er sb v Hoofdstuk 2 – Limieten toepassen 2.1 Convergentie bladzijde 34 1a Er moet gelden dat un+1 > un dus un+1 − un > 0. 3( n + 1) 3 un+1 − un = 5 − 3 − 5 − 3 = − 3 + 3 = −3n + = > 0, want n + 1 n n + 1 n n( n + 1) n( n + 1) n( n + 1) n≥1 b un nadert naar 5 voor n → ∞ c Uit 5 − 3 = 4, 999 volgt n = 3000 dus vanaf n = 3001 zijn de termen groter dan 4,999. n 2a b c d ( −1) ev n 1, 9999 < 2 + (−1)n (−1)n < 2, 0001 ⇒ −0, 0001 < < 0, 0001 ⇒ −0, 0001n < (−1)n < 0, 0001n ⇒ n n off − n < 10000 ⋅ (−1)n < n ⇒ n > 10000 . bladzijde 35 3a Ui tg → 0 voor n → ∞ dus un → 2 n De kleinste is u1 = 1 en de grootste is u2 = 2 12 . (−1)n (−1)n 1, 9 < 2 + < 2, 1 ⇒ −0, 1 < < 0, 1 ⇒ −0, 1n < (−1)n < 0, 1n ⇒ n n − n < 10 ⋅ (−1)n < n ⇒ n > 10. ( ) −10 −8 < un < 10 8 ⇒ −10 −8 < − 12 1 n < 10 8 ⇒ 0 < () 1 2 n < 10 8 ⇒ n > 2 log 10 −8 ⇒ n > 26, 6 ⇒ n ≥ 27 . 4a b c 5a b 6a b n→∞ Als n ≥ 10 geldt U n < 2, 4 . 4n = 4n − 6 + 6 = 4n − 6 + 6 = 2 + 6 2n − 3 2n − 3 2n − 3 2n − 3 2n − 3 6 < 10 −5 geeft 2 n − 3 > 6 dus n > 3 + 1 1 = 300001, 5 2 10 −5 10 −5 2n − 3 n is geheel dus n ≥ 300002 un = un nadert naar 1 voor n is even en nadert naar –1 voor n is oneven. Nee, want lim un nadert niet naar één vaste waarde. n→∞ Nee, want wn schommelt steeds tussen –1 en 1. ( ) Als x → ∞ dan nadert f x naar nul. un is convergent want lim sin 1 = 0 n→∞ n © c dh De rij convergeert en lim un = 0. or b No © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 29 ⁄ 29 11-06-09 13:56 rn = 12 n en mn = () n 7a b Alleen mn convergeert want lim c S11 = u1 + u2 + ... + u11 = r1 + r2 + ... + r11 + m1 + m2 + ... + m11 = n→∞ 1 2 n = 0. ⋅ 11 ⋅ ( 12 + 5 12 ) + 12 ⋅ ( ) ( 1 4 ) ( n + 14 n2 + 1 − lim Sn gaat naar oneindig dus Sn convergeert niet. n→∞ ( ) = ( −1) . = 1 + ( −1) . n n Nee, dit geldt niet voor bijvoorbeeld un = −2 . 8a b Nee, dit geldt niet voor bijvoorbeeld un c Nee, dit geldt niet voor bijvoorbeeld un d Ja, want die constante is dan natuurlijk de limietwaarde. bladzijde 36 9a b 10a c 1 4 n2 + 14 n + 1 − 1n 2 n Als n → ∞ dan qn → ∞ . De rij qn convergeert niet. De rij qn convergeert niet. Als n → ∞ dan rn → 0 dus rij rn convergeert. off )= Ui tg 2.2 Standaardlimieten n 1n 2 ev d () 1 − ( 12 )11 ≈ 33, 9995 . 1 − 12 n n 1− 1n 2 Sn = ∑ rk + ∑ mk = 12 n ⋅ 12 + 12 n + 12 ⋅ = 1 − 12 k =1 k =1 1 2 1 2 er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen 3 3 q5 = 55 ≈ 0, 514 ; q10 = 1010 ≈ 0, 017 ; 3 3 b dh 3 q15 = 1515 ≈ 0, 0002 dus qn lijkt naar nul te naderen als n → ∞. 