ik fAciliteer het groeiProces

advertisement
Groeiproces
Zowel bij coaching als in therapie maak je een ontwikkelingsproces door. Mensen hebben een basale behoefte om te
groeien. Een groeiproces is een fundamenteel creatieve beweging, zegt Louise. ‘We groeien als we ons iets eigen maken; een nieuw en eigen betekenisvol geheel vormen van het
nieuwe met onze kennis- en ervaringsbagage. Er zijn bij elke
ontmoeting tendensen van enerzijds onszelf handhaven en
anderzijds onszelf ontwikkelen. Mensen komen vaak bij mij
als dit proces van interactie vastloopt: bijvoorbeeld door onzekerheid, trauma, burn-out, depressie of schaamte. Een therapeutisch-, maar ook een coachingsproces, is een proces van
steeds verder wakker worden. Het verhogen van gewaarzijn
staat centraal in de gestaltbenadering. Steeds meer bewust
worden van wat je wel en niet doet in je ontmoetingen in de
wereld. En daarbij nieuwe eigen antwoorden vinden. Het is
een gezamenlijke ontdekkingsreis.’
Gestalttherapeut, coach en trainer Louise van Swaaij:
‘Ik faciliteer
het groeiproces’
Louise van Swaaij (43) is gestalttherapeut, coach en trainer. Ze begeleidt volwassenen in het segment
hogeropgeleiden en hoogbegaafden. Ze maakt een onderscheid tussen coaching en therapie:
‘Coaching is werkgerelateerd, er is een afgesproken aantal sessies en een persoonlijk-functionele
focus. Therapie reikt meer en dieper in ons (kwetsbare) bestaan.’
Verschil
‘Bij gestalttherapie - een vorm van psychotherapie - staat de wisselwerking van iemand met zijn omgeving centraal’, legt Louise uit. ‘Bij de vraag wie we zijn, gaat het altijd over contact; met onszelf, met
anderen en met ’het andere’. Wanneer mensen moeilijkheden ondervinden, is deze wisselwerking vaak
verstoord of vervormd. Bij coaching vormt de werkcontext een belangrijk accent. Nieuwe inzichten krijgen en anders naar buiten leren treden zijn belangrijke aspecten. Er is aandacht voor het geheel. Als
werknemer, en ook als zelfstandig ondernemer, maak je deel uit van een systeem of meerdere systemen.
Je hebt rekening te houden met hoe het er op de werkvloer aan toegaat. Ik onderzoek met de coachee
hoe de werkomgeving ondersteunend kan zijn en kan bijdragen aan een groeiproces.’
8
Eigen tempo
Ik kan niemand voorschrijven wat hij of zij zou moeten ervaren. Iedereen heeft z’n eigen ontwikkeltempo. Wat ik wel
doe, is proberen de ander echt te zien en aan te moedigen
risico’s te nemen die nu passend zijn. Net de comfortzone
voorbij. Juist in onze wisselwerking blijkt wat iemand nu nodig heeft. En dat verschilt per persoon. Een hoge intelligentie
kent veel voordelen, maar het kan ook belemmerend worden
als het denken het zwaartepunt vormt bij alle interacties. Het
vermogen om snel complexe gehelen te kunnen vormen en te
doorzien, snelle causale verbanden te leggen en analytischkritisch te toetsen, keert zich soms tegen iemands eigen
ontwikkeling. Er is dan minder ruimte of veiligheid om ervaringsleren aan te gaan. Beperkende conclusies worden sneller
gevormd, ondanks alle details die in een overweging worden
meegenomen. Heel slim zijn, betekent niet dat er geen blinde
vlekken zijn. De kritische toetsing treft ook zichzelf. Het is niet
gauw goed genoeg, wat niet zelden dieper geworteld blijkt in:
‘Ik ben niet goed genoeg’.
Ik help de ander ruimte te vinden voor wie hij of zij ten diepste
is; voor authenticiteit. Authenticiteit verwijst naar congruentie
- is wat ik doe in lijn met wat in mij beweegt - en transparantie;
hoeveel van mezelf laat ik zien.’
‘Ik kan
niemand
voorschrijven
wat hij of zij
zou moeten
ervaren’
9
Download