose bedacht zijn. Naast het testen op antistoffen in het bloed kan meer onderzoek gedaan worden dat mede helpt de diagnose te stellen: telling van de diverse soorten bloedcellen, lever- en nierfuncties en het in kaart brengen van bepaalde eiwitten (bèta- en gammaglobulines) in het bloed. Het zandvliegje is het meest actief bij zonsop- en ondergang en leeft voornamelijk in vochtige gebieden, zoals bijv. op het strand. Sinds enkele jaren is er een halsband op de markt (Scalibor) die effectief is tegen de zandvlieg waardoor besmetting en verspreiding voorkomen kan worden. Behandeling vindt in overleg met de dierenarts plaats, in Nederland/België veelal met tabletten. De hond zal wel altijd drager blijven van Leishmania, maar ondanks dit feit nog een lang en goed leven kunnen leiden. Regelmatig bloedonderzoek is dan belangrijk om vroegtijdig een mogelijke terugval te signaleren en tijdig opnieuw een behandeling te starten. Eerlijkheid gebied ons te zeggen dat er ook honden zijn waarbij ondanks goede medische zorg Leishmaniose fataal bleek. Erlichiose Ehrlichia Canis is een parasiet die onder andere de afname van bepaalde witte bloedcellen veroorzaakt (neutropenia). Afhankelijk van de reactie van het immuunsysteem van de getroffen hond kunnen de symptomen verschillend zijn: diverse gradaties van gewrichtsontstekingen (artritis), een verandering van de nierfunctie (glomerulonephritis) en een vermindering van het aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) worden frequent gezien.Voor de eigenaar zichtbare symptomen zijn onder andere: koorts, kreupelheid en neusbloedingen. Thrombocytopenia (te weinig bloedplaatjes) is zeer karakteristiek voor de ziekte maar ook andere afwijkingen kunnen een vermindering van de bloedplaatjes tot gevolg hebben. Een toename van bèta- en gammaglobulines is gebruikelijk bij Ehrlichiose en Leishmaniose. Deze symptomen zijn niet altijd tegelijk aanwezig. Enkele symptomen van Ehrlichiose komen overeen met die, welke bij Leishmaniose gezien kunnen worden. Het is daarom altijd raadzaam als de hond klachten heeft die op een van deze twee ziekten zou kunnen duiden, zowel op Ehrlichiose als op Leishmaniose te laten testen. Het vaststellen van Ehrlichiose kan onder andere plaats via bloedonderzoek, waarbij gekeken wordt naar antistoffen tegen Ehrlichia. Ehrlichia Canis en andere door teken overdraagbare parasieten zijn zeer gevoelig voor de antibiotica tetracycline en doxycycline. Het herstel van honden vindt meest plaats tussen de 27 en 72 uren na behandeling, alhoewel de behandeling 14 tot 28 dagen moet worden voortgezet. Een uitzondering zijn de honden met chronische Ehrlichiose waarbij aanvullende behandeling nodig is en het herstel maanden kan duren. Parvo Dit zeer immune virus staat nauw in verband met het kattenziekte virus, kruisbesmetting is echter niet mogelijk. Het is bijna ongevoelig voor zowel fysische als chemische invloeden en daardoor moeilijk uit te bannen. Het virus verspreidt zich voornamelijk via de mond en de ontlasting van het besmette dier. De meeste infecties zien we bij pups van 8-14 weken, maar ook volwassen, niet gevaccineerde honden lopen gevaar. De tijd tussen besmetting en het zichtbaar worden van de eerste symptomen is 2-4 dagen. Deze symptomen bestaan voornamelijk uit herhaald www.rescani.be braken, bloederige diarree en een erg pijnlijke buik. Verder zijn de dieren sloom, willen niet eten/drinken en zeker bij kleine honden en pups is het risico op uitdroging groot. Een 2e variant komt voor bij dieren onder de 3 maanden. Deze tast ook de hartspier aan waardoor de