Mededogen en compassie. Als je wilt weten wat mededogen is, kijk dan diep in de ogen van een moeder die haar zieke en koortsige kind wiegt. Dalai Lama. Het is een sleutelbegrip binnen het boeddhisme en andere wereldreligies dat zich moeilijk in een paar zinnen laat definiëren. Volgens mij is mededogen de niet aarzelende en natuurlijke respons van het hart op lijden en pijn. Het gaat om de behoefte om de pijn of het lijden dat anderen hebben te verzachten of te helen. We kunnen ons zelf herkennen en zien in een ander. Wij kunnen hun pijn voelen. Een kwaliteit als empathie is hiervoor cruciaal, net als het vermogen om waar te nemen en te ontvangen oftewel open te staan. In Boeddischtische teksten wordt compassie gedefinieerd als ‘het hart dat trilt bij het zien van lijden’. Je kunt geen muren bouwen die sterk genoeg zijn om je te beschermen. Op de momenten van pijn, angst of woede sta je voor de keus: je kunt je hart sluiten of diep in jezelf afdalen om je evenwicht, veerkracht en moed terug te vinden. Spirituele teksten en grote meesters zeggen ons dat mededogen een aangeboren, een natuurlijke staat van ons hart is. Het is aan ons om te ontdekken hoe alles omvattend ons hart kan zijn. Mededogen is het kostbaarste geschenk dat er bestaat. Compassie. In de boeddhistische traditie gaat compassie vooral om de eerste respons op pijn en lijden. De Boeddha maakte duidelijk dat we meestal mediteren om een andere vorm van lijden te stoppen. Het was ook een van de redenen waarom hij les gaf. De realiteit is dat er heel veel pijn en lijden is dat een deel daarvan geheeld kan worden. Lijden is zo’n akelig woord! We noemen het hier in het Westen: stress, angst, ongemak of verdriet, om het maar beter verteerbaar te maken. We zijn bang voor het ervaren van lijden, bieden er weerstand aan en praten er liever niet over. Ook leven we maar al te vaak in de illusie dat we zolang we alles goed doen, zoals gezond leven of mediteren, gespaard of beschermd worden. Dat is arrogant en een zeer zware last om te dragen. We hebben geen controle over alles. De simpele waarheid is: we worden allemaal geconfronteerd met lijden. We kunnen allemaal pijn voelen, dit vermogen tot voelen verbindt ons als een draad met elkaar. Een lichaam hebben betekent ziekte en pijn ondergaan en tot slotte sterven. Over een denkvermogen beschikken betekent verwarring en onrust ervaren. Een hart hebben betekent je gekwetst, eenzaam en angstig voelen. Hoe moeilijk het ook is de simpele waarheid van lijden te aanvaarden, we gaan een veel zwaardere weg als we het ontkennen. Er wordt wel gezegd dat een kwart van het lijden dat we ondergaan uit oncontroleerbare gebeurtenissen voortkomt en dat driekwart ervan wordt veroorzaakt door pogingen het eerste kwart te vermijden. Maar als je je openstelt voor verdriet, stel je je ook open voor het grenzeloze mededogen vanuit je hart. Waarom is het zo belangrijk om compassie te ontwikkelen. Compassie heft de pijn weliswaar niet op, maar zorgt er wel voor dat we minder hoeven te lijden. Het wordt dan ook weleens afgebeeld als een gewapende krijger die strijdt tegen de oorzaken van lijden en die bereid is een einde aan lijden te maken. Pijn voelen, eenzaamheid of afgescheidenheid ervaren is iets wat iedereen kent, ook al denken wij vaak dat niemand zich ooit zo heeft gevoeld als wij. Een vriendin van mij heeft haar kind verloren. Zij voelde zich onbegrepen en alleen. Totdat ze ging praten met enkele ouders die ook een kind hadden verloren. Alleen door de bereidheid het verdriet van zichzelf en anderen onder ogen te zien en te ervaren dat ze niet alleen was, kon zij zich beter gaan voelen. Het is helend om met anderen over je pijn te praten, terwijl je al die tijd dacht dat niemand je begreep. Het maakt duidelijk dat je niet alleen bent, mededogen verbindt ons met elkaar. Het is een uitnodiging om de scheiding tussen jezelf en de ander te overbruggen. Waarom is het voor velen moeilijk om mededogen te voelen? Iedereen ervaart vroeg of laat compassie, ook al is het maar voor heel even en zijn we daarna weer met onszelf bezig. Ik denk dat veel mensen bang zijn dat ze te kwetsbaar zijn. Of vrezen dat ze, eenmaal hun hart openen, door pijn overspoeld worden en eraan ten onder gaan. Het gaat erom dat de momenten van compassie, empathie of verbondenheid geen mooie toevalligheden zijn, maar dat we ze zelf kunnen maken. Mededogen heeft een grotere wortel in ons hart dan angst. Mijn leraar Ad Stemerding zei: mededogen is