V.U. Camille Pisani - vautierstraat 29 – 1000 Brussel Didactisch dossier Museum voor Natuurwetenschappen Vautierstraat 29 1000 Brussel www.natuurwetenschappen.be Inhoud 1. Voor een geslaagd bezoek aan de tentoonstelling GIF 1.1 De tentoonstelling in het kort 1.2 Educatieve omkadering voor GIF 1.3 Praktische informatie 1.4 Bezoektip p. 3 p. 5 p. 6 p. 6 2. Plattegrond p. 7 3. Overzicht tentoonstelling: bezoekparcours GIF p. 8 Zone 1: Gif in de natuur p. 8 Zone 2: Gif om te overleven - Twee groepen van giftige dieren p. 9 Zone 3: Een kostbaar goedje - Onschatbare waarde - Signalen als waarschuwing p. 9 Zone 4: Raak me niet aan - Amfibieën - Vissen p. 10 Zone 5: Een steek met gevolgen - Insecten - Vissen en zeedieren - Vogelbekdier p. 11 Zone 6: Een giftige beet - Slangen - Octopussen - Hagedissen - Zoogdieren - Spinnen - Duizendpoten p. 12 Zone 7: de dierenverzorger - Etenstijd - De ruimte van de dierenverzorger - Voorzichtig p. 15 Zone 8: Gif kan genezen - Door de jaren heen - Planten met karakter - Uit de aarde - Dieren die je leven redden - Bacteriën - klein maar krachtig - Pittige paddenstoelen p. 16 4. Om meer te weten p. 19 4.1 Gifstoffen 4.2 Tegengif (voor slangenbeten) p. 19 p. 20 5. Bibliografie p. 22 5.1 Websites 5.2 Boeken jeugd 5.3 Boeken volwassenen 1. Voor een geslaagd bezoek aan de tentoonstelling GIF 1.1 De tentoonstelling in het kort Het onderwerp van de tentoonstelling Gif is een tentoonstelling over het nut van gif voor dieren en de mens. Ter introductie geeft de tentoonstelling je eerst inzicht in wat gif is. Of een stof al dan niet giftig is, hangt af van het organisme, de dosis en de blootstelling. Dit wordt je duidelijk gemaakt aan de hand van voorbeelden. Paracelsus, de grondlegger van de toxicologie, wordt ook kort aangehaald. Tal van dieren over heel de wereld, met uitzondering van de koudste gebieden, hebben in de harde concurrentiestrijd om voedsel of om zelf niet als prooi te eindigen giftige stoffen ontwikkeld. Deze werken in uiterst lage concentraties. In de tentoonstelling krijg je een collectie van zowel levende dieren als opgezette of op alcohol bewaarde dieren te zien volgens de drie manieren waarop gif wordt toegediend: via een beet om een prooi te verlammen of via een steek of via contact (vooral met de huid) als verdediging tegen aanvallers. Zo geeft de tentoonstelling je inzicht in het nut van gif voor een bepaalde groep van dieren. Daarnaast zal er voor elk dier individueel worden aangegeven hoe gevaarlijk zijn gif voor de mens is. Voor dieren is gif een kostbaar goedje dat ze slechts zullen gebruiken indien echt nodig. Ze hebben dan ook waarschuwingsstrategieën ontwikkeld, zoals felle lichaamskleuring (aposematische kleuring), specifieke geluiden of het veranderen van hun lichaamshouding, om hun belagers op andere gedachten te brengen. Dit aspect komt ook uitvoerig in de tentoonstelling aan bod. Daarnaast heb je ook de kans kennis te maken met de dierenverzorger en zijn werk. Via een blik op de technische ruimte die daarvoor in de tentoonstelling is opgenomen, krijg je als bezoeker meer informatie over de verzorging en de voeding van deze dieren, de specifieke voorzorgsmaatregelen en het materiaal dat de verzorger gebruikt. Ook het aanmaken van antigif wordt uit de doeken gedaan. Je zal de dierenverzorger ook regelmatig in de tentoonstelling zelf aan het werk zien bij de verzorging van de levende specimens in de speciaal aangepaste kasten. De mens heeft al duizenden jaren gifstoffen aan de natuur onttrokken voor de jacht en plaagbestrijding, ter vergiftiging van medemensen, als stimuleringsmiddel en ook als medicijn. De laatste jaren is het onderzoek naar gifstoffen als basis voor medicijnen in een stroomversnelling gekomen, gezien de enorme potentie voor de farmaceutische wetenschap. Deze gifstoffen, samen met die van plantaardige of andere biologische oorsprong, liggen aan de basis van veel geneesmiddelen. Dodelijke gifstoffen die kunnen genezen of mensenlevens redden: het klinkt tegenstrijdig, maar is het niet. Talrijke toepassingen komen in de tentoonstelling aan bod. Het belang van natuurbescherming wordt hiermee ook onderstreept. De opzet van de tentoonstelling De inhoud van de tentoonstelling is opgedeeld in 4 grote thema’s verdeeld over 8 zones in de tentoonstelling. Het eerste thema geeft een introductie op het onderwerp van de tentoonstelling: wat is gif? Je kan dit ontdekken in zone 1. Zones 2 tot 6 behandelen het thema van giftige dieren. In zone 2 zie je een kort overzicht van gif in de natuur en leer je het verschil tussen dieren die op zichzelf giftig zijn door contact of bij opeten (poisonous) en dieren die zelf gif kunnen toedienen (venomous). Zone 3 geeft je aan dat gif voor die dieren een kostbaar goedje is dat enkel gebruikt wordt indien echt nodig. In deze zone krijg je daarom ook de vele waarschuwingsstrategieën te zien die giftige dieren hebben ontwikkeld. In zones 4-6 wordt de manier waarop gif wordt toegediend gebruikt als basis om de tentoongestelde dieren in te delen. De indeling is als volgt: • via contact (zone 4): amfibieën en één vogel (de Pitohui) Gif - didactisch dossier 3 • via een steek (zone 5): insecten, schorpioenen, vissen, stekelhuidigen, weekdieren, neteldieren en één zoogdier (het vogelbekdier) • via een beet (zone 6): slangen, spinnen, duizendpoten, varanen en één zoogdier (de spitsmuis) Er wordt hierbij telkens dieper ingegaan op de manier waarop gif wordt toegediend en waarvoor de dieren het gif gebruiken. Ook het effect van het gif op de mens wordt toegelicht. Het derde thema draait helemaal om de verzorging van de levende giftige dieren. Dankzij een speciaal opgerichte technische ruimte (zone 7) kan je de werkzaamheden van de dierenverzorger volgen. Grote raampartijen geven je een exclusieve inkijk in zijn werkruimte waar ook nog andere levende giftige dieren gehouden worden dan die in de tentoonstelling zelf. In deze zone leer je meer over het voederen van giftige dieren, het materiaalgebruik, de effecten van gif en het aanmaken van antigif. De achtste zone is gewijd aan het vierde thema: gif als medicatie. Via talrijke toepassingen wordt je getoond hoe gifstoffen in geneesmidden worden aangewend. We houden het hierbij niet louter bij gifstoffen van dierlijke oorsprong. Ook gifstoffen uit planten, paddenstoelen, bacteriën en gifstoffen van minerale oorsprong komen aan bod. De 24 soorten levende giftige dieren vormen de spil van de expo GIF: het gaat om 7 slangen, 1 schorpioen, 5 spinnen, 1 duizendpoot, 2 hagedissen, 6 amfibieën en 2 insecten. Deze dieren worden veilig in speciaal uitgeruste vivariumkasten met dubbele behuizing gehouden en verzorgd volgens de strenge normen die zowel de Europese als de Belgische wetgeving oplegt. De levende giftige dieren worden uitvoerig beschreven in een apart dossier (zie