Allergie voor jodium

advertisement
Allergie en jodium?
« mythe of realiteit »
Dr BUTENDA
CHBAH-Liège
Allergie voor jodium
• Een diagnose die vaak voorkomt in medische dossiers,
maar wat betekent dit?
– Dat de huid niet met iso-Betadine® mag worden
ontsmet/gereinigd?
– Dat de patiënt geen schaaldieren mag eten?
– Dat een angiografie of een coronarografie risico’s
inhoudt?
2
• De benaming ‘allergie voor jodium’ lijkt 3 verschillende klinische
entiteiten te omvatten:
– een allergische pseudoreactie op radiologische
contraststoffen, wat zeer vaak voorkomt;
– een contactallergie of contactdermatitis voor
ontsmettingsmiddelen die jodium bevatten;
– een reactie op zeevruchten, wat vrij vaak voorkomt.
3
De term ‘allergie voor jodium’ is fout.
Deze schept verwarring. Beter is om de 3 eerder vermelde
entiteiten te onderscheiden en ze elk bij hun naam te noemen.
4
I. Allergie voor jodiumhoudende
contraststoffen
–De frequentie van ongewenste reacties op ionische
en hyperosmolaire jodiumhoudende contraststoffen is
relatief hoger.
–Ongewenste reacties komen weliswaar minder vaak
voor bij de nieuwe ionische en hypo-osmolaire
contraststoffen.
–Ernstige reacties doen zich voor bij 0,22% van de
patiënten die hyperosmolaire jodiumhoudende
contraststoffen toegediend krijgen en bij 0,04% van
de patiënten die niet-ionische jodiumhoudende
contraststoffen toegediend krijgen.
–Geraamd wordt dat het sterftecijfer ongeveer
1/40.000 bedraagt.
5
Structuur van jodiumhoudende contraststoffen
Serumosmolaliteit = 275-290 mOsm/kg
6
Mogelijke reacties op contraststoffen:
– lichte: misselijkheid, braken, lichte netelroos, pruritus
– matige: zwakte, hevig braken, uitgebreide netelroos,
oedeem van het gelaat of de larynx, licht bronchospasme
– ernstige: longoedeem, ademstilstand, plotse
bloeddrukdaling, hartstilstand, bewusteloosheid
7
Frequentie van onmiddellijke reacties op
jodiumhoudende contraststoffen
Demoly P. Rev Fr Allergol Immunol Clin 47(3):183-185
8
Mechanismen van de reactie
– Meerdere theorieën en hypothesen zijn vooropgesteld om dit
soort reactie te verklaren.
– De 3 vaakst gehoorde theorieën zijn:
A. Histaminetheorie
– Vermoed wordt dat contraststoffen rechtstreeks vrijstelling
van histamine uit mastocyten en basofielen kunnen
induceren. Dit is momenteel de meest populaire theorie.
9
B. Tweede theorie
– Aangenomen wordt dat jodiumhoudende contraststoffen
het complementsysteem, het bloedstollingssysteem en
het fibrinolytisch systeem activeren en aanzetten tot de
vrijstelling van mediatoren die verantwoordelijk zijn voor
reacties op contraststoffen.
C. Derde theorie: die van het centraal zenuwstelsel
– Vermoed wordt dat blootstelling van het centraal
zenuwstelsel aan contraststoffen ernstige acute reacties
van hypotensie en zelfs hartstilstand kan induceren.
12
– Belangrijk is dus om patiënten met risico op een
ongewenste reactie op contraststoffen te
identificeren.
– Premedicatie met cortison of antihistaminica kan
de frequentie van reacties met een factor 3 tot 4
doen afnemen.
13
Risicofactoren
• Eerdere reactie op een jodiumhoudende contraststof: geraamde
kans op recidief tussen 16 en 44% naargelang het onderzoek
• Astma dat niet onder controle te brengen is met de gevolgde
behandeling: bij astmapatiënten treedt meestal bronchospasme op
bij een anafylactoïde reactie.
