Stoffenregelgeving CLP versus ADR en PGS 15: Overeenkomsten, verschillen, gevolgen Etikettering voor transport van gevaarlijke producten en etikettering voor gebruik van gevaarlijke producten zijn totaal verschillend als het gaat om gevaren en risico’s. Wat hebben de achterliggende wetgevingen gemeen en waar zitten nu juist de verschillen? Discussies hierover komen steeds weer naar boven in het kader van de veranderende wetgeving. Hierbij een overzicht. Tekst: Ivo Erens en Wim van Dongen Fotografie: Auke Oosten In 2003 hebben de Verenigde Naties het Globally Harmonized System (GHS) voor indeling en etikettering van chemische stoffen aangenomen. In Europa noemen we dit CLP (Classification, Labelling and Packaging). Dit systeem omvat niet alleen regels voor het indelen van stoffen en mengsels, maar geeft ook regels over hoe het vastgestelde gevaar gecommuniceerd moet worden. Het is de bedoeling – en daar wordt nu aan gewerkt – dat CLP gefaseerd de Europese Stoffenrichtlijn en Preparatenrichtlijn gaat vervangen (zie kopje Implementatietermijn). De Stoffenrichtlijn en Preparatenrichtlijn zijn in Nederland ondergebracht in de Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms). ADR in lijn met CLP In het ADR 2011 zijn een aantal criteria voor het indelen van stoffen en mengsels in overeenstemming gebracht met CLP. Het doel hiervan is de gevaarscommunicatie zo veel mogelijk op dezelfde manier te laten plaatsvinden. Hierbij moet worden opgemerkt dat in het ADR niet alle gevarenklassen van CLP zijn overgenomen. Dat betekent dat stoffen en mengsels die volgens CLP gevaarlijk zijn, dit voor transport niet hoeven te zijn. Zo zijn bijvoorbeeld in het ADR geen criteria opgenomen voor het indelen van stoffen en mengsels met carcinogene (kankerverwekkende), mutagene of reprotoxische eigenschappen (CMR). Deze CMR-stoffen en -mengsels worden echter wel in PGS 15 meegenomen op basis van hun indeling volgens CLP. Als een product (stof of mengsel) op basis van CLP is ingedeeld als CMR, is dit te Gevaarlijke Lading / juni 2012 - 6 vinden in Rubriek 2 van het veiligheidsinformatieblad van dit product. Voor wat betreft de etikettering zijn de elementen die in het ADR gehanteerd worden over het algemeen zeer verschillend van die in het CLP zijn vastgesteld. Het meest opvallende verschil betreft de pictogrammen die het gevaar aangeven. Ten slotte moet opgemerkt worden dat voor veel stoffen met een ‘eigen’ UN-nummer de indelingen vanuit de vervoerswetgeving nog aangepast moeten worden aan meetresultaten die zijn voortgekomen uit de REACHverordening, omdat deze stoffen in het verleden ingedeeld zijn op basis van criteria die niet geheel in overeenstemming zijn met de huidige CLP-criteria. Verschillen ADR en CLP Het belangrijkste verschil tussen het ADR en de CLPverordening betreft de systematiek van het communiceren van het gevaar van stoffen en mengsels. In principe worden aan de eindresultaten van de testmethoden die zijn voorgeschreven in de REACH-verordening dezelfde conclusies verbonden en wordt dezelfde indelingsmethodiek gehanteerd. Deze zijn immers vastgelegd in het GHS. Echter hoe deze gevaren benoemd worden is anders dan bij de vervoerswetgeving. Een ander verschil is dat bij het ADR een aantal (gezondheids)gevaren niet zijn meegenomen. Bij het communiceren van het gevaar is de CLP-verordening gericht op direct contact met de gevaarlijke stoffen dat zich voordoet bij het werken met deze stoffen tijdens productie, gebruik of eventueel in de afvalfase. De systematiek van het ADR is gericht op een veilige en verantwoorde manier van het vervoeren en opslaan van gevaarlijke stoffen en gaat in op onvoorziene calamiteiten die kunnen optreden met de gesloten verpakking tijdens het transport. Met behulp van het veiligheidsinformatieblad kan men voor stoffen en mengsels zowel de indeling volgens CLP-verordening en/of de Stoffen- en Preparatenrichtlijn (Rubriek 2) vinden, als die van het ADR (Rubriek 14). Naast de bovenstaande onderwerpen zijn er in het nieuwe etiketteringsysteem ook veranderingen aangebracht in grenzen waarbinnen een stof in een bepaalde