3 y 200 150 3 4 5 6 x No 2 De grafiek van g stijgt op den duur sneller. lim qn = 0, want de noemer gaat ‘sneller naar ∞ ’ dan de teller. n→∞ © c 1 or 50 0 f g 100 ⁄ 30 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 30 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 13:56 11a er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen y 40 h 30 20 10 g 0 c 12a b c ( ) 1 h ) 1 h dus 1 h ( Neem h = 1 dan geldt lim 1 + h h↓0 n lim 1 + 1 = lim 1 + h n→∞ h↓0 n ( ) 7 6 4 3 u 2 1 14 = e (zie ook opdracht c) w 10 20 30 40 50 x Beide rijen lijken limiet 1 te hebben. No n = lim 1 + 1 . n→∞ n or 5 0 1 h ) 1 h dh y 9 8 x ) () bladzijde 37 13 18 f ' x = e x geeft f ' 0 = 1 dus y = x + 1 is de vergelijking van de raaklijn. In de buurt van x = 0 vallen de grafiek en de raaklijn bijna samen. Uit opdracht b volgt dat in de buurt van x = 0 geldt: e h ≈ 1 + h dan n 16 ( ( e 14 ( ) e ≈ 1+ h 12 2 x h x = x x = x 2 ⋅ 0, 8 − x = x 2 ⋅ 0, 8 −1 = x 2 ⋅ 1, 25 x 0, 8 Rij wn heeft geen limiet omdat zowel x 2 als 1, 25 x oneindig groot worden voor x → ∞. h d 10 In de grafiek is te zien dat alleen rij un convergeert. ( e ) ≈ (1 + h ) 8 ev 6 Ui tg b 4 off 2 e lim nn = 0 (dit is de tweede standaardlimiet) n→∞ e lim 0, 001 = lim 1n ⋅ n 0, 001 = 0 ⋅ 1 = 0 n→∞ e en © n→∞ n © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 31 ⁄ 31 11-06-09 13:57 3 15a 1 3 n n m 3 1 3 1 lim 1 + = lim 1 + 1 = lim 1 + = e3 n→∞ n→∞ m→∞ n n m 3 1 1 b n m 3 3n 3 1 lim 1 + 1 = lim 1 + 1 = lim 1 + 1 = e 3 n→∞ n →∞ m →∞ m 3n 3n c 11 n 3 m 3 2 2 2 1 lim 1 + = lim 1 + 1 = lim 1 + 1 = e 3 n→∞ n→∞ m→∞ 3n 1 2 n m d lim 2 n + 1 n→∞ 2n 16a b c 2 2 n −n 2n = lim 1 + 1 n→∞ 2n − 12 m = lim 1 + 1 m→∞ m − 12 ev =e Ui tg 0, 048 ≈ 1049, 15 euro, dus een toename met 4,915%. 1000 ⋅ 1 + 52 De toename per deelperiode met tijdsduur 1 is 5 %, dus de groeifactor is n n n 0, 05 1 + n voor één deelperiode en 0, 05 1 + n over het gehele jaar. n n 0 ,05 n 0, 05 = lim 1 + 1 = lim 1 + 1 lim 1 + n n→∞ n →∞ →∞ n n n 0, 05 0, 05 m = lim 1 + 1 m→∞ m 0 ,055 0 ,05 off d − 12 1000 ⋅ (1 + 0, 004)12 ≈ 1049, 07 euro, dus een toename met 4,907%. 52 er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen = e0 ,05 . bladzijde 38 dh 2.3 Rekenregels voor limieten lim U n = 2 en lim Vn = 1 17a b lim U n + Vn = lim 3 + c Beide beweringen zijn juist. 