Europese Commissie - Informatieblad Naar een Europese pijler van sociale rechten – Vragen en antwoorden Straatsburg, 8 maart 2016 Vandaag heeft de Commissie een openbare raadpleging over de Europese pijler van sociale rechten gestart. Vanwaar dit initiatief? Voorzitter Juncker heeft de Europese pijler van sociale rechten aangekondigd in zijn "State of the Union" voor het Europees Parlement op 9 september 2015. In zijn toespraak verklaarde voorzitter Juncker het volgende: "We moeten harder werken aan een eerlijke en echte pan-Europese arbeidsmarkt. [...] Ik wil daartoe bijdragen met een Europese pijler van sociale rechten, die rekening houdt met de veranderende realiteit van de Europese samenlevingen en de arbeidsmarkt, en die kan dienen als kompas voor de hernieuwde convergentie in de eurozone. Die Europese pijler van sociale rechten moet een aanvulling vormen op wat we samen al hebben bereikt op het vlak van de bescherming van werknemers in de EU. Ik verwacht van de sociale partners dat zij in dat proces een centrale rol opnemen. Ik denk dat wij er goed aan doen om dit initiatief eerst in de eurozone te nemen en daarna andere lidstaten te laten instappen als zij dat willen." Wat is de Europese pijler van sociale rechten? Op 8 maart 2016 heeft de Europese Commissie een brede raadpleging gestart en een eerste voorlopige omschrijving gepresenteerd van wat de Europese pijler van sociale rechten moet worden. Dit initiatief maakt deel uit van de werkzaamheden van de Commissie voor een diepere en billijkere economische en monetaire unie (EMU). Zoals voorzitter Juncker heeft aangegeven, is het initiatief gericht op de eurozone, maar kunnen andere lidstaten instappen als zij dat willen. De Europese pijler van sociale rechten moet het Europees sociaal acquis aanvullen en erop voortbouwen om richting te geven aan beleidslijnen op een aantal gebieden die essentieel zijn voor goed werkende en billijke arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels binnen de deelnemende lidstaten. De voorgestelde beginselen komen niet in de plaats van bestaande rechten, maar kunnen een oplossing aanreiken om de prestaties van het sociaal en werkgelegenheidsbeleid in de lidstaten te beoordelen en deze in de toekomst beter op elkaar af te stemmen en aldus te verbeteren. De Commissie zal gedurende heel 2016 overleg plegen met andere EU-instellingen, nationale autoriteiten en parlementen, de sociale partners, het maatschappelijk middenveld, deskundigen uit de academische wereld en burgers. Het is de bedoeling dat de resultaten van dit overleg worden meegenomen in de oprichting van de Europese pijler van sociale rechten begin 2017. Eens de pijler tot stand zal zijn gekomen, zou deze het referentiekader moeten worden om de prestaties op het vlak van werkgelegenheid en de sociale prestaties van de deelnemende lidstaten te monitoren, hervormingen op nationaal niveau te stimuleren en, meer in het bijzonder, als kompas te dienen voor hernieuwde convergentie in de eurozone. Waarom een Europese pijler van sociale rechten? De economische crisis van de laatste jaren had verregaande sociale gevolgen, die de kansen voor de toekomstige groei en de economische prestaties in heel Europa kunnen beperken. Tegelijkertijd blijven de arbeidsvoorwaarden veranderingen ondergaan door de demografische trends enerzijds en de snelheid waarmee en de mate waarin de arbeidsmarkt verandert anderzijds. Wanneer wij met name kijken naar de lidstaten die de gemeenschappelijke munt delen, is het duidelijk dat het toekomstige succes van de eurozone in niet geringe mate afhangt van de effectiviteit van de nationale arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels en van het vermogen van de economie om schokken op te vangen en zich eraan aan te passen. Wat is de rol van de EU op dit gebied? Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel zijn in de eerste plaats de lidstaten bevoegd voor hun sociaal en werkgelegenheidsbeleid. Dat omvat de arbeidswetgeving en de organisatie van de socialezekerheidsstelsels. Die bevoegdheid is vastgelegd in de EUverdragen, waarin sinds de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ook voor de EU in een rol is voorzien, namelijk de ondersteuning van en de aanvulling op het optreden van de lidstaten. Maatregelen op Europees niveau zijn een weerspiegeling van de fundamentele beginselen van de Unie en zijn gestoeld op de overtuiging dat economische ontwikkeling grotere sociale vooruitgang en samenhang met zich mee moet brengen; tegelijkertijd moet het sociale beleid ook worden gevoerd als een productieve factor die toelaat ongelijkheid terug te dringen, zoveel mogelijk werkgelegenheid te creëren en het Europese menselijke kapitaal optimaal te ontplooien. Deze overtuiging wordt gestaafd aan de hand van feitenmateriaal over werkgelegenheid en sociale prestaties en werd door de crisis van de voorbije jaren nog versterkt. De lidstaten die de beste economische prestaties leveren hebben een ambitieuzer en doeltreffender sociaal beleid uitgewerkt dat niet enkel het resultaat is van economische ontwikkeling maar een centraal onderdeel vormt van hun groeimodel. Welke belangrijke veranderingen doen zich momenteel voor in de Europese samenleving en op de Europese arbeidsmarkt? De omvang en de aard van de uitdagingen waarmee de arbeidsmarkt en de samenleving in het algemeen worden geconfronteerd, zijn veranderd. Een aantal trends is nieuw, terwijl andere zich al langer aftekenen maar extra maatregelen vergen. Het gaat daarbij onder andere over veranderende maatschappelijke structuren en familiale en werkpatronen, langere en gevarieerdere beroepslevens, grotere diversiteit bij werknemers en nieuwe vormen van werk die ingang vinden, de paradox tussen steeds hogere opleidingsniveaus en de wijdverbreide discrepantie tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden, nieuwe behoeften en kansen als gevolg van de toenemende levensverwachting en vergrijzing, alsook technologische veranderingen en de digitalisering van de maatschappij en de economie. Wat wordt verstaan onder het Europees sociaal acquis? Het begrip sociaal acquis verwijst naar het huidige corpus van sociale regels in de Europese rechtsorde. Het bestaat in de eerste plaats uit doelstellingen en bevoegdheden op sociaal gebied die zijn opgenomen in het primair EU recht, namelijk het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze zijn vervolgens door middel van afgeleide EUwetgeving, met name richtlijnen, geïmplementeerd. Om maar een paar voorbeelden te geven: er bestaan Europese voorschriften inzake de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers, inzake arbeidsvoorwaarden, inzake de rechten van jonge werknemers, inzake uitzendwerk, deeltijdwerk en arbeid voor bepaalde tijd, inzake de bescherming van werknemers in geval van insolventie van de werkgever en inzake arbeidstijden. Met het oog op de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid (artikel 19 VWEU) werden richtlijnen vastgesteld betreffende non-discriminatie in arbeid en beroep en betreffende gelijke behandeling ongeacht ras of etnische afstamming. Over welke bevoegdheden beschikt de EU op het gebied van sociale rechten? De EU implementeert haar sociale taak en doelstellingen op grond van artikel 153 VWEU over de sociale politiek. De Unie is bevoegd om het optreden van de lidstaten op een aantal gebieden voor mensen op en buiten de arbeidsmarkt te ondersteunen en aan te vullen: werknemers, werkzoekenden en werklozen. Het is de bedoeling de arbeidsvoorwaarden, de sociale zekerheid en de sociale bescherming, de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, de voorlichting en raadpleging van werknemers en de integratie van uitgesloten personen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Aangezien de deelnemende lidstaten ertoe zullen worden aangemoedigd maatregelen te nemen op gebieden waar in de eerste plaats zijzelf bevoegd zijn, betreft de pijler ook gebieden waar de EU niet bevoegd en ook niet voornemens is om wetgevend op te treden, maar waar richtsnoeren en de uitwisseling van beste praktijkvoorbeelden wenselijk zouden zijn. Wat onderneemt de Commissie voorts op sociaal gebied? De Commissie heeft reeds een aantal initiatieven genomen om de inspanningen op het vlak van dwingende prioritaire thema's op te voeren en het EU-acquis bij te werken om nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden in de geest van de beginselen die deel zullen uitmaken van de pijler. Zo heeft de Commissie tijdens haar ambtstermijn bij de coördinatie van het economisch beleid in het kader van het Europees semester en haar werkzaamheden op het