Montage-instructies voor Copeland Scroll™ compressoren Veiligheidsinstructies voor Copeland® compressoren Lees deze veiligheidsinstructies voor installatie aandachtig door. Als u zich niet aan de instructies houdt, kan dat lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Deze instructies moeten tijdens de gehele levensduur van de compressor bewaard blijven. Copeland® compressoren zijn bedoeld voor installatie in systemen overeenkomstig de Europese Machinerichtlijn. Ze mogen uitsluitend in werking worden gesteld als ze volgens de instructies en conform de corresponderende wetgeving in deze systemen geïnstalleerd zijn. Veiligheidsbepalingen • Koelcompressoren moeten uitsluitend voor het beoogde doel worden gebruikt. • Alleen gekwalificeerde en erkende HVAC- of koeltechnici zijn gerechtigd deze apparatuur te installeren, in werking te stellen en te onderhouden. • Elektrische verbindingen moeten door een erkend elektricien worden aangelegd. • Alle geldende veiligheidsnormen voor het aansluiten van elektrische en koelapparatuur moeten in acht worden genomen. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Waar nodig moeten een veiligheidsbril, handschoenen, beschermende kleding, veiligheidsschoenen en helmen worden gedragen. Veiligheidsbepalingen WAARSCHUWING Instortingsgevaar! Persoonlijk letsel! Verplaats compressoren uitsluitend met behulp van mechanische of verplaatsingsapparatuur die geschikt is voor het te hanteren gewicht. Houd compressoren rechtop. Stapel pallets op elkaar tot een maximaal gewicht van 300 kg, max. 3 hoog voor opslag en 2 hoog voor transport. Plaats geen enkele dozen op elkaar. Houd de verpakking te allen tijde droog. Snelle afgifte van gas onder druk! Risico op ongevallen! De compressoren zijn af fabriek voorgevuld met droge lucht op 1.35 tot 1,5 bar, tegen indringing van lucht en vocht tijdens transport. De druk moet voorzichtig afgebouwd worden door de aansluitingen geleidelijk te openen of de stoppen geleidelijk los te schroeven. Systeemdefect! Persoonlijk letsel! Systemen zonder volledige lading of met de servicekleppen gesloten moeten elektrisch vergrendeld/gelabeld worden als deze onbewaakt zijn. Gebruik uitsluitend goedgekeurde koelmiddelen en koelolie. Hoge druk! Gevaar voor huid en ogen! Wees voorzichtig bij het openen van verbindingen op een eenheid onder druk. Hoge druk! Persoonlijk letsel! Gebruik van veiligheidsventielen overeenkomstig EN 378 is verplicht. Overweeg het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en ga vóór het testen na welke testwaarden gebruikt mogen worden. WAARSCHUWING Geleiderkabels! Elektrische schokken! Schakel de voeding uit en verwijder alle zekeringen voordat u werk aan het elektrisch systeem uitvoert. WAARSCHUWING Dieseleffect! Permanente schade aan compressor! Een mengsel van lucht en olie bij hoge temperatuur kan tot een explosie leiden. Voorkom werken met lucht. Explosiegevaar! Persoonlijk letsel! Gebruik geen andere industriële gassen. Explosief brandgevaar! Ontvlammingsgevaar! Mengsels van olie en koelmiddel zijn uiterst brandbaar. Verwijder al het koelmiddel voordat u het systeem opent. Voorkom werken met een open vlam in een systeem dat koelmiddel bevat. WAARSCHUWING Hoge oppervlaktetemperatuur! Ontvlammingsgevaar! Raak de compressor of het buizenwerk niet aan tot deze volledig zijn afgekoeld. Zorg