FORMULIER JAARGESPREK (voorbeeld) ……………………….. Functie: [functienaam] Naam leidinggevende: Naam medewerker: Beoordelingsniveau's: Datum: 1 = voldoet niet 2 = verbetering op onderdelen nodig 3 = voldoet aan de functie-eisen 4 = gaat boven de functie-eisen uit EVALUEREN VAN DE WIJZE VAN VERVULLING VAN DE WERKZAAMHEDEN. (Zie voor gedetailleerde uitwerking van de hoofdtaken de functiebeschrijving. A. B. C. Toelichting Voorbereidende werkzaamheden. Mede instellen en operationaliseren van de machine. (Schoonmaak)onderhoud. 1 1 1 2 2 2 3 3 3 4 4 4 Toelichting/aandachtspunten: COMPETENTIES (max 10): Voor maatwerk op dit gebied infomeren wij u graag! A. Snelheid en nauwkeurigheid: Administratieve vaardigheden. In staat zijn in hoog tempo gegevens nauwkeurig te verwerken/opdrachten uit te voeren. 1. Hanteert vrijwel continu een te laag werktempo in combinatie met een te hoge mate van onnauwkeurigheid t.o.v. de bedrijfs- /functienormen zoals bij het instellen van de machine, realiseren van aantallen stuks per uur, behandelen van een order. 2. Werktempo en/of nauwkeurigheid vereist of vereisen verbetering om constant te kunnen voldoen aan de bedrijfs-/functienormen. 3. Werktempo en nauwkeurigheid zijn in overeenstemming met de bedrijfs-/functienormen. Laat over langere tijd een gelijkmatig beeld zien. 4. Koppelt een hoge mate van nauwkeurigheid aan een bovenmatig werktempo. Kan dit gedurende lange tijd volhouden. B. Technisch inzicht: Aanleg voor techniek. Handvaardigheid. Oog-hand coördinatie. Materiaal- en machinegevoel. Affiniteit tot praktisch-technisch werk. 1. Geeft niet of nauwelijks blijk van aanleg voor techniek en affiniteit tot praktisch technisch werk. Gebrek aan materiaal en systeem-/machinegevoel leidt tot onnodige schade aan producten en systeem/machines en tijdverlies. 2. Kan standaard situaties op basis van ervaring oplossen. Moet voor meer complexe technische zaken terugvallen op collega’s of leidinggevenden. 3. Is in staat praktisch technische problemen op te lossen, zodat de productievoortgang niet wordt verstoord en zowel product als systeem/machine geen schade ondervinden. 4. Bedenkt verbeteringen ter optimalisatie van instelling en functioneren van machines en apparatuur, kan deze omzetten in praktisch toepasbare oplossingen. C. Actiegerichtheid: Actieve geaardheid. Snel tot actie overgaan. Hoog werktempo. 1. Wacht te lang af om in actie te komen en werkt te langzaam. 2. Zal sneller in actie moeten komen of een hoger werktempo moeten hanteren. 3. Pakt zaken conform de opdrachtinstructie, de orderplanning en eisen op, treuzelt daarbij niet. Hanteert een werktempo dat past bij de doelstellingen van de functie. 4. Gaat in vrijwel alle situaties zo snel tot actie over en hanteert daarbij een dusdanig werktempo dat ruimschoots binnen de vereisten van de doelstelling wordt gebleven. D. Betrokkenheid: Zich verbonden tonen met de taak en de professie en op basis hiervan anderen stimuleren en enthousiasmeren over het werk. 1. Toont nauwelijks tot geen verbondenheid met de functie, het bedrijf en collega’s. De invloed op anderen is van dien aard dat zij hierdoor niet of in negatieve zin worden gestimuleerd en geënthousiasmeerd. Formulier functie-evaluatie [functienaam] 2. 3. 4. Laat nog te weinig verbondenheid zien met de functie, het bedrijf of de collega’s. Neemt te weinig de moeite om anderen te stimuleren en te enthousiasmeren over het werk. Is verbonden met de functie, het bedrijf en de collega’s en laat op de juiste momenten stimulerend en enthousiasmerend gedrag zien. Is sterk verbonden met de functie, het bedrijf en de collega’s. Kan anderen zodanig stimuleren en enthousiasmeren dat zij een meer dan gemiddelde prestatie leveren of zich over problemen heen kunnen zetten. E. Discipline: Zich houden aan afgesproken procedures, planningen, voorschriften, tijdslimieten e.d. Zich voegen naar het beleid en de procedures van de organisatie. Bij veranderingen bevestiging zoeken bij de juiste autoriteit. 1. Laat in veel te hoge mate de afgesproken procedures, planningen, voorschriften, tijdslimieten e.d. voor wat zij zijn. Gaat zijn/haar eigen gang in relatie tot het beleid en de procedures van de organisatie en neemt bij veranderingen geen actie. 2. Wijkt soms af van de afgesproken procedures, planningen, voorschriften, tijdslimieten e.d. en/of vertaalt het beleid en de procedures in bepaalde gevallen naar eigen inzicht zonder hiervoor bevestiging te zoeken bij de juiste (staf)functionaris of leidinggevende. 3. Houdt zich consequent aan de afgesproken procedures, planningen, voorschriften, tijdslimieten e.d. Voegt zich naar het beleid en de procedures en zoekt bij verandering/afwijking bevestiging bij de juiste (staf)functionaris of leidinggevende. 4.1 Houdt zich consequent aan de afgesproken procedures, planningen, voorschriften, tijdslimieten e.d. Voegt zich naar het beleid en de procedures, maar doet ook voorstellen voor verandering, aanpassing bij de leiding als dit leidt tot hogere efficiency en effectiviteit. F. Inzet: De bereidheid zich in te zetten en mee te denken & zich betrokken voelen bij de gang van zaken. 1. Geeft geen blijk van hart voor de functie/afdeling (collega’s) of het bedrijf door niet mee te denken en zich betrokken te tonen bij het realiseren van de output en kwaliteit van het (eigen) werk. Loopt de kantjes ervan af. 2. Toont nog in te weinig situaties de bereidheid om zich in te zetten/mee te denken. Toont soms wel/ soms niet het gevoel betrokken te zijn. 3. Binnen de kaders van de functie bestaat er bereidheid zich in te zetten, mee te denken en wordt er gevoel van betrokkenheid getoond in brede zin. 4. Is bereid zich in te zetten en mee te denken bij zaken welke de functie en zelfs de afdeling overstijgen. Er is sprake van een hoge mate van betrokkenheid in brede zin. G. Kwaliteitsgerichtheid. Hoge eisen stellen aan de kwaliteit van het eigen werk . Zorgvuldigheid en aandacht waarmee een taak wordt uitgevoerd uitgedrukt in termen van het aantal gemaakte fouten of de ernst ervan. 1. Is onzorgvuldig in de taakuitvoering waardoor onnodige en ernstige fouten ontstaan. 2. Laat nog onnodige fouten ontstaan als gevolg van te lage aandacht en zorgvuldigheid voor de kwaliteitsaspecten van de functie. 3. Spant zich voldoende in om fouten binnen het eigen werkproces te voorkomen. Eventuele fouten hangen samen met de snelheid en complexiteit van het werk. 4. Signaleert fouten in voor- en natraject en denkt proactief mee over het voorkomen ervan. Toont een hoge mate van aandacht voor kwaliteitsaspecten en is uiterst zorgvuldig in de uitoefening van de eigen taak. H. Ordening: Zin voor orde, netheid en punctualiteit. 1. Is niet ordelijk, nauwkeurig, netjes en/of stipt. 2. Ordelijkheid en/of nauwkeurigheid, netheid en stiptheid verdienen over de gehele breedte of op een van de specifieke elementen, verbetering. 3. Ordelijkheid, nauwkeurigheid, netheid en stiptheid zijn in overeenstemming met de functie. 4. Doet voorstellen ter verbetering, schept voorwaarden voor ordelijkheid, netheid, nauwkeurigheid en stiptheid en ondersteunt anderen en/of kijkt over het eigen werkterrein heen. I. Veilig werken: In de werkuitvoering zich ergonomisch, hygiënisch en volgens geldende regels gedragen, rekening houdend met omgeving en gezondheid. 1. Gedraagt zich in de werkuitvoering niet ergonomisch en hygiënisch. Volgt de regels niet of nauwelijks en houdt geen rekening met de omgeving en de gezondheid van zichzelf en anderen. Formulier functie-evaluatie [functienaam] 2. 3. 4. J. Gedrag ten aanzien van ergonomie en hygiëne tijdens de uitvoering van het werk en/of zich volgens de regels gedragen, rekening houdend met omgeving en gezondheid van zichzelf en anderen, laat op één of meerdere aspecten te wensen over. Gedraagt zich in de werkuitvoering conform de ergonomische en hygiënische voorschriften en regels en rekening houdend met de omgeving en gezondheid van zichzelf en anderen. Gedraagt zich conform de regels en voorschriften rekening houdend met de omgeving en gezondheid van zichzelf en anderen. Doet daarnaast voorstellen ter verbetering en ontwikkeling en past zich zeer snel aan bij verandering op het gebied van veilig werken. Verantwoordelijkheid dragen: Zich belast voelen met aansprakelijkheid. 1. Toont geen gevoel zich belast te voelen met aansprakelijkheid. Laat zaken onafgemaakt liggen en wijst naar anderen als het gaat om het voorkomen en oplossen van problemen. 2. Schuift nog in veel gevallen de verantwoordelijkheid af. Geeft te weinig blijk aansprakelijk te zijn voor de eigen functie/afdeling en werkomgeving. 3. Voelt zich belast met de aansprakelijkheid voor de eigen functie en werkomgeving. 4. Laat zien zich, naast de eigen functie en werkomgeving, belast te voelen met de aansprakelijkheid voor functie of afdelingsoverschrijdende onderwerpen. Overig / algemeen: Discipline m.b.t. huishoudelijke regels, procedures, etc. Werkplekorganisatie (veiligheid, orde en netheid). Toelichting competenties: Totaalbeeld functioneren: Verzuim: aantal keren ziek …………………… Eventuele salarisafspraken: Formulier functie-evaluatie [functienaam] 1 1 2 2 3 3 4 4 BESPREEKPUNTEN IN RELATIE TOT FUNCTIONEREN. 1. Functie-uitoefening. Bespreekpunten: Afspraken: 2. Samenwerking binnen team/afdeling. Bespreekpunten: Afspraken: 3. Arbeidsomstandigheden. Bespreekpunten: Afspraken: 4. Relatie medewerker/leidinggevende. Bespreekpunten: Afspraken: 5. Loopbaanaspecten. Bespreekpunten: Afspraken: Handtekening leidinggevende: Handtekening medewerker voor akkoord: ………………………………………………. …………………………………………… Handtekening directeur: ……………………………………………. Formulier functie-evaluatie [functienaam]