• Atopie (allergische rinitis, voedselallergie, astma)
• Vrouwelijk geslacht en leeftijd (~20-50 jaar) zijn risicofactoren van
meer ernstige reacties.
• Cardiopathie of een behandeling met ß-blokkers of ACE-remmers
geeft aanleiding tot meer ernstige reacties.
• Onmiddellijke reacties komen vaker voor bij hyperosmolaire
jodiumhoudende contraststoffen dan bij jodiumhoudende
contraststoffen met lage osmolaliteit.
14
II. Contactdermatitis op Iso-Betadine
–Het is bekend dat jodiumtinctuur ~7% jodium en
~5% kaliumjodide in alcohol bevat.
Deze oplossing irriteert de huid.
iso-Betadine® is jodium gebonden aan povidon
(polyvinylpyrrolidon).
–De oplossing bevat meer bepaald 10% gebonden
jodium en 1% vrij jodium, wat maakt dat het
product minder irriterend is voor de huid…
–Contactdermatitis op Iso-Betadine is veeleer
uitzonderlijk. Het betreft een contactallergie of
type IV-overgevoeligheidsreactie volgens de
classificatie van Gell en Coombs.
15
–Het betrokken allergeen kan povidon zijn.
–Een pseudo-allergische reactie op radiologische
contraststoffen wijst niet op een verhoogd risico
van contactdermatitis op iso-Betadine® en
omgekeerd.
Het gaat om 2 verschillende reacties.
16
• Povidon is een mengsel van synthetische polymeren
van 1-vinyl, 2 pyrrolidon. Het werd vroeger gebruikt
als expander bij hemorragische en traumatische
shock.
• Tegenwoordig wordt het gebruikt als suspensie- of
dispergeermiddel of als granulatiemiddel voor
tabletten.
• Het bevindt zich in verschillende farmaceutische
producten en in haarsprays.
17
• Bruinrood poeder met de meeste antibacteriële
eigenschappen van jodium
• Wateroplosbaar
• Niet-irriterend
gebonden
jodium
Chemische structuur van polyvinylpyrrolidon
CH2
CH
CH2
CH
vrij
jodium
CH2
PVP
N
N
O
18
O
Schematische voorstelling
van povidon-jood
• Het wordt ook gebruikt als kunsttranen en voor het
onderhoud van contactlenzen.
• Het is ook een jodiumvector (povidon-jood) die als
ontsmettingsmiddel en antisepticum wordt gebruikt
voor behandeling van besmette wonden en
preoperatieve ontsmetting van de huid en de
slijmvliezen, evenals voor het ontsmetten van
materiaal.
19
III. Reactie op zeevruchten
– Dit is een echte allergische reactie in verband met een eiwit
van week- of schaaldieren.
Soms gaat het ook om secundaire pseudo-allergieën na
vrijstelling van histamine na het eten van tamelijk grote
hoeveelheden schaaldieren. In beide gevallen heeft jodium er
niets mee te maken.
– Allergietests voor de betrokken zeevruchten zijn positief.
– De kans op anafylactische shock is aanzienlijk indien de patiënt
ze opnieuw eet.
– In het tweede geval (pseudo-allergieën) is de allergietest
negatief en is er niet noodzakelijk nog een reactie wanneer de
betrokken zeevruchten opnieuw worden gegeten.
20
– Ook hier wijst een allergische reactie op radiologische
contraststoffen er niet op dat de patiënt een verhoogd
risico heeft op een allergische reactie op zeevruchten.
– Het is evenwel niet uitgesloten dat een patiënt zowel een
allergische reactie op radiologische contraststoffen als een
allergische reactie op zeevruchten heeft vertoond, maar
de 2 situaties zijn 2 verschillende problemen.
21
En jodiumhoudende geneesmiddelen?
• Andere zeer vaak gebruikte geneesmiddelen bevatten jodium:
amiodaron, L-thyroxine, …
• Overgevoeligheidsreacties op andere jodiumhoudende
geneesmiddelen (bijv. fototoxiciteit, pneumopathie, … bij
amiodaron) zijn beschreven, maar de rol van het jodiumatoom is
niet aangetoond.