dat andere materialen rondom het compressorgebied niet met de compressor of het buizenwerk in aanraking komen. Lage oppervlaktetemperatuur! Bevriezingsgevaar! Raak oppervlakken of het buizenwerk van de compressor niet aan tot deze op kamertemperatuur zijn. 2 Montage-instructies voor Copeland Scroll™ compressoren Deze montage-instructies gelden voor alle enkelvoudige Copeland scroll™-compressoren. Met deze instructies zijn de gebruikers in staat om Copeland Scroll™-compressoren veilig te installeren, starten, gebruiken en onderhouden. De instructies zijn niet bedoeld om de expertise te vervangen waarover de fabrikanten van systemen beschikken. 1 Beschrijving van het product 1.1 Toegestane koudemiddelen en olie Model Koudemiddelen ZP, ZPD R410A ZR, ZH R407C, R134a ZRD, ZH...KVE R407C ZB, ZS, ZF R404A, R507, R407A/C/F, R134a ZBD, ZFD R404A, R407F ZO, ZOD R744 Standaardolie van het merk Copeland® Compressorolie Emkarate RL32 3MAF Emkarate RL32 3MAF Emkarate RL32 3MAF Mobil Arctic 22CC Emkarate RL68 HB Emkarate RL68 HB Tabel: Toegestane koudemiddelen en olie 1.2 Toegestane inzetgebied Raadpleeg voor het toegestane inzetgebied de selectiesoftware voor producten van Copeland® op www.emersonclimate.eu. 2 Installatie 2.1 Omgang met de compressor 2.1.1 Transport en opslag WAARSCHUWING Gevaar voor beschadiging! Persoonlijk letsel! Verplaats compressoren uitsluitend met behulp van mechanische of verplaatsingsapparatuur die geschikt is voor het te hanteren gewicht. Houd compressoren rechtop. Pallets mogen gestapeld worden als deze niet zwaarder zijn dan 300 kg. Losse dozen mogen niet gestapeld worden. Houd de verpakking te allen tijde droog. Opslag Transport Stuksverpakking Figuur 1 2.1.2 Positioneren en aanpikken BELANGRIJK Schade door verkeerde omgang met de compressor! Schade aan de compressor! Gebruik voor het positioneren van de compressor uitsluitend de hijsogen. Heffen aan de pers- of zuigaansluitingen kan leiden tot beschadiging of lekkage. Voor zover mogelijk dient de compressor tijdens het verplaatsen verticaal te blijven. Eerst dient de dop van de persaansluiting te worden verwijderd en vervolgens de dop van de zuigaansluiting. Op die manier kan de droge luchtdruk uit de compressor ontsnappen. Als de doppen in deze volgorde verwijderd worden, komt er geen olienevel in de zuigaansluiting terecht. Hierdoor zou het hardsolderen bemoeilijkt worden. Voorafgaand aan het hardsolderen, dient de verkoperde stalen zuigaansluiting te worden gereinigd. Steek geen enkel voorwerp, bijv. soldeerbrander, dieper dan 51 mm in de zuigaansluiting, aangezien daardoor het aanzuigfilter en de motor beschadigd kunnen raken. 3 2.1.3 Plaats van opstelling Zorg ervoor dat compressoren altijd op een stevige en vlakke ondergrond worden opgesteld. 2.1.4 Montage-onderdelen Normaliter worden er bij elke compressor vier schokabsorberende schijven geleverd. Deze zorgen ervoor dat de plotselinge opstartbewegingen van de compressor worden gedempt, dat het geluidsniveau zo laag mogelijk blijft en dat er tijdens het bedrijf zo min mogelijk trillingen aan de de compressoropstelling worden doorgegeven. Door middel van de metalen huls aan de binnenkant wordt de schijf op zijn plaats gehouden. De huls is niet berekend op belasting; als de bouten met een te hoog aanhaalmoment worden vastgedraaid, gaat de huls kapot. De binnendiameter is berekend op M8-bouten. Het aanhaalmoment voor de montage is 13 ± 1 Nm. Het is uitermate belangrijk dat de schijf niet in elkaar wordt gedrukt. N.B.: Raadpleeg voor meer informatie over de montage-onderdelen het technische informatieblad C7.11.2 “Scroll Mounting Parts” op www.emersonclimate.eu. 2.2 Procedure voor het hardsolderen BELANGRIJK Verstopping! Compressordefect! Zorg er tijdens het hardsolderen voor dat er een permanente stroom zuurstofvrije stikstof met zeer lage druk door het systeem loopt. Door de stikstof vindt er luchtverplaatsing plaats en wordt er voorkomen dat er koperoxiden in het systeem ontstaan. Als er wel koperoxiden ontstaan, kunnen die door het systeem worden verdeeld en tot verstopping van filters leiden, bijv. van de filters die de capillaire leidingen, de thermostatische expensieventielen en de olieretourdoorvoeren van de accumulator beschermen. Verontreiniging of vocht! Beschadiging van de lagers! Verwijder de doppen pas als de compressor in de unit is geplaatst. Op die manier is er minder kans op verontreiniging en vocht. Copeland Scroll™-compressoren hebben verkoperde stalen zuig- en persaansluitingen. Deze aansluitingen zijn veel steviger en minder vatbaar voor lekkage dan koperen aansluitingen. Aangezien staal en koper verschillende thermische eigenschappen hebben, dient er bij het hardsolderen eventueel op een andere manier dan gewoonlijk te werk te worden gegaan. Figuur 2 is een afbeelding van de juiste procedure voor het hardsolderen van de aanzuig- en afvoerleidingen op een scroll-compressor. Figuur 2: Hardsolderen van de persaansluiting • De verkoperde stalen buizen van scroll-compressoren kunnen op ongeveer dezelfde manier hardgesoldeerd worden als gewone koperen buizen. • Aanbevolen hardsoldeermateriaal: elk hardsoldeermateriaal kan worden gebruikt, bij voorkeur met minimaal 5% zilver. Een aandeel van 0% zilver is echter ook acceptabel. • Zorg ervoor dat de te verbinden binnen- en buitenkant van de buizen schoon zijn, voordat u met de montage begint. • Gebruik een soldeerbrander met dubbel mondstuk en verhit deel 1. • Beweeg de vlam van de brander naar deel 2 zodra de buis in de buurt van de soldeertemperatuur komt. • Verhit deel 2 totdat de soldeertemperatuur is bereikt. Beweeg de brander daarbij op en neer en rond de buis, zodat de buis gelijkmatig wordt verhit. Breng het soldeermateriaal aan op de verbinding. Beweeg de brander daarbij rondom de verbinding om ervoor te zorgen dat het soldeermateriaal de hele omtrek bestrijkt. • Beweeg de brander naar deel 3, zodra het soldeermateriaal rondom de verbinding is aangebracht. Hierdoor gaat het soldeermateriaal de verbinding in. • Verhit deel 3 zo kort mogelijk. Net als bij alle hardgesoldeerde verbindingen kan oververhitting een schadelijk effect op het resultaat hebben. Verbinding uit elkaar halen: • Verhit verbindingsdelen 2 en 3 langzaam en gelijkmatig totdat het soldeermateriaal zacht wordt en de buis uit de fitting kan worden getrokken. Opnieuw aansluiten: • Aanbevolen hardsoldeermateriaal: soldeer met minimaal 5% zilver of zilversoldeer dat voor andere compressoren wordt gebruikt. Aangezien staal en koper verschillende thermische eigenschappen hebben, dient er bij het hardsolderen eventueel op een andere manier dan gewoon- lijk te werk te worden gegaan. N.B.: Aangezien er een terugslagklep in de persaansluiting is gemonteerd, dient ervoor gezorgd te worden dat deze niet oververhit raakt. Hierdoor zou er soldeermateriaal in kunnen stromen. 4 2.3 Afsluiters en adapters WAARSCHUWING Lekkage in het systeem! Systeemdefect! Het wordt ten zeerste aanbevolen om alle buis- en overige aansluitingen regelmatig met het voorgeschreven aanhaalmoment vast te draaien, nadat het systeem in bedrijf is gesteld. Figuur 3 Copeland scroll™-compressoren worden geleverd met hardsoldeerverbindingen of Rotalock-aansluitingen. Optioneel is het mogelijk om Rotalock-afsluiters, Rotalock-adapters of hardsoldeerverbindingen toe te passen. Moment [Nm] Rotalock 3/4”-16UNF 40-50 Rotalock 1”-14UNF 70-80 Rotalock 1”1/4-12UNF 110-135 Rotalock 1”3/4-12UNF 135-160 Rotalock 2”1/4-12UNF 165-190 N.B.: Meer informatie over adapters en afsluitkleppen kunt u vinden in de onderdelenlijst Tabel 2: Voorgeschreven aanhaalmomenten 3Elektrische aansluiting 3.1 Algemene aanbevelingen Op de binnenkant van het deksel van de klemmenkast van de compressor staat een bedradingsschema. Voordat u de compressor aansluit, dient u te controleren of de voedingsspanning, de fasen en de frequentie overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. 3.2 Elektrische installatie De aanbevolen bedradingsschema’s (stroomkring en besturingskring) zijn afgebeeld op pagina 11 en 12. N.B.: Om er bij wisselstroom- en HP-toepassingen voor te zorgen dat deze voldoen aan EN 60335 raden wij aan om een K2 relais voor de veiligheidsketen te gebruiken. Enkelfasig PF* Stroomkring Besturingskring Driefasig TW* Driefasig TF* Figuur 5 met INT69SC2 Figuur 6 Figuur 9/10 met INT69SCY2 Figuur 7 Figuur 11 Figuur 12 Tabel 3 Enkelfasige compressoren zijn verbonden met de aansluitingen Common (C), Start (S) en Run (R). Driefasige compressoren zijn verbonden met de aansluitingen T1, T2 en T3 (zie figuur 8). 5 3.3 Carterverwarmingen BELANGRIJK Verdunning van de olie! Storing aan de lagers! Zet de carterverwarming twaalf uur voorafgaand aan het opstarten van de compressor aan. Om te voorkomen dat het koudemiddel tijdens stilstandperioden in de behuizing migreert, is er een carterverwarming geïnstalleerd. Aangezien de scrollcompressoren van Copeland in bepaalde omstandigheden met vloeibaar koudemiddel kunnen omgaan, is een carterverwarming niet nodig zolang de in tabel 4 opgegeven hoeveelheden koudemiddel in het systeem niet worden overschreden. Een carterverwarming is altijd vereist bij ZO-compressoren. Model Midden temperatuur Lage temperatuur Airconditioning Warmtepomp ZR18K* ZB15K* t/m ZB26K* ZS21K* t/m ZS26K* ZF06K* t/m ZF11K* ZB30K* t/m ZB45K* ZS30K* t/m ZS45K* ZF13K* en ZF18K* ZR22K* t/m ZR81K* ZP24K* t/m ZP83K* 2,7 kg ZH15K* t/m ZH26K* ZH09KVE 3,6 kg ZH30K* t/m ZH45K* ZH13KVE t/m ZH18KVE 4,5 kg ZR94K* t/m ZR190K* ZP24K* t/m ZP91K* ZB56K* t/m ZB11M* ZB50K* t/m ZB114K* ZS56K* t/m ZS11M* ZB220K* 7,0 kg ZH56K* t/m ZH11M* ZH24KVE t/m ZH48KVE ZF24K* t/m ZF48K* Maximale hoeveelheid koudemiddel 7,5 kg ZR250K* & ZP235K* 11,3 kg ZR310K* t/m ZR380K* ZP295K* t/m ZP385K* 13,6 kg ZP485K* 16,0 kg Tabel 4: Maximale hoeveelheden koudemiddel Als er een carterverwarming gemonteerd is, wordt het aanbevolen om de verwarming minimaal 12 uur vóór het starten van de compressor aan te zetten. Hierdoor wordt voorkomen dat de olie wordt verdund en de lagers bij het opstarten te zwaar belast worden. De carterverwarming moet bekrachtigd blijven tijdens uit-cycli van de compressor. De carterastverwarming moet onder het schräderventiel voor de olie op het onderste deel van de behuizing worden gemonteerd. Figuur 4: Positie van de carterverwarming 6 3.4 Drukbeveiliging Het gebruik van hogedruk- en lagedrukbegrenzers met handmatige resetfunctie wordt aanbevolen om het systeem optimaal te beschermen. De vereiste instellingen staan in tabel 5 hieronder: HP bar(g) LP bar(g) ZB, ZBD 2,6 ZS ZF 0,3 (R404A), 0,0 (R22), 1,5 (R134a) 28 ZFD 0,3 (R404A) ZH 0,5 (R407C), 0,0 (R134a) ZR 2 - 0,5*( R407C), 2,3 (R134a), 2,8 (R22) 28,8 ZRD 2 - 0,5* ZP, ZPD 4,4 - 2* 43 ZO, ZOD 5,8 * Aanbeveling voor gebruik in warmtepompsysteem Tabel 5 3.5 Motorbeveiligingsschakelaar Het motorbeveiligingssysteem wordt aangeduid door middel van de middelste letter van de motorcode: • “F” voor een conventionele inherente interne kringonderbrekende motorbeveiliging • “W” voor een elektronisch motorbeveiligingssysteem. 3.6 Persgastemperatuurbeveiliging De interne persgastemperaturen die onder bepaalde extreme bedrijfsomstandingheden (bijv. verlies van de koelmiddelinjectie of extreem hoge compressieverhouding) worden bereikt, kunnen leiden tot schade aan de compressor. In de onderstaande tabel 6 staan de verschillende beschermingsvoorzieningen voor de persgastemperaturen die beschikbaar zijn voor scroll-compressoren. Meer informatie over de afvoertemperatuurbeveiliging is beschikbaar in de toepassingsrichtlijnen. ZR ZP ZB Interne thermobescherming “Klixon” ZR18K* t/m ZR81K* ZP24K* t/m ZP83K* ZB15K* t/m ZB45K* Interne thermobescherming “ASTP” ZR94K* t/m ZR190K* ZP90K* t/m ZP182K* ZB50K* t/m ZB114K* Interne thermistor + elektronische module Externe thermostaat NTC Sensor ZF ZS ZH ZO Alleen motorversie TW.. ZRD / ZRH ZPD ZBD / ZBH ZRD ZPD ZBD Alleen TF.. of PF.. ZFD Alle Alle Tabel 6: Voorzieningen voor persgastemperatuurbeveiliging 3.7 Hoogspanningstest WAARSCHUWING Geleiderkabels! Elektrische schokken! Schakel de spanningstoevoer uit voordat u een hoogspanningstest uitvoert. WAARSCHUWING Interne lichtboog! Permanente schade aan de motor! Voer geen hoogvoltage- of isolatietests uit als er een vacuüm in de behuizing van de compressor is. 7 Emerson Climate Technologies voert na afloop van de montage op alle scroll-compressors een hoogvoltagetest uit. Elke motorfasewikkeling wordt conform EN 0530 of VDE 0530 deel 1 getest met een differentiële spanning van 1000V plus twee keer de nominale spanning. Aangezien de isolatie van de wikkelingen voortijdig slijt door hoogvoltagetests, wordt het niet aanbevolen om nog meer van dat soort tests uit te voeren. Mocht het toch nodig zijn om een test uit te voeren, gebruik dan een lagere spanning. Koppel voorafgaand aan de test alle elektronische toestellen los, bijv. de motorbeveiligingsmodule en de toerentalregeling voor de ventilator. 4Opstarten en bedrijf WAARSCHUWING Dieseleffect! Permanente schade aan compressor! Een mengsel van lucht en olie bij hoge temperatuur kan tot een explosie leiden. Voorkom werken met lucht. BELANGRIJK Verdunning van de olie! Storing aan de lagers! Zet de carterverwarming twaalf uur voorafgaand aan het opstarten van de compressor aan. 4.1 Beproeving op druk De compressor is in de fabriek op druk beproefd. De klant hoeft de compressor niet nogmaals aan een beproeving op druk of lekkage te onderwerpen, alhoewel de compressor normaliter wel tijdens de systeemtest wordt getest. 4.2 Beproeving op dichtheid/druksterkte WAARSCHUWING Hoge druk! Persoonlijk letsel! Overweeg het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en ga vóór het testen na welke testwaarden gebruikt mogen worden. WAARSCHUWING Explosiegevaar! Persoonlijk letsel! Gebruik geen andere industriële gassen. WAARSCHUWING Besmetting van het systeem! Storing aan de lagers! Gebruik voor de drukproef alleen droge stikstof of lucht. Als u droge lucht gebruikt, mag de compressor geen deel uitmaken van de drukproef; deze dient eerst losgekoppeld te worden. Voeg nooit koelmiddel aan het testgas toe (om lekkage aan te geven). 4.3 Systeem onder vacuüm brengen Voordat de installatie in bedrijf wordt gesteld, moet de installatie door middel van een vacuümpomp onder vacuüm worden gebracht. Als dit correct is uitgevoerd, wordt het resterende vochtgehalte teruggebracht tot 50 ppm. Tijdens deze procedure dienen de zuig- en persafsluiters op de compressor gesloten te blijven. Het verdient aanbeveling om afsluiters van afdoende formaat zo ver mogelijk van de compressor in de aanzuig- en vloeidstofleidingen te installeren. 8 4.4 Procedure voor het vullen WAARSCHUWING Procedure bij lage zuigdruk! Schade aan de compressor! De compressor mag niet met te lage zuigdruk werken. De compressor mag niet met overbrugde lagedrukbegrenzer werken. De compressor mag niet werken als het systeem te weinig gevuld is om minstens 0,5 bar zuigdruk te leveren. Als de druk langer dan een paar seconden onder de 0,5 bar ligt, kunnen de spiralen oververhit raken, waardoor het aandrijflager beschadigd raakt. Het systeem dient via de afsluiter van het vloeistofvat of via een aansluiting in de vloeistofleiding met vloeistof gevuld te worden. Het wordt ten zeerste aanbevolen om een filterdroger in de vulleiding te gebruiken. Aangezien scroll-compressoren terugslagventielen in de persleiding hebben, dienen de systemen tegelijkertijd aan de hoge en de lage drukzijde met vloeistof gevuld te worden om ervoor te zorgen dat er een positieve koelmiddeldruk in de compressor heerst voordat deze opgestart wordt. Het grootste deel van de vloeistof dient aan de hogedruk zijde van het systeem te worden gevuld om te voorkomen dat het lager tijdens de eerste start van de installatie wordt uitgespoeld. 4.5 Voorbereidende controles – voorafgaand aan het opstarten Bespreek de details van de installatie met de installateur. Zorg er indien mogelijk voor dat er tekeningen, bedradingsschema’s enz. beschikbaar zijn. Gebruik bij voorkeur een checklist, maar controleer in ieder geval de volgende punten: • Visuele controle van de elektrische installatie, bedrading, zekeringen enz. • Visuele controle van de installatie op lekkage, loszittende verbindingen, bijv. van thermostatische expansieventielen, enz. • Oliepeil in de compressor. • Kalibreren van HP- en LP-schakelaars en door druk bekrachtigde kleppen. • Instellingen en werking van alle veiligheidsvoorzieningen en beschermingsapparatuur controleren. • Controleren of alle kleppen en ventielen op de correcte bedrijfspositie staan. • Gemonteerde manometers en over-onderdrukmeters controleren. • Controleren of het systeem correct met koudemiddel is gevuld. • Plaats en positie van de elektrische scheidingsschakelaar. 