18a n→∞ ( n→∞ ) n→∞ ( 2 n ) = 3 en lim (U n→∞ or n→∞ 0, 99 n 1 − 0, 99 n 1 − lim n→∞ = = lim n→∞ 2 + e − n 2 + lim e1n 1− 0 2+0 = n ) ( − Vn = lim 1 + n→∞ 4 n )=1 1 2 b c d (( lim 4 + n→∞ lim n→∞ 3 n ) ( 2 − ) (1 − )) = lim ( 4 + ) ⋅ lim ( 2 − ) ⋅ lim (1 − ) = 4 ⋅ 2 ⋅ 1 = 8 ( 2 n + 1) ( 3n ) 2 1 n 2 3 n2 3 n n→∞ 2 = lim 2 n + 1 = lim n→∞ n→∞ 3n 2 lim n − n3 − 1 = lim n1 ⋅ lim − n→∞ n→∞ n→∞ n © No n→∞ ⁄ 32 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 32 1 n2 ( 2 3 + ⋅ lim − n→∞ 1 n n→∞ 1 3n 1 n3 ) =( ) 2 2 3 2 n→∞ = 3 n2 4 9 = 0⋅0⋅0 = 0 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 13:57 er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen bladzijde 39 19a b 20a ( ) Als U n = n2 en Vn = 3 − n2 dan is lim U n + Vn = lim 3 = 3. n→∞ n→∞ U Als U n = n2 en Vn = n3 dan is lim n = lim n1 = 0. n→∞ V n→∞ n Un 2 + U n 2 + lim n→∞ = = n→∞ 1 − U 1 − lim U n n lim = −4 2+2 1− 2 b 21a b 22a b U n2 − U n + 2 0, 4 2 − 0, 4 + 2 = = n→∞ Un − 2 0, 4 − 2 ≈ −2, 93 1, 76 −0 ,6 lim Deel de teller en de noemer door n2 . lim n→∞ 1 − n2 + 1+ 6 n2 = 2 n2 1− 0 + 0 1+ 0 Ui tg ev n→∞ =1 3 2 − n22 + n21 n = lim 2 n −32 n + n = lim n→∞ n→∞ 1 − n23 n −2 2−0+0 1− 0 4 2 3− 2 lim 3n 3− 2 n = lim 1 ne n→∞ n→∞ + n4 n +e n 2 =2 c 4 3 lim 2e4 − 3e3 + n2e = lim n→∞ e + 2e − n n→∞ d lim e off De teller nadert tot 3 en de noemer tot 0 dus de limiet bestaat niet. 2 e4 n2 − 3ne2 + ne e4 n2 + 2ne2 − 1 3 = 0−0+0 = 0 0+0−1 3 ( 2 n + 3) ( 2 n − 3) = lim 2 n + 3 = lim 2 + = = 1 2n − 3 2− ( 2 n − 3) 2 n ( n − 4 n + 6 n − 4 n + 1) 2 n ( n − 1) lim = lim 2 n→∞ 4 (2n 3 +1 ) n→∞ 2 4 3 2+0 2−0 2 dh 2 n→∞ n→∞ 3 n 3 n 2 4 n6 + 4 n3 + 1 n→∞ 6 5 4 3 2 2 − n8 + 12 − n83 + n2 = lim 2 n − 8 n +6 12 n 3− 8 n + 2 n = lim n→∞ n→∞ 4 + n43 + n16 4n + 4n + 1 f lim 23a or n→∞ 2 n + 2 = lim 1 + n = 4 n + 1 n→∞ 4 + n1 n→∞ c n→∞ n+1 n = lim 2 1+ n1 n→∞ 1 n = 1 4 = = 2 4 = 1 2 1 2 = lim 2 = 2 n→∞ = 2 1+ 0 = 2 n n n n lim n 2 n + 3n = lim n 2 +n 3 ⋅ 3n = lim n 3n ⋅ 2 n + 3n = lim 3 ⋅ n 1 + n→∞ n→∞ n→∞ n→∞ 3 3 3 lim n 2 n + 3n + 5 n = lim 5 ⋅ n © n→∞ No n→∞ n→∞ b ( ) lim n 2 n + 1 = lim n 2 n = lim 2 n lim n 2 n+1 = lim 2 1+ 0 4+0 2 n4 n→∞ © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 33 n→∞ ( ) +( ) 2 5 n 3 5 n () 2 3 n = 3⋅1 = 3 + 1 = 5 ⋅1 = 5 ⁄ 33 11-06-09 13:57 2.4 Functies en limieten bladzijde 40 b 25a b 26a b c d Ja, want F = 1, 8 × 19, 8 + 32 = 67, 64 ° F . Temperaturen in graden Celsius uit het interval 20, 84; 21, 38 . Een linkeromgeving van x = a is een interval van de vorm a − p, a met p > 0. x ↑ a betekent dat x naar a nadert terwijl x < a ev 24a Interval 0; 0, 25 is het beeld van U. Het beeldinterval van deze gereduceerde omgeving is 0; 0, 25 . f x → 1 als x ↑ 1 en f x → 2 als x ↓ 1 f x → 1 als x ↓ −1 en f x → 0 als x ↑ −1 ( ) ( ) ( ) ( ) Ui tg bladzijde 41 27a b c Het domein van f is ←, 3 ∪ 3, → . x+3 x−3 ( ) ( 