Oorzaken

advertisement
Home
Kanker
Soorten kanker
Huidkanker
Oorzaken
Oorzaken
Bij veel patiënten met huidkanker is de ziekte ontstaan door overmatige blootstelling aan ultraviolette straling. Deze straling komt van nature voor in zonlicht. Bij zonneapparatuur zoals solaria, zonnebanken en hoogtezonnen past men ultraviolette straling op een kunstmatige manier toe.
Ultraviolette straling is nuttig doordat het de aanmaak van vitamine D in ons lichaam bevordert. Daar is echter maar heel weinig zonlicht voor nodig. Ook kan ultraviolette
straling helpen bij een aantal huidaandoeningen zoals acne, psoriasis en sommige vormen van eczeem.
Maar als de huid te veel ultraviolette straling krijgt, kan dat schadelijk zijn. Dit geldt zowel voor natuurlijke als kunstmatige ultraviolette straling.
Bescherming
Bij bijna iedereen wordt de huid dikker door blootstelling aan ultraviolette straling. Deze verdikking werkt als een automatisch beschermingsmechanisme. De ultraviolette
straling kan hierdoor minder diep in de huid doordringen. Een andere vorm van bescherming treedt op door bruining van de huid. Dit geldt overigens niet voor iedereen in
gelijke mate. Mensen met een van nature lichte huid zijn gevoeliger voor ultraviolette straling.
Als zij veel in de zon komen en/of veel gebruikmaken van zonne-apparatuur, zullen zij hiervan vaker schadelijke gevolgen ondervinden dan mensen met een van nature wat
donkerder huid. Daarom raadt men zonnen aan mensen met een lichte huid af, evenals het gebruik van zonne-apparatuur.
Mensen met een niet-blanke huid zijn daarentegen redelijk goed beschermd. Voor mensen met een lichte huid geldt, dat ten gevolge van veel en langdurig blootstaan aan
ultraviolette straling de cellen van de opperhuid ernstig beschadigd kunnen raken. Daardoor kan na vele jaren huidkanker ontstaan. Huidkanker is als het ware de uitkomst
van een optelsom van al die huidbeschadigingen vanaf de kinderjaren.
Bij mensen die lang in de tropen of hoog in de bergen hebben gewoond, komt huidkanker veel voor. Maar tegenwoordig treedt huidkanker ook bij de doorsneebevolking
steeds vaker op. Dit komt doordat mensen sinds tientallen jaren vaker in de zon komen, massaal op zon- en/of wintersportvakantie gaan en/of vaker gebruikmaken van
zonne-apparatuur.
Ook kinderen komen veel vaker en bloter in de zon dan vroeger.
Het ontstaan van huidkanker houdt verband met:
De totale hoeveelheid ultraviolette straling die een mens in de loop van zijn leven opdoet. De ultraviolette straling van de zon en van zonneapparatuur moeten bij elkaar
worden opgeteld.
Een overmatige blootstelling aan ultraviolette straling tijdens de kinderjaren (tot ongeveer 15 jaar). Hoe hoger de uv-belasting in de jeugdjaren, hoe groter het risico van
basaalcelkanker op latere leeftijd.
Het aantal keren dat iemand verbrandt. Naarmate een mens in zijn leven vaker verbrandt, neemt het risico op huidkanker toe.
Het in de zon zijn met een natte huid.
Het aantal keren dat iemand een nog niet gewende (= niet verdikte) huid van het ene op het andere moment volop aan ultraviolette straling blootstelt.
De wisselwerking tussen ultraviolette straling en cosmetica en bruiningsmiddelen die psoraleen bevatten. (Vanwege richtlijnen van de Europese Unie is de verkoop van
deze middelen sinds 1 januari 1997 verboden.)
Meer risico
Bepaalde lichamelijke kenmerken die worden geërfd, beïnvloeden het risico op het krijgen van huidkanker. Het gaat dan met name om het huidtype dat door overerving
wordt bepaald. Zo lopen mensen met een lichte huid meer risico op huidkanker dan mensen met een donkere huid.