• Geen enkel geneesmiddel dat jodium bevat heeft ooit aanleiding
gegeven tot een overgevoeligheidsreactie op jodium.
• Er zijn nog nooit verschijnselen van overgevoeligheid voor jodium
vastgesteld.
• Na de diagnose van allergie voor een jodiumhoudend
geneesmiddel mag dit nooit meer worden toegediend, maar het is
geen tegenaanwijzing voor alle jodiumhoudende geneesmiddelen.
22
DUS…
– In de medische literatuur is er vaak sprake van ‘allergie
voor jodium’ en deze term wordt vaak gebruikt door
(para)medici.
– Deze term leidt tot verwarring ten aanzien van het
woord ‘jodium’ terwijl de term 3 verschillende klinische
entiteiten omvat.
24
–Producten die een allergie voor jodium kunnen
induceren bevatten allemaal jodium maar het zijn
andere stoffen die verantwoordelijk zijn voor een
gebeurlijke allergie.
–Bij iso-Betadine® zijn povidon / nonoxynol / Laureth 9
verantwoordelijk.
–Bij contraststoffen is de osmolariteit verantwoordelijk.
–Bij zeevruchten zijn de eiwitten van deze schaaldieren
verantwoordelijk.
25
• Jodium is een stof die van nature voorkomt in onze
omgeving. We eten het dagelijks in jodiumverrijkt
zout en in zeevruchten (oesters, schaaldieren, …).
• De zeekust is rijk aan jodiumhoudende lucht.
26
• Jodium is een essentieel element voor ons
lichaam. Het speelt een rol bij de werking van de
schildklier. Jodiumtekort geeft aanleiding tot
hypothyroïdie en struma (kropgezwel).
• Jodium bevindt zich in tal van voedingsmiddelen
(vis, zeevruchten, …) en in bepaalde
voedingssupplementen die gewonnen worden uit
zeewier, zoals alginaten of carragenaten.
• Japanners zijn grote verbruikers van jodium in de
vorm van zeewier. Ze vertonen niet vaker
problemen op jodiumhoudende contraststoffen.
27
• De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid met de
voeding in te nemen jodium bedraagt 150 µg voor
alle personen ouder dan 15 jaar en 90 tot 120 µg
voor kinderen. Voor zwangere vrouwen bedraagt
de aanbevolen hoeveelheid 290 µg/dag.
• Tal van eetwaren zijn rijk aan jodium.
–Voorbeelden: gedroogd zeewier (20.000 tot 74.000 µg
jodium), jodiumhoudend zout (1500 tot 3000 µg jodium),
veenbessen (400 µg jodium per 100 g), schelvis (300 µg
per 100 g), rauwe oesters (150 µg per 100 g), verse look,
kabeljauw
–Wit vismeel, maïsmeel, verse tonijn, cheddar
–Verse haring
–Kwark (plattekaas), eieren, garnalen, kalkoenborst, zeevis
en zeevruchten, …
29
‘Allergie voor jodium’ is een te bannen term!
• Jodium is van nature aanwezig in onze omgeving (keukenzout,
zeewater, voeding, …).
• Immunologische reacties geïnduceerd door jodiumhoudende
producten zijn niet te wijten aan jodium zelf maar aan het
moleculaire complex waarin het vervat is.
• De term ‘allergie voor jodium’ dient verlaten te worden aangezien de
verschijnselen van overgevoeligheid verband houden met de
moleculaire complexen die het atoom ondersteunen en niet aan het
atoom zelf.
• ‘Allergie voor jodium’ is een uit de medische taal te bannen term.
• De vraag over ‘allergie voor jodium’ dient niet meer aan de patiënt te
worden gesteld aangezien ze een ongepast antwoord induceert,
maar ook een ongegronde en willekeurige therapeutische houding
vanwege de practicus.
30
31
32
33
Download