ons aangeboren en angst is wat ons is aangeleerd! Over mededogen. Mededogen is voor de Dalai Lama één van de belangrijkste pijlers in het leven. Mededogen is de ander gedogen in zijn anders-zijn. Mededogen is niet te koop in grote winkels, we kunnen het ook niet maken met een machine. Mededogen is alleen te creëren door innerlijke ontwikkeling….... Om te beginnen is het van belang te beseffen dat anderen veel belangrijker zijn dan jij alleen, omdat de anderen talrijker zijn. Als je anderen benadert met mededogen in gedachten, vermindert dat automatisch je angst en sta je meer open voor andere mensen. Je schept dan een positieve en vriendelijke sfeer. Ik denk dat mensen er in veel gevallen van uitgaan dat de ander eerst positief op hen moet reageren, in plaats van dat ze zelf het initiatief nemen om die mogelijkheid te creëren. Dat vind ik jammer ; het leidt tot problemen en kan een barrière opwerpen die je nog meer het gevoel geeft dat je geïsoleerd bent van anderen. Als je dat gevoel van isolement en eenzaamheid wilt overwinnen, staat of valt alles met je eigen houding. Om mededogen te ontwikkelen is het eerst nodig dat je erkent dat je het recht hebt om gelukkig te zijn en dat je niet wilt lijden. Vervolgens erken je dat andere mensen eveneens recht hebben op geluk en ook niet willen lijden. Oprecht mededogen gaat uit van de gedachten dat alle mensen een aangeboren verlangen hebben gelukkig te zijn en lijden willen overwinnen, net als jijzelf. Als je dit als uitgangspunt neemt in het contact met anderen, kun je mededogen voelen, ongeacht of je iemand beschouwt als vriend of vijand. Uit Adempauzes, 2008. Hoe ontwikkel je mededogen? Er zijn vele middelen en technieken om mededogen te ontwikkelen. Er is een heel scala aan oefeningen in de boeddhistische leer dat zich louter op mededogen richt. Het is een oefening van meditaties waar je eerst aan iemand denkt die onschuldig lijdt, iemand die dus niet door z’ n eigen toedoen pijn heeft. Een kind dat ziek is bijvoorbeeld. Het is de bedoeling dat je je aandacht op die pijn richt en zinnen formuleert als ‘ik hoop dat je vrede vindt’. Het is vrij makkelijk om voor een ziek kind mededogen te voelen. Dan denk je aan iemand die juist pijn heeft veroorzaakt bij anderen. Belangrijk bij compassie is om uit de sfeer van schuld en verwijten te blijven. Mededogen maakt geen onderscheid tussen wie het wel en wie het niet verdient. Het kent geen hiërarchie. We zullen altijd geconfronteerd worden met mensen die wij niet zien zitten. Maar als we mededogen met hun zouden uitsluiten, sluiten wij een belangrijk deel van onszelf af. Heb jezelf weleens moeite om mededogen op te brengen? Ja, natuurlijk. Ik kom net als de meeste mensen regelmatig kwade wil, negativiteit of pijn tegen. Ik voel ook afkeer van mensen, maar ik ben niet bereid om die afkeer te voeden. Als mensen zich moeilijk gedragen is dat vaak uit angst om afgewezen of gekwetst te worden. Zodra je dat begrijpt, kun je mededogen hebben voor die angst, maar niet voor het gedrag van mensen. Als we iemand vol woede zien die zich bijvoorbeeld afreageert op een kind of een dier, gaat het er niet om diegene te veroordelen. Het gaat erom in te grijpen als dat nodig is en te zien dat wij niet weten wanneer en waardoor iemand zo boos of bang geworden is. Wij kennen nooit het verhaal van een ander. Maar wij kunnen wel weten dat er veel onzekerheid en verwarring is en dat verdient mededogen, niet de acties die iemand vanuit angst of woede onderneemt. Het is de pijn van zo iemand die compassie verdient; compassie betekent pijn kunnen zien. En kijk ook eens naar je eigen leven. We hebben allemaal vast weleens dingen gedaan die pijnlijk waren voor anderen of waar we spijt van hebben. Dat deden wij niet om anderen pijn te doen, maar omdat we bang of verward waren. In de meditaties oefenen wij mededogen met diegene van wie we houden, maar ook met mensen met wie wij moeite hebben en tenslotte gaat het ook over ons zelf. Wij zijn vaak heel hard in ons oordeel over onszelf, terwijl wij ook mededogen verdienen. Waarom zijn we toch zo hard voor onszelf? Voor sommigen is het heel moeilijk om de eigen pijn onder ogen te zien, omdat ze zich schamen of omdat ze hun eigen pijn minderwaardig vinden in vergelijking met die van anderen. Mededogen voor jezelf en jouw problemen hebben, terwijl en mensen zijn die sterven van de honger voelt voor sommigen mensen egocentrisch. Anderen zijn vanuit hun cultuur, religie of achtergrond