gebied van betere regelgeving meer belang gehecht aan sociale overwegingen; zij heeft het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren (YEI) versneld uitgevoerd om de jeugdwerkloosheid beter te bestrijden; zij heeft een aanbeveling gedaan over de herintegratie van langdurig werklozen op de arbeidsmarkt om de lidstaten beste praktijkvoorbeelden aan te reiken; en zij heeft een Europese toegankelijkheidswet voorgesteld om de toegang tot essentiële goederen en diensten voor mensen met een handicap in de eengemaakte markt te vergemakkelijken. Het Europees sociaal acquis wordt ook aangevuld door de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), in het bijzonder door het Europees Sociaal Fonds (ESF). Het ESF bestrijdt sociale uitsluiting en armoede, bevordert de doeltreffendheid van overheidsdiensten en helpt jaarlijks 15 miljoen mensen hun vaardigheden te verbeteren en zich op te arbeidsmarkt te integreren. Met bedragen voor de periode 2014-2020 van 86,4 miljard euro uit het ESF, 3,2 miljard euro van het YEI en nog eens 38,5 miljard euro aan medefinanciering uit nationale fondsen vervult het ESF een cruciale rol bij het ondersteunen van de investeringen van de lidstaten in menselijk kapitaal en aldus bij het versterken van het concurrentievermogen van de Europese economie, die zich momenteel van de crisis herstelt. Wat is het doel van de raadpleging? Het raadplegingsproces heeft drie doelstellingen: - het huidige Europees sociaal acquis beoordelen door de mate te bepalen waarin bestaande rechten worden toegepast en relevant blijven voor de uitdagingen van vandaag en morgen, en/of bepalen of nieuwe manieren moeten worden overwogen om deze rechten toe te passen; - nadenken over nieuwe werkpatronen en maatschappelijke trends als gevolg van nieuwe technologieën, demografische tendensen of andere factoren die van belang zijn voor het beroepsleven en de sociale omstandigheden; - inzichten en feedback verzamelen over de rol van de Europese pijler van sociale rechten zelf. De raadpleging moet dienen om het toepassingsgebied, de inhoud en de rol van de pijler te bespreken als onderdeel van de sociale dimensie van de EMU, en om na te denken over de specifieke behoeften van de eurozone. Tot slot zal deze denkoefening ook de lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone helpen bij hun beslissing of zij al dan niet aan de pijler willen deelnemen. Iedereen kan aan de openbare raadpleging deelnemen door hier te klikken. Wie wordt bij het raadplegingsproces over de pijler betrokken? In de komende maanden zal de Commissie actief samenwerken met andere EUinstellingen, de nationale overheden en parlementen van alle lidstaten, vakbonden en bedrijfsverenigingen, ngo's, sociale dienstverleners, deskundigen uit de academische wereld en de burgers. Op nationaal niveau zal de Commissie het overleg stimuleren via haar vertegenwoordigingen in de lidstaten. De Commissie zal ook het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's verzoeken advies uit te brengen. Hier vindt u een lijst van eerdere en toekomstige evenementen ter bevordering van de dialoog. Welke rol zullen de sociale partners vervullen bij de totstandbrenging van de pijler? Zowel de Europese als de nationale sociale partners zullen worden uitgenodigd om een actieve rol te spelen bij de vormgeving van de pijler. Deze eerste voorlopige omschrijving van de pijler zal op 16 maart 2016 op de eerstkomende tripartiete sociale top worden gepresenteerd. Daarnaast zullen de sociale partners gedurende heel 2016 bij diverse gelegenheden worden geraadpleegd. Hier vindt u een lijst van eerdere en toekomstige evenementen ter bevordering van de dialoog. Hoe zullen de resultaten van de raadpleging worden gestructureerd? Naast de algemene raadpleging voor het publiek zullen ter ondersteuning van de raadpleging een aantal gerichte activiteiten plaatsvinden om rond drie hoofdthema's feedback te verzamelen: - Een balans van het Europees sociaal acquis: is het nog relevant en actueel? - De toekomst van werk en van de socialezekerheidsstelsels: wat zijn de uitdagingen en kansen voor de toekomst? - De rol van de Europese pijler van sociale rechten als onderdeel van een diepere en billijkere economische en monetaire unie: wat zijn de essentiële voorwaarden voor een goed werkende eurozone? Welke sociale