website). De vivariumkasten met de levende giftige dieren staan over de vier thema’s verspreid, maar zijn vooral in de zones 4, 5 en 6 te vinden. Daarnaast zijn er ook nog 22 dieren die ofwel opgezet zijn, bewaard worden op alcohol of in modelvorm tentoongesteld worden. Zij zijn te zien in 12 speciale kijkkasten die vooral in de zones van thema’s 2 en 4 opduiken. De rijke informatie in de tentoonstelling krijg je niet alleen mee aan de hand van 24 inleidende of themagebonden tekstpanelen, maar ook via 1 diavoorstelling, 4 kortfilms met audio en 1 film zonder audio. Daarnaast heeft elk dier in de tentoonstelling zijn eigen fiche met specifieke informatie over de soort in tekst, foto en infografieken. Dit geldt ook voor de planten en mineralen in zone 8. De vivariumkasten van de levende giftige dieren zijn ook voorzien met een sticker waarop het effect van hun gif op de mens wordt aangegeven. Het doelpubliek GIF is een tentoonstelling waar de levende giftige dieren centraal staan. Zulke dieren trekken jong en oud aan. De tentoonstelling leent zich dan ook uitsteken voor een individueel bezoek of een bezoek in gezinsverband, ook met jonge kinderen. Vraag naar de speciale voetbankjes voor de allerkleinsten aan de suppoost aan de ingang van de tentoonstelling. Voor scholen past de tentoonstelling zeer goed bij de lessen WO (basisonderwijs), natuurwetenschappen en biologie (secundair onderwijs). De paneelteksten, dierenfiches, labels, films en didactische modellen zijn geschikt voor een leeftijd vanaf 9 jaar (tweede graad basisonderwijs). Talen De teksten van alle doeken, panelen, fiches en labels in de tentoonstelling zijn opgesteld in het Nederlands, het Frans, het Engels en het Duits. Bij de kortfilms kan je zelf de taal van de audiocommentaar instellen. Er lopen onderaan in beeld steeds ondertitels in dezelfde taal mee. Er is zowel een Nederlandstalig als een Franstalig educatief programma uitgewerkt (zie 1.2). Op verzoek is een Engelstalige rondleiding mogelijk, mits tijdige aanvraag. De makers De tentoonstelling is een coproductie tussen Grupo Atrox uit Spanje en het Museum voor Natuurwetenschappen. Grupo Atrox heeft een jarenlange ervaring in het houden en tentoonstellen van giftige dieren in dierentuinen en expo’s. De 24 levende giftige dieren in de tentoonstelling komen uit hun collecties. Grupo Atrox heeft ook gezorgd voor de speciale terraria voor deze dieren. Die terraria zijn opgebouwd volgens strenge Europese en Belgische normen voor dierenwelzijn. De dagelijkse verzorging van de levende dieren is ook in handen van een speciaal opgeleide 4 Gif - didactisch dossier dierenverzorger van Grupo Atrox. Een Belgische gespecialiseerde dierenarts komt regelmatig de dieren onderzoeken. Het concept, de inhoud en de presentatie van de tentoonstelling lag dan weer volledig in handen van de dienst Tentoonstellingen en de dienst Museologie van het Museum. Zij zorgden voor de teksten, de lay-out, de overige tentoongestelde dieren, planten en mineralen… Ze zijn ook verantwoordelijk voor de adaptatie van de kortfilms van Grupo Atrox in de tentoonstelling. 1.2 Educatieve omkadering voor GIF De tentoonstelling wil de bezoeker niet alleen duidelijk maken wat gif eigenlijk is en waarvoor dieren het gebruiken, maar wil je ook meegeven dat gif in de natuur een kostbaar goed is en dat gif ook voor mensen nuttig kan zijn als basis voor bepaalde medicijnen. Die boodschappen worden niet alleen uitgedragen door de aanwezige levende giftige dieren, maar ook via tekstpanelen, films, foto’s, opgezette dieren, leerrijke schema’s … Hierdoor is de tentoonstelling zeer geschikt voor een zelfstandig en individueel bezoek. Voor groepen biedt de educatieve dienst de mogelijkheid het verhaal van GIF in een didactische rondleiding mee te krijgen. 1.2.1 Rondleiding • Duur: 75 min. • Doelgroep: derde graad basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs en volwassenen • Max.: 15 personen per gids De paradox van gif: op leven en dood! In de natuur is gif een krachtig wapen waardoor het bij ons angst inboezemt en pijn oproept. Maar is gif altijd even schadelijk? Waarvoor gebruiken dieren gif en hoe dienen zij het toe? Op deze en veel meer vragen krijg je tijdens de rondleiding het ‘venijnige’ antwoord. Je krijgt allerlei soorten levende giftige dieren te zien en je komt te weten hoe zij met kleur, geluid en houding ervoor waarschuwen. Maar niet alleen voor giftige dieren is gif een kostbaar goedje, ook voor de mens heeft gif van dieren, planten, mineralen… zijn nut als basisstof voor geneesmiddelen. Je kan er gif op innemen dat je bij deze rondleiding alles te weten komt over gif. 1.3 Praktische informatie Wegwijs Museum: Vautierstraat 29, B-1000 Brussel Op- en afstapplaats (school)bussen: Waversesteenweg 260, B-1050 Brussel Trein: station Brussel-Luxemburg (op 5-10 min.) Metro lijn 1 en 5 halte Maalbeek – lijn 2 en 6 halte Troon (op 15 min.) Bus MIVB 34 en 80 halte Museum (op 2 min.) | 38 en 95 halte Parnassus (op 5-10 min.) Openingstijden De tentoonstelling GIF! loopt van 07 oktober 2016 tot en met 03 september 2017. Open: - Schoolperiode • dinsdag tot vrijdag: 9.30 tot 17 uur • zaterdag en zondag: 10 tot 18 uur - Schoolvakanties • dinsdag tot zondag: 10 tot 18 uur Sluitingsdagen: elke maandag, 1 januari, 1 mei, 25 december De toegang tot de tentoonstelling GIF verloopt volgens vaste tijdslots. Gif - didactisch dossier 5 Tarieven Toegang vanaf 15 personen Tentoonstelling GIF Jongeren (2-25 jaar) € 5,50 Volwassenen € 8,50 Met het toegangsticket voor GIF kan je ook alle permanente zalen van het Museum bezoeken. Eén begeleider gratis per groep van 15 betalende personen Gratis toegang voor leerkrachten op vertoon van hun lerarenkaart Toegangsprijzen individuele bezoekers: zie www.natuurwetenschappen.be Rondleiding 15 personen per gids Jongeren Volwassenen weekdagen Volwassenen WE en feestdagen Rondleiding € 35 € 62 € 75 Reserveren Reserveren is verplicht voor alle groepsbezoeken. Telefoneer hiervoor naar 02 627 42 52 op werkdagen van 9 tot 12 uur en van 13 tot 16.30 uur of stuur een mail naar [email protected]. Reserveren van picknickruimte voor eigen lunchpakket: 02 627 42 52. Reserveren van Dino Café met bestellen van lunch/ drank: 02 640 21 60 B-dagtrips Voor een groepsbezoek aan de tentoonstelling GIF kun je een B-dagtrip aanvragen via http://www.belgianrail.be/nl/vrije-tijd/b-dagtrips-schoolgroepen.aspx of 02.528 28 28. Je krijgt dan een voordelige prijs voor de combinatie trein+toegang. Schoolgroepen die met een B-dagtrip wensen te komen, dienen eerst bij het museum te reserveren, vooraleer de B-dagtrip vast te leggen! Lunchen Je kan gratis van onze vrije picknickruimte gebruik maken, maar enkel na reservering via een telefoontje op 02 627 42 52 (werkdagen van 9 tot 12 uur en van 13 tot 16.30 uur) of via een mail naar [email protected]. Groepen die graag een lunchbox, een tussendoortje of een vieruurtje willen bestellen, kunnen terecht bij het Dino Café (geen eigen picknick!), na reservering op 02 640 21 60. Op mooie dagen kunnen groepen ook vrij gebruik maken van de picknicktafels in de museumtuin, naast de parking op de esplanade voor het Museum. 1.4 bezoektip Maak, voor het welzijn van de dieren, zo weinig mogelijk geluid wanneer je de tentoonstelling GIF bezoekt, tik niet op de ruiten van de terraria en beweeg je rustig: geluidstrillingen storen de dieren, die zich dan verstoppen zodat je ze nog moeilijk kan bewonderen. 6 Gif - didactisch dossier 2. Plattegrond 2.1 2.2 Zone 2 1 .3 4.7 5 .1 e1 e3 .4 5.3 5 1.1 3.2 e4 Zon e5 5.5 5.7 4.4 4.5 Zon 5.6 4.6 3.1 Zon Zon 1 .2 5 .2 3 .3 Ingang 3.4 .2 4.3 4 4.1 5.9 7.1 5.8 e7 Zon 7.2 7.2 6.2 0 6.2 1 8.5 8.6 8.7 8.4 8.2 8.1 8.3 e8 Zon 5.11 5.10 8.8 8.9 8.10 6.1 9 6.1 8 6.1 7 6.1 6 n Zo e6 6.1 1 6.1 6.2 0 6.1 6.1 6.14 5 6.9 6.3 6.4 6.1 2 6.5 7.3 6.1 3 6.6 6.8 6.7 7 Gif - didactisch dossier 3. Overzicht tentoonstelling GIF: bezoekparcours De nummers volgen het plan! Voor de uitleg over de dieren in de vivaria: zie het dossier ‘De levende dieren in GIF’ (zie website) Zone 1: Gif in de natuur De sterkste giffen ter wereld worden niet door de mens gemaakt, maar door de natuur. Een piepkleine hoeveelheid ervan is vaak al dodelijk. En toch kunnen diezelfde giffen, in de juiste dosis, levens redden. 1.1 slideshow Dertig giftige dieren, planten, mineralen en paddenstoelen Te zien De vele gedaantes van gif Gif heeft de mens altijd al gefascineerd. Het heeft iets mysterieus. Maar wat is gif nu precies? Gif is een stof die schadelijk en vaak zelfs dodelijk is voor een organisme. Hoeveel schade een stof kan toebrengen hangt onder andere af van de hoeveelheid, het soort organisme en de mate van blootstelling. Gif kan snel werken of het kan jaren duren voordat de gevolgen echt duidelijk worden. 1.2 afbeelding Paracelsus (1493-1541): “alles is gif, en niets is zonder gif. De dosis maakt het verschil tussen gif en medicijn.” Te zien Organisme Of een stof al dan niet giftig is, hangt onder meer af van het organisme. Zo bevat cacao een stof die onschadelijk is voor de mens, maar heel gevaarlijk voor honden. Een reep pure chocolade kan voor een kleine hond al fataal zijn. 1.3 hond (opgezet) en stuk chocolade (replica) Te zien Hoeveelheid Of een stof giftig is, hangt onder andere af van de hoeveelheid die ervan wordt ingenomen. Zo bevatten aardappelen een stof die in kleine hoeveelheden niet giftig is voor de mens. Maar wie meer dan 5 kilo aardappelen in één keer eet, kan wel ziek worden. Opgelet! Groene of slechte stukken bevatten soms méér gif en verwijder je maar beter. 1.3 berg aardappelen op een bord (sculptuur) Te zien Mate van blootstelling Of een stof giftig is, hangt onder andere af van de mate van blootstelling. Zo is één sigaret niet dodelijk, maar regelmatig roken gedurende een lange periode kan dat wel zijn. De gedroogde tabaksbladeren in sigaren en sigaretten bevatten immers onder andere het gif nicotine. Het zorgt voor een prettig gevoel, waardoor mensen er steeds meer van willen. 1.3 zes pakjes sigaretten uit respectievelijk 1945, 1957, 1974, 1982, 1999, 2004 Te zien 8 Gif - didactisch dossier Zone 2: Gif om te overleven Dieren moeten niet alleen aan eten raken, ze moeten ook uit de klauwen van andere dieren blijven. Heel wat soorten gebruiken daarvoor een uiterst efficiënt en vernuftig wapen. Dat wapen is gif. Twee groepen van giftige dieren Er zijn twee grote groepen van giftige dieren. De eerste groep dient gif toe door te bijten of te steken. Zo komen ze aan voedsel of verdedigen ze zich tegen aanvallers. De dieren in de tweede groep vergiftigen hun belager pas als ze worden aangeraakt of opgegeten. 2.1 Op tekstpaneel foto’s van vogelspin, schorpioen, zeeslang, gifkikker en langhoornkoffervis Te zien 2.2 Film ‘Gif in de natuur’ – duur: 2min 56sec – commentaar naar keuze in 4 talen, telkens ook ondertiteld – productie: Grupo Atrox Zone 3: Een kostbaar goedje Giftige dieren springen zuinig met hun gif om. Ze proberen vijanden eerst te waarschuwen en weg te jagen. Pas als dat niet lukt, gaan ze tot actie over. Onschatbare waarde Giftige dieren hebben hun gif nodig om te overleven. Zonder gif raken ze niet aan eten of kunnen ze zichzelf niet beschermen tegen vijanden. Ze doen er dan ook alles aan om geen gif te verspillen, want nieuw gif maken kost heel wat energie en tijd. Slangen doen er bijvoorbeeld weken over om hun voorraad weer aan te vullen. Ze zullen dan ook zelden al hun gif opgebruiken. Signalen als waarschuwing Giftige dieren hebben angstaanjagende manieren om hun vijanden af te schrikken, van felle kleuren tot enge geluiden of dreigende bewegingen. Maar er zijn ook ongevaarlijke dieren die zich vermommen als gevaarlijke soorten om hun vijanden te misleiden. Die manier van nabootsen heet ‘mimicry’. Ontdek zelf hoe de dieren in deze tentoonstelling hun aanvallers waarschuwen! 3.1 vivarium Texaanse ratelslang (Crotalus atrox) Te zien 3.2 vivarium gewone pofadder (Bitis arietans) 3.3 Op tekstpaneel foto’s over mimicry: zweefvlieg (niet giftig) vs wesp (giftig) – melkslang (niet giftig vs harlekijnkoraalslang (giftig). 3.4 Film ‘Afschrikkingsmechanismen’ (aposematisme) – duur 1min 44sec – commentaar naar keuze in 4 talen, telkens ook ondertiteld – productie: Grupo Atrox Crotalus atrox Gif - didactisch dossier 9 Zone 4: Raak me niet aan Sommige dieren vergiftigen hun belager enkel als ze worden aangeraakt of opgegeten. Ze maken het gif zelf aan of verkrijgen het via hun dieet. Hun felle kleuren zijn een waarschuwing. Amfibieën Veel kikkers, padden en salamanders hebben hun voortbestaan aan gif te danken. Als ze bedreigd worden, scheiden ze gif af via de huid. Vaak spuwen belagers een ingeslikt amfibie gewoon weer uit en laten ze het vanaf dan met rust. Amfibieën zijn meestal onschadelijk voor de mens, al zijn er uitzonderingen. Het gif van 1 goudgele pijlgifkikker kan 10 volwassen mannen doden. 4.1. vivarium Blauwe pijlgifkikker (Dendrobates azureus) Te zien 4.2 vivarium Wasachtige apenkikker (Phyllomedusa sauvagii) 4.3 vivarium Dendrobates azureus Phyllomedusa sauvagii Goudgele pijlgifkikker (Phyllobates terribilis) 4.4 vivarium Chinese vuurbuikpad (Bombina orientalis) 4.5 vivarium Chinese vuurbuiksalamander (Hypselotriton orientalis) 4.6 vitrinekast • Gewone pad (Bufo bufo), bewaard op alcohol • Vuursalamander (Salamandra salamandra), bewaard op alcohol Vogel Hypselotriton orientalis We kennen 3 giftige vogelsoorten. Ze behoren alle drie tot het geslacht Pitohui en leven in Nieuw-Guinea. Achter hun fraaie kleuren schuilen giftige veren en een giftige huid. Nochtans maken de pitohuis zelf geen gif aan. Ze halen het uit de kevers die ze eten. Het gif is hun verdediging tegen parasieten, slangen en roofvogels. 4.7 vitrinekast Bonte pitohui (Pitohui Kirhocephalus), opgezet exemplaar Te zien Pitohui Kirhocephalus Vissen De meeste giftige vissen verdedigen zich door te steken, maar soms gaat het ook anders. Kogelvissen en sommige egelvissen vergiftigen hun belager pas als ze worden opgegeten. Het gif zit in hun organen of hun huid. Ze hebben dan ook maar weinig vijanden te vrezen. 4.8 vitrinekast • Reuzenkogelvis (Arothron stellatus) Te zien • 10 - In normale toestand (bewaard op alcohol) - In opgezwollen toestand (opgezet exemplaar) Bruine egelvis (Diodon holocanthus) - In normale toestand (bewaard op alcohol) - In opgezwollen toestand (opgezet exemplaar) Gif - didactisch dossier Arothron stellatus - Diodon holocanthus Zone 5: Een steek met gevolgen Sommige giftige dieren dienen gif toe door te steken. Ze gebruiken gif als verdediging of om aan voedsel te raken. Ze hebben het nodig om in leven te blijven. Insecten Bijen, wespen en hommels zijn geen onbekenden voor ons. Hoe klein ze ook zijn, hun steek kan flink pijn doen. Dat komt doordat ze bij het steken gif inspuiten met hun angel. Dat gif zit opgeslagen in het gifzakje. Alleen vrouwtjes hebben een angel en kunnen dus een belager steken. Ook sommige soorten wantsen kunnen steken, zij doen dat met hun steeksnuit. 5.1 schematische tekening Bij met aanduiding angel en gifzakje Te zien 5.2 Vitrinekast • • • Dwarsdoorsnede honingbij (Apis mellifera): vergroot model Duitse wesp (Vespula germanica): vergroot model Bewaardoos met 7 opgezette bijen en wespen van de orde Hymenoptera: - 2 exemplaren van Polistes gallica (plooivleugelwesp) - 1 exemplaar van Apis mellifica (honingbij) - 2 exemplaren van Bombus terrestris (aardhommel) - 1 exemplaar van Pepsis gigas (spinnendoder) - 1 exemplaar van Xylocopa violacea (blauwzwarte houtbij) Apis mellifera - Vespula germanica 5.3 vivarium Roofwants (Platymeris biguttatus) 5.4 vivarium Reuzewaterwants (Lethocerus sp.) Schorpioenen Platymeris biguttatus Schorpioenen hebben een slechte reputatie. Onterecht, want een steek van de meeste soorten is onschuldig. Slechts 30 van de 1500 soorten zijn dodelijk voor de mens. Schorpioenen maken gif aan in de gifklier en dienen het toe via hun stekel. De meeste schorpioenen hebben grote scharen waarmee ze hun prooi (insecten, spinnen) verscheuren. Pas als dat fout loopt, verlammen ze de prooi met hun gifstekel. 5.5 schematische tekening schorpioen met aanduiding gifklier en stekel Te zien 5.6 vivarium roodklauwschorpioen (Pandinus cavimanus) Vissen en zeedieren Pandinus cavimanus Er zijn talloze giftige vissen. Sommige stelen de show met intense kleuren, waarmee ze hun vijanden waarschuwen. Andere zijn experts in camouflage en houden zich schuil in het zand. Als je erop stapt, wacht je een pijnlijke of zelfs dodelijke verrassing. Allemaal gebruiken ze stekels om zich te verdedigen of te jagen. Zodra er druk op de stekels komt, wordt er gif uit de gifklieren geperst. Naast vissen zijn er nog heel wat andere giftige zeedieren. Kwallen en anemonen, bijvoorbeeld. Zodra de netelcellen in hun tentakels worden geprikkeld, schieten er harpoentjes naar buiten die gif inspuiten in de huid van de prooi of belager. Ook sponzen, koralen en zeeslakken zijn giftig. Het gif van de meeste zeedieren is onschadelijk voor de mens, slechts enkele soorten kunnen dodelijk zijn, zoals de kegelslak en de Australische zeewesp. Gif - didactisch dossier 11 5.7 schematische tekening Vis met aanduiding stekels en gifklieren Te zien 5.8 schematische tekening Kwal met aanduiding netelcellen en harpoentjes 5.9 Vitrinekast • Dieren Belgische kust - Kleine pieterman (Echiichtys vipera), bewaard op alcohol - Oorkwal (Aurelia aurita), bewaard op alcohol Dieren koraalrif - Steenvis (Synanceia verrucosa), bewaard op alcohol - Gewone koraalduivel (Pterois volitans), bewaard op alcohol - Blauwgestipelde pijlstaartrog (Taeniura Lymma), bewaard op alcohol - Kegelslak (Conus geographus): 3 lege schelpen - Tapijtanemoon (Stichodactyla gigantea), bewaard op alcohol • Kwal Vogelbekdier Het vogelbekdier is het enige gekende zoogdier dat gif toedient via een steek. Alleen de mannetjes zijn giftig. Aan beide achterpoten hebben ze een holle spoor die verbonden is met een gifklier. Het vogelbekdier gebruikt zijn gif vooral tijdens de paartijd, als hij met andere mannetjes vecht om een vrouwtje. Hij klemt dan zijn achterpoten rond de tegenstander en duwt de sporen naar binnen. 5.10 schematische tekening Vogelbekdier met aanduiding holle spoor in achterpoot en gifklier Te zien 5.11 Vitrinekast Opgezet exemplaar van een vogelbekdier (Ornithorhynchus anatinus) Ornithorhynchus anatinus Zone 6: Een giftige beet Sommige giftige dieren steken niet, maar bijten. Hun gif beschermt hen tegen belagers of kan een prooi verzwakken, verlammen of doden. Giftige dieren hebben hun gif dus nodig om te overleven. Slangen Van de meer dan 3000 soorten slangen zijn er maar 450 giftig. Toch maken gifslangen jaarlijks de meeste menselijke slachtoffers, na de muggen. Het gif zit opgeslagen in gifklieren achter het oog. Via een kanaaltje loopt het naar de holle giftanden in de bovenkaak. Die functioneren als vlijmscherpe injectienaalden. Slangen gebruiken gif om hun prooi (knaagdieren, vogels …) te verteren. 6.1 schematische tekening Slangenkop met aanduiding van gifklieren, gifkanaaltje en holle giftanden Te zien 6.2 vitrinekast Indeling van de slangen volgens hun gebit met: • 4 vergrote halfmodellen van slangenkoppen 12 Gif - didactisch dossier • Schematische tekeningen van vier types gebit: aglyph, opistoglyph, proteroglyph en solenoglyph 6.3 vivarium Schlegels groefkopadder (Bothriechis schlegelii) 6.4 vivarium Wipneusslang (Philodryas baroni) 6.5 vivarium Gaboen pofadder (Bitis gabonica) Bothriechis schlegelii 6.6 vitrinekast 2 modellen van de gewone adder (Vipera berus) Octopussen De beet van een octopus is zelden dodelijk voor de mens, maar er zijn uitzonderingen. Het gif van blauwgeringde octopussen doodt binnen de paar minuten. Octopussen hebben maar één hard lichaamsdeel: hun bek, die wat op de snavel van een vogel lijkt. Met die bek verbrijzelen en vergiftigen ze hun prooi (kreeften, krabben, mosselen …). Het gif komt uit de gifklier en dient om de prooi te verlammen. Philodryas baroni 6.7 schematische tekening Octopus met aanduiding van bek en gifklier Te zien 6.8 vitrinekast Twee exemplaren van Blauwgeringde octopus (Hapalochlaena lunulata), bewaard op alcohol Hagedissen Over de giftigheid van varanen en sommige soorten leguanen bestaat nog discussie. Zeker is dat de komodovaraan giftig is, net als de korsthagedissen. Hagedissen hebben geen giftanden, maar brengen het gif in de wonde door krachtig te kauwen. Het gif wordt aangemaakt in de gifklieren en vloeit van daar in de mond, waar het gemengd wordt met speeksel. Via groeven in de ondertanden komt het in de wonde. Bitis gabonica 6.9 schematische tekening Te zien Hagedis met aanduiding van gifklieren en groeven in de ondertanden 6.10 vivarium Heloderma suspectuus Gilamonster (Heloderma suspectuus) 6.11 vivarium Glauert’s varaan (Varanus glauerti) Zoogdieren Giftige zoogdieren zijn zeldzaam. Er zijn maar vier soorten bekend die gif toedienen door te bijten. Allemaal hebben ze gifklieren, maar de manier waarop ze hun gif inbrengen is verschillend. Solenodons gebruiken giftanden en vampiervleermuizen hun tong. Bij spitsmuizen en plompe lori’s komt het gif via het speeksel. Waarvoor ze het gif gebruiken is nog niet bij elk dier duidelijk. Varanus glauerti Gif - didactisch dossier 13 6.12 foto’s Plompe lori, vampiervleermuis, spitsmuis en agouta Te zien 6.13 vitrinekast • • • • Agouta (Solenodon paradoxus), opgezet exemplaar Grote plompe lori (Nyctiabus cougang), opgezet exemplaar Kortstaartspitsmuis (Blarina brevicauda), opgezet exemplaar Ruigpootvampier (Diphylla ecaudata), opgezet exemplaar Spinnen Spinnen zijn de grootste nachtmerrie van heel wat mensen. Nochtans zijn maar een paar spinnensoorten gevaarlijk voor de mens. Bovendien komen die niet voor in onze streken. Alle spinnen hebben gifklieren die verbonden zijn met holle giftanden. Die giftanden staan in de gifklauwen. Het gif verdooft de prooi (insecten) en maakt ze vloeibaar, zodat de spin ze kan opzuigen. vivarium 6.14 schematische tekening Spin met aanduiding gifklieren, giftanden en gifklauwen Te zien 6.15 vivarium Zigzag-boomvogelspin (Poecilotheria fasciata) 6.16 vivarium Roodknievogelspin (Brachypelma smithi) 6.17 vivarium Witknievogelspin (Acanthoscurria geniculata) Acanthoscurria geniculata 6.18 vivarium Cyaanblauwe vogelspin (Chromatopelma cyaneopubescens) 6.19 vivarium Zwarte weduwe (Latrodechus sp.) Duizendpoten De duizendpoten hier bij ons zijn vaak niet groter dan een paar centimeter. Maar dat is niet overal zo. De grootste duizendpoot is wel 30 centimeter lang. Sommige grote, tropische soorten gebruiken gif om hun prooi (insecten, spinnen, wormen …) te doden. Van de gifklieren loopt het gif in twee sterke gifkaken. Die gifkaken zijn ontstaan uit de voorste poten en worden daarom ook gifpoten genoemd. Chromatopelma cyaneopubescens 6.20 schematische tekening Duizendpoot met aanduiding van gifklieren en gifkaken 6.21 vivarium Te zien Duizendpoot (Scolopendra subspinides) Scolopendra subspinides 14 Gif - didactisch dossier Zone 7: de dierenverzorger Hoe worden de giftige dieren verzorgd en wat eten ze? Waar wordt tegengif bewaard en hoe wordt het gemaakt? Wat zijn de taken van de dierenverzorger? Ontdek het hier! Etenstijd Elke diersoort krijgt aangepast en gevarieerd voedsel. Dat betekent dat er heel wat tijd kruipt in het eten klaar maken. Gelukkig hoeft niet elk dier elke dag te eten! De verzorger moet erg op hygiëne letten zodat de dieren niet ziek worden. De voedingsbakjes van de verschillende dieren mogen bijvoorbeeld niet zomaar van het ene naar het andere terrarium verplaatst worden. 7.1 Film Te zien ‘Eten’ – duur: 5min 31sec – film over verschillende dieren die gif gebruiken om een prooi te doden via beet of steek - commentaar naar keuze in 4 talen, telkens ook ondertiteld – productie: Grupo Atrox De ruimte van de dierenverzorger Dit is de ruimte van de dierenverzorger. Hij geeft alle dieren aangepaste verzorging en bijzondere aandacht. Alleen al het eten klaarmaken neemt veel tijd in beslag, omdat elke soort ander voedsel krijgt. Hij haalt ook bij de verschillende dieren de uitwerpselen weg en controleert dagelijks de belichting, de temperatuur en de luchtvochtigheid. 7.2 Atelier van de dierenverzorger met grote inkijkramen. Te zien In de ruimte staan nog andere vivaria (met Ceylon groefkopadder, bijengifkikker, reuzewaterwants, roofwants, koningspython, melkslang, monocle cobra, schorpioenen en spinnen. In het atelier is ook te zien: • Overzicht van het materiaal dat de dierenverzorger gebruikt tijdens zijn werk • Film: ‘de verzorger aan het werk’ – commentaarloze film Voorzichtig Wie met giftige dieren werkt, moet ervoor zorgen dat hij niet gebeten of gestoken wordt. De dierenverzorger neemt dan ook een heleboel voorzorgsmaatregelen en gaat zeer zorgzaam en geconcentreerd te werk. Als er toch iets misloopt, moet de wonde meteen worden verzorgd. Bij een slangenbeet moet de verzorger zo snel mogelijk naar het ziekenhuis voor tegengif. 7.3 Film Te zien ‘Tegengif’ – duur: 3min 41sec – over aanmaak tegengif, types gif (neurotoxines en hemotoxines en over effecten gif op mens - commentaar naar keuze in 4 talen, telkens ook ondertiteld – productie: Grupo Atrox Zone 8: Gif kan genezen! Gif kan gevaarlijk zijn, maar het kan ook je leven redden. Maar liefst de helft van onze geneesmiddelen bevatten gif uit de natuur. Nog elke dag ontdekken we manieren waarop gif ons kan helpen. Door de jaren heen Gif wordt al duizenden jaren als geneesmiddel gebruikt. Maar pas in de 20e eeuw zijn we de werking van gif echt beginnen te begrijpen. Van dan af konden we het doelbewust verwerken in medicijnen. Hoe wisten de mensen vroeger dan hoe ze het gif konden gebruiken? Gewoon, door te proberen. Dat liep natuurlijk heel vaak mis. Gif - didactisch dossier 15 Planten met karakter De meeste giftige planten zien er onschuldig uit. Maar schijn bedriegt! Van het gif van sommige planten val je binnen het uur dood neer. En toch kan datzelfde gif mensen helpen genezen. De planten gebruiken het gif als verdediging tegen hongerige insecten en andere dieren. De mens verwerkt het in kleine dosissen in heel wat medicijnen. Het onderzoek naar plantengif ontwikkelt zich nog elke dag. 8.1 taxus (Taxus baccata) Alle delen van de taxus bevatten het krachtige gif taxine, behalve het vruchtvlees van de rode schijnbessen. Taxine heeft bij de mens een verlammend effect op het hart en de ademhaling. Gebruik nu: chemotherapie Gedroogde tak taxusplant – foto plant – foto snoeien van taxus – doos en flesje medicijn Taxotere Te zien Taxus baccata 8.2 vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) De volledige plant is giftig. Hij kan leiden tot hartritmestoornissen, braken en buikloop. Je raakt vingerhoedskruid dus beter niet aan zonder handschoenen. Gebruik vroeger: hartmedicatie Gebruik nu: hartmedicatie Gedroogde plant en bloemen vingerhoedskruid – foto plant – medicijnflesjes Alomar en Digalène (gebruik vroeger) – medicijndoosje Lanoxin (gebruik nu) Te zien Digitalis purpurea 8.3 wolfskers (Atropa belladonna) De hele plant is extreem giftig. De bessen zien er erg verleidelijk uit, maar voor een klein kind zijn een paar bessen al dodelijk. Toch wordt wolfskers al eeuwenlang gebruikt in de geneeskunde. Gebruik vroeger: atropine, een van de gifstoffen van wolfskers, gebruikt voor uiteenlopende aandoeningen, van