Bij sommige huidafwijkingen bestaat een verhoogd risico dat zij ontaarden in huidkanker. Een voorbeeld daarvan is een bont patroon van moedervlekken, de zogenoemde
dysplastische naevi. Mensen die op jongere leeftijd zijn bestraald voor een huidaandoening lopen een verhoogd risico op huidkanker op en rond de bestraalde plek.
Ook mensen die een orgaantransplantatie hebben ondergaan, bijvoorbeeld een niertransplantatie, hebben een toegenomen risico om huidkanker (plaveiselcelcarcinoom)
te krijgen. Dit komt door de medicijnen die zij vanwege de transplantatie (hebben) moeten gebruiken. Zij moeten voorzorgsmaatregelen in acht nemen bij de blootstelling
aan ultraviolette straling.
Huidkanker is, evenals alle andere soorten kanker, niet besmettelijk.
Erfelijke huidkanker
Er zijn 2 vormen bekend van erfelijke aanleg voor huidkanker:
voor het melanoom: ( FAMMM-syndroom)
voor het basaalcelcarcinoom: ( Naevoïd basaalcelcarcinoom-syndroom (NBCCS))
Erfelijk melanoom (FAMMM-syndroom)
Erfelijk melanoom wordt ook wel het FAMMM-syndroom (Familial Atypical Multiple Mole Melanoma) genoemd of het Familiair Dysplastisch Naevus-syndroom.
Een kenmerk van het erfelijk melanoom is het voorkomen van veel en afwijkende moedervlekken, waaruit een melanoom kan ontstaan. Een melanoom is een vorm van
huidkanker die ontstaat uit pigmentcellen van de huid (zoals moedervlekken).
Elk jaar wordt bij ongeveer 2.850 mensen een melanoom vastgesteld. Ongeveer 5-10% van alle mensen met een melanoom heeft de ziekte gekregen door erfelijke aanleg.
Kenmerken
Onderzoek naar erfelijkheid
Overerving en risico
Controle-onderzoek
Behandeling
Kenmerken
Erfelijke kanker onderscheidt zich op een aantal punten van niet-erfelijke kanker. Kenmerken van het erfelijk melanoom:
Melanoom kan erfelijk zijn als meerdere (eerstegraads) verwanten melanoom hebben gehad of als iemand meerdere melanomen krijgt.
Mensen met een erfelijke aanleg voor melanoom hebben vaak (maar niet altijd!) tientallen onregelmatig begrensde,verschillend gekleurde, grote moedervlekken.
Deze moedervlekken kunnen ontaarden in melanomen.
Erfelijk melanoom ontstaat meestal op relatief jonge leeftijd (vaak tussen 25 en 40 jaar).
Onderzoek naar erfelijkheid
Om vast te stellen of er mogelijk sprake is van erfelijk melanoom, wordt allereerst een medische stamboom van de familie gemaakt. Deskundigen onderzoeken nu of
DNA-onderzoek in de praktijk bruikbaar is. Van erfelijk melanoom is deels bekend waar de erfelijke genveranderingen (mutaties) zich kunnen bevinden: het CDKN2A-gen
en het CDK4-gen. Mutaties in het CDK4-gen zijn in Nederland nog niet vastgesteld.
Het CDKN2A-gen is betrokken bij de productie van twee eiwitten: p16 en p14ARF. Beide eiwitten spelen een rol bij de celdeling. Door een mutatie in het gen functioneren
één of beide eiwitten onvoldoende en raakt de celdeling ontregeld.
Er zijn verschillende mutaties in het gen mogelijk. Meestal functioneert daardoor het eiwit p16 onvoldoende. Het CDKN2A-gen wordt daarom vaak 'p16' genoemd. Ook
wordt wel eens gesproken van 'p16 Leiden'. Dat is een mutatie op een specifieke plaats van het CDKN2A-gen.