gevaarsklasse valt. Een voorbeeld: Een vaste stof met LD50* = 259 mg/kg (oraal, rat): Volgens de huidige EU-verordening ingedeeld als: Hieronder geven we een vergelijking van beide wetgevingen. Wat zijn de verschillen tussen CLP en ADR voor wat betreft wetgeving, toepassingsgebied, veranderingen en implementatie? WETGEVING CLP – De volledige definitie van CLP luidt: Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. ADR 2011 – De titel van het ADR luidt: Europese Overeenkomst, betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), met Protocol van ondertekening en Bijlagen, Genève, 30 september 1957. TOEPASSINGSGEBIED CLP – CLP is van toepassing op de levering en het gebruik van stoffen en mengsels. Zoals gebruikelijk zijn er ook enkele uitzonderingen waarvoor CLP niet geldt. Dit zijn vooral speciale stoffen en mengsels (medicijnen, cosmetica, enzovoort) die in afgewerkte vorm (eindproduct) bestemd zijn voor de eindgebruiker. ADR – Het ADR is van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. Tot en met 2011 hebben 48 landen het verdrag bekrachtigd, zijn toegetreden en hebben het geïmplementeerd. Er mag geen internationaal vervoer van gevaarlijke goederen plaatsvinden waarvan Bijlage A van het ADR het vervoer verbiedt. VERANDERINGEN CLP – Het belangrijkste verschil tussen CLP en de huidige Europese wetgeving (Stoffen- en Preparatenrichtlijn) is het nieuwe etiketteringsysteem. Hiertoe behoren niet alleen de symbolen maar ook de gevarenklassen, signaalwoorden en waarschuwingszinnen. Xn: Schadelijk R22 S1/2 S13 S20/21 S46 S60 schadelijk bij opname door mond achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren verwijderd houden van eten, drinken en diervoeder niet eten, drinken of roken tijdens gebruik bij inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen dit materiaal en zijn verpakking moeten als gevaarlijke afval ontdaan worden Volgens CLP ingedeeld als: 3.1/3: GEVAAR H301 P264 giftig bij inslikken na het werken met dit product handen grondig wassen P270 niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product P301 + P310 NA INSLIKKEN: onmiddellijk een vergiftigingencentrum of een arts raadplegen P321 specifieke behandeling vereist (zie verwijzing naar EHBO maatregel op dit etiket) P330 de mond spoelen P405 achter slot bewaren P501 inhoud/verpakking afvoeren naar …. op advies van leveranciers * LD50 is lethale dosis 50, dit is de dosis waarbij 50% van de testdieren sterft 7 - juni 2012 / Gevaarlijke Lading Het voorbeeld maakt duidelijk dat CLP over het algemeen strengere criteria hanteert voor de indeling van de stoffen en mengsels dan de Stoffenrichtlijn en Preparatenrichtlijn. Vele stoffen en mengsels zullen dan ook nog opnieuw moeten worden ingedeeld aan de hand van CLP. Er bestaat al een Lijst van geharmoniseerde indelingen en etiketteringen van gevaarlijke stoffen volgens CLP. Zie hiervoor Bijlage VI, tabel 3.1 van CLP (www. echa.europa.eu). CLP beschrijft niet alleen andere pictogrammen en indelingscriteria, de verordening introduceert ook nieuwe gevarenklassen waaronder de klasse voor ‘houders onder druk’ en ‘langetermijn-gezondheidsschade’ die additioneel naast de al bestaande pictogrammen zullen functioneren. Ook voor preparaten, welke in CLP ‘mengsels’ worden genoemd, gaat er het een en ander veranderen. De berekeningsmethoden voor de indeling van mengsels die nu in de Europese wetgeving (Stoffen- en Preparatenrichtlijn) beschreven staan, zijn in CLP veranderd waardoor er naar verwachting meerdere mengsels als gevaarlijk geclassificeerd zullen moeten gaan worden. De CLP-indeling is per 2015 voor mengsels ook verplicht. Op dit moment verschilt het nog van bedrijf tot bedrijf hoe ver men hiermee is. ADR – Iedere 2 jaar worden de bijlagen A en B van het ADR aangepast. Dit komt voort uit voortschrijdend inzicht en vernieuwing van onder andere nieuwe en moderne technieken. Het ADR zal ook meer en meer de indelingscriteria van het EU-GHS/CLP gaan volgen. Zo zijn op dit moment de indelingscriteria van de ADRklasse 3 (brandbare vloeistoffen) en ADR-klasse 9 (voor wat betreft de milieugevaarlijke stoffen) al