EUROPEES PARLEMENT 2009 - 2014 Zittingsdocument 11.3.2014 B7-0268/2014 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement over Oekraïne (2014/2627(RSP)) Nikola Vuljanić, Marie-Christine Vergiat, Younous Omarjee, Patrick Le Hyaric namens de GUE/NGL-Fractie RE\1022920NL.doc NL PE529.670v01-00 In verscheidenheid verenigd NL B7-0268 Resolutie van het Europees Parlement over Oekraïne (2014/2627(RSP)) Het Europees Parlement, – gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat sinds november 2013 – aangewakkerd door de weigering van de Oekraïense regering om een associatieovereenkomst met de EU te sluiten – het protest tegen het beleid van de regering onafgebroken voortduurt en aan beide zijden steeds gewelddadiger wordt, en dat ook extreemrechtse en extreem-nationalistische groeperingen zich bij het protest hebben aangesloten; overwegende dat het feit dat de politieke krachten, zowel de regering als de oppositie, niet in staat waren een compromis te sluiten, heeft geleid tot de gewelddadige escalatie van de situatie, waarbij tientallen mensen van beide kampen om het leven zijn gekomen en honderden mensen gewond zijn geraakt; overwegende dat de protesten begonnen als pro-EU-demonstraties, maar dat de nadruk daarvan is verlegd naar meer binnenlandse aangelegenheden en dat de protesten vanuit Kiev zijn overgewaaid naar andere steden; B. overwegende dat de compromisovereenkomst tussen Viktor Janoekovitsj en de vertegenwoordigers van de oppositie, die door bemiddeling van de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Duitsland en Polen is tot stand gekomen, werd verbroken door de oppositie; overwegende dat Viktor Janoekovitsj Oekraïne heeft verlaten en naar Moskou is gegaan zonder officieel ontslag te hebben genomen; C. overwegende dat het Oekraïense parlement (Verchovna Rada) het initiatief heeft genomen en heeft besloten om: • president Janoekovitsj af te zetten; • op 25 mei 2014 verkiezingen te houden; • een transitionele interim-regering aan te stellen; • de grondwet van 2004 in ere te herstellen op grond waarvan Oekraïne opnieuw een parlementaire-presidentiële regeringsvorm zal hebben; D. overwegende dat de bevolking van Oekraïne sterk verdeeld is over de beoordeling van deze ontwikkelingen en de toekomst van het land; E. overwegende dat de Federatieraad van Rusland op 1 maart 2014 toestemming heeft gegeven voor het inzetten van strijdkrachten op het grondgebied van Oekraïne met als argument dat Rusland het recht heeft de Russischsprekende bevolking in Oekraïne te beschermen; overwegende dat dit een duidelijke schending van internationaal recht inhoudt; PE529.670v01-00 NL 2/6 RE\1022920NL.doc F. overwegende dat pro-Russische soldaten zonder insignes op 27 februari 2014 de macht over het parlement van de Krim, de internationale luchthaven van Simferopol en militaire bases in handen zijn begonnen nemen; overwegende dat het schiereiland de facto aan de controle van de Oekraïense overgangsautoriteiten ontsnapt; overwegende dat er bewijs bestaat dat deze ontwikkeling militair, politiek en economisch gesteund wordt door Rusland; overwegende dat in verschillende Oekraïense steden buiten de Krim grote pro-Russische demonstraties blijven plaatsvinden; overwegende dat deze ontwikkelingen een ernstige bedreiging vormen voor de territoriale integriteit van Oekraïne; G. overwegende dat de VS, de NAVO en de EU als reactie verschillende vergaderingen en samenwerkingsmechanismen hebben opgeschort en sancties hebben ingevoerd; H. overwegende dat de VS hun maritieme aanwezigheid in de Zwarte Zee hebben verhoogd en hun militaire troepen in Oost-Europa hebben versterkt; 1. benadrukt dat de huidige diepe politieke crisis in Oekraïne noch door geweld noch door beslissingen van de overgangsautoriteiten kan worden opgelost, maar dat een diepgaand nationaal debat over de toekomst van het land noodzakelijk is; benadrukt dat duurzame oplossingen enkel door de bevolking van Oekraïne zelf kunnen worden gevonden en dat de bevolking zonder buitenlandse inmenging moet beslissen over de nodige politieke en economische hervormingen, de geopolitieke oriëntatie van het land en tot welke internationale overeenkomsten en gemeenschappen Oekraïne moet behoren; 2. uit zijn bezorgdheid