Bij 40% van de families met een erfelijk patroon van melanoom, is een mutatie in het CDKN2A-gen aantoonbaar. Waarschijnlijk spelen bij erfelijk melanoom daarom
mutaties in andere - nog onontdekte - genen ook een rol.
Overerving en risico
Mensen met een erfelijke aanleg voor melanoom hebben een risico van ongeveer 70 - 80% om ooit een melanoom te krijgen. Sommige specifieke mutaties in het
CDKN2A-gen gaan samen met een risico van 15-20% om alvleesklierkanker te krijgen.
Controle-onderzoek
Regelmatig onderzoek van de huid is bedoeld om kanker zo vroeg mogelijk te ontdekken en te behandelen. Garantie op vroege ontdekking en op genezing geeft het echter
niet. Bij een erfelijke aanleg voor melanoom wordt gedaviseerd om:
de huid jaarlijks te laten controleren door een dermatoloog
zelf de huid eens per twee à drie maanden te bekijken op veranderingen
de huid spaarzaam en goed beschermd aan zonlicht bloot te stellen.
Behandeling
Als de diagnose melanoom bij u is gesteld, zal uw arts de behandelingsmogelijkheden met u doorspreken. Hierover kunt u ook meer lezen op deze site bij Melanoom en
in de brochure Erfelijk melanoom van
KWF Kankerbestrijding.
Zie ook
Brochure Erfelijk melanoom (PDF)
Melanoom
KWF Kanker Infolijn
Interessante sites (links)
Naevoïd basaalcelcarcinoom-syndroom (NBCCS; erfelijk basaalcelcarcinoom)
Het basaalcelcarcinoom is een vorm van huidkanker van de opperhuid. In ongeveer 70% van alle gevallen van huidkanker gaat het om een basaalcelcarcinoom. Deze
vorm van huidkanker groeit zeer langzaam en zaait vrijwel nooit uit.
Er wordt geschat dat elk jaar circa 20.000 nieuwe basaalcelcarcinomen ontstaan. Ongeveer 1-5% van alle mensen met een basaalcelcarcinoom op jonge leeftijd of van de
mensen met meerdere basaalcelcarcinomen, heeft de ziekte gekregen door erfelijke aanleg.
(Kenmerken)
(NBCCS-syndroom)
(Behandeling)
Kenmerken
Erfelijke kanker onderscheidt zich op een aantal punten van niet-erfelijke kanker. Kenmerken van het NBCCS-syndroom zijn:
het voorkomen van een basaalcelcarcinoom op jonge leeftijd
het voorkomen van meerdere basaalcelcarcinomen
het voorkomen van andere afwijkingen, waaronder:
-kaakcysten (goedaardige afwijkingen)
-huidafwijkingen van handen en voeten
-een vergroot hoofd
-skeletafwijkingen
-oogafwijking
-goedaardige tumoren van de eierstokken en van het hart
-kwaadaardige tumor van de kleine hersenen (medulloblastoom)
NBCCS-syndroom
Van het NBCCS-syndroom is deels bekend waar de erfelijke genveranderingen (mutaties) zich kunnen bevinden: in het PTCH-gen.
Mensen met het NBCCS-syndroom hebben vrijwel 100% kans om één of meerdere kenmerken te ontwikkelen. Families met het NBCCS-syndroom komen op de
genoemde afwijkingen in aanmerking voor controle-onderzoek.
Een andere naam voor het NBCCS-syndroom is het syndroom van Gorlin.
Behandeling
Als de diagnose basaalcelcarcinoom bij u is gesteld, zal uw arts de behandelingsmogelijkheden met u doorspreken. Hierover kunt u ook meer lezen op deze site bij
Basaalcelcarcinoom.
Zie ook
KWF Kanker Infolijn
Interessante sites (links)
Laatst gewijzigd op 05 mrt 2008
Download