PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN EN VAN FREYA VAN DEN BOSSCHE, VLAAMS MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE 7 juni 2012 Vlaanderen zet in op assistentiewoningen De Vlaamse regering gaat voluit voor een nieuwe woonvorm voor senioren: de assistentiewoning. Assistentiewoningen zijn woningen voor ouderen die zelfstandig willen wonen, maar toch zorg nodig (kunnen) hebben. Ook sociale huisvestingsmaatschappijen zullen samen met een zorgpartner sociale assistentiewoningen kunnen bouwen voor mensen met een laag inkomen. Dat is de boodschap die de ministers Vandeurzen en Van den Bossche meegaven bij hun bezoek aan woonzorgcentrum Ter Vlierbeke in Kessel-Lo. Hiermee zetten de ministers hun voornemen om het woon- en zorgbeleid beter op elkaar af te stemmen om in concrete daden. Mensen leven langer en willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Daarom wil de Vlaamse regering werk maken van assistentiewoningen, de opvolgers van de serviceflat. Het nieuwe concept biedt een antwoord op de vraag naar een aangepaste woonzorgsetting, door huisvesting op maat te combineren met zorggaranties en mogelijkheden tot sociale netwerkvorming. Zo hoeven mensen niet te verhuizen naar een woonzorgcentrum zolang ze nog zelfstandig kunnen wonen. Ze bieden ook koppels de mogelijkheid om samen naar een aangepaste woning met zorg te verhuizen. Dat is in een woonzorgcentrum vaak niet mogelijk. Nieuw is dat voor het eerst ook sociale huisvestingsmaatschappijen zulke woningen voor ouderen mogen gaan bouwen en verhuren. Aangepaste huisvesting met een ruim aanbod aan aangepaste hulp wordt dankzij deze sociale assistentiewoningen voor iedereen toegankelijk, ongeacht het inkomen. Een assistentiewoning : zelfstandig, maar toch ondersteund De groep van assistentiewoningen onderscheidt zich van de thuissituatie door de beschikbaarheid van crisiszorg, een aangepaste woning en assistentie. Het onderscheidt zich van een woonzorgcentrum doordat het bestaat uit zelfstandige woningen, waarbij de zorg slechts op afroep geboden wordt, door de zorgverlener naar keuze. Assistentiewoningen kunnen ook een antwoord geven aan mensen die in eenzaamheid leven omdat de sociale netwerkvorming er bevorderd wordt. Assistentiewoningen bieden een tussenoplossing. Er is crisiszorg en overbruggingshulp beschikbaar. Crisiszorg is een onmiddellijke en aangepaste interventie in geval van een noodsituatie die niet vooraf kan worden ingeschat en waarin onmiddellijk zorg moet worden geboden. Overbruggingszorg is aangepaste zorg die aansluit bij crisiszorg en die gedurende een korte periode wordt verleend in afwachting dat de zorg wordt verleend die de bewoner zelf heeft gekozen. De uitbater van een groep van assistentiewoningen kan de crisiszorg en overbruggingszorg zelf organiseren, maar niets belet dat hij daarvoor een samenwerkingsovereenkomst sluit met een of meer zorgverleners of welzijns- of gezondheidsvoorzieningen uit de omgeving. Er kan bovendien een beroep gedaan worden op woonassistentie. Daar kunnen de senioren terecht voor hulp of informatie. Bovendien zal de assistentiewoning deel uitmaken van het buurtleven. Woonzorgcentrum Ter Vlierbeke is een goed praktijkvoorbeeld van hoe de samenwerking tussen zorg en wonen vorm kan krijgen, maar geeft evengoed de noodzaak aan van het nieuwe besluit rond assistentiewoningen. De serviceflats Ter Vlierbeke zijn ver gevorderd ten aanzien van de zorgvisie die de groepen van assistentiewoningen inhouden, maar genieten niet de voordelen van sociale huisvesting. Naast het woonzorgcentrum Ter Vlierbeke heeft een sociale huisvestingsmaatschappij ‘sociale aanleunwoningen’ gebouwd. Deze woningen kunnen nu verder evolueren tot een groep van sociale assistentiewoningen, indien de sociale huisvesting dit wenst en daarvoor de nodige zorgpartner(s) zoekt. Ontwerpbesluit assistentiewoningen Met het nieuwe ontwerpbesluit wordt uitvoering gegeven aan het woonzorgdecreet dat op 1 januari 2010 in werking trad. Het decreet vormt een mijlpaal die de komende decennia de manier zal bepalen waarop wij in Vlaanderen zorg naar de ouderen brengen in een aangepaste leefomgeving, rekening houdend met hun keuze om zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk te wonen. Het woonzorgdecreet wil dus het zorgaanbod versoepelen in functie van de zorgvraag van de gebruiker en heeft drie prioritaire doelstellingen. 1. Zorg op maat en continuïteit van het zorgaanbod aanbieden door het correct en individueel aangepast inzetten van zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg. 2. De regelgevingen voor zorg, wonen met zorg, en welzijn actualiseren en beter op elkaar afstemmen. Dat moet uitmonden in het vergemakkelijken en versterken van de samenwerking tussen thuiszorg, residentiële zorg en thuiszorgondersteunende zorg. 3. De kwaliteit verhogen van wonen en zorg door passend in te spelen op de individuele fysieke en psychische noden van de zorgvrager. Hierbij wordt voldoende aandacht gegeven aan sociale inclusie en het welbehagen van de oudere Vlaming. Zo biedt het woonzorgdecreet een tegenwicht aan isolement, vereenzaming en ontheemdheid. Het schept namelijk de voorwaarden voor een optimaal samengaan van wonen en zorgen: verzorgd wonen, wonend zorgen, zorgzaam wonen. “Het ontwerpbesluit is een samenvatting van onze visie op die hele organisatie. Het is een statement van formaat”, zegt minister Jo Vandeurzen. “Om echt voorbereid te zijn op de komende vergrijzingsgolf, willen we een zo gedifferentieerd mogelijk aanbod aan zorg aanbieden. Hierbij houden we rekening met de grootte van de vraag naar zorg in Vlaanderen en hoe die zal evolueren op basis van de verwachtingen van ouderen en de beschikbare middelen. In plaats van louter een wiskundige berekening te maken op basis van de bevolkingscijfers, moeten we creatief zijn en de zorg naar de ouderen brengen op basis van een combinatie van mantelzorg en professionele zorg. Ouderen willen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Assistentiewoningen bieden daar het perfecte antwoord op”, aldus minister Jo Vandeurzen. Sociale assistentiewoningen Het nieuwe ontwerpbesluit biedt meteen ook de mogelijkheid voor sociale huisvestingsmaatschappijen om samen met een zorgpartner sociale assistentiewoningen te bouwen. Hiermee wordt een belangrijke concrete stap gezet in de structurele samenwerking tussen wonen en welzijn, zoals afgesproken werd tussen de ministers Vandeurzen en Van den Bossche. Vandaag kunnen ouderen met een bescheiden inkomen vaak geen aanspraak maken op een serviceflat. “Dat is niet meer van deze tijd”, zegt minister Van den Bossche. “Iedereen zou de kans moeten krijgen om in een vertrouwde omgeving oud te worden, met zorg in de buurt als dat nodig is”. Minister Van den Bossche wil in sociale wijken met veel ouderen een aanbod van sociale assistentiewoningen realiseren. Op die manier krijgen ouderen de kans om te verhuizen naar een aangepaste woning met zorggarantie binnen de eigen vertrouwde buurt. Bijkomend voordeel hiervan is dat hun woning vrijkomt voor jonge gezinnen.