rechten zullen in de ontwerp-pijler aan bod komen? De beleidsgebieden zijn in de volgende drie hoofdthema's gegroepeerd: - Gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, met inbegrip van de ontwikkeling van vaardigheden, een leven lang leren en actieve ondersteuning van werkgelegenheid, teneinde de kansen op arbeid te vergroten, de overstap tussen verschillende statussen te vergemakkelijken en de inzetbaarheid van personen te verbeteren. - Billijke arbeidsvoorwaarden, waarbij een adequaat en betrouwbaar evenwicht tot stand wordt gebracht tussen de rechten en plichten van zowel werkgevers als werknemers, en tussen flexibiliteit en zekerheid, teneinde het scheppen van banen, de deelname aan het arbeidsproces en het aanpassingsvermogen van bedrijven te ondersteunen, en waarbij de sociale dialoog wordt bevorderd. - Adequate en duurzame sociale bescherming en toegang tot essentiële diensten van hoge kwaliteit, zoals kinderopvang, gezondheidszorg en langdurige zorg, teneinde te waarborgen dat personen een waardig leven leiden, beschermd zijn tegen risico's en ten volle kunnen deelnemen aan het beroepsleven en, meer in het algemeen, aan de maatschappij. Binnen deze drie hoofdthema's zijn 20 beleidsterreinen in kaart gebracht en voor elk daarvan gelden verschillende beginselen. Deze beginselen zijn gebaseerd op een aantal rechten die al zijn opgenomen in Europese en andere relevante rechtsbronnen en bevatten een meer gedetailleerde omschrijving van mogelijke manieren om deze in de praktijk om te zetten. Door hier te klikken, kunt u meer lezen over elk van deze uiteenlopende thema's en er uw opmerkingen over formuleren. Waarom legt de pijler de nadruk op de lidstaten van de eurozone? De situaties verschillen nog steeds heel sterk tussen de lidstaten van de eurozone onderling, en uit de ervaring van de laatste 20 jaar is gebleken dat aanhoudende economische en sociale onevenwichtigheden in één of meerdere lidstaten de prestaties van de eurozone als geheel kunnen bedreigen en dat het onvermogen om deze te corrigeren tot nog meer verschillen met nog hogere kosten kan leiden. De eurozone trekt lessen uit de crisis van de voorbije jaren en heeft een proces van verdere integratie en consolidatie aangevat. Dit houdt noodzakelijkerwijs ook een sociale dimensie in. In het verslag van de vijf voorzitters over de voltooiing van Europa’s economische en monetaire unie wordt benadrukt dat het de ambitie van Europa moet zijn om het op sociaal gebied tot een "triple A"-status te brengen en dat de EMU pas succesvol kan zijn wanneer de arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels in alle lidstaten van de eurozone goed en rechtvaardig functioneren. Hoewel er in het verslag aan wordt herinnerd dat er geen "one-size-fits-all"-aanpak is, wordt er ook opgemerkt dat de lidstaten vaak voor dezelfde uitdagingen staan. Daarnaast wordt opgeroepen tot meer aandacht voor werkgelegenheid en sociale prestaties als deel van een breder proces van opwaartse convergentie naar veerkrachtigere economische structuren in de eurozone. Met de pijler wordt de eurozone beoogd, maar hij blijft openstaan voor alle lidstaten die willen instappen. Welke rechtsvorm krijgt de pijler? Bij de juridische aard van de Europese pijler van sociale rechten zelf zal rekening moeten worden gehouden met het rechtskader op EU-niveau en met het feit dat de eurozone hier centraal staat. Hoewel er verschillende instrumenten kunnen worden overwogen om de pijler op te richten, acht de Commissie de betrokkenheid van het Europees Parlement, de Raad en de andere EUi nstellingen van wezenlijk belang om voor de uitvoering van de pijler over een breed draagvlak te kunnen beschikken. Wat zijn de volgende stappen? Tijdens de volgende maanden zal de Commissie via de openbare raadpleging actief met belanghebbenden overleggen. De raadplegingsprocedure zou vóór 31 december 2016 moeten worden afgesloten en de basis vormen voor een definitief voorstel voor de pijler door de Commissie begin 2017. De feedback zal ook worden meegenomen in het voor het voorjaar van 2017 geplande Witboek over de toekomst van de Europese economische en monetaire unie. MEMO/16/545 Contactpersoon voor de pers: Christian WIGAND (+32 2 296 22 53) Sara SOUMILLION (+32 2 296 70 94) Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail