Rapport Effect Evacuatie slachtofferrisico

advertisement
FACTSHEET
Effecten van evacuatie op het slachtofferrisico
SLEUTELBEGRIPPEN
Evacuatie, Evacuatiefractie, Mortaliteit, Slachtofferrisico
DOEL
Bepalen van de effecten van evacuatie op het slachtofferrisico
ACHTERGROND
Het primaire doel van evacueren is het voorkomen van slachtoffers. Er kan onderscheid worden gemaakt in verschillende
typen evacuaties. Een veel gemaakt onderscheid is:

Preventieve evacuatie: voordat een overstroming plaats vindt verplaatsen de inwoners van een dijkring zich naar
een veilige locatie buiten het bedreigde gebied. Het bedreigde gebied omvat veelal een groter gebied dan één
dijkring;

Verticale evacuatie: de inwoners van een dijkring verplaatsen zich naar een hoge, veilige locatie binnen het
bedreigde gebied. Dit kan de zolder van de eigen woning zijn of een hoog gelegen gebouw in de omgeving.
Een preventieve evacuatie betekent dat veel mensen in een kort tijdbestek het bedreigde gebied moeten zien te verlaten.
Hierdoor is er een grote kans op files. Een preventieve evacuatie vergt daarom meer tijd dan een verticale evacuatie. Met
name in dichtbevolkte gebieden met een korte waarschuwingstijd kan een preventieve evacuatie een riskante strategie zijn.
Een verticale evacuatie betekent dat mensen een veilig heenkomen zoeken binnen het bedreigde gebied. Dit betekent dat
er zich na een overstroming nog veel mensen binnen het overstroomde gebied bevinden.
In het MLV instrument wordt gebruik gemaakt van slachtofferfuncties. De effecten van evacuatie op het slachtofferrisico
worden bepaald door bewerkingen op deze slachtofferfuncties uit te voeren.
THEORIE
De effecten van evacuatie kunnen op twee manieren worden doorgerekend. Door de evacuatiefractie of door de mortaliteit
aan te passen. De evacuatiefractie is het percentage van het totaal aantal mensen binnen een dijkring dat voorafgaand aan
een overstroming de dijkring heeft verlaten (preventieve evacuatie)). De mortaliteit is de kans om op een bepaalde locatie
te overlijden als gevolg van een overstroming. De mortaliteit wordt bepaald door overstromingskenmerken (waterdiepte,
stroom- en stijgsnelheid van het water) en het gedrag van mensen.
Binnen het MLV instrument zijn de evacuatiefractie en mortaliteit een middel om rekening te houden met verbeteringen in
evacuatie. Dat wil zeggen, een hogere evacuatiefractie of een lagere mortaliteit leiden beide tot een afname van het
slachtofferrisico doordat er een reductie wordt uitgevoerd op de slachtofferfunctie. Het is aan de modelleur om een keuze
te maken om ofwel de evacuatiefractie ofwel de mortaliteit aan te passen.
Bij een preventieve evacuatie ligt het voor de hand de evacuatiefractie aan te passen. De achterliggende gedachte is dat
door een preventieve evacuatie het aantal mensen binnen de dijkring afneemt. Bij verticale evacuatie kan de mortaliteit
aangepast worden. De achterliggende gedachte is dat bij verticale evacuatie het aantal mensen binnen de dijkring gelijk
blijft, maar dat zij hun overlijdenskans kunnen verkleinen door zich tijdig naar een hoge, veilige locatie te begeven (gedrag).
Echter, de effecten van verticale evacuatie kunnen ook worden berekend door de evacuatiefractie aan te passen. Immers,
voor de berekening van het slachtofferrisico doet het er niet toe of mensen zich begeven naar een veilige locatie buiten het
bedreigde gebied of binnen het bedreigde gebied (bv., een hoog gebouw). Wel is een correctie nodig omdat onder de
mensen die verticaal evacueren wel een verhoogd risico op slachtoffers is (wat echter lager is dan als mensen onderweg
worden getroffen). Het is aan de modelleur om deze correctie door te voeren en te onderbouwen met de verwachte
slachtoffers op basis van de gekozen evacuatiestrategie.
In het onderstaande voorbeeld wordt dit toegelicht aan de hand van eenvoudige voorbeelden.
VOORBEELD
Aanpassen van de evacuatiefractie
Binnen de studie Evacuatieschattingen Nederland zijn voor alle dijkringen evacuatiefracties afgeleid. De evacuatiefractie is
het percentage mensen in een dijkring dat gemiddeld genomen tijdig kan evacueren naar een veilige locatie buiten het
bedreigde gebied. In het MLV instrument staan deze evacuatiefracties per dijkring ingesteld. Door de evacuatiefractie te
verhogen kunt u de effecten van verbeterde evacuatieplannen doorrekenen. In onderstaand voorbeeld is de
evacuatiefractie aangepast van 75% naar 95%. Met andere woorden, het percentage achterblijvers daalt van 25% naar 5%.
Hierdoor neemt het slachtofferrisico met een factor 5 af (van 0.01 naar 0.002 slachtoffers per jaar).
Figuur 1: aanpassen de evacuatiefractie in het MLV instrument.
Aanpassen van de mortaliteit
Binnen het MLV instrument kan de ‘mortaliteit ten opzichte van de referentiesituatie’ worden aangepast. Een mortaliteit
van 50% betekent dat onder de achterblijvers nog maar de helft van het aantal slachtoffers uit de referentiesituatie valt. Bij
een mortaliteit van 20% neemt het slachtofferrisico met een factor 5 af. Met andere woorden, een mortaliteit van 20% ten
opzichte van de referentiesituatie heeft hetzelfde effect op het slachtofferrisico als een toename van de evacuatiefractie
van 75% naar 95%.
Figuur 2: aanpassen de mortaliteit in het MLV instrument.
Download