dieren erg benauwd worden en een piepende ademhaling krijgen. Middels een ontlastingtest is het virus aan te tonen, maar een behandeling, behalve symptomatisch en met ondersteunende middelen, is er niet. Ook bij deze ziekte is preventie middels vaccinatie de belangrijkste bestrijding. Het parvovirus een een zeer besmettelijke aandoening bij honden. Men spreekt ook van 'katteziekte' omdat een er gelijkaardige parvovirus infectie bij de huiskat ook frequent voorkomt. Het parvovirus van de kat is echter niet besmettelijk voor honden. Parvovirose komt ondanks vaccinatie nog steeds vrij veel voor, voornamelijk bij pups. Vaak breekt de ziekte pas enkele dagen tot weken na de infectie uit, zodat in sommige gevallen de eigenaar een 'gezonde' pup kocht die plots erg ziek wordt. Het grote gevaar van parvovirus is het feit dat het zeer lang (tot een jaar) in de omgeving kan overleven en weerstaat aan veel ontsmettingsmiddelen. Besmette dieren scheiden massale hoeveelheden virus uit. Het is dus mogelijk dat een hond de ziekte krijgt omdat er een jaar eerder een besmet dier op dezelfde plaats was! Symptomen De eerste symptomen van parvo zijn lusteloosheid, niet willen eten en veel slapen. De typische symptomen van parvovirose breken na enkele uren tot dagen uit: hoge koorts, braken en diarree. De diarree is erg waterig en meestal bloederig en erg stinkend (typische 'parvo-geur'). De symptomen zijn zeer hevig en ontstaan op zeer korte tijd. Gezien het braken en de massale diarree zullen de dieren snel uitdrogingsverschijnselen vertonen. Het virus kan ook de hartcellen aantasten, met dodelijke gevolgen. Diagnose De symptomen en de typische geur van de diarree zullen in veel gevallen reeds een sterk vermoeden van parvo geven. Bij twijfel kan men gespecialiseerd onderzoek laten uitvoeren op een meststaal. Behandeling De behandeling dient snel ingesteld te worden. Bij vermoeden van parvo zal de dierenarts de hond hospitaliseren en intraveneus (in de ader) vocht toedienen. Omdat het om een zeer besmettelijke ziekte gaat zal de hond afgezonderd worden van andere (gehospitaliseerde) dieren. Hoewel het om een virus gaat zal men vaak antibiotica toevoegen om de darmbacteriën geen kans te geven de kapotte darmslijmvliezen te besmetten. Indien het dier herstelt en stopt met braken zal men de vochttherapie voortzetten met speciale formules die de hond kan opdrinken. Prognose Parvovirose is een zeer ernstige aandoening die fataal kan aflopen, zeker bij jonge dieren. Indien het dier tijdig en goed behandeld wordt bestaat een goede kans dat het dier zal overleven. Preventie Vaccinatie! Een gevaccineerd dier zal uiterst zelden ziek worden indien het in contact komt met parvovirus. Tegenwoordig vaccineert men alle honden tegen deze ziekte. Pups die veel risico lopen om geïnfecteerd te raken zullen een eerste maal gevaccineerd worden op de leeftijd van 6 weken. Alle honden krijgen een vaccinatie op 9 en op 12 weken. Daarna volstaat een jaarlijkse hervaccinatie. Indien de hond gedurende meerdere jaren geen booster vaccinatie meer heeft gekregen, zal men opnieuw 2 maal vaccineren met 2 weken tussentijd. In ieder geval is het ten zeerste aan te raden het dier niet in contact te laten komen met een besmet dier of een besmette omgeving! www.rescani.be Leptospirose = rattenziekte (ziekte van Weill) Leptospirose is ook wel gekend als rattenziekte. Het is een besmettelijke aandoening die veroorzaakt wordt door een bacterie. De hond besmet zich door contact met de bacterie. Dit gebeurt meestal in (stilstaand) water, zoals van plassen of beken. De bacterie wordt