over de diepe verdeeldheid van het land; roept alle politieke actoren in Oekraïne op bij te dragen tot een afname van de spanningen in het land, te werken voor de territoriale integriteit en soevereiniteit van het land, alle burgers te beschermen tegen intimidatie, toe te zien op de rechten van minderheden en vrije en eerlijke verkiezingen te helpen voorbereiden; 3. benadrukt het belang van vrije en eerlijke verkiezingen om legitimiteit te geven aan de democratische instellingen van Oekraïne; vraagt de transitieautoriteiten van Oekraïne de noodzakelijke omstandigheden te scheppen en de democratische rechten en vrijheden en gelijke toegang tot de media van alle democratische politieke krachten te garanderen; verwacht dat alle politieke partijen en instellingen voor de verkiezingen hun programma om een duurzame oplossing voor de diepe sociale en economische te bereiken, publiceren; veroordeelt de aanvallen van de rechtse krachten tegen de communistische partij en vraagt de overgangsautoriteiten met aandrang dergelijke acties te voorkomen; 4. keurt de gewelddadige activiteiten af van de gewapende rechtse extremisten en ultranationalistische groeperingen in Kiev en andere plaatsen in Oekraïne bij het innemen van ministeries, administratieve gebouwen en politiekantoren, vooral in Kiev en het westelijke deel van het land; uit zijn grote bezorgdheid over het feit dat extreemrechtse politieke groepen, zoals de Svoboda-partij en de Rechtse Sector, die worden beticht van racistische en antisemitische standpunten en acties, verschillende ministeriële en andere uitvoerende functies in de transitieregering in Oekraïne hebben; 5. vraagt een onafhankelijk en transparant onderzoek naar alle recente gewelddaden, met inbegrip van de rol en connectie van sluipschutters, en alle mensenrechtenschendingen RE\1022920NL.doc 3/6 PE529.670v01-00 NL die sinds het begin van de demonstraties hebben plaats gehad en vraagt dat de verantwoordelijken aan alle zijden worden vervolgd; 6. stelt met bezorgdheid vast dat de nieuw aangestelde gouverneurs van de regio's Donetsk en Dnepropetrovsk oligarchen zijn die tot de top-10 van de rijkste mensen in Oekraïne behoren; benadrukt dat de nauwe band tussen de administratie en politieke instellingen en de oligarchen één van de beslissende obstakels vormde voor het democratiseringsproces in Oekraïne; 7. is uiterst bezorgd over het feit dat Oekraïne het slagveld is geworden van de geopolitieke wedijver tussen Rusland en de VS en over de rol van de EU in deze ontwikkeling en over het feit dat de confrontatie tussen Rusland, de VS, de EU en de NAVO de vrede en stabiliteit in Europa en de hele wereld in gevaar brengt; 8. veroordeelt de verschillende vormen van inmenging in interne aangelegenheden van en de economische en financiële druk op Oekraïne door de EU, de VS en Rusland; benadrukt dat er geen militaire oplossing is voor de politieke crisis in Oekraïne; 9. uit grote bezorgdheid over het feit dat in crisissituaties, zoals nu in Oekraïne, met name leden van de VN-Veiligheidsraad zich niet gebonden voelen door het VN-Handvest, meer bepaald de beginselen van eerbiediging van de soevereiniteit en territoriale integriteit van andere landen, de verplichting hun internationale geschillen op vreedzame manier op te lossen zodat de internationale vrede en veiligheid en justitie niet in het gevaar worden gebracht en het verbod in hun internationale betrekkingen geweld te gebruiken tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een staat of hiermee te dreigen; 10. veroordeelt met klem de door de Federatieraad van Rusland op 1 maart 2014 gegeven toestemming voor het inzetten van strijdkrachten op het grondgebied van Oekraïne; roept Rusland dringend op niet te dreigen met het gebruik van geweld en een militaire interventie in Oekraïne en het internationaal recht en zijn verplichtingen in het kader van internationale overeenkomsten na te leven, zoals de Overeenkomst tussen Rusland en Oekraïne over de status en de voorwaarden voor de aanwezigheid van de Russische Zwarte-Zeevloot op het grondgebied van Oekraïne en het memorandum van Boedapest van 1994; 11. uit zijn bezorgdheid over het besluit van het parlement van de Autonome Republiek van de Krim om in de