4 x) (− 3 ) = x 4+ 3 = ( x + 3) mits x ≠ 3 ( ) f x = 1 4 (1) V = 2, 96; 3 ∪ 3; 3, 04 off er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen (2) V = 2, 9996; 3 ∪ 3; 3, 0004 c 29a b b Die beelden zijn getallen uit een gereduceerde omgeving van x = 2. Nee, want f 3 = 4 . lim f x = 2 x→ 3 () ( ) dh 28a Je kunt alleen maar voor een rechteromgeving van x = 2 kiezen omdat het domein van f gelijk is aan ←, −2 ∪ 2, → . lim f x = f −2 = 1 en lim f x = f 2 = 1 x↑−2 ( ) ( ) x↓2 ( ) () or 2.5 Continuïteit bladzijde 42 b c d Het bereik bestaat uit alle gehele getallen ofwel . No 30a ( ) ( ) Nee, want f −3 = −3 en f −2 = −2. Op interval 1, 99; 2 is het beeld 1 en op interval 2; 2, 01 is het beeld 2. ( ) () lim f x = f a als a geen geheel getal is. x→ a © ⁄ 34 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 34 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 13:57 31a b c d e ( ) er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen ( ) f x = 1 voor x > 0 en f x = −1 voor x < 0 1 en –1 vormen het bereik. x > 0 wordt afgebeeld op 1 en x < 0 wordt afgebeeld op –1. De beelden zijn –1 en 1. lim f x = −1 want f x = −1 voor x < 0 en lim f x = 1 want f x = 1 voor x > 0 ( ) x↑0 ( ) x↓1 ( ) ( ) 32 ( ) lim h ( x ) = 2 ev bladzijde 43 lim h x = 2 3 − 3 ⋅ 2 2 + 3 ⋅ 2 − 1 = 1 x↑2 2 x↓2 − a ⋅ 2 + b = 4 − 2a + b 33a b () () (1) f 0 = 0 + 0 + c = 2 dus c = 2 (2) f 1 = a + b + 2 = 1 dus a + b = −1 (4) f heeft geen nulpunten en c = 2 dus moet de grafiek van f een dalparabool zijn dus a > 0. (3) Uit (4) volgt dat f continu moet zijn in x = 3 dus lim ax 2 + bx + 2 = 9 a + 3b + 2 = 3 x↑3 waaruit volgt dat 9 a + 3b = 1 Uit (2) en (3) volgt a = 23 en b = −1 23 . Dus a = 23 , b = −1 23 en c = 2. y 8 6 4 2 –4 –3 –2 –1 0 –2 1 2 3 4 5 x dh –5 off Ui tg Als h continu is in x = 2 dan zijn de linker- en rechterlimiet gelijk, dus geldt 4 − 2 a + b = 1 dus −2 a + b = −3 . –4 –6 34a b De verticale lijntjes moeten weg omdat er voor gehele getallen steeds een sprong in de grafiek te zien is. ( ) f ( −2 ) = f 2 12 = 14 ⋅ 2 12 ⋅ 2 = 1 14 1 2 c 1 4 ⋅ −2 12 ⋅ −3 = 1 87 x ≥ 0 ⇒ int( x) ≥ 0 ⇒ f ( x) = 14 x ⋅ int( x) ≥ 0 en No or ( ) x < 0 ⇒ int( x) < 0 ⇒ f ( x) = 14 x ⋅ int( x) > 0 dus f x ≥ 0 voor elke x. d e f ( ) ( ) lim f x = 14 ⋅ 2 ⋅ 2 = 1 en lim f x = 14 ⋅ 2 ⋅ 1 = x↓2 x↑2 1 2 dus f is niet continu in x = 2 f is niet continu als x is een geheel getal. (f is wel continu in x = 0 ) Voor x = 0 is f wel continu. © © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 35 ⁄ 35 11-06-09 13:57 er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen 2.6 Differentieerbaarheid bladzijde 44 b c 36 37a b c ( ) () 3 3 3 3 ∆f f 0 + h − f 0 = = 0 + h − 0 = h = h = 3 12 = 1 3 3 3 2 ∆x 0+ h−0 h h h h h ∆f bestaat niet als h → 0 ∆x f en f’ hebben niet hetzelfde domein. Het domein van f is en het domein van f’ is ←, 0 ∪ 0, → . ( ) ( ) = lim xe f x −f 0 ev 35a −2 x = lim e−2 x = e0 = 1 x→ 0 x→ 0 x−0 x De limiet bestaat dus f is differentieerbaar in x = 0. lim x→ 0 Ui tg ( ) ( ) = 0 ⋅ f '(a) = 0 ( ( ) ( )) ( ) x−a Uit lim ( f ( x ) − f ( a )) = 0 volgt dat lim f ( x ) = lim f ( a ) = f ( a ) dus f continu in x = a . f x −f a lim f x − f a = lim x − a ⋅ lim x→ a x→ a x→ a x→ a ( ) x→ a x→ a f x = x is wel continu in x = 0 maar zeker niet differentieerbaar in x = 0 omdat lim ( ) ( ) = 1 en lim f ( x ) − f ( 0 ) = −1 f x −f 0 x−0 x↓0 x−0 x↑0 () dus f ' 0 bestaat niet. 38a off bladzijde 45 lim f ( x) = lim x 2 − 4 x + 5 = 32 − 12 + 5 = 2 en x↑3 x↑3 ( ) (3 lim f ( x) = lim 12 x 2 − 4 x + 7 = x↓3 x↓3 dus lim f ( x) = 2 = f (3) x→ 3 ( ) lim f ' ( x ) ≠ lim f ' ( x ) c 39 ( ) ( ) fL '(3) = lim f ' x = lim(2 x − 4) = 2 en fR '(3) = lim f ' x = lim 12 2 x − 4 = 1 dus x↑3 x↑3 ) − 12 + 7 = 2 dh b 2 x↑3 x↓3 x↓3 x↓3 De grafiek heeft in x = 3 een knikpunt. ( ) ( ) Uit lim f ' ( x ) = lim f ' ( x ) volgt lim − or 1 2 Uit lim f ' x = lim f ' x volgt lim − x↓1 x↑−1 x↑1 x↓−1 x↓1 1 x2 = lim 3ax 2 + 2bx + c dus −1 = 3a + 2b + c (1) x↑−1 1 x2 = lim 3ax 2 + 2bx + c dus −1 = 3a − 2b + c (2) x↑1 x↓−1 © No Uit (1) en (2) volgt b = 0 en 3a + c = −1 (3) De functie is ook continu in x = −1 en x = 1 dus lim ax 3 + bx 2 + cx = f (1) = 1 dus x↑1 1 = a + c (want b = 0 ) (4) Uit (3) en (4) volgt a = −1 en c = 2. Dus a = −1, b = 0 en c = 2. ⁄ 36 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 36 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 13:57 er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen 2.7 Gemengde opdrachten bladzijde 46 40a x 3 − 8 = x 2 + 2 x + 4 mits x ≠ 2 want x−2 x − 2 x2 + 2 x + 4 = x3 + 2 x2 + 4 x − 2 x2 − 4 x − 8 = x3 − 8 b )( ) lim f ( x ) = 4 + 4 + 4 = 12 c x = 2 behoort niet tot het domein van f d f 2 = 12 ( ( ) f' x = ( ) 2 x x + 3 − 1 ⋅ x2 ( x + 3) 2 = x + 6 x2 x+3 ( 2 ev 41a () ) Ui tg x→ 2 1+ 6 2 x + 6 x x = 1+ 0 = 1 = lim lim 2 x→∞ x + 6 x + 9 x→∞ 6 1 + + 92 1 + 0 + 0 x x b a is het hellingsgetal en uit opdracht a blijkt dat de helling nadert naar 1. c Uit lim f x − x + b = 0 volgt lim f x − x − b = 0 dus lim f x − x = b x→∞ ( () ( )) x→∞ ( ) ( () ) x→∞ ( () ) 2 x2 − x x + 3 f x −x= x −x= = −3 x x+3 