4.6 Draairichting Net als verschillende andere soorten compressoren comprimeren scroll-compressoren het koudemiddel slechts in één draairichting. Bij enkelfasige compressoren staat de draairichting vast, aangezien deze altijd in de goede richting opstarten en draaien. Driefasige compressoren kunnen in beide richtingen draaien, afhankelijk van de aansluiting van de fasen op L1, L2 en L3. Er bestaat 50 procent kans dat de stroom zodanig wordt aangesloten dat de compressor in de verkeerde richting draait. Het is van belang om waarschuwingen en instructies op geschikte plekken op de apparatuur aan te brengen, zodat het systeem zodanig geïnstalleerd en in bedrijf gesteld wordt dat de draairichting correct is. 4.7 Bedrijf onder diepvacuüm WAARSCHUWING Werking onder vacuüm! Schade aan de compressor! Copeland scroll™-compressoren mogen nooit worden gebruikt om een koel- of airconditioningsysteem onder vacuüm te brengen. De scroll-compressor kan worden gebruikt om koudemiddel in een unit te pompen zolang de drukwaarden binnen het toegestane bereik blijven. Door lage zuigdruk raken de spiralen oververhit en raakt het aandrijflager van de compressor ernstig beschadigd. Scroll-compressoren beschikken over een geïntegreerde bescherming tegen laag vacuüm; de glijringdichting wordt ontlast als de drukverhouding hoger wordt dan ca. 20:1 voor ZS en ZF en 10:1 voor ZB, ZH, ZO, ZP en ZR. 9 5Onderhoud en reparatie 5.1 Rotalock-afsluiters De Rotalock-afsluiters dienen regelmatig met het juiste aandraaikoppel te worden na-gedraaid om te garanderen dat deze lekdicht blijven. 5.2 Compressor vervangen WAARSCHUWING Onvoldoende smering! Permanente schade aan de lagers! Vervang de olieafscheider, nadat er een compressor met doorgebrande motor is vervangen. Het olieretourgat of -scherm van de olieafscheiderr kan verstopt geraakt zijn of dat kan op een later tijdstip gebeuren. Als gevolg daarvan krijgt de nieuwe compressor te weinig olie, waardoor er opnieuw een storing optreedt. 5.3 Soldeerverbindingen van systeemcomponenten losmaken WAARSCHUWING Explosief brandgevaar! Ontvlammingsgevaar! Mengsels van olie en koudemiddel zijn uiterst brandbaar. Verwijder al het koudemiddel voordat u het systeem opent. Voorkom werken met een open vlam in een systeem dat koudemiddel bevat. 6Ontmantelen en afvoeren Olie en koudemiddel aftappen: • Zorg ervoor dat de olie en het koudemiddel niet in het milieu terechtkomen. • Gebruik voor het aftappen de juiste uitrusting en ga op de juiste manier te werk. • Voer de olie en het koudemiddel op de voorgeschreven manier af. • Voer de compressor op de voorgeschreven manier af. 10 7Bedradingsschema’s 7.1 Legenda voor bedradingsschema B1 ........ Ruimtethermostaat K2 ...... Aanbevolen relais in overeenstemming met EN 60335, AC/HP B3 ........ Persgasthermostaat K35 .... Stroomrelais (indien nodig) C2 ........ Bedrijfscondensator Q1...... Hoofdschakelaar F1, F6 . Zekeringen R2 ...... Carterverwarming F3 ........ HP-schakelaar S1 ...... Hulpschakelaar F4 ........ LP-schakelaar Y5 ...... Magneetventiel voor injectie (indien beschikbaar) K1 ........ Relais 7.2 Bedradingsschema’s Figuur 5 Figuur 6 TW* - INT69SCY2 Figuur 8 Figuur 7 11 PF*, TF* ZR, ZP, ZH Figuur 9 TW* Figuur 11 12 PF*, TF* ZB, ZF, ZO, ZS Figuur 10 ZR, ZP, ZH TW* Figuur 12 ZB, ZF, ZS