commentaar Geert Wanten O PI NI E Omega-3-vetzuren in totale parenterale voeding: maken ze het verschil? Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2003 Omega-3-vetzuren staan al jaren sterk in de belangstelling vanwege hun gunstige effect op de gezondheid. Zo kunnen van visolie afkomstige omega-3-vetzuren bijvoorbeeld het risico op hart- en vaatlijden verminderen. In de klinische les elders in dit tijdschrift wordt getoond waarom deze vetten ook als onderdeel van parenterale voeding bezig zijn aan een opmars. Ondanks de ontegenzeggelijk gunstige resultaten in diverse studies blijft het echter de vraag of deze effecten wel allemaal door omega3-vetzuren worden veroorzaakt. Leverziekte door totale parenterale voeding Totale parenterale voeding (TPV) is de behandeling van keuze voor ernstig darmfalen. Meestal ontstaat het darmfalen door het verwijderen van een groot deel van de dunne darm, het zogenaamde korte-darmsyndroom, of bestaat een ernstig motiliteitsprobleem. Bij TPV worden alle nutriënten in wateroplosbare vorm toegediend via een centraal veneuze katheter. Leverfunctiestoornissen, variërend van lichte laboratoriumafwijkingen tot ernstige cholestase en irreversibel leverfalen, behoren tot de complicaties van deze behandeling. In de literatuur wordt dit beeld TPV-gerelateerde leverziekte (‘Parenteral nutrition associated liver disease’) genoemd. De kans op het ontstaan hiervan is in de volgende omstandigheden verhoogd: wanneer geen voeding via de darm wordt gebruikt en de behandeling met TPV langer duurt, wanneer er minder dunne darm resteert, wanneer de galcirculatie verstoord is door het ontbreken van specifieke darmdelen (terminale ileum), bij frequente (katheter-) infecties en bij bacteriële overgroei van de darm.1 Bij kinderen komt TPV-gerelateerde leverziekte vaker voor en is het beloop ernstiger dan bij volwassenen. De rijpheid van de lever lijkt hierbij een rol te spelen, getuige de nog hogere prevalentie bij prematuren.2 Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Darmfalen Unit, afd. Maag-, Darm-, en Leverziekten, Nijmegen. Dr. G. Wanten, maag-darm-leverarts ([email protected]). Parenterale vetemulsies en vetzuren Vetten in TPV worden toegediend als een emulsie van minuscule druppeltjes (100-500 nm) met een kern van triglyceriden. Deze kern wordt omgeven door fosfolipiden (op basis van eidooier), die fungeren als emulgator. De triglyceridenbron is van oudsher sojaolie, die rijk is aan het essentiële omega-6 meervoudig onverzadigde vetzuur linolzuur. ‘Essentieel’ betekent dat linolzuur alleen door planten de novo kan worden gesynthetiseerd en door de mens geheel uit voedsel moet worden betrokken. Wel kunnen wij uit linolzuur langere omega-6-vetzuren maken, zoals arachidonzuur, dat door enzymen wordt omgezet in biologisch actieve stoffen (eicosanoïden) die pro-inflammatoir werken.3 Ook kan uit linolzuur in planten α-linoleenzuur worden gemaakt, het andere essentiële vetzuur, dat aan de basis van de omega-3-reeks staat. Door verlenging ontstaan uit α-linoleenzuur eicosapantaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA), die in eicosanoïden met anti-inflammatoire effecten worden omgezet. Een belangrijke recente ontdekking is die van de resolvines, stoffen met een ontstekingsremmend effect die ontstaan uit EPA and DHA.4 De uiteenlopende effecten van omega-6- en omega-3-vetzuren kunnen zo worden verklaard door hun verschillende invloed op de functie van membranen en receptoren, signaaloverdracht, apoptose en de regulatie van genexpressie.3 Sinds de introductie van TPV eind jaren 60 van de vorige eeuw speelt de vraag in hoeverre vetemulsies een rol spelen bij het optreden van complicaties zoals infecties en leverlijden, die een gevolg zouden kunnen zijn van een overmaat aan pro-inflammatoir linolzuur. Dit leidde tot de ontwikkeling van emulsies waarbij sojaolie (deels) werd vervangen door kokosolie (middellangeketen-vetzuren), olijfolie (oleaat) en visolie (EPA en DHA). Een deel van de problemen in het verleden moet echter waarschijnlijk worden toegeschreven aan de destijds gangbare hoge dosering van calorieën en vetten in TPV.3 Onze eigen ervaring is dat TPV-gerelateerde leverziekte bij volwassen patiënten met thuis-TPV geen significant probleem is wanneer de gangbare oorzaken van leverfunctiestoornissen, zoals galsteenlijden, (katheter-) infecties en medicatie, tijdig worden behandeld, de calorische waarde van de voeding niet te hoog is, en zo nodig vetten (langdurig) uit de voeding worden weggelaten. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2316 1 O PI NI E Effecten van visolie door omega-3-vetzuren? TPV-gerelateerde leverziekte is bij kinderen nog steeds een groot probleem. Onderzoekers uit Boston, VS hebben in onderzoek echter een zeer gunstig effect van de vervanging van een soja-emulsie door visolie laten zien op de cholestase bij eerst 2 en later bij een groep van 42 kinderen met ernstige TPV-gerelateerde leverziekte.5,6 Een aantal patiënten kon zelfs van de transplantatielijst worden gehaald. Het onderzoek dat elders in dit tijdschrift wordt beschreven, lijkt deze resultaten te bevestigen, maar we moeten ons afvragen of deze effecten wel geheel aan omega-3-vetzuren kunnen worden toegeschreven.7 Voor deze twijfel bestaan meerdere argumenten. In de genoemde onderzoeken werd namelijk niet alleen het type vet aangepast, maar ook de dosering ervan in belangrijke mate verlaagd. Een afname van cholestase na verlaging van de dosering is ook voor soja-emulsies beschreven.8 Verder lijkt parenterale visolie een betere bescherming te bieden tegen oxidatieve schade die tot TPV-gerelateerde leverziekte kan leiden: dit effect wordt echter vooral bereikt door anti-oxidanten zoals α-tocopherol (vitamine E) die in parenterale visolie in veel hogere concentraties aanwezig zijn dan in sojaolie.9 Tenslotte bevat sojaolie, in tegenstelling tot visolie, fytosterolen. Dit zijn plantensterolen die in hoge concentraties gevonden werden in het plasma van kinderen met TPV-gerelateerde leverziekte bij gebruik van sojaolie, maar die in visolie niet voorkomen. Het is niet geheel duidelijk of dit oorzaak of gevolg is van leverfunctieproblemen, maar onderzoek laat zien dat fytosterolen de klaring van galzouten uit bloed verminderen en galzoutreceptoren antagoneren.1 Conclusie Het is essentieel dat de spectaculaire resultaten bij TPVgerelateerde leverziekte die beschreven zijn voor parenterale visolie-emulsies in gecontroleerd onderzoek met andere vetten in gelijke dosering worden bevestigd. Daarbij moet dan ook duidelijk worden in hoeverre omega-3-vetzuren deze resultaten verklaren. Een andere belangrijke vraag is of essentiële omega-6-vetzuren, die in visolie niet of nauwelijks aanwezig zijn, toch moeten worden toegevoegd om ontwikkelingsstoornissen bij kinderen te voorkomen. Aanvaard op 30 juni 2010 Belangenconflict: De auteur heeft ‘speaker’s fees’ ontvangen van de fabrikanten van de vetemulsies die in dit commentaar worden besproken. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2316 >Meer op www.ntvg.nl/opinie ● Literatuur 1 Koletzko B, Goulet O. Fish oil containing intravenous lipid emulsions in 6 2009;250:395-402. Nutr Metab Care. 2010;13:321-6. 2 3 Hsieh MH, Pai W, Tseng HI, et al. Parenteral nutrition-associated 7 IA, Meijers-IJsselstijn H. Visolie in parenterale voiding bij kinderen met Neonatol. 2009;50:202-7. cholestatische leverziekte bij korte darm syndroom. Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2003. Wanten G, Calder PC. Immune modulation by parenteral lipids. Am J 8 Colomb V, Jobert-Giraud A, Lacaille F, et al. Role of lipide mulsions in cholestasis associated with long-term parenteral nutrition in children Serhan CN, Savill J. Resolution of inflammation: the beginning programs JPEN J Parent Enteral Nutr 2000;24:345-50. the end. Nat Immunol. 2005;6:1191-7. 5 Strijbosch RAM, van den Hoonaard TL, Olieman JF, Escher JC, Alwayn cholestasis in premature babies: risk factors and predictors. Pediatr Clin Nutr. 2007;85:1171-84. 4 Puder M, Valim C, Meisel JA, et al. Parenteral fish oil improves outcomes in patients with parenteral nutrition-associated liver injury. Ann Surg. parenteral nutrition-associated cholestatic liver disease. Curr Opin Clin Gura KM, Duggan CP, Collier SB, et al. Reversal of parenteral nutrition- 9 Wanten G, Beunk J, Naber T, Swinkels D. Tocopherol isoforms in associated liver disease in two infants with short bowel syndrome using parenteral lipid emulsions and neutrophil activation. Clin Nutr. parenteral fish oil: implications for future management. Pediatrics. 2002;21:417-22. 2006;118:e197-e201. 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2316