groot gebracht met het idee dat mededogen voor jezelf egoïstisch is. Nogmaals: er is geen hiërarchie bij compassie. En als wij onszelf veroordelen, hoe kunnen we dan anderen liefdevol en open tegemoet treden? Sommige mensen zeggen: in lijden zit een les. Ik veracht dit soort reacties. Alsof lijden of pijn iets nobels of moois is. Als je in India mensen op straat ziet sterven of als je moeder in het verzorgingscentrum zit met Alzheimer, dan is daar weinig nobels aan. Daar valt niets te leren of te ontwikkelen. Het is gewoon lijden. Wat je kunt doen is stil, aanwezig en grootmoedig zijn. Je weet niet wat anderen voelen of ervaren, maar je weet wel wat verlies en pijn zijn. Empathie is gevraagd, niet medelijden. Wat is precies het verschil. Medelijden is het zielige neefje van mededogen. Mededogen is meeleven, medelijden is met een ander te doen hebben. Je ziet de ander niet langer als een heel mens, maar als iemand die niet helemaal in orde is. Het houdt een terughoudendheid in die vreemd is aan mededogen en ontzegt je dus de mogelijkheid om jezelf in de ander te zien. Medelijden vergroot de afstand alleen maar, terwijl mededogen de afstand tussen mensen juist laat verdwijnen. Mededogen wordt niet op een afstand van pijn gesmeed, maar midden in het vuur ervan. Is geweldloze communicatie en meditatie de enige weg naar compassie? Een ander belangrijk aspect is het waarderen van mededogen. Probeer niet te vergeten hoe belangrijk compassie is. Herinner jezelf aan mededogen, eerlijkheid, respect en integriteit, alle aspecten waar jezelf behoefte aan hebt. Je kunt mededogen niet opeisen. En als er iets verschrikkelijks gebeurt, moet mededogen soms even wachten. Het is belangrijker om waar mogelijk eerst iets aan het onrecht te doen. Je kunt niet vragen van iemand die niet in de steek is gelaten of door zijn partner wordt geslagen om de ander met mededogen tegemoet te treden. Je moet eerst proberen de situatie te veranderen en ruimte en veiligheid creëren. Mededogen betekent ook zien wat een situatie van je vraagt. Het betekent zeker niet achterover leunen, maar juist ingrijpen en anderen beschermen. Het heeft ook veel te maken met moed en actie ondernemen. Hoe ben jezelf in contact gekomen met het Boeddhisme en geweldloze communicatie? Al heel lang lees ik de boeken van Thich Nath Hanh en in 2006 ben ik samen met mijn vrouw afgereisd naar Plum Village in Zuid Frankrijk. Daar hebben we kennis gemaakt met het actief Boeddhisme. Maar ook de boeken van Sogyal Rinpoche maakte diepe indruk, vooral het Tibetaanse boek van leven en sterven. Voor het 3e seizoen lezen we in dat boek samen met pastor Hennie van Hattum en andere geïnteresseerden. Als je geïnteresseerd bent, je bent van harte welkom op de dinsdagmiddagen. In 2008 heb ik de geweldloze communicatie bij Eveline Beumkens gedaan. Eveline is psychologe en actief Boeddhist en aangesloten bij de school van Thich Naht Hanh. Ik combineer de werkboeken en theorie van Marschall Rosenberg, die de grondlegger is van de Geweldloze Communicatie, met meditatie oefeningen van zowel Thich Nath Hanh en ook meditatieoefeningen uit het boek van leven en sterven van Sogyal Rinpoche. Een aanrader om te lezen is: Stop met aardig zijn van Thomas d’ Ansembourg. Lijden. Lijden is in deze tijd uit de mode. Het is bijna een verboden woord. Nee, nu lijden we niet meer, we ervaren. En als dat ervaren te benauwd wordt, zien we af. Natuurlijk hebben we het soms moeilijk, dat heeft ieder mens, maar dat gaat ook wel weer over. En als het niet overgaat, doen we er iets aan. We praten er over of we denken positief of we verzinnen iets leuks om te doen. Er zijn zoveel mogelijkheden, het leven is zo rijk, het volmaakte bestaan. Alsof lijden er niet meer mag zijn. Maar het volmaakte bestaan is een illusie. De ouderdom komt met gebreken en de jeugd is ook niet alleen maar een pretje. Wat gisteren nieuw was is morgen versleten. Onaangename herinneringen duiken plotseling kwellend op. En als je midden in de nacht wakker wordt, is al dat leuke opeens niet leuk meer. Er is altijd iets dat ontbreekt, dat net niet zo goed is als het zou kunnen zijn. Er is altijd dat andere, dat er niet is en waaraan we lijden. Lijden ligt aan de wortel van ons bestaan als mens. Het lijden confronteert ons met de dualiteit van ons bestaan: goed en kwaad, gisteren en morgen, ik en mijzelf, vreugde en verdriet. Lijden maakt nederig en we hebben nederigheid nodig om ten volle te kunnen LEVEN. Uit Adempauzes, 2008.