EUROPEES PARLEMENT 2009 - 2014 Zittingsdocument 21.9.2011 B7-0523/2011 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit bij de Verenigde Naties Michèle Striffler, Mariya Nedelcheva, Eduard Kukan namens de PPE-Fractie Richard Howitt, Michael Cashman, Véronique De Keyser, Vilija Blinkevičiūtė, Emine Bozkurt, Ana Gomes namens de S&D-Fractie Marietje Schaake, Sophia in 't Veld, Sonia Alfano, Sarah Ludford, Leonidas Donskis, Alexander Alvaro, Kristiina Ojuland, Ramon Tremosa i Balcells, Renate Weber namens de ALDE-Fractie Charles Tannock namens de ECR-Fractie Ulrike Lunacek, Raül Romeva i Rueda, Nicole Kiil-Nielsen, Catherine Grèze, Franziska Katharina Brantner, Rui Tavares, Keith Taylor, Barbara Lochbihler RE\877942NL.doc NL PE472.704v01-00 In verscheidenheid verenigd NL namens de Verts/ALE-Fractie Cornelis de Jong, Bairbre de Brún, Miguel Portas, Marisa Matias, Jean-Luc Mélenchon, Marie-Christine Vergiat namens de GUE/NGL-Fractie PE472.704v01-00 NL 2/6 RE\877942NL.doc B7-0523/2011 Resolutie van het Europees Parlement over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit bij de Verenigde Naties Het Europees Parlement, – gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens, het Europees Verdrag inzake de rechten van de mens en het EU-Handvest van de grondrechten, – gezien resolutie A/RES/60/251 van de Algemene Vergadering van de VN waarmee de VNMensenrechtenraad (UNHRC) is opgericht, – gezien de verklaring van 16 maart 2006 van het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie namens de Europese Unie over de oprichting van de UNHRC, – gezien zijn resolutie van 10 maart 2011 over de 16e zitting van de VN-Mensenrechtenraad1, – gezien zijn resolutie van 16 december 2010 over de mensenrechten in de wereld in 2009 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie2, – gezien de eerdere gezamenlijke verklaringen van de Verenigde Naties, inclusief de gezamenlijke verklaring over de beëindiging van gewelddaden en gerelateerde schendingen van de mensenrechten op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit van 22 maart 2011 van de VN-Mensenrechtenraad, en de verklaring over mensenrechten en seksuele geaardheid en seksuele identiteit van 18 december 2008 van de Algemene Vergadering, – gezien de UNHRC-resolutie A/HRC/17/19 van 17 juni 2011 over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit, – gezien de 17e zitting van de VN-Mensenrechtenraad, waarop UNHRC-resolutie A/HRC/17/19 over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit is aangenomen, en de 19e zitting van de VN-Mensenrechtenraad, waarop de paneldiscussie gehouden zal worden waarvoor een mandaat verleend is in resolutie A/HRC/17/19, – gezien resolutie 1728 van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa van 29 april 2010 over discriminatie op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit, en de aanbeveling van de commissie van ministers CM/Rec(2010)5 van 31 maart 2010 over maatregelen ter bestrijding van discriminatie op grond van seksuele geaardheid of seksuele identiteit, – gezien OAS-resolutie AG/RES 2653 van 7 juni 2011 over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit, – gezien het verslag "Homofobie, transfobie en discriminatie op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit" van het Bureau voor de grondrechten (november 2010), 1 2 P7_TA-PROV(2011)0097. P7_TA(2010)0489. RE\877942NL.doc 3/6 PE472.704v01-00 NL – gezien de artikelen 2, 3, lid 5, 18, 21 en 27 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 10 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), – gezien de door de Raad van de Europese Unie aangenomen Toolkit voor de bevordering en bescherming van alle mensenrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LGBT), – gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit bij de Verenigde Naties, – gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat eerbiediging, bevordering en waarborging van het universele karakter van de mensenrechten een onderdeel is van het ethische en juridische acquis van de Europese Unie en een van de hoekstenen van de Europese eenheid en integriteit; B. overwegende dat er in de Europese Unie en in derde landen dagelijks talrijke schendingen van de mensenrechten plaatsvinden die verband houden met seksuele geaardheid en seksuele identiteit; C. overwegende dat de Europese Unie en de lidstaten moeten toezien op eerbiediging van de mensenrechten in hun eigen beleid en praktijk om de positie van de Europese Unie in de VNMensenrechtenraad te versterken en geloofwaardig te maken; D. overwegende dat de Europese Unie het allerhoogste belang hecht aan universele en ondeelbare mensenrechten; E. overwegende dat de Europese Unie nu al seksuele geaardheid en seksuele identiteit heeft opgenomen in haar werkzaamheden bij de Verenigde Naties, de regionale organen en enkele van haar bilaterale dialogen over mensenrechten; F. overwegende dat de UNHRC-resolutie over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit de eerste VN-resolutie is die specifiek betrekking heeft op seksuele geaardheid en seksuele identiteit; G. overwegende dat staten uit alle regio's, waaronder alle EU-lidstaten bij de VNMensenrechtenraad, gestemd hebben voor de resolutie over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit, en dat 21 EU-lidstaten de resolutie hebben gesteund; H. overwegende dat verscheidene VN-verdragsorganen, speciale rapporteurs en bureaus op het gebied van