CAT Huid & Afweer september 2013 Antwoorden 1. Macrofagen behoren tot de [cellulaire] component van het [aangeboren] immuunsysteem. 2. Beenmerg & thymus 3. Juiste antwoord: macrofagen neutrofiele granulocyten 4. Juiste antwoord: De belangrijkste functie van een plasmacel is de productie van [antilichamen]. Daarom is het [ruw endoplasmatisch reticulum] sterk ontwikkeld in plasmacellen. 5. Juiste antwoord: De nucleus bevat veel donkere velden, welke corresponderen met [heterochromatine]. Het betreft hier dan ook een cel met een [lage] transcriptieactiviteit. 6. Juiste antwoord: 'afbraak van cellulair materiaal'. 7. Metafase 8. Juiste antwoord: 'G0-fase'. 9. Juiste antwoord: 'intermediaire filamenten'. 10. Juiste antwoord: 'intranucleaire receptoren'. 11. Keratine 12. Juiste antwoord: O2 ethanol 13. 14. 15. 16. 17. 18. microtubuli symport-eiwit Juiste antwoord: 'tubuline'. een verschillende aminozuurvolgorde maar sterk vergelijkbare functie Juiste antwoord: 'het aanhechten van suikerketens/oligosacchariden'. Juiste antwoord: 'Glycine zorgt voor sterke hydrofobe interacties tussen de drie helices van collageen.' 19. Juiste antwoord: 'de aanwezigheid van geladen aminozuren aan hun oppervlak'. 20. Juiste antwoord: acetyl-CoA oxaloacetaat 21. Juiste antwoord: CO2 NADH 22. remming door NADH 23. Juiste antwoord: 'Een versnelde elektronentransportketen verhoogt de kans dat coenzym Q elektronen verliest aan zuurstof zonder tussenkomst van cytochroom c oxidase.' 24. Zuurstof kan nu niet meer als terminale elektronenacceptor functioneren. 25. De patiënt schrijft de oorzaak van de ziekte toe aan factoren binnen zichzelf. 26. In een arts-patiënt gesprek is de relatie tussen arts en patiënt voornamelijk [asymmetrisch]. 27. Juiste antwoord: 'zij helpen bij de barrièrefunctie van de huid'. 28. Melanocyten 29. Juiste antwoord: 1. 2. 3. 4. 5. 6. epidermis dermis subcutis haarfollikel talgklier zweetklier 30. B 31. Juiste antwoord: 'constitutioneel eczeem'. 32. Juiste antwoord: A. B. C. D. lentigo maligna melanoom amelanotisch melanoom nodulair melanoom acrolentigineus melanoom 33. Juiste antwoord: 'de Breslowdikte'. 34. Juiste antwoord: 'eczema herpeticum'. 35. dorsale zijde van de hand (handrug) 36. Juiste antwoord: A. anageen B. katageen C. telogeen 37. A = apocriene zweetklieren, B = eccriene zweetklieren 38. A 39. het stratum basale van de epidermis en de dermis 40. 41. Juiste antwoorden: DNA histonen non-histoneiwitten 42. 43. Juiste antwoord: 'lactose heeft geen effect op de expressie van ß-galactosidase'. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. Hypoxie necrose van myocardcellen Juiste antwoord: 'nee'. Juiste antwoord: 'verwijzers, zoals de huisarts'. De interstitiële vloeistof in het lichaam betreft de vloeistof aanwezig [tussen] de cellen [exclusief] het plasma en is ongeveer [11] liter in volume. Juiste antwoord: 'koude- en warmtesensoren in de huid'. een “ice-pack” op het bovenbeen leggen Derdegraads brandwonden zijn [niet] pijnlijk. Bij een derdegraads brandwond heeft koelen [wel] zin. Juiste antwoord: 'organisator'. Juiste antwoord: cholesterol. Juiste antwoord: B