x+3 x+3 ( ) off −3 −3 x b = lim = = lim x→∞ x + 3 x→∞ 3 1 + x Het domein van f is . −3 +0 1+ = −3 42a b c d f ' x = e x + 1 ⋅ e x ⋅ − 12 = e x 1 − 12 x x De linker afgeleide waarde bestaat niet in x = 0. e Nee, want f ' bestaat niet voor x = 0. f ( ) ( ) Nee, want lim f x = 0 en lim f x bestaat niet. ( ) 1 1 1 x↓0 dh x↑0 1 No or lim e x 1 − 12 = e0 ⋅ 1 = 1 x→∞ x De grafiek van f lijkt voor grote waarden van x steeds meer op een rechte lijn met hellingsgetal 1. bladzijde 47 43a x sin 1 = 0 als sin 1 = 0 dus 1 = kπ ( k ∈ en k ≠ 0 ) x x x x = 1 ( k ∈ en k ≠ 0 ) kπ () © x = 0 is ook een nulpunt omdat f 0 = 0 © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 37 ⁄ 37 11-06-09 13:57 er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen lim sin α = 1 α ↓0 α y = 1 is de horizontale asymptoot b c d e f g 44a b 45a b f x = cos x ⇒ f ' x = − sin x en f ' 0 = 0 c f x = ln x ⇒ f ' x = 1 en f ' e = x 46a b c d Omdat −1 ≤ sin 1 ≤ 1 ⇒ − x ≤ x sin 1 ≤ x x x lim − x ≤ lim x sin 1 ≤ lim x geeft 0 ≤ lim x sin 1 ≤ 0 dus lim x sin 1 = 0 x→ 0 x→ 0 x→ 0 x→ 0 x x→ 0 x x Ja, want lim f x = 0 = f 0 . x→ 0 x sin 1 − 0 f x −f 0 x Nee, want lim = lim = lim sin 1 bestaat niet. x↓0 x↓0 x↓0 x−0 x−0 x x↓0 ( ) g x =x 1 12 g ( x) − g ( 0) = lim x x − 0 = lim x = 0 x↓0 x↓0 x−0 x−0 ( ) () 1 dus g ' x = 1 12 x 2 = 1 12 x dus g ' 0 = 0 ( ) ( ) f x = x ⇒ f' x = ( ) () 1 en f ' 4 = 2 x ( ) ( ) 1 4 () ( ) () 1 e Ui tg g '(0) = lim () () ev ( ) ( ) () ( ) () () () () () f (0) = f (a + −a) = f (a) + f (−a) = 0 ⇒ f (−a) = − f (a) f ( x − a) = f ( x + −a) = f ( x) + f (−a) = f ( x) + − f (a) = f ( x) − f (a) Kies m = x − a. dh Als x → a dan m → 0 . off f 0 = f 0 + 0 = f 0 + f 0 dus f 0 = 2 f 0 ofwel f 0 = 0 ( ) ( ) () lim f ( x − a ) = lim ( f ( x) − f (a)) = lim f ( x ) − lim f ( a ) = lim f ( x ) − f ( a ) = 0 lim f ( x ) = f ( a ) dus f continu voor elke waarde van a ∈. lim f x − a = lim f m = f 0 = 0 e x→ a m→ 0 x→ a x→ a x→ a x→ a dus or x→ a x→ a bladzijde 50 2 u10 = 10 2 − 1 = 10 + 1 99 101 u50 = 2500 − 1 = 2500 + 1 b c 2499 2501 ≈ 0, 999 9999 u100 = 10000 − 1 = 10001 ≈ 1, 000 10000 + 1 De rij convergeert naar 1. Vanaf n = 45 liggen de termen van de rij in het interval 0, 999; 1, 001 . © ≈ 0, 980 No T-1a ⁄ 38 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 38 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 13:57 ( ( lim 3 − n→∞ ) n n→∞ ) ( = lim 3 1 − 1 1 n n −n 2 −n ( ) −n ( ) 1 12 n = lim 2 1 + n→∞ −n (( 2 2 3 m 33 1 − = mlim →∞ ) 2 23 n − 83 lim 2 + c lim 1 + n→∞ 1 e n n m e e = lim 1 + 1 = lim 1 + 1 = ee 