Ja / nee - Methode van Dixhoorn

advertisement
1. Herkennen van het klachtenbeeld
1. Hoe hoger de score op de Nijmeegse vragenlijst, des te groter is de
kans dat de klachten werkelijk gevolg zijn van hyperventileren en
hypocapnie.
2. De Nijmeegse vragenlijst is geschikt om het effect van therapie bij
hyperventilatiepatiënten te evalueren.
3. De Nijmeegse vragenlijst is een bruikbaar middel om de mate
hyperventilatieklachten vast te stellen
4. Met hyperventilatieklachten wordt uitsluitend klachten bedoeld die
gevolg zijn van hypocapnie
5. Met de term ‘hyperventilatiepatiënten’ (Hv-patiënten) wordt nu
vooral en bij voorkeur op patiënten gedoeld met een bepaald
klachtenpatroon.
6. Vrouwen scoren gemiddeld wat lager op de Nijmeegse Vragenlijst
dan mannen.
7. Longpatiënten scoren wat lager dan HV-patiënten op de somscore,
maar niet op de subscore 'dyspnoe'.
8. Een somscore van 20 op de NV is volstrekt normaal
9. Bij een afkappunt van 12 op de NV zou vermoedelijk alle HVpatiënten gevonden worden (sensitiviteit van 100%) en ongeveer de
helft van normalen (specificiteit van 50%).
10. Een score van 25 op de NV bij iemand met een chronische hartziekte
duidt waarschijnlijk op het bestaan van spanningsgebonden klachten
naast de cardiale aandoening
11. Een score van 25 op de NV bij iemand met pijn op de borst hoeft
niet nader cardiologisch onderzocht te worden, omdat de pijn zeker
gevolg is van hyperventileren
12. Een score van 30 op de NV bij iemand met aspecifieke lage
rugklachten duidt er op dat de rugklachten waarschijnlijk ook
spanningsgebonden zijn
13. Een verhoogde score op de NV bij een astmapatiënt duidt erop dat
deze hyperventileert
14. Een verhoogde score op de NV bij een astmapatiënt is uitsluitend
gevolg van de longziekte en duidt niet op spanningsgebondenheid
van de klachten
15. Patiënten met aspecifieke pijnklachten scoren hoger op de subscore
'perifeer' dan andere subgroepen
16. Patiënten met longklachten scoren aanmerkelijk lager op alle vier de
subscores van de NV dan hv-patiënten, behalve op dyspnoe
17. Hv-patiënten scoren hoog op alle vier de subscores van de NV
18. De veranderingen van Hv-patiënten na adem- en
ontspanningstherapie behoren tot de grootste op alle vier subscores
van de NV
19. De NV is niet gevoelig om het effect van adem- en
ontspanningstherapie weer te geven bij Hv-patiënten
20. AOT is niet effectief wanneer er ook somatische pathologie in het
spel is
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
21. Een somscore van 12 op de NV betekent bijvoorbeeld dat de helft
van de vragen met soms of zelden beantwoord is.
22. Patiënten met aspecifieke pijnklachten en verhoogde scores op de
NV hebben evenzeer baat van adem- en ontspanningsoefeningen als
hv- patiënten
23. De verbetering in hoofdklacht van pijnpatiënten wordt even goed
weergegeven door de NV als de respons van Hv-patiënten
24. Cognitieve therapie is een essentiële toevoeging aan
ontspanningstherapie om effect te hebben bij Hv- en angstpatiënten
25. Het therapeutisch gebruik van ontspanningsoefeningen heeft een
belangrijke cognitieve component
26. Een gemiddeld gunstig effect van ademtherapie betekent dat alle
patiënten enigszins verbeteren
27. Adem- en ontspanningstherapie is voor alle Hv-patiënten een
voldoende therapie
28. Bij een afkappunt van 20 op de NV worden vermoedelijk bijna alle
Hv-patiënten gevonden (sensitiviteit 90%) en ongeveer eenderde van
patiënten zonder diagnose (specificiteit 70%).
29. Bij een afkappunt van 30 op de NV worden de meeste Hv-patiënten
gevonden (sensitiviteit 70%) en praktisch geen normalen
(specificiteit >95%).
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Ja / nee
Download