gelijk. Helemaal gelijk kan natuurlijk niet, want werken met de gevaarlijke goederen is iets anders dan het vervoeren van gevaarlijke goederen. De voorbeeldstof die hierboven bij Veranderingen/ CLP wordt genoemd is volgens het ADR ingedeeld als giftige stof, verpakkingsgroep III: Giftige stof, verpakkingsgroep III IMPLEMENTATIETERMIJN CLP – Sinds december 2010: Indeling volgens Wms én CLP verplicht voor stoffen. Etikettering en verpakking volgens CLP verplicht voor stoffen. Indeling, etikettering en verpakking volgens CLP óf Wms toegestaan voor mengsels. Gevaarlijke Lading / juni 2012 - 8 Vanaf juni 2015: Indeling, etikettering en verpakking volgens CLP verplicht voor stoffen en mengsels. Wms en bijbehorende Europese regelgeving wordt ingetrokken. ADR Sinds 1-1-2011: ADR 2011 mag gebruikt worden, naast ADR 2009. Sinds 1-7-2011: ADR 2011 moet gebruikt worden. Vanaf 1-1-2013: ADR 2013 mag gebruikt worden, naast ADR 2011. Vanaf 1-7-2013: ADR 2013 is verplicht. Implementatietermijn Het lastige is dat er wel overeenkomsten zijn in de voorschriften van de classificatie, maar niet in de implementatiedeadlines. Het ADR 2011 is sinds 1 juli 2011 van kracht en CLP is voor mengsels pas officieel van kracht per juni 2015. Juist in de tussenliggende periode kunnen er opmerkelijke situaties ontstaan. Bijvoorbeeld een mengsel dat volgens de Wms geclassificeerd is als Xn R22 - schadelijk, wordt volgens de ADR-classificatie (die voortkomt uit CLP) giftig (zie het voorbeeld bij Veranderingen). In de praktijk betekent dit dat het ADR-etiket een zwaardere classificatie laat zien (giftig) dan het Wms-etiket (schadelijk). Dit verschil wordt met CLP in 2015 gelijkgetrokken, maar ook na 2015 zullen er verschillen blijven tussen ADR en CLP. Transport is nu eenmaal iets anders dan gebruik. Voor producten die geen UN-nummer hebben, wordt in het ADR verwezen naar CLP en is de indeling dus gelijk. Dat is bijvoorbeeld het geval bij stoffen met acute toxiciteit en bij de N.E.G.-posities. Ook bij de ontvlambare vloeistoffen en de brandbare vloeistoffen lopen de indelingen nu gelijk, maar hier verwijst ADR niet naar CLP. Er is dus sprake van afzonderlijke eisen en indelingscriteria, maar die zijn wel gelijk. CLP- of ADR-etiket? Bij het opstellen van de CLP-verordening is zo veel mogelijk geprobeerd de samenhang met de vervoerswetgeving in stand te houden. Dit gebeurt bijvoorbeeld in artikel 33 van de verordening. Dit artikel bevat specifieke voorschriften voor de etikettering van buitenverpakkingen, binnenverpakkingen en enkelvoudige verpakkingen en legt de relatie met de vervoerswetgeving. Er zijn drie mogelijke situaties. Situatie 1: Als een verpakking bestaat uit buiten-, binnen- of tussenverpakking, en de buitenverpakking voldoet aan de etiketteringvoorschriften van de vervoerswetgeving, hoeft de CLP-etikettering alléén op de binnen- en tussenverpakking te worden geplaatst. Het is dan toegestaan om de CLP-etikettering op de buitenverpakking te plaatsen. Implementatietermijn REACH Januari 2009 Veranderingen in PGS 15 Volledigheidshalve noemen we hier nog enkele veranderingen in PGS 15 onder invloed van CLP. In de toelichting op paragraaf 3.11.2 geeft men aan dat de gebruiksverpakkingen tevens moeten zijn voorzien van gevaarsaanduidingen op grond van CLP. Paragraaf 3.16 en Bijlage C van PGS 15 sluiten voor het gebruik van veiligheidssignalering aan bij de nieuwe December 2010 Registratie deadline voor >100 ton stoffen Registratie deadline voor >10 ton Juni 2013 Juni 2015 Juni 2018 GHS Verordening in werking: • Etikettering en Opslag: PGS 15 De opslag van verpakte gevaarlijke stoffen dient te gebeuren volgens PGS 15. Deze richtlijn gaat uit van de ADR-indeling, behalve bij CMR-stoffen, daarin volgt PGS 15 de CLP-verordening. PGS 15 hanteert ook geen UN-nummers, maar slechts de negen vervoersklassen. Ons eerder genoemde voorbeeld – een mengsel met de Wms-classificatie Xn R22 - schadelijk en de ADR-classificatie giftig – zal niet alleen verwarring geven voor de personen die het product gebruiken, er zal ook onduidelijkheid ontstaan over de opslag van dit product. Het product