1 n→∞ m→∞ n n m e 1 2 23 n e ( = lim 3 1 − 1 11 n n→∞ 2 n b n→∞ 1+ ) n 3 4n n→∞ = lim 2 1 + 2 −1 n2 2 n+1 3 n2 2 n+1 0 + 12 = − 12 0−1 2 − n52 + n23 T-3a 2 n lim n2 + 2n+1 = lim n→∞ 3n − 2 n→∞ b 3 = lim lim 23n − 52n + 2 n→∞ −5 n + 4 n − n − 1 n→∞ −5 + 4 − n c 100 lim n0 ,001 = n→∞ e −1 = 1 n2 − 1 n3 = 1 2 23 n = lim 2 b −2; − 12 c ←, −100, 01 lim n100 bestaat niet y T-5a m→∞ m ) =∞ 1 3 ((1 + ) 1 m m ) − 83 =0 Ui tg 0; 0, 001 − 83 m ) 2−0+0 = −2 5 −5 + 0 − 0 − 0 1 e 0 , 001 n→∞ T-4a 1 m ev T-2a 2 n er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen 7,5 5 –5 –4 –3 –2 –1 0 –2,5 –5 –7,5 b c x 1 2 behalve in x = 0. De functie f is continu voor x = 4 ⇒ lim f ( x) = lim f ( x) = f (4) ⇒ x↓4 x↑4 4 a + b = 161 ⋅ 4 3 – 4 ⇒ 4 a – b = 0 (1)(1) en f is continu voor x = 8 ⇒ lim f ( x) = lim f ( x) = f (8) ⇒ x↑8 x↓8 8 a + b = 161 ⋅ 8 3 − 8 ⇒ 8 a + b = 24 ((2) 2) (1) en (2) geeft 4 a = 24 ⇒ a = 6 en b = –24. f is differentieerbaar voor x = 4 als fL '(4) = fR '(4). or b 4 No 3 f is niet continu voor veelvouden van bladzijde 51 T-6a 2 dh 1 off 2,5 lim f '( x) = lim( 163 x 2 – 1) = 2 x↑4 x↑4 ⇒ fL '(4) ≠ fR '(4) ⇒ f is niet differentieerbaar voor x = 4. lim f '( x) = lim(6 x – 24) = 0 x↓4 x↓4 f is differentieerbaar voor x = 8 als fL '(8) = fR '(8). © lim f '( x) = lim(6 x – 24) = 24 x↑8 x↑8 ⇒ fL '(8) ≠ fR '(8) ⇒ f is niet differentieerbaar voor x = 8. lim f '( x) = lim( 163 x 2 – 1) = 11 x↓8 x↓8 © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 39 ⁄ 39 11-06-09 13:57 ( ) ( ) T-7a lim f x = lim f x = 0 b lim f x = π sin π = 0 en lim f x = − π sin − π = 0 c d x↑π x↑0 ( ) x↓− π ( ) ( ) lim x sin x − 0 = lim x sin x = lim sin x = 1 = 1 x↓0 x↓0 x↓0 x−0 x x2 lim x sin x − 0 = lim x sin x = lim − sin x = −1 dus f niet differentieerbaar in x = 0 x↑0 x↑0 x↑0 x−0 x − x2 Onjuist, de grafiek kan bijvoorbeeld een perforatie hebben voor x = a . Juist. Onjuist. 2 1 x ⋅ sin als x ≠ 0 x Kies f x = . 0 als 0 x = ev T-8a b c x↓0 () Op bladzijde 49 zie je dat f ' 0 = 0. d ( ) Ui tg ( ) er sb v Moderne Wiskunde Uitwerkingen bij vwo D deel 3 Hoofdstuk 2 Limieten toepassen ( ) Maar f ' x = 2 x sin 1 − cos 1 en daarvoor geldt dat lim f ' x niet bestaat. x→ 0 x x Juist. T-9a lim x 3 − x 2 + ax = 0 en lim bx 3 + x 2 + x = 0 dus fa ,b is continu voor elke a en b ∈. Uit lim 3 x − 2 x + a = lim 3bx 2 + 2 x + 1 volgt a = 1. b x↑0 x↓0 2 x↑0 x↓0 © No or dh off fa ,b is differentieerbaar voor a = 1 en b ∈. ⁄ 40 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 40 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 13:57