maagpijn en verstopping tot keelpijn, bronchitis en jeuk. Gebruik nu: atropine als voorbereiding op anesthesie, bij hartritmestoornissen en om de pupil te verwijden bij oogonderzoeken. Gedroogde plant wolfskers – foto plant met bessen – tube zalf ‘Pomada Belladona’, doosje medicijn Laxacold en flesje met o.a. belladona-extract (gebruik vroeger) – flesje en doosje medicijn met atropine (gebruik nu) Te zien 8.4 slaapbol (Papaver somniferum) Atropa belladonna Alle delen van de plant zijn giftig, behalve de zaden. Het gif leidt tot verdoving, verminderde hartwerking en vertraagde ademhaling. Het gedroogde melksap van de uitgebloeide slaapbol kennen we als opium. Gezuiverde opium levert morfine en codeïne op, chemisch bewerkte morfine wordt heroïne. Al die stoffen zijn verslavend, maar ook zeer nuttig voor de geneeskunde. De bolpapavers die bij ons groeien bevatten echter amper opium. Gebruik vroeger: opium; paregoric (oplossing van opium en alcohol) bij diarree, als hoestmedicijn en om prikkelbare kinderen te kalmeren; heroïne (als alternatief voor morfine in hoestdranken) Gebruik vroeger en nu: morfine (pijnstiller), codeïne (hoestdrankjes) 16 Gif - didactisch dossier Te zien Gedroogde plant met bloem van slaapbol – foto papaverteelt – flesje paregoric, flesje ‘Gwajenol’ obv heroïne (gebruik vroeger) – doosjes medicijnen met codeïne, doosje met morfine in ampullen, flesje met morfine-sulfaat (gebruik vroeger en nu) Uit de aarde Mineralen zijn vaste stoffen die in de aardkorst zitten. Ze komen onder andere naar boven door vulkaanuitbarstingen of doordat de mens ze uit de aarde haalt. Sommige mineralen zijn giftig, maar bij de meeste werkt het gif pas als je er lange tijd mee in contact komt. Giftige mineralen worden niet zo vaak meer gebruikt in de geneeskunde. 8.5 kwik Het giftige metaal kwik wordt vooral gewonnen uit het mineraal cinnaber. Het verdampt bij kamertemperatuur. Wie het inademt kan onder andere darmklachten krijgen. Bij hoge blootstelling kan de schade blijvend zijn. Gebruik vroeger: tegen syfilis Nu: gebannen voor medisch gebruik Foto kwik (vloeibaar) – mineraal cinnaber – flesje en doosje van medicijn met kwik - flesje antisepticum met kwik Te zien 8.6 arseen Het giftige metaal arseen wordt vooral gewonnen uit het mineraal arsenopyriet. Een hoge dosis is direct dodelijk. Langdurige blootstelling aan een lage dosis kan onder andere kanker en hersenschade veroorzaken. Gebruik vroeger: tegen syfilis Gebruik nu: kankerbehandeling voor van een specifiek type acute myeloïde leukemie, een soort bloedkanker. Foto mineraal – mineraal arsenopyriet – doosje ampullen met arseen – flesje tonic met arseen Te zien 8.7 radium Radium is een metaal dat ontstaat uit het verval van uranium. Het valt op zijn beurt uit elkaar in het edelgas radon. De drie stoffen zijn extreem giftig en radon wordt als gas bovendien makkelijk ingeademd. Dat verhoogt de kans op longkanker. Uranium, radium en radon zijn ook radioactief, de straling die ze uitzenden is bijzonder schadelijk en kan wijzigingen in het DNA veroorzaken. Vroeger gevaarlijke rage: Tot eind jaren 1930 was radium een echte hype als basis voor allerlei radiumbehandelingen. Gebruik nu: kankerbestrijding Foto uraniumerts – flesje ‘Fimol Busto’ en reclameflyer ervoor – prentkaart hotel met uraniumtherapie – reclame voor radioactieve kompressen Te zien mineraal Gif - didactisch dossier 17 Dieren die je leven redden Het gif van dieren zit zo vernuftig in elkaar dat het van onschatbaar belang is voor de geneeskunde. Hetzelfde gif dat kan doden of verwonden, kan in de juiste dosis levens redden. Op dit moment staat het onderzoek naar dierlijk gif nog in de kinderschoenen, maar de toekomst is veelbelovend. Helaas dringt de tijd: veel giftige diersoorten zullen er later misschien niet meer zijn om ons te helpen… 8.8 vivarium met Druppelpad (Rhaebo guttatus) 8.9 vivarium met Koperkop (Agkistrodon contortrix) Te zien 8.10 vivarium met Koningscobra (Ophiophagus hannah) Bacteriën - klein maar krachtig De meeste bacteriën zijn onschadelijk of zelfs nuttig. Maar sommige kunnen gifstoffen aanmaken, zoals Clostridium botulinum. Die komt voor in bedorven voedsel en produceert het dodelijkste gif ter wereld. 2 gram (een half suikerklontje) kan 15 miljoen mensen doden. In een minuscule dosis wordt het gif gebruikt in de cosmetische chirurgie, om mensen tijdelijk van rimpels af te helpen door de gezichtsspieren te verlammen. Pittige paddenstoelen Giftige paddenstoelen worden niet vaak gebruikt in de geneeskunde. Meestal zijn hun eetbare neefjes beter geschikt voor medicijnen, al is het onderzoek naar paddenstoelen volop aan de gang. Giftige en eetbare paddenstoelen groeien vaak gewoon naast elkaar en het is erg moeilijk het verschil te zien. Eraf blijven is dus de boodschap! Foto’s van gelijkende paddenstoelsoorten, de ene giftig, de andere ongevaarlijk: Karbolchampignon (giftig) tgo gewone weidechampignon Groene knolamaniet (giftig) tgo gerimpelde russula Te zien 18 Gif - didactisch dossier Clostridium botulinum 4. Om meer te weten 4.1 Gifstoffen Een gif is elke stof die een organisme schade kan berokkenen. Hoewel het begrip gif voornamelijk voor bepaalde (organische) chemische verbindingen wordt gebruikt, kunnen ook vele radioactieve stoffen als een gif beschouwd worden. Hoeveel schade een stof kan toebrengen hangt onder andere af van de hoeveelheid, het soort organisme en de mate en wijze van blootstelling. Gif kan snel werken of het kan jaren duren voordat de gevolgen duidelijk worden. Zoals Paracelsus (1493-1541) het al aangaf: “Dosis sola facit venenum” (alleen de hoeveelheid maakt het vergif), kan vrijwel elke stof schadelijk zijn als die in een overmatige dosis voorkomt. Zelfs water kan giftig zijn als je er teveel van inneemt op een relatief korte periode. Dan verstoort water namelijk de osmotische regeling in het bloed. Hierdoor worden de rode bloedcellen vernietigd en komt er kalium in het lichaam terecht. Dat kan leiden tot een hartstilstand. Dus voor iedere giftige stof geldt er een drempelwaarde waaronder het (nog) geen schadelijk effect heeft op een organisme. Meer zelfs, vele soorten gif hebben in lage doseringen een farmaceutische werking en kunnen dus als geneesmiddel ingezet worden. De drempelwaarde van een giftige stof kan per organisme ook anders zijn. Zo is theobromine, een (pseudo)alkaloïde (natuurlijke, stikstof bevattende verbinding), die in chocolade voorkomt voor de mens onschadelijk, maar voor honden zeer giftig. Paracelsus In de natuur zijn er veel dieren, planten en bacteriën die zulke giftige stoffen bevatten, aanmaken of gebruiken. Daarnaast kan je ook in sommige mineraalertsen gif tegenkomen (zoals kwikertsen en arseenertsen). Sommige diersoorten gebruiken gif om makkelijker een prooi te kunnen vangen, andere om zich tegen aanvallers te