met classificatie Xn (Wms) zou volgens het oude ADR (2007) geen ADR-classificatie krijgen, omdat deze categorie buiten het ADR viel. Het gevaar van schadelijke stoffen heeft immers voor het transport geen drastische consequenties. Met als gevolg dat dit product ook geen verplichting had binnen PGS 15. Maar omdat het ADR 2009 de CLP-classificatie-eisen voor klasse 6.1 heeft doorgevoerd, moet dit product nu ingedeeld worden als een giftige stof. Daarmee moet dit product ook voldoen aan de verplichtingen uit PGS 15. Deze verandering is met name terug te vinden bij de producten die volgens de Wms ingedeeld werden als schadelijk (Xi/Xn). Naast deze categorieën zijn ook de CLP-categorieën gevaarlijk voor het aquatisch milieu en corrosief aangescherpt. Producten die voorheen niet in deze gevarencategorieën werden ingedeeld, kunnen volgens CLP wel hieronder vallen. Voor deze producten geldt voor het transport (ADR) en voor de opslag (PGS 15) dezelfde redenering als hierboven. Registratie deadline voor >1000 ton en zeer risicovolle stoffen Mengsels 2015 Wat wanneer ... 2ATP Sto ffe n2 012 Situatie 2: Als de buitenverpakking van een pakket niet hoeft te voldoen aan de etiketteringvoorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen (bijvoorbeeld een CMR-stof), moeten zowel de buiten-, tussen- als binnenverpakking volgens de CLP-verordening worden geëtiketteerd. Als de binnen- of tussenverpakking goed zichtbaar is door de buitenverpakking heen, hoeft de buitenverpakking niet te worden geëtiketteerd. Situatie 3: Enkelvoudige verpakkingen die voldoen aan de vervoersvoorschriften moeten worden geëtiketteerd volgens de CLP-verordening én de vervoerswetgeving. Deze verplichting geldt voor etikettering van dezelfde gevaren. In dat geval kunnen de gevarenpictogrammen volgens de CLP-verordening worden weggelaten. verpakking van stoffen en mengsels volgens Wms verplicht • Indeling, etikettering en • Etikettering van verpakking van stoffen volgens EU-GHS verplicht • Indeling, etikettering en • Indeling, etikettering en verpakking voor mengsels en stoffen volgens EU-GHS verplicht verpakking voor mengsels • Intrekken van stoffenvolgens zowel Wms als richtlijn en preparatenEU-GHS toegestaan richtlijn verpakking van mengsels en stoffen volgens EU-GHS toegestaan pictogrammen volgend uit CLP: ‘Aan de buitenzijde van een opslagvoorziening, nabij de toegangsdeur(en) moeten op duidelijk zichtbare plaatsen waarschuwingsborden worden geplaatst, welke het gevaar van de opgeslagen gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen aanduiden. Op daartoe geschikte plaatsen moeten de desbetreffende gevaarsymbolen zijn aangebracht conform het ADR of CLP.’ Paragraaf 6.2.3 geeft ook aan dat gasflessen voorzien moeten zijn van de vereiste gevaarsetiketten conform ADR, IMDG en/of CLP. In hoofdstuk 7 (opslag van spuitbussen en gaspatronen) geeft men aan dat als de inhoud van de spuitbussen en gaspatronen voldoet aan de indelingencriteria van CLP deze ook conform PGS 15 opgeslagen moeten worden. Voor het bepalen van de grenswaarden waarboven voor het vaststellen van het beschermingsniveau met een stof rekening moet worden gehouden (paragraaf 4.5, tabel 4.2), wordt de spuitbus beoordeeld op basis van de indeling van de inhoud conform CLP of het ADR. Conclusie Door de verandering van de classificatie-eisen vanuit de CLP-verordening zullen meer producten als gevaarlijk geclassificeerd worden. Voor ieder bedrijf kan dit gevolgen hebben voor het transport, de opslag en tevens de andere wet- en regelgeving waarin gewerkt wordt met volumelimieten en/of de indeling voor gevaarlijke stoffen zoals de milieuvergunning, Arbo, BRZO en BEVI/REVI. Verandering van etiketten en labels is één aspect van deze wetgevingen, maar de nasleep zorgt voor meer uitdagingen… Voor dit artikel is gebruikgemaakt van de uitgave Aan de slag met PGS 15 Ivo Erens is expert en adviseur op het gebied van VIB’s en gevaarlijkestoffenregelgeving. Wim van Dongen is specialist en veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen en beveiligingsadviseur luchtvracht 9 - juni 2012 / Gevaarlijke Lading