uitgescheiden in de urine en kan zo andere honden besmetten. Ratten zijn een belangrijke drager van de bacterie en urine van ratten is een belangrijke besmettingsbron voor de hond. De leptospira bacterie kan praktisch alle zoogdieren besmetten, maar er zijn grote verschillen in de symptomen tussen de verschillende diersoorten. Symptomen Eerst zullen wat aspecifieke klachten optreden, zoals koorts, braken en diarree, al dan niet met bloed erin. De bacterie bevindt zich in het bloed en tast van daaruit verschillende organen aan. De nieren zijn vaak aangetast en de dieren kunnen tekens vertonen van nierinsufficiëntie. Als de lever wordt aangetast ontstaan tekens van leverinsufficiëntie, zoals geelzucht. Zenuwsymptomen kunnen ook optreden. Honden kunnen erg ziek zijn van leptospirose en de ziekte kan dodelijk zijn. Diagnose De diagnose wordt gesteld door het aantonen van de bacterie in het bloed of de urine. Behandeling Leptospirose wordt veroorzaakt door een bacterie. De behandeling bestaat dus uit aangepaste antibiotica. Vaak zal de hond moeten gehospitaliseerd worden omwille van de slechte algemene toestand en uitdrogingsverschijnselen. Prognose De meeste honden zullen mits een aangepaste therapie de ziekte overwinnen, maar indien niet tijdig ingegrepen wordt verloopt de ziekte soms dodelijk. Preventie Er bestaat een vaccin tegen de rattenziekte en dit wordt standaard toegediend aan alle honden tijdens de jaarlijkse vaccinatie. Leptospirose is een zeldzame infectie die veroorzaakt wordt door een besmetting met de Leptospira bacterie. Meestal treden besmettingen op na een contact met ratten of met door ratten besmet water. Ook andere dieren kunnen drager zijn van de bacterie, o.m. honden, varkens, runderen, schapen en geiten. Leptospirose of de Ziekte van Weil is een verzamelnaam van aandoeningen die veroorzaakt worden door Leptospiren. Dit zijn beweeglijke bacteriën (spirocheet), die in staat zijn om via wondjes van het slijmvlies van de neus en/of de mondholte en zelfs via de huid het lichaam binnen te dringen. Een van die Leptospiren geeft de Ziekte van Weil die zowel bij mensen als bij dieren voorkomt. Het zijn vooral de nieren, maar ook de lever die worden aangetast en waardoor blijvende schade ontstaat. Soms kan Leptospirose zeer snel verlopen met symptomen als hoge koorts, gele slijmvliezen en donkergele tot bloederige urine. De belangrijkste infectiebron is water dat besmet is geraakt met urine van geïnfecteerde dieren (vooral ratten). Leptospiren kunnen gedurende maanden of zelfs langer worden uitgescheiden door dieren, waar de infectie sluimerend in de nieren aanwezig is. Leptospirose is dus niet alleen gevaarlijk voor de hond, maar ook voor zijn omgeving en dus voor de mens levert dit dus een potentieel risico op. Leptospiren leven in de nieren van hun natuurlijke gastheren en worden uitgescheiden met de urine. Ze kunnen geruime tijd buiten het lichaam van hun gastheer overleven, vooral als de condities gunstig zijn (warme en vochtige omgeving). Besmetting van de mens vindt plaats door direct contact met de (levende of dode) gastheer of zijn urine of indirect via de met urine besmette omgeving, vooral oppervlaktewater, vochtige planten en modder. Voor infectie is overdracht via wonden of slijmvliezen of misschien ook via de weke huid of door inademing van www.rescani.be aerosolen van urine noodzakelijk. Intensief contact met dieren vormt een potentieel risico tot besmetting. Directe overdracht van mens op mens is zelden beschreven. Info over rassen en andere vindt u ook op onze website onder 'extra' www.rescani.be