verdedigen. Giftige planten gebruiken het meestal om zich te beschermen tegen het aanvreten door insecten of andere dieren. Ieder vergif is gebaseerd op de ontregeling van een chemisch proces in het lichaam. Op basis van de verschillende manieren waarop giffen werkzaam zijn, kan je drie hoofdtypes onderscheiden: Hemotoxines Het woorddeel ‘hemo’ in medische samenstellingen verwijst naar het bloed. Een hemotoxine is dan ook een gif dat vooral de bloedcellen in het bloed aantast en afbreekt, maar daarnaast ook bloedvaatwanden, beenmerg en lichaamsweefsels. Het heeft ook vaak een vernietigende invloed op de bloedstolling: hemotoxine kan het fibrinogeen (stollingsfactor I) uit het bloedplasma verwijderen en ook de bloedplaatjes (trombocyten) vernietigen. Soms heeft hemotoxine geen bloed verdunnende, maar net een bloed stollende werking. Bij de bloed verdunnende werking ontstaan er hevige interne bloedingen en treedt er schade op aan belangrijke weefsels en vitale organen. Op termijn leidt dit tot het falen van lever, nieren, longen en het hart. Ook hersenbloedingen zijn mogelijk. Bij de bloed stollende werking begint het bloed stroperig te worden met opstoppingen tot gevolg. De doorbloeding van spieren en weefsels lukt dan niet meer. Beide werkingen van hemotoxine zijn dan ook sterk levensbedreigend. Hemotoxine werkt vrij langzaam en de eerste, milde symptomen van vergiftiging treden pas op na een paar uur: je voelt je misselijk, je krijgt hoofdpijn en je raakt wat verward. Het echt vernietigende effect van hemotoxine, met vaak hevige interne bloedingen, treedt meestal pas na 24 uur op. Is er geen onmiddellijke behandeling dan kan er veel schade aan weefsels en organen worden aangericht. Zonder behandeling zullen de bloedingen verder gaan waardoor je ook uit lichaamsopeningen begint te bloeden. Dit alles gaat gepaard met helse pijnen. De dood treedt dan meestal binnen de drie dagen in. Vooral de slangen uit de familie van de adders en de ratelslangen (Viperidae) beschikken over hemotoxine als gif. Ook enkele schorpioensoorten en spinnensoorten scheiden hemotoxisch gif af. ratelslang Gif - didactisch dossier 19 Neurotoxine Deze gifstoffen tasten de normale werking van het zenuwstelsel aan. Neurotoxines verstoren de impulsoverdracht via neurotransmitters bij de synapsen tussen de verschillende zenuwcellen. Ze blokkeren die overdracht of versterken het juist. Neurotoxines grijpen dus vooral in op de communicatie binnen het zenuwstelsel en tussen het zenuwstelsel en organen, spieren en andere lichaamsdelen. Sommige neurotoxines kunnen niet doorheen de bloed-hersenbarrière zodat ze alleen het perifere zenuwstelsel verstoren, andere kunnen wel door die barrière en tasten dan ook het centrale zenuwstelsel in de hersenen aan. Hoe dan ook zorgt de verstoring ervoor dat het zenuwstelsel (deels) uitvalt of net overactief wordt. Dat leidt vooral tot verslapping of verkramping van spieren door de ontregelde impulsoverdracht tussen de zenuwcellen en de spiercellen. Dit verlammende effect is meestal fataal voor de longen en het hart van de prooi die het slachtoffer is van een beet of steek. Neurotoxines werken zeer snel, maar het effect hangt sterk af van de toegediende hoeveelheid, de wijze van toediening en de staat van gezondheid van het slachtoffer. Bij een beet of steek voel je als slachtoffer eerst niet veel pijn. Daarna krijg je last van loomheid, misselijkheid, hevige hoofdpijn; je zicht vertroebelt; je verliest het gevoel in je lippen; je kan nog moeilijk slikken… Al snel volgen problemen met je ademhaling en duiken hartritmestoornissen op. Dit kan gepaard gaan met spierkrampen, braakneigingen, verlammingsverschijnselen of hevige spierspasmen. Bij een hoge dosis kan dit gif leiden tot het uitvallen van de longfunctie en/of tot een hartstilstand met de dood tot gevolg. Overleef je zulke vergiftiging dan hou je er vaak ernstige neurologische afwijkingen aan over. Snelle actie en behandeling is dus nodig bij vergiftiging, maar helaas bestaat voor de meeste neurotoxines geen tegengif . Bij de slangen gebruiken vooral de cobra’s, mamba’s en koraalslangen (de familie Elapidae) sterke biologische neurotoxines. Ook bij bepaalde soorten kikkers, spinnen, schorpioenen kan je die aantreffen. Ook de bekende kogelvis is berucht voor zijn neurotoxines. Neurotoxische alkaloïden komen vooral voor bij bepaalde plantenen paddenstoelsoorten. Bacteriën produceren dan weer eiwitten met neurotoxische werking. cobra Cytotoxine Cytotoxine is een minder vaak voorkomend type gif. Zulke gifstoffen vallen bepaalde lichaamscellen zoals bloed- en huidcellen rechtstreeks aan. Door een gebrek aan zuurstof en voedingsstoffen sterven die lichaamscellen spontaan af (necrose) met ook ernstige gevolgen voor de ermee gepaard gaande lichaamsweefsels en organen. Omdat het vocht en de inhoud van de cellen in het lichaam terecht komen, ontstaan er zwellingen op de plaats waar het gif zich bevindt (de plaats van de beet). Dit gaat gepaard met hevige pijn en lokale blaren en (interne) bloedingen. In sommige gevallen zijn cytotoxines fataal voor het organisme. Bepaalde slangensoorten, zoals de gewone pofadder (Bitis arietans – zie in de tentoonstelling) en bepaalde spinnensoorten, zoals de vioolspin (Loxosceles reclusa), maken gebruik van cytotoxines. Bij een beet krijg je dus de voormelde symptomen. Deze kunnen gepaard gaan met misselijkheid, braakneigingen, een vreemde, synthetische smaak in de mond, verlies van bewustzijn… 4.2 Tegengif (voor slangenbeten) Bitis arietans Een tegengif (antidotum, antivene, antiserum) doet de werking van een gif aanwezig in het bloed of lichaam van een slachtoffer vertragen of verzwakken of kan die zelfs volledig neutraliseren. Vaak is zo een tegengif op zichzelf ook een (mild) giftige substantie. De meeste gifstoffen hebben geen specifiek tegengif, maar worden behandeld met een tegengif met een breed spectrum. Zulke tegengiffen werken tegen allerlei soorten vergif. Zo een breedspectrumtegengif kan een gifstof binden, de werking van een gifstof blokkeren (als antagonist) of de opname van het gif door het bloed verhinderen. Soms kan een bepaald soort gif enkel met een heel speciaal tegengif aangepakt worden. Dan is er sprake van tegengif met een smal spectrum of specifieke werking. Dat is meestal het geval voor slangengif. 