de mensenrechten, alsmede de VN-secretaris-generaal en de Hoge Commissaris voor de mensenrechten, hun ernstige bezorgdheid hebben geuit over de schendingen van de mensenrechten die wereldwijd worden ondervonden door lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders; I. overwegende dat overige regionale instellingen, waaronder de Raad van Europa en de Organisatie van Amerikaanse Staten, recentelijk resoluties hebben aangenomen waarin schendingen van de mensenrechten op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit worden veroordeeld; PE472.704v01-00 NL 4/6 RE\877942NL.doc 1. herhaalt zijn bezorgdheid over de talrijke schendingen van de mensenrechten en de wijdverbreide discriminatie op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit, zowel in de Europese Unie als in derde landen; 2. erkent en steunt de werkzaamheden die al verricht zijn door de VN-Mensenrechtenraad, de VN-secretaris-generaal, de Hoge Commissaris voor de mensenrechten, VN-verdragsorganen, speciale rapporteur en overige VN-bureaus op het gebied van de mensenrechten om ervoor te zorgen dat internationale mensenrechtennormen volledig worden nageleefd, ongeacht iemands seksuele geaardheid en seksuele identiteit; 3. is verheugd over de goedkeuring van resolutie A/HRC/17/19 over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit door de VN-Mensenrechtenraad; 4. vestigt de aandacht op het feit dat de resolutie gesteund werd door staten uit alle regio's en dat deze was opgesteld door Zuid-Afrika; herhaalt dat mensenrechten universeel en ondeelbaar zijn, en dat zij gelden voor allen, ongeacht hun seksuele geaardheid en seksuele identiteit; 5. steunt de organisatie van een paneldiscussie op de 19e zitting van de VN-Mensenrechtenraad in het voorjaar van 2012 om een 'constructieve, gefundeerde en transparante dialoog' te houden over discriminerende wetgeving en praktijken en gewelddaden tegen personen op grond van hun seksuele geaardheid en seksuele identiteit; is van mening dat het houden van een respectvolle en open dialoog over mensenrechten, seksuele geaardheid en seksuele identiteit tussen de VN-lidstaten uit alle regio's onontbeerlijk is; 6. is verheugd over het feit dat de EU-lidstaten en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid er reeds lang voor pleiten om seksuele geaardheid en seksuele identiteit op te nemen in de werkzaamheden van de VN-Mensenrechtenraad en van overige VN-organen, zoals in eerdere gezamenlijke verklaringen; 7. herinnert eraan dat de toolkit voor de bevordering en bescherming van alle mensenrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen (LGBT) van de werkgroep mensenrechten van de Raad van de Europese Unie de decriminalisering van homoseksualiteit in de wereld, gelijkheid en non-discriminatie, en de bescherming van mensenrechtenactivisten, als hoofdprioriteiten noemt; is van mening dat de hoge vertegenwoordiger en de lidstaten deze prioriteiten stelselmatig moeten blijven hanteren in hun buitenlandse betrekkingen; 8. dringt er bij de hoge vertegenwoordiger en de lidstaten op aan om in hun partnerschap met derde landen stelselmatig de bescherming en de eerbiediging van de mensenrechten in verband met seksuele geaardheid en seksuele identiteit te bevorderen bij de Verenigde Naties en bij overige multilaterale fora, en bilateraal in hun mensenrechtendialogen; 9. moedigt de lidstaten aan om constructief mee te werken, en in partnerschap met derde landen, aan de universele periodieke toetsing en procedures van verdragsorganen om ervoor te zorgen dat mensenrechten in verband met seksuele geaardheid en seksuele identiteit in de Europese Unie en in derde landen volledig worden nageleefd; hiertoe moedigt het de lidstaten en de hoge vertegenwoordiger aan te zorgen voor consistentie tussen het externe en interne optreden op het gebied van de mensenrechten, zoals bepaald in artikel 21, lid 3, van RE\877942NL.doc 5/6 PE472.704v01-00 NL het Verdrag betreffende de Europese Unie; 10. dringt er bij de hoge vertegenwoordiger, de Commissie en de lidstaten op aan om de mensenrechten in verband met seksuele geaardheid en seksuele identiteit via bilaterale mensenrechtendialogen en het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR) verder te bevorderen; 11. betreurt dat de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen (LGBT) nog niet altijd volledig worden nageleefd in de Europese Unie, inclusief het recht op lichamelijke integriteit, het recht op een privé- en gezinsleven, het recht op vrijheid van meningsuiting, het recht op vergadering, het recht op non-discriminatie, de vrijheid van verkeer en asielrecht; 12. vestigt de aandacht op de bevindingen van het EU-Bureau voor de grondrechten in zijn verslag 'Homofobie, transfobie en discriminatie op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit'; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan zoveel mogelijk inhoud te geven aan de opvattingen daarin; 13. dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan deze ongelijkheden volledig aan te pakken; herhaalt zijn verzoek dat de Commissie een allesomvattende routekaart opstelt tegen homofobie, transfobie en discriminatie op grond van seksuele geaardheid en seksuele identiteit; 14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Commissie, de Raad van de Europese Unie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten en de secretaris-generaal van de VN. PE472.704v01-00 NL 6/6 RE\877942NL.doc