huidige, gespannen situatie snel een referendum te houden over de toetreding tot de Russische Federatie; is bezorgd over de vermeende rol van de Russische militaire strijdkrachten op het schiereiland; uit kritiek op de gehaaste activiteiten van de Russische wetgevers om de toetreding van de Krim tot de Russische Federatie mogelijk te maken; 12. steunt het initiatief voor een gepast internationaal mechanisme om te onderhandelen over een politieke oplossing van de crisis in de Krim, liefst onder de bescherming van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE); 13. uit zijn bezorgdheid over het feit dat de VN-gezant, Robert Serry, bedreigd werd en gedwongen werd de Krim te verlaten en dat OVSE-waarnemers geen toegang werd PE529.670v01-00 NL 4/6 RE\1022920NL.doc gegeven; benadrukt dat de situatie van de Krim objectief moet worden beoordeeld; vraagt de autoriteiten van de Autonome Republiek van de Krim de OVSE-waarnemers toegang te verlenen en de nodige omstandigheden te scheppen voor een objectieve beoordeling van de situatie door internationale waarnemers; 14. uit zijn grote bezorgdheid over het inzetten van bijkomende strijdkrachten van de VS in de Zwarte Zee en de Baltische staten; roept Rusland, de VS en de NAVO dringend op hun militaire aanwezigheid in de regio te verminderen en geen militaire oefeningen of andere mogelijk provocerende militaire acties uit te voeren; 15. betreurt het ten zeerste dat de internationale diplomatieke inspanningen om een compromis te vinden voor de oplossing van de crisis tot nog toe hebben gefaald; vraagt alle partijen met aandrang te stoppen met sancties of het bevriezen van bestaande dialoog- en samenwerkingsmechanismen te dreigen, hetgeen de internationale crisis alleen verder doet escaleren; benadrukt dat de dialoog moet worden voortgezet teneinde het vertrouwen te herstellen en oplossingen in het belang van het Oekraïense volk te vinden; 16. benadrukt dat de internationale crisis, die in de context van de crisis in Oekraïne is ontwikkeld, het resultaat is van het onvermogen van Rusland en de EU om op het Europese continent een inclusief en duurzaam veiligheidssysteem en samenwerkingsstructuren op te richten waarbinnen een echt partnerschap tussen alle landen van Europa, ook Rusland, kan worden bevorderd; bekritiseert het feit dat de EU en de lidstaten geen aandacht hebben geschonken aan de bezorgdheden van Rusland over het Europees Nabuurschapsbeleid, de uitbreiding van de NAVO en de opstelling van een raketafweersysteem in Europa; is zich bewust van de duidelijke verschillen op het vlak van de eerbiediging van democratische vrijheden en mensenrechten, de rechtsstaat en corruptie en vraagt dan ook het EU-beleid ten aanzien van Rusland te herzien om de confrontatie te beëindigen, een constructieve dialoog over kwesties van gemeenschappelijk belang op te starten en de obstakels voor de oprichting van een echt partnerschap weg te werken; 17. benadrukt dat de huidige politieke crisis de moeilijke sociale, economische en financiële problemen van Oekraïne verergert; neemt kennis van de beloften van de EU voor financiële bijstand op de korte termijn om de dringendste financiële tekorten van Oekraïne te boven te komen; benadrukt dat Oekraïne duurzame steun nodig heeft; benadrukt dat financiële steun niet afhankelijk moet worden gemaakt van bezuinigingsmaatregelen; 18. vraagt de overgangsinstellingen van Oekraïne met aandrang te zorgen voor de strikte eerbiediging van democratische rechten en vrijheden, mensenrechten, de bescherming van minderheden, persvrijheid, vrijheid van bijeenkomst en vrijheid van meningsuiting; verzoekt alle EU-instellingen en de lidstaten, evenals andere buitenlandse politieke actoren, niet alleen oproepen in dit verband te doen, maar de naleving van deze normen en verplichtingen als voorwaarde te stellen voor financiële steun aan Oekraïne; 19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het parlement en de regering van Oekraïne, de Russische president, het parlement en de regering van Rusland, de secretaris-generaal van de VN en de parlementaire RE\1022920NL.doc 5/6 PE529.670v01-00 NL vergaderingen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Raad van Europa. PE529.670v01-00 NL 6/6 RE\1022920NL.doc