Laboratorium PV - Hoog Temperatuur Opslag - Warmtepomp PV levert elektriciteit, maar ook warm water Met een besparing van 70 tot 80 % op het energieverbruik van koeling en verwarming en een verminderde uitstoot aan CO2 van 65 % ten opzichte van vergelijkbare gebouwen behoort het onlangs officieel opgeleverde NIOO-KNAW gebouw in Wageningen tot een van de meest duurzame utiliteitsgebouwen van ons land. Een impressie van de verschillende toegepaste technieken. Tekst Rijkert Knoppers Binnenkort komt er tweehonderd vierkante meter aan fotovoltaïsche zonnepanelen (PV) op het dak van het nieuwe gebouw van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) op de campus van de Wageningen Universiteit te liggen. Ogenschijnlijk een niet heel erg bijzondere aangelegenheid, er liggen onder meer al PV-folies op het dak, goed voor een jaarlijkse opbrengst van 2.000 kWh aan elektriciteit, terwijl ook het oppervlak aan zonnepanelen niet erg indrukwekkend is, op het Amsterdamse Muziektheater is immers begin dit jaar een installatie van 1.000 vierkante meter PV-panelen in gebruik genomen, en het nieuwe NS Centraal Station van Rotterdam krijgt op afzienbare termijn maar liefst 10.000 vierkante meter aan zonnepanelen. Niet de omvang van het aantal zonnepanelen is dus opmerkelijk, maar wel het feit dat het om een volkomen nieuw concept van Nederlandse makelij gaat. Het zogeheten SunCycle systeem is een PV-paneel, dat bestaat uit een serie van twee ronddraaiende schijven. De bovenste schijf bevat fresnellenzen, lenzen die ook bij vuurtorens zijn toegepast, die het zonlicht constant onder een bepaalde hoek op de onderste schijf richten. De onderste schijf heeft twee “Voor het eerst in Nederland is er een Hoge Temperatuur Opslag gerealiseerd” parabolisch gevormde spiegelende oppervlakken van elk 1.000 vierkante centimeter, die het zonlicht met een factor 750 op twee brandpunten concentreren. In elk brandpunt van de onderste schijf bevindt zich een kleine zonnecel van slechts 1 vierkante centimeter, gemaakt van drie laagjes halfgeleidermateriaal van galliumarsenide (GaAs). Dankzij een koelsysteem blijft de temperatuur van de zonnecel beneden 60 tot 80 graden Celsius. Voor de aandrijving van de twee schijven zorgen kleine elektrische stappenmotoren. De dikte van de totale module bedraagt ongeveer 15 centimeter, daarmee is deze installatie heel goed in te passen in een dakconstructie. ‘De oplevering van de installatie voor het NIOO dak is uitgesteld, we beginnen nu per 1 november met de voorbereiding,’ vertelt Peter Penning, die in samen met Roy Bijl in 2005 Suncycle oprichtte, ‘we hebben enige vertraging gehad bij het produceerbaar maken van de onderdelen.’ Onderhoud hoeft volgens gegevens van SunCycle geen probleem te vormen, net zomin trouwens als bij traditionele zonnepanelen. De verwachting is dat eventuele vervuiling na enkele regenbuien vanzelf van het oppervlak afstroomt vanwege de draaiing van de schijven. Het rendement van de zonnepanelen ligt ongeveer op 20 procent, en dat is hoger dan wat traditionele zonnepanelen te bieden hebben. De opbrengst van de installatie bij NIOO, die een piekvermogen heeft van 40 MW, ligt ongeveer 60 procent Het SunCycle pvsysteem bestaat uit ronddraaiende schijven. De bovenste schijf bevat fresnellenzen, die het zonlicht constant onder een bepaalde hoek op de onderste schijf richten. De onderste schijf heeft twee parabolisch gevormde spiegelende oppervlakken. 66 Installatie XL December 2012 Laboratorium hoger dan bij een PV-systeem van kristallijn silicium zonnepanelen. Bijzonder is ook, dat de installatie niet alleen elektriciteit gaat leveren maar ook warm water. Penning: ‘Het systeem heeft koeling nodig, wat we bereiken door een gesloten koelsysteem. Het opgewarmde koelwater laten we door een boiler stromen, die vervolgens warm water voor bijvoorbeeld de tapwatervoorziening kan leveren.’ dat opgeslagen warmte zonder tussenkomst van een warmtepomp in de winterperiode te gebruiken is.’ Het benodigde warme water komt vanuit restwarmte van het gebouw en vanuit 116 zonnecollectoren met een totaal oppervlak van 478 m2, die bij de meest optimale zonneschijn water van ongeveer 70 graden Celsius produceren. Een mengregeling brengt de temperatuur terug tot maximaal 50 graden waarna het water in de HTO-bron terecht komt. Voordat het licht op groen stond voor dit project vond er eerst uitvoerig overleg plaats met de provincie Gelderland over de relatief hoge temperatuur van het opgeslagen warme water. ‘Het huidige beleid is dat opslag in de bodem alleen is toegestaan met water van maximaal 25 graden,’ aldus Huisman, ‘Hogere opslagtemperaturen vallen niet onder het beleid van de provincie. Door IF is onderzocht wat de (thermische) effecten zijn bij hogere opslagtemperaturen. Dit Stroom uit planten Op de bijgebouwen van het NIOO-gebouw is er ook een andere grensverleggende techniek met zonneenergie toegepast, die wat minder in het oog zal springen. Het gaat hierbij om een proefopstelling van een zogenaamde microbiële brandstofcel. Deze techniek maakt gebruik van het feit dat tijdens het groeien van planten bij de wortels organische verbindingen vrijkomen. In de buurt van de wortels groeien bacteriën die deze organische verbindingen afbreken. “Een normaal toilet verbruikt per keer 6 tot 9 liter water, deze vacuümtoiletten volstaan met 0,5 tot 1 liter” Voor het eerst in Nederland is er een Hoge Temperatuur Opslag (HTO) gerealiseerd. Het systeem lijkt op een gangbare wko-installatie ((warmte/koude opslag), maar bij deze HTO vindt de opslag van heet water op ongeveer 300-350 meter diepte plaats met een hogere opslagtemperatuur. Hierbij ontstaan elektronen. Een microbiële brandstofcel kan deze elektronen gebruiken om elektriciteit te produceren, zonder daarbij de plant in de groei hinder ondervindt. Volgens een van de initiatiefnemers, ir. Marjolein Hemel van Plant-e B.V., is de installatie nu een jaar in werking, het is nog niet bekend wanneer de eerste productiecijfers beschikbaar komen. Plant-e B.V. is in 2009 ontstaat als spin-off van Wageningen Universiteit, afgelopen maart kreeg het bedrijf een Pre-Seed Grant van een kwart miljoen euro om de techniek verder te ontwikkelen. Koude en warmte Ook de aanpak van de levering van warmte bij het NIOO is bijzonder te noemen. Voor het eerst in Nederland is er een Hoge Temperatuur Opslag (HTO) gerealiseerd. Het systeem lijkt op een gangbare wko (warmte/koude opslag) installatie, maar bij deze HTO vindt de opslag van heet water op ongeveer 300 -350 meter diepte plaats met een hogere opslagtemperatuur. De wijze van energieopslag, ontwikkeld door ingenieursbureau DWA en ingenieursbureau IF-Technology, zou tot een energiebesparing op het gebied van warmte van 70 tot 80 procent leiden. ‘Een traditionele wko-installatie slaat water van maximaal 20 tot 25 graden in de bodem op,’ vertelt Arie Huisman, manager installatie-advies van DWA, ‘als je dit water in de wintersituatie wilt inzetten voor de ruimteverwarming is er een warmtepomp benodigd om het water naar een bruikbaar niveau (35-45°C) op te krikken. Het is veel efficiënter om ervoor te zorgen Vacuümtoiletten worden vaker toegepast, maar NIOO wil een stap verder gaan door uit de fecaliën grondstoffen en voedingsstoffen te halen. Tijdens het vergisten komt biogas vrij, dat te gebruiken is als brandstof. Het resterende afvalwater kan voor verdere zuivering naar een helofytenveld. Op deze manier is aansluiting op de riolering in principe niet noodzakelijk. Installatie XL December 2012 67 LABORATORIUM is door middel van simulatieberekeningen inzichtelijk gemaakt. De resultaten van het onderzoek zijn hebben ertoe geleid dat de provincie toestemming gaf voor de pilot. Er is in dit project bewust gekozen voor een opslagtemperatuur van 50°C. Bij deze temperatuur behoeft er nog geen waterbehandeling plaats te vinden van het grondwater, terwijl bij deze temperatuur ook de zonnecollectoren maximaal te gebruiken zijn.’ Na de aanleg van de HTO-installatie kwam er een tegenvaller aan het licht toen bleek dat het geleverde debiet maar de helft was van het ontwerpdebiet, dat gesteld was op 45 kubieke meter per uur. De waarschijnlijke oorzaak van dit teleurstellende resultaat is dat de bodem op 300 meter diepte minder poreus was dan uit de tijdens het boren genomen monsters verwacht was. Toch komt hierdoor de opbrengsten aan warm water niet onmiddellijk in gevaar, doordat bij de boring van de put een zekere overcapaciteit in acht was genomen, zal het debiet naar verwachting toch voldoende blijken om te voldoen aan de warmtevraag. Naast deze HTO is het gebouw ook uitgerust met een gewone wko die voornamelijk voorziet in de koudelevering, beide installaties zullen waarschijnlijk op termijn, zodra de bronnen optimaal werken, voldoende warmte en koude leveren voor de totale behoefte van het gebouw. ‘De gewone wko in combinatie met een warmtepomp dient als aanvulling op de HTO, en zal ongeveer de helft van de warmtevraag gaan leveren.’ vertelt Jeroen van Schaijk, projectleider van Burgers Ergon, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de uitvoering van alle werktuigkundige installaties, ‘bij deze installatie is overigens wel een warmtepomp toegepast, om de volledige winterperiode te kunnen voorzien in de warmtelevering. In de eerste jaren moet het laden van de HTO ook nog plaats vinden, tijdens deze periode zal de warmtepomp ook meer draaiuren hebben. Daarnaast functioneert de warmtepomp ook voor het injecteren van koude in de bodem ten behoeve van de koeling in de zomerperiode.’ Cradle-to-cradle Het nieuwe laboratorium in Wageningen is zoveel mogelijk volgens de cradle-to-cradle filosofie ontworpen. Dat betekent dat niet alleen het minimaliseren van de milieubelasting voorop staat, het uitgangspunt gaat een stap verder door als doelstelling te hanteren dat gebouw een positieve bijdrage moet leveren aan de omgeving. Een voorbeeld hiervan betreft de vacuümtoiletten. ‘Deze toiletten zijn in principe al eerder binnen de gebouwde omgeving toegepast,’ verduidelijkt Van Schaijk, ‘nieuw is dat NIOO ook op dit gebied net een stap verder wil gaan, door uit de fecaliën grondstoffen en voedingsstoffen te halen. Om dit mogelijk te maken moet je ervoor zorgen dat de fecaliën zo min mogelijk verdund raken, wat je bereikt door zo min mogelijk spoelwater toe te passen. Een normaal toilet verbruikt bij het doorspoelen per keer 6 tot 9 liter water, deze vacuümtoiletten volstaan met 0,5 tot 1 liter.’ Het zwarte afvalwater stroomt vervolgens naar een vergister, tijdens het vergisten 68 Installatie XL December 2012 komt biogas vrij, dat te gebruiken is als brandstof. De overgebleven vloeistof gaat naar een reactor, waar algen de voedingsstoffen uit het afvalwater opnemen. Wanneer dit proces goed blijkt te verlopen, kan het resterende afvalwater voor een verdere zuivering naar een helofytenveld, voordat het in de bodem verdwijnt. Op deze manier is aansluiting op de riolering in principe niet noodzakelijk. NIOO heeft op grond van de wettelijke eisen wel een aansluiting moeten realiseren, maar er is wel een afspraak met het waterschap gemaakt over de mogelijkheid om de rioolaansluiting op termijn af te koppelen, zodra is bewezen dat het zuiveren van het zwarte afvalwater met de algen en het helofytenveld op een veilige en gezonde manier kan plaatsvinden. Dat het cradle-to-cradle principe ook op kleine schaal inspirerend werkt blijkt uit de keuze voor het isolatiemateriaal rond de luchtkanalen van de airconditioning. ‘We hebben hiervoor gedeeltelijk schapenwol gebruikt, echt een unicum, ik ben dat nog nooit ergens tegen gekomen,’ vertelt Van Schaijk, ‘onze leverancier van isolatiematerialen voelde zich aangesproken door de filosofie achter het NIOO-gebouw en kwam met het voorstel om schapenwol als isolatiemateriaal toe te passen. Kwalitatief is dat materiaal goed bruikbaar, alleen de montage stelde wat bijzondere eisen. In het algemeen zie je alle partijen die bij dit project betrokken waren, erg geïnspireerd zijn door het streven zo duurzaam mogelijk te bouwen.’ n http://www.nioo.knaw.nl/gebouw NIOO-KNAW gebouw in Wageningen Meest betrokken bouwpartijen Architect: Claus en Kaan Architecten Adviseur E+W: DWA Adviseur bouwfysica: DGMR Adviseur constructies: ARUP Adviseur bodemenergie: If technology B-aannemer: Bouwbedrijf Berghege W-installateur: Burgers Ergon E-installateur: Imtech Duurzame kassenbouw: Lek Habo Groep