20 Gif - didactisch dossier De mens is voor geen enkele gifslang een natuurlijke prooi. Slangen bijten wel mensen, maar enkel als zij zich bedreigd voelen of als er op ze gestapt wordt. De dodelijkheid van een slangenbeet hangt af van veel factoren: de soort gifslang, of ze al dan niet volwassen is, het meer of minder diep in de huid indringen van de giftanden, de hoeveelheid ingespoten gif, de (zwakke) gezondheid van de gebeten persoon, de grootte van de gebeten persoon… Ben je gebeten door een gifslang dan moet je snel handelen: je kan proberen de bloedstroom af te binden waar je gebeten bent, jijzelf of iemand anders kan proberen het gif uit de beetwonde te zuigen en uit te spuwen (zolang je in je mond geen wondjes hebt, kan het gif daar geen kwaad). Maar het allerbelangrijkste is zo snel mogelijk een specifiek tegengif toegediend te krijgen. Slangengif is meestal een mengeling, maar veelal overheerst een bepaald type gif (hemotoxine, neurotoxine of cytotoxine). Tegengif maken voor slachtoffers van gifslangen is een complex proces waar gespecialiseerde laboratoria wereldwijd onderzoek naar doen. Slangengif bevat namelijk eiwitten of enzymen met een zeer bijzondere werking. Omdat het gif vaak per verwante groep gifslangen, of soms zelfs per soort, een andere samenstelling heeft, moeten er zeer veel specifieke soorten tegengif ontwikkeld worden. De onderzoekscentra gebruiken daarbij steeds het slangengif zelf als basis voor het antidotum. In de natuur worden daartoe gifslangen gevangen om ze daarna in een gecontroleerde omgeving te brengen en te verzorgen. Eenmaal de slangen gewend zijn aan hun nieuwe levensomstandigheden, kunnen ze ‘gemolken’ worden. Hiervoor nemen laboratoriummedewerkers de kop van de gifslang stevig vast waarbij ze de slang doen bijten in een speciaal stukje stof of folie dat over een potje of beker is gespannen. Het geproduceerde gif druppelt het potje in. Dit ‘melken’ van de slang gebeurt op regelmatige basis. Het zo verzamelde gif wordt daarna gevriesdroogd zodat het een vaste vorm aanneemt. Zo bewaart het beter. In de volgende stap in de productie van het tegengif wordt het gif gemengd met een zoutoplossing. Dit mengsel wordt in een niet dodelijke dosis ingespoten bij een dier. Vooral paarden worden hiervoor gebruikt, maar ook schapen, geiten of konijnen. Als reactie op de antigenen van het gif produceren die dieren specifieke eiwitten. Die dienen als antistoffen, ook wel immunoglobulinen (lg) of antilichamen genoemd, tegen het gif. De dosis gif in het mengsel wordt bij volgende inspuitingen stelselmatig verhoogd. De dieren maken als reactie steeds meer antistoffen tegen het gif aan. Bij een paard kan de laatste inspuiting tot 50 maal de dosis gif bevatten die voor de mens al dodelijk is! Na ongeveer 10 maanden, wanneer het paard vrijwel immuun voor het gif is geworden, tappen de onderzoekers bloed af, tot zelfs 6 liter. Dat bloed wordt gecentrifugeerd waarna de antistoffen uit het serum van het bloed worden gehaald. Uit die antistoffen isoleren de onderzoekers dan de actieve bestanddelen die als tegengif kunnen gebruikt worden. Dit antidotum is meestal het enige middel dat je leven kan redden bij beten van specifieke gifslangen. Maar soms veroorzaakt zo een beet pas vergiftigingsverschijnselen wanneer het al te laat is voor een behandeling, ook al is er een werkzaam tegengif. Of even erg: de antistoffen van een tegengif wekken een allergische reactie op die op zijn beurt dodelijk kan zijn. Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=e0O7Ye4OhsM slangen melken met Freek Vonk (gekende Nederlandse presentator van dierendocumentaires voor kinderen) https://www.youtube.com/watch?v=zotILTAe584 Video (Engels) over melken van een ratelslang en het effect van diens gif op mensenbloed. Gif - didactisch dossier 21 5. Nuttige referenties 5.1 Websites http://www.reptile-database.org/ Engelstalige database over reptielen met zeer gedetailleerde informatie. Voornamelijk gericht op taxonomie en verspreidingsgebieden van de soorten. http://www.antigifcentrum.be/ Concrete informatie over giftige dieren, planten en paddenstoelen. Lijst van giftige planten en paddenstoelen. Praktische tips voor het plukken van paddenstoelen, tips om giftige planten te herkennen en nog veel meer. http://wibnet.nl/kw/giftige-dieren-3 Verschillende korte artikels over giftige dieren. Onder andere een artikel over de giftigste dieren en het duurste gif ter wereld. http://www.insectidentification.org/ Engelstalige site over insecten met duidelijke foto’s en steeds een korte beschrijving van de soort. 5.2 Boeken jeugd • Evelien de Vlieger en Jan Tytgat, Vergif & verboden producten: over gifslangen, drugshonden en dioxinekippen. Tielt: Lannoo, 2008, 62p. (8+) • Alexandra Parsons, De wondere wereld van de giftige dieren. Antwerpen: Standaard, 1990, 29p. (vertaald uit het • • • • • • • • • • • • • • • • • Engels, 6+) Tony Hyland, Dodelijke huisdieren. Leidschendam: Biblion, 2011, 46p. (vertaald uit het Engels, 10+) Anita Ganeri, Vogelspin. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2014, 24p. (vertaald uit het Engels, 6+) Anita Ganeri, Pijlgifkikker. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2014, 24p. (vertaald uit het Engels, 6+) Harrison Paul, Dodelijke spinnen. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2011, 24p. (vertaald uit het Engels, 8+) Dan Greenberg, Spinnen. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2010, 48p. (vertaald uit het Engels, 8+) Stephanie Turnbull, Slang. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2015, 24p. (vertaald uit het Engels, 6+) Gary Roham, Beestjes die doden. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2011, 32p. (vertaald uit het Engels, 8+) Anita Ganeri, Schorpioen. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2014, 24p. (vertaald uit het Engels, 6+) Stephanie Turnbull, Komodovaraan. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2015, 24p. (vertaald uit het Engels, 6+) Jen Green, Slangen. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2012, 32p. (vertaald uit het Engels, 8+) David Burnie, Claire Llewellyn en Miranda Smith, Fascinerende dierenwereld. Mechelen: Baeckensbook, 2016, 80p. (8+) Alain M. Bergeron, Michel Quintin en Sampar, Wist je dat? Octopussen. Antwerpen: Uitgeverij Zwijsen.be, 2013, 63p. (vertaald uit het Frans, AVI-niveau 6) Dr. Robert Raven, Spinnen. Amsterdam: PS Holland bv, 2000, 63p. (vertaald uit het Engels, 8+) Steven Otfinaski, Spinnen. Etten-Leur: Ars Scribendi bv, 2012, 47p. (vertaald uit het Engels, 8+) Sally Morgan, Slangen. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2006, 32p. (vertaald uit het Engels, 8+) Sally Morgan, Spinnen. Etten-Leur: Ars Scribendi, 2012, 32p. (vertaald uit het Engels, 8+) Stéphanie Ledu, Schorpioenen. Leidschendam: Biblion Uitgeverij, 2007, 30p. (vertaald uit het Frans, 8+) 5.3 Boeken volwassenen • Ivan Hoste, Tina Casteleyn, Bart De Coninck, Rachel Demarque, Catherine Deraemaeker, Bruno De Schuiteneer, Elisabeth Goossens, Martine Mostin en Nathalie Segers, Planten: Een andere kijk. Brussel: Impressum Meise, 2002, 178p. • Chris Mattison, De reptielengids. Utrecht: Veltman Uitgevers, 2014, 208p. (vertaald uit het Engels) • Eugène Bruins, Geïllustreerde terrarium encyclopedie. Lisse: Rebo Productions b.